TWEEDE BLAD NIEUWSBLAD Afscheid H. SMITS Wachters besteller 1ste klasse der P.T/T. te Nederhemert Uitbetaling (1.00 als compensatie voor Kolenprijsverhoging BI] DE BALANS DONDERDAG 19 JANUARI 1950 No. 6738 voor het Land v. Heusden en Altena, de Langstraat en Bommelerwaard Nadat H. Smits als besteller ie klasse der P.T.T. afscheid had ge nomen van zijn werkkring te Heus den, waaronder Nederhemert ressor teert, werd hem 's avonds een hulde blijk namens degenen, die door hem besteld werden, aangeboden. Bij monde van de heer Eugster namens Comité en alle ingezetenen der gemeente, buurtschap Bern, Ka de en Zuidelijke Rietschoof werd de jubilerende ambtenaar toegesproken. Hij schetste H. Smits als een geziene figuur in de gemeente; vriendelijk, voorkomend, welwillend; als een plichtsgetrouw besteller, die steeds en ten allen tijde op zijn post was. Na een langdurige, trouwe en zware dienst nam de jubilaris afscheid van zijn werk, dat hem lief was en waar voor hij zich met zijn volle persoon had gegeven, om met rust, met pen sioen te gaan. Hem werd dank ge zegd voor het vele werk onder vaak moeilijke omstandigheden verricht. Geachte Jubilaris, Vele mijlen zijn in de loop der ja ren door hem afgelegd. Gelukkig had hij de laatste jaren enigszins ver lichting ontvangen van zijn zware dagtaak. Een verlichting, die hem inderdaad toekwam, aldus spreker. Na zijn vrouw, die steeds de rechter hand is geweest:, tevens als station houdster, betrokken te hebben in de hulde en de zoon, die hem in die functie opvolgt, te hebben aange spoord in de voetstappen van zijn vader te treden, wenste spreker de jubilerenden toe, dat ze beiden nog lange jaren mogen genieten van hun pensioen, dat hen zeker toekomt. Nu de middaghoogte van hun le ven voorbij is, uitte spreke* de hoop, dat de Heere hun licht moge geven op hun beider levenspad, nu het ten tijde des avonds geworden is. Hierna sprak Mej. Schulz, lid van het Comité, haar huldewens uit in dichtvorm, die volgt, onder aanbie ding der cadeaux. Nu er heden afscheid wordt genomen, Zijn wij ook hierheen gekomen Om daar gij het bijltje er bij neer gaat leggen U, namens de gehele bevolking, iets te zeggen. De Gemeente, Kerk en School Zijn vertegenwoordigt, zo U ziet. De Boeren en Tuinders ontbreken ook niet Mocht een andere indeling U soms beter lijken, Dan moet U ons nog maar eens goed bekijken: De Dijk, de Kade, de Steeg en de Molenstraat, De Rietschoof 'en Zuidzijde wij zijn allen paraat I Langs deze wegen hebt gij immer Uw taak steeds verricht, Waart gij brenger van het blijde en het droeve bericht. Doch eer U bij deez' huizen was aangekomen, Was er al een hele tocht ondernomen. 's Morgens om 5 uur begon al de reis Ondanks regen en storm, sneeuw en ijs. Als wij ons nog eens omdraaiden in bed, j Werd U bij het Veer al overgezet. Dan over het donkere Eiland gegaap, Kwam U voor het volgend water te staan. En eenmaal bij het Postkantoor aangeland, Vulde men tas en zakken tot aan de rand. Dan maar weer „varen", de weg terug -j En aan het bezorgen, stipt en vlug. Het Eiland, Bern en de Nieuwe Dijk omrijden, Niemand onzer zal U zo'n tocht benijden! Dan moesten de Noordzij en de Rietschoof nog worden besteld, En al werd IJ nog zo door de homger gekweld, De maaltijd liet U geduldig staan, Zo lang het werk niet was gedaan. Eindelijk werd na vele omzwervingen eigen woning weer betreden, Doch dan waren er onmiddellijk andere bezigheden: Belastingzaken, Zegelverkoop en Giro-formulieren Invullen van allerlei soorten papieren. i Men zei maar: „Smits, toe beste man, Ik snap er werkelijk niks van Maakt gij het eens effen voor me klaar, Dan krijgt ge later wel eens een sigaar!" Soms ook kwamen er lastige mensen, Die bij afwezigheid, de post graag doorgestuurd wensen. Doch wat men ook vroeg, of wat men ook zei, LJ bewaarde er steeds Uw goede humeur bij, En werkte inmiddels ijverig voort, Want de klok tikte ook maar door. Half vier weer op de fiets naar Heusden gestapt, Wat bleef er dan soms achter? een bordje koude papl Verdere beschrijving van de tocht, zal ik U maar sparen. 