De vierde
Rode Kruis Conventie.
Wachters
I Scheepjes Breiboek «Xo. 61
I
r
Ons Landbouwhoekje.
BIJ DE BALANS
EEN OORLOGSVLOOT VAART.
ii
ii
n.
jj Boekhandel Firma L. J. Veerman, Heusden
Die wereld is een heksenketel van
onbegrip en lonwil, Vaq haat en ei-
jglenbelang, van misbruikt idealisme
en van toegepast egoïsme. Temidden
van deze werelld moleten wiji leven
en wij worden er dikwijls moedeloos
onder.
Toch zijn er lichtpuntenRr, is
b.v. één ding van funldamlénlteel be
lang, waarover .in deze verdeelde we
reld unaniem over eenstemming is ver
kregen, n.l. over de Qonventies van
het Rode Kruis.
Na >een voorbereiding van jaren
en na een vergadering die tpjna vier
maanden aan één stuk hééft ge
duurd, hebben vertegenwoordigers
van 66 regieringen te Genève over
eenstemming .bereikt over dè tekst
van de herziening van die Conven
ties ,die 'de behandeling van mili
taire- (en marine-) slachtoffers van
een oorlog! voorschrijft. Ook
is daar overeenstemming bereikt in
zake een nieuwe conventie, die ter
bescherming van die burgerbevolking
in oorlogstijd is opgesteld.
Deze laatste conventie schrijft voor
wat een bezetter verplicht is té doen
teglenover die bevolking van het land
dat hij1 beeft beziet. Maar voioral
en uit de ervaringen hebben wij ge
leerd. boe belangrijk idat is bevat
die nieuwe Conventie 'bepalingen
over wat een bezetter niet mag! doen
tegenover het bezette land.
Om ruwweg enkele feiten te noe
men: Er mogen geen arbeidskrach
ten meer buiten de t lanfdsjgrenzen
worden gevoerd- om in de oorlogs
industrie te werken. Er mogen. geen
(gijzelaars meer genoinen worden en
niemand m^g worden gedioodl voor
strafbare daden waarvan niet vast
staat dat hij zie heeft gedaan.
Deze zjg. Vierde Conventie is ©p-
iglesteld naar aanleiding van de bittere
ervaringlen die wij jn die laatste oor
log Jieoben opgedaan. Hlet is een
lichtpunt dat dieze Vierde Conven
tie van het Rode Kruis thans door
alle landen is getekend. D|oor alle
landen aan wélke zijde van welk
iglordijn ook.
Nog leeft de zeeman in de twin
tigste eeuw in de natuur, in idle
voortdurende omringing van water
en wolken, maar niet langer, als in
de tijden van de roemruchte zeil
vaart Jeeft en vaart hij pok door
die natuur. Het laat hem thans oe-
trekkelijk koud of het waait of stormt
en uit welke richting- die natuur
krachten op hem loskomen. Zeestro
men en golven als buizien zo hoog
kunnen van invloed zijn op zijn hu
meur, maar ze beïnvloeden in slechts
geringe maté de uitslag van zijin
reis.
Te sterker spreken die verschil
len aan boord van een modern oor
logsschip. Dat is een brok drijvende
techniek. Wanneer Die Ruyter des
tijds op zijn campagne staande een
zeeslag leidde, dan had hij te maken
met de wind en de zee en hij had
verder de beschikking over zijn ge
zond zeemansverstand en zijn góed
ontwikkeld stemgeluid voor zijn be
velvoering. Hoe anders is dat nu.