'tWas natuurlijk weer ettelijke keren „overvaren". En was eindelijk de dagtaak volbracht, Was het voor U eigenlijk meteen „nacht". Dan moest het bed worden opgezocht, Want 's morgens 5 uur begon weer de nieuwe tocht. Zo is in deez' bovenomschreven geest, Uw dienst de meeste jaren geweest. Doch de oorlog maakte het geheel nog extra zwaar, Denk aan de lekke banden maar! Dan moest U uren lang gaan lopen Of dure „antiplof" kopen. En om daarop voort te zwoegen, Was ook maar een zeer matig genoegen. Vooral met die grote zakken Gevuld met vele pakken. In de stad was toen immers een voedseltekort, i Dus had Nederhemert een gunstig export. En deez' uitvoer kreeg U weer te verwerken, Doch het was, om de stedeling wat aan te sterken. Dus stond U ook daarvoor dadelijk klaar, E11 was het parool weer: „sjouwen maar!" Doch niet langer vertoefd bij het verleden, Maar wenden wij ons nu tot het heden. En dan speciaal wel deze dag, Waarop U eindelijk rusten mag. Wij Schetsten reeds hoe U in Uw werkzaam leven, Een voorbeeld van „waarlijk dienstbetoon" wist te geven. Deez' hulpvaardigheid willen alle inwoners nu belonen En U hun blijk van dankbaarheid en waardering tonen. Wij hebben thans hier meegebracht, Waar allen samen U mee hebben bedacht Het is ons namelijk wel bekend, Dat U een liefhebber van muziek bent. Dus dachten wij, dat U het meest was verblijd Om te vullen Uw vrije tijd. Met iets, waardoor U goede muziek kunt horen, Dus treden Avij hier met een radiotoestel naar voren. Maar als men zo aan het luisteren is, Zit men graag makkelijk, dat is gewis. 'n Beetje t lui, dat hoort er bij, Maken w'U daarom met deze stoel ook blij? Vanavond Smits, bent U al veel geroemd; Doch ook Uw vrouw moet worden genoemd. Bij Uav afwezigheid, zette zij Uw werk immers voort, Werd bij het huishoudelijke werk steeds gestoord. Men werd toen niet weggestuurd, maar vrolijk en tevree Geholpen en kreeg vaak nog een lekker kop thee. Nu, als 't publiek zo wordt getracteerd, Is 't te begrijpen, dat het z'n fouten nooit afleert. Vrouw Smits, ook U veel dank voor Uw hulp ten allen tijd, En voor Uw vriendelijke bereidwilligheid We waren blij iets te kunnen schenken. Waarmee w' U beiden willen gedenken. Daarom Averd een deel van het geld besteed, Voor een cadeau in het huishouden 'n vloerkleed. Bieden w'U tot besluit deez' bloemenhulde aan Die van onze "beste wensen vergezeld gaan. Moog' het U beiden zijn gegeven, Nog jarenlang in „welverdiende rust" te leven! Als uiting van erkentelijkheid en waardering ontving' de jubilaris een compleet radiotoestel, een gemakke lijke herenstoel en een prachtig vloer kleed. Zijn vrouw verraste men nog met een bloemenmand. Dit alles besteed uit de inzameling der inwoners, dat het prachtige be drag van f561,30 had opgebracht. Alle gevers en geefsters, wie en waar ook, namens liet Comité hartelijk dank voor de milde en gulle gaveni H. Smits was zichtbaar bewogen met deze fraaie geschenken en de overstelpende bewijzen van waarde ring. P. Smits, dankte als oudste zoon, voor de prachtige cadeaux en de waarderende woorden, die deze ge schenken vergezelde. Hij zeide: „Hieruit is gebleken, dat hei werk van mijn vader door hen, bij wie hij een lange reeks van jaren de post be zorgde, hogelijk werd gewaardeerd. En hoewel hij een goede afAverking steeds tot zijn plicht rekende en waar voor hij ook betaald werd, zal het hem ongetwijfeld goed doen, en een voldoening zijn, steeds weer te mo gen zien op deze bewijzen van hulde en warme sympathie. Het 'Comité danken wij dan ook hartelijk voor het vele werk, dat zij hier mee heb ben gehad, en alle gevers en geef sters ook onze hartelijke dank." Hierna bleef men nog enige tijd gezellig bijeen en werden tal van herinneringen opgehaald. Vele personen kwamen de jubilaris de hand drukken, schriftelijke felici taties en telegrammen ontving hij en „zeg het met bloemen" bleek uit de vele bloemstukken, die hij in ont vangst had te nemen. Het was een zeldzame dag, die bij de jubilaris en de familie Smits nog lang in herinnering zal blijven voortleven. Het Ministerie van Economische Zaken deelt mede, dat de uitbetaling van f i,tegen inlevering van bon 544 (levensmiddelenkaart 909) wel ke zal plaats hebben aan de post kantoren, zal geschieden voor per sonen wier namen beginnen met de letters. Donderdag 19 Jan.: he t.m. ho. Vrijdag 20 Jan.: hu t.m. ka. Maandag 23 Jan.: ke t.m. ko. Dinsdag 24 Jan.: kr t.m. Ie. Woensdag 25 Jan.: li t.m. me. Donderdag 26 Jan.: mi t.m. no. Vrijdag 27 Jan.: nu t.m. pl. Maandag 6 Februari: po t.m. rod. Dinsdag 7 Febr.: roe t.m. scha. Woensdag 8 Febr.: sche t.m. sl. Donderdag 9 Febr.: sm t.m. sto. Vrijdag 10 Febr.: str. t.m. tij. Maandag 13 Febr.: u t.m. vir. Dinsdag 14 Febr.: vis t.m. war. Woensdag 15 Febr.: was t.m. woe. Donderdag 16 Febr.: wolf t.m. z. Ons Feuilleton 0 door W. Kerremans „Je vraag alleen is al een verwijk- zing, naar wat gebeuren zal. Je acht het zelf nu al denkbaar dat er twee mogelijkheden zijn, maa.r ik wil je niet beïnvloeden door je te zeggen wat ik verwacht". „Je kunt toch wel..." „'Neen, neen ik wéét het beter. Ik ga 't opschrij'ven, wat ik denk dat er nu ge beuren zal- Wacht eens even". Ze ging naar de and ere ka mer, nam daar papier en enveloppe en schreef enige tijd. Daarna deed ze het briefje in de enveloppe en kwam er mee naar Roelants. „Nu moet jij hier over de lip heen, je naam schrijven en datum..." „Maar Ly-diê, dat is toch onzin. Het is alsof i'k' je niet zo:u- ve-rtirout- wen". „Neen Karei, daarvoor is het niet. Ik wil 'tvoor mezelf, dat ik, wanneer mijin profetie juist blijkt te zijn, de voldoening zal hebben dat er geen twijfel kan ontstaan aain mijn voor spellingsgave". Kort hierna vertrok' Karei Riöelants om te gaan pakken. Hij' had beloofd die avond nog afscheid te komen nemen en verscheen op het gebruike lijke uur. Lydie had haar man inge licht en hem; voorgehouden dat hij vooral Karei niet moest uitlachen of bespotten oim deze wending in zijn gemoedsleven. Zij legde hem uit, dat Roelants op dat punt uitermate ge voelig en kwetsbaar moest zijn en dat elke spot hem pijnlijk zou tref fen. Reinders hield zich stipt aan de voorschriften van Lydie en besprak met zijn vriend het tafereel dat Roe lants van uit zijn kamer had gezien-. Reinders vond het plan van Roelants o'mi naar Amsterdam te gaan ver standig, maar sprak er ver-der niet over en hij, noch zijn vrouw roerden h-et onderwerp fancy-fair aan. Zij wil den dat Roelants zelf in Amsterdam zou uitmaken of hij al dan niet daar voor naar Breda: zou komen om ken nis te maken met Jo Vermeer. Die volgende diag reisde Roelants naar de hoofdstad, maar mog voor de trein Lage Zwaluwe h-ad bereikt, kwam er twijfel bij hem op pf die te rugkeer nahr Amsterdam! wel goed was. Het was toch immers onweer sprekelijk juist, wat Lydie gezegd had omtrent Jonca en dat hij1 toch niet kon verwachten dat zij1, een levens lustig jong meisje, als een Begijntje zou leven. Hiad hij: niet beter gedaan met zijn overhaast vertrek althans enige dagen te verschuiven en dan het proces waar te nemen, dat: zich v-erder bij' hem ontwikkelen zon en waarover hij kennelijk geen of zeer weinig macht had. Had hij' niu een stuk leven beëindigd en keerde hii ter-ug uit een gédrooimd, -een door leefd bestaan tot zichzelf? Het leek wel of hij twee levens leidde, Eet ge droomde dat als een doorzichtige schaduw in de tijd ligt en het nieuwe werkelijke, dal een geschenk leek. Hoe -ongelooflijk was dit alles. Van het ogenblik af, dat hij1 dat school meisje in de tram had zien zitten, waren zijn gedachten met haar al leen bezig geweest. Als -een fanatiek gelovige, wiens hiele denken gericht is op God en Gods wil, als een kun stenaar die voo-r niets aandacht heeft dan voor zijn kunst en zich haastig afmaakt van alles wat daarmede geen verband houdt, zo leefde hij1 van de ochtend tot de. avond miet Yonca, Yonca, Y-onca een naam die hii niel genoeg strelend en ruisend herhalen kon. Hel was dwaasheid te geloven, dat h-et mogelijk zou zijn zich te kun nen losmaken van hiaar, niet meer aan haar te zullen denken, niet meer zijn werken en denken en streven ge richt te houden op -de mogelijkheid haar te naderen, haar te spreken. Zou hij maar niet in Dordrecht uit stappen en weer naar Breda gaan? Iiii kon haar dagelijks zien, voorbij het huis gaan waar hij haar wist, de plaats bezoeken waar zij' was uitge stapt. „Neen, neen", zei hij hardop in de lege coupé, zover wil ik dan tenmin ste meester blijven over iniij zelf. Ik ga niet terug vo-o-r ik hie navier enige schijn van zekerheid heb gekregen. Ik ga naar Amsterdam en blijf er... Voorlopig" liet hii er dadelijk weife lend op volgen. Sytsnua lachte een beetje spottend toen Roelants zijn kantoor binnen kwam. „Laat eens kijken", rekende hij hardop, „je bent 2 Augustus ver trokken, nu is het de zesde. Je wilde blijven tot November of zo. Als een verbeterde uitgaa fvan Sherlock Hol mes concludeer ik dat er iets gebeurd is en als scherp opmerker zie ik ook, dat het gebeurde je zonnig hu meur enigermate bewolkt heeft. Ik vraag niets, ik zie en begrijp". „Wees daarmede dan tevreden Syts en houd je aa;n liet besluit mij niets te vragen. Je kunt dat daarom ook doen, omdat je toch ge-en inlichtiiir gen zou krijgen. Hoe is 'timet de za ken?" Roelants viel met geforceerde ener gie aan op zijn werk en zijlu studie en probeerde of er enige mogelijk heid zou ziijln Yonca iu.it zijn gedach ten te houden. Het -bleek, dat het gemakkelijker zou zijn te «beproeven geen adem te halen. Wanneer liii verdiept was in zijn kant oor,ar be id, of in h-et Corpus Juris, dan kwam zonder enige aanleiding -of zonder dat hij die gedachte ,'aan het meisje toegang had verleend tot zijn denken, haart naam1 oï het visioen van haar zelf in zijn verbeelding eii zweefde hij weg 111 dagdromen. Dan wilde hii .de verzoeking v-erjagen en dwong zich lot het bepalen bij hetgeen v-ooV hem op tafel lag, maar het lot liet niet met zich spottien -en de ■over winning was steeds en gemakkelijk aan diens zijde. ■Nia twee wéken gaf hij: de hope loze strijd op, keerde terug naar Bre da en betrok zijn vroegere kamer. Roelants had Reinders niet geschre ven ,dat hij' de strijd had opgegeven, maar op de dag van zijn aankomst begaf hij zich naar zijn vriend. Lydie opende de deur. Ze glimlachte be grijpend en liet h-em binnen. „Wacht voor je iets zegt", zei ze lot hem. „Denk aan mijn profetische gave". Zij -ging naar een bureau -en nam. uit een der laden de -enveloppe, die zij aan Roelants bracht „Op-en en lees", beval zij:. Roelants scheurde de -enveloppe op-en, haalde het velletje papier et uit en las „Heden 5 Augustus vertrekt Roe lants naar Amsterdam. Vo-or 1 Sep tember zal hij hier ter-ug zijn." „De vrouwelijke in tui tie", mompel de Roelants. „Daar moet Wim- toch even bijko men", hernam Lydie. Zij ging naar de gang! en riep naar boven ;,Wim, 'kom eens- kijken hoe goed mijn voorspellingen zich voltrekken". Reinders daalde naar beneden en zei na 'de begroeting: „Lydie w-as er zeker van dat je heel -gauw zou-dt 'komen en ik verwachtte het o,ok". „Hel zou mij erg zijln tegengeval len", voegde Lydie er bij; „als het niet gebeurd was..." „Omdat ik dan je als profetes te schande gemaakt zou- hebben?" „Nee-n, omdat het zou- gebleken zijn dat jij jezelf zo slecht kende, dat je voor een machtige liefde" had aan gezien, wat niets ahder.s was dan een vl-uch-tige bekoring". (Wordt vervolgd) behorende bij het

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1950 | | pagina 5