De officieren op de brug vindien
zich omringd door talloze knoppen,
draden, verklikkers, wijzers, telefoons
en luidsprekers. Nu en dan gaan
lichtjes branden of belletjes rinkelen
en t émidden van dat alles staat daar
de commandant, die of hij wil
of niet van al die techniek ge
bruik moet maken om succes in de
strijd ter zee te behalen. Op. het
eerste gezicht zou men dus zeggen,
dat die brug met al die moderne
snufjes om de, zee-oorlog te vervol
maken vreselijk belanglrijk is in het
leven van een schip. Dat is evenwel'
alleen juist, zolang het een vaar
tochtje jgjeldt. In ernstiger omstan
digheden wordt er geploeterd en ge
rekend achter vele stalen deuren bo
ven hoge drempels. In die kamertjes
zitten de meest ingenieuze instru
menten die in contact staan met bij
voorbeeld de radarzenders in de mast
of de onderzeehootopsporinigsappara-
ten onder het schip. Die voelhorens
van een moderne oorlogsbodem zijn
Aan boord van Hr. Ms. Marnix.
zo ingewikkeld en zo geperfectiop-
neerd, dat voor elke soort een stel
specialisten opgeleid moet worden
voor de bediening ervan. Slechts de
resultaten van al dat specialistenwerk
komen ter kiennis van de comman
dant, die aan de hand daarvan zijn
bevelen geeft. Bevelen ondertussen, die
voor een ignoot deel onvermijdelijk
zijnvoor het overschietende klei
nere deel kan ook die moderne zee
man nog plezier hebben vail aan
geboren zeemanschap, waarmede die
bemia'nhing fan een. Nederlands oor
logsschip in rijke mate gezegend is.
Wanneer wij dit sterke verschil
tussen de eenvoudige boord aan
boord 'oorlogsvoering uit vroeger
eeuwen en de geperfectionneerde be
strijding vain ee:n dikwijls onzicht
bare vijand overpeinzen op het zon
overgoten voordek van de Marnix,
dan zien we op enige kabellengten
voor ons uit de Karei Doiorman ,alls
een strijkijzer over de golven gaan.
Daar aan boord is de techniek nog
veel verder doorgevoerd, omdat de
mens zj.ch daar ook in het luchtruim
meet met de natuur. We zien hoe
de radiomasten terzijde van het
reusachtige vliegdek gestreken wor
den tot een horizontale positie en
we kunnen daaruit opmaken, dat de
vliegtuigen actief zulllien worden.
Wanneer even later een brommend
geloei naar ons overwaait, weten we
dat de motoren warm gedraaid wor
den en weer enige tijd later zien we
de vliegtuigen vlak achter elkaar zich
losmaken van het vliegdek. Vian enige
afstand lijkt het zo eenvoudig.- Je
stapt in een vliegtuig, rijdt zo hard
je kunt naar het einde van het dek
en als je daar bent aangfekoimen,
begint je machine te zweven. Maar
als het tijdstip van landen gekomen
is, wordt het duidelijker dat de
mens ,die zich zo ver gewaagd heelt
buiten zijn natuurlijk element, de
technische middelen, die hem daar
toe in staat stellen, maar nauwelijks
beheerst. Dan brommen de vliegtui-
SS
Thans is verschenen
ii
Alle in dit boekje voorkomende patronen
worden gegarandeerd
Een greep uit de inhoud
S
n
ti
Zeiljumper voor Dames
Gekleed Damesvest
Jumper voor oudere defme
Artemis Jumper voor Uw Dochter
een fleurig stel: rok, blouse en Bolero
Slipover leeftijd circa 12 jaar
Damesjasje
en vele andere patronen
Dit boekje is verkrijgbaar bij:
Franco toezending per post
Ook verkrijgbaar bij bezorgers van het Nieuwsblad
:1
II
gen laag over de Marnix hëpn, ter
wijl ze hun landingsgestel' naar bui
ten draaien. Halverwege de Marnix
en de Doorman gaan ook de remi-
klappen uit en door 'die kijker is
zichtbaar hoe een in 'het wit geklede
man terzijde van het vliqgdek zich
inspant om met zijin witte „bats."
aanwijzingen te geven aan zijn col
legia in het vliegtuig. Die hangt in de
lucht dank zij een machine en hij
kap landen op zee dank zij een an
dere enorm veel grotere machine,
maar op dit moment helpt de tech
niek niet verder. De man in het
vliegtuig kan het landingsdek niet
zien hij ziet slechts de witte planki
es gebaren en op een bepaald te
en daarvan laat hij zijn machine
doorzakken tot hij een bons voelt.
Zeker slaakt hij dan een diepe zucht,
want elke landing is een sensatie,
ee:n waagstuk tot op zekere hoogte.
Niet voor niets vaart een Van de an
dere schepen van bet .smaldeel vlak
achter de Doorman, evenzeer heeft
het een bedoeling dat aan boord vap
dat „oppikvaartuig" pen sloep 'bui
ten. boord gedraaid hangt met be
manning en dokter compleet 0111
hulp Je gaan bieden ais dat nodig
zou zijin... t,
Het is rustig peinzen daar op ,de
windingen van een polsdikke tros
op het vobrdek van de Marnix. Maar
dat landen - met vliegtuigen op een
vliegdek dat toch maar heel 'klein
is in verhouding tot a'l het om'riii-
lende water, dat is enerverend werk.
e hele oorlogsvaart ter zee is veel
enerverender (geworden door al die
techniek. Die ondergang van het
schip kan veroorzaakt worden door
kleine haperingen in de bediening
van welk onderdeel dan ook. Dat is
duidelijk genoeg wanneer we alleen
naar de voelhorens voor vliegtuigen
en onderzeeboten zien. Maar het is
zeker ook het geval voor de bedie
ning van de seinlamp. Is de seiner
tweede klasse, piiet dit misschien wel
eenvoudigste apparaat aan boord,
niet kwiek genoeg, clan kan een be
vel van het vlaggeschip verkeerd be
grepen worden, mét misschien fa
tale gevolgen.
En toch wordt een mens In bet
zonnetje oip het voordek van een
onderzeeboot jager niet verwaand. Hij
heeft misschien reden om met trots
om zich been te zien en vast te
stellen hoe al die ingewikkelde tech
niek bediend en gedeeltelijk Zelfs
uitgevonden wordt door Nederlan
ders. Hij kan zich zelfs herinneren
hoe deugdelijk en hoie dapper die
Nederlanders die technische midde
len gebruikt hebben om de bela
gers Van hun rechten ter zee te be
strijden. En toch is 'dat allés .be
trekkelijk. Dat blijkt zeker op voille
zee ,waar de mens met al zijin tech
niek weer verkeert temidden van de
natuur. Daar kan hij' zien, van die
zelfde zonnigle plaats op het voordek,
hoe de meeuwen met meesterlijke
beheersing van eigen kracht en doior
de invloed vah de wind meezweven
met die kostbare ménselijke midde
len om zich over zee te verplaatsen.
Die meeuwen kennen geen bienzine-
gebrek, maar wanneer zij honger
krijgen, zoeken ze niet het land <§n
zelfs niet het vliegdek van de Karei
Doorman. Ze cirkelen omilaag pn
strijken net buiten dé boeggolf vap
de Marnix neer op zee. Ze eten wat
de zee hen biedt en rusten wat.
Dan vliegen ze weer verder. En de
mens zwoegt naarstiglijk' op de Ka-
rel Doorman otti een paar vliegtuigen
weer klaar te maken voor een vlucht
van zeer beperkte duur. K.
HEUSDEN
Over de maand Mei.
Geboren: Huiberdina, d. van H.
van Helden en J. Nieuwkoop; Hen-
drika K. P. M., d. van Z. Baaijeins
en A. A. v. d. Bosch; Adriana G.,
d. van J. G. v. Helden en J. Duister;
Maria A. M., d. van W. Monkel en
I. P. Nijholt; Johannes P. M. z. van
W. L. v. Oosterhout en G. C. van
Mierlo.
Getrouwd: P. J. A. Wdllemse 32 j.
en A. J. J. Hesselmanis 26 j.
Overleden: Henrica A. M. Paauw
1 j.; Hendrikus W. v. Veggel, echt
genoot van, Maria S. Mooijekind, 54
jaar.
DE WERKEN c.a.
Geboren: Wilhel'mina M., d. van
Kr de Keijzer ien M. Zwets; Gerrit,
z. van L. W. Paans; Jozina C., d.
van B. Ippel en J. C. G. Halstere
GetrouwdChristoffel M. v. d. Hoff
26 j. en Maaike v. d. Heuvel 27 j.;
Antonie v. Drunien 25 j. en Wilhel-
mina Smits 21 j.
Overleden: Rijkje den Haan, eclit-
gen. van P. Bos.
WERKENDAM
Geboren: Adriana H., d. van T.
IJ. Paans en J. W. C. Pruisen'^
Margretha L., d. van D. Schaddeleer
en S. L. Olive; Abraham, z. van A.
C. Vos en J. Bouman; Alida C., dv
van P. Versluis en G. v. d. Wal.
CHEMISCHE ONKRUIDBESTRIJ-
DING IN GRASLAND.
Vielen willen tegenwoordig over
gaan tot chemische bestrijding van
de onkruiden in onze weilanden. Te
gen distels alleen kan men zeer goed
24 D middelen gebruiken. Tegen
boterbloemen, brandnetels en paar
debloemen MCPA-middelen. Tpgen
brandnetels minstens 2 maal aan
wenden (of dubbele concentratie).
Spuiten als de planten in volle groei
zijn. Voor distels speciaal de na-
weide geschikt; boterbloemen inde
eerste helft van Mei evenals de paar
debloemen (de laatste ook eventueel
in de naweiide). Brandnetels /moe
ten minstens 2025 cm hoog zijn.
Het weer moet droog, zonnig, vast
en groeizaam zijn, bij voldoende
vochtige grond. Voor het aanwenden
reeds stikstof geven; de planten goed
laten afsterven. Hoewel groeistoffen
onschadelijk zijn voor het vee, advi
seert men de dienen de eerste wieek
elders te weiden; beter inwerken van
de groeistoffen.
Bij boterbloemen en distels kan
men 8090 pCt. resultaat bereiken.
Klavers krijgen eerst een inzinking
doch komen dit wel te boven. Pas
ingezaaid grasland nooit met groei
stoffen behandelen. Een keer maai
en helpt doorgaans genoeg.
Andel. B. v. HOVEN.
Ons Feuilleton
m door W. Kerremans
SO.
Voor hij Fireudlenstaidt bereikt had
nam hij' nog! pens rust en viql daar
in slaap. De igiedachte, die fliij in
wakendie toestand' iglewielddadig uit
zijn hoofd had' gjejaagd, kon (in zijn
slaap hem meester worden. Hij
droomde van Yonca, of eiigjenlijk van
haar huis. Hij liep rond (haar woninjgl
en wilde naar binnen gaan, snaar hij
wist, dat men hem daar piet zou
toelaten. Hij zag Uilenburgh girinnie-
kend en .grijnzend voor het raam
zitten en toen stormde Roelants op
de deur van Yonca's huis af en
bonsde er met zijn vuist op. Hij
trof leen steen naast hem en ontwaak
te van de pijn.
„Dat is tegen de regels van. het
spel", zei hij tot zichzelf, „in bewus
teloze staat me te overvallen".
Nu was de gedachte ,aan de jonge
vrouw hem weer de baks en hij
voelde wel dat geen daglicht hem
kon helpen. Een ander hulpmiddel
schoot Ltem te binnen. Hij gespte
zijn ru,gzak om en begon te draven.
Dat hielp inderdaad. Zolang hij1 dat
tempo liep, was een regelmatig den
ken aan Jo niet mogelijk en hij hield
het vol tot hij buiten adem was.
Toen ging hij over in die gewone
wandelpas en bégon te zingen, doch
zodra een lied was gezongen trad
Yonca weer öp hem toe.
„Gezelschap moet ik hebben", be
greep hij. Zodra ik in Ereuidenstadt
'ben, zoek ik mensen om mee ,te
praten, Freudlenstad't, dat belooft im
mers iets goeds: idle stad der vreug
den... Misschien lijgit daar wel een
brief van Yonca... Weg! Een gedicht
wil ik.
„Het Hemelse jgerecht heeft zich ten
lange lesten
Brbgrremd over mij en mijn be
nauwde veste
En arme burgerij. En iop mijn volks
Iglébed
En dagelijks geschrei d'e bange" stad
ontzet.
Hij vervolgde het 'begin Van „Gijs-
brecht van Aemstel" en toen hij niet
niet verder uit Vondels treurspel/wist
te memoreren, verbieeïddie hij zich
een pleidooi te moeten houden voor
een verdachte. Yonca voor die rech
ter. Nieen, neen, geen Yionica. Ik' ver
dedig Lydie. Waarvan is zij bieschul-
diiigdf? Neen. Lyd'ie niet.__ Gobia de
Greve? Goed. Wat heeft zij misdaan?
Waarvan wordt Zij beschuldigd
Komt er niet op aan. „Edelachtbare
lieren, president en rechtersNog
nooit in mijn loopbaan als raadsman
van verdachten is een zaak mij zo
licht igevallen als bij de hier voor
u staande... die..."'
„Ik moet toch iets van een aan
klacht bedenken. Zij wordt verdacht
haar man te hebben gedood!.Neen
neen, dat is Yonca, Goba niet. Dat is
weer Yonca, altijd en altijd weer
Yonca. Ach, ik had 'de revolver ook
niet moeten gébruikten. Dat was fout,
dat beeft haar meer kwaad dan igoed
tiedaan. Natuurlijk dat de rechters
et igeval door 'hadden. Als ik dat
niet gedaan had... Weg! Weg! Voor
den djonder. Tk wil niet, ik! wil niet
meer aan haar 'denken en ik! zal het
niet doen. Ik wil zien of ik enige
macht heb over mijn igeest, of ik
weerloos sta tegenover een gedachte,
die ik niet wens toe te lafiein. Ik
zal doen ajs Kant. Hij had een huis
knecht moéten ontslaan en dat hin
derde de machtige denker, Ook bij
hem kwam de gedachte aan Peter,
die knecht, ieder ogenblik terug en
toen deed hij wat bij geen ander zou
zijn opgekomen. Hii legde overal in
zijn huis papiertjes neer waarop hii
geschreven had „Peter moet verge
ten worden", Ik doe het zonder pa
piertjes, maar zie'gi en suggereer me
„Yonca moet vergeten worden",
Verzen reciterende, alleenspraken
houdend en dravend (ging hij voort en
•bereikte zeer vermoeid het mooie
stadje op de berg, waar hij in het
Bergihotel telefonisch een kamer had
besteld. Diaar aangekomen ging hii
zich wassen en verkleden en betrad!
de Gastenzimlmer. Er waren ;qp dat
uur maar 'enkele gasten aanwezig
en Roelants koos zich eén tafeltje bij
een dier vensters.
ITij had die plaats gtekozien niet al
leen iom het uitzicht, maar vooral,
omdat vlak daarbij aan een andere
tafel twee jonge meisjes zaten, die
er aantrekkelijk uitzagen.
„Hier ga ik beginnen met een
bomopatisch middel dacht hij. Ik
wil van stonde af omgang zoeken
met meisjes ,die me helpen kunnen
Yonda te ver,gieten.
Ontrouw? Er kan bij njij ;g|een
sprake zijn van iOntrouw, evenmin
als van trouw. Kon ik haar trouw
zijn mocht ik het miaar. Yioeca is
toch... Weg! Weg! Ik ga luisteren
Het zijn waarachtig Hollandse meis
jes.
Het tweetal voor hem kon niet an
ders dan een twaèling zijn. Zij ge
leken zoi verwarrend op élklaar, dat
het geen twijfel liet, hoewel de ene
de donkerste toch wat ouder leek.
Zij dro,egen ook niet, zoals tweelin
gen veelal, doen, dezelfde kleding.
„Wat denk je", vroeg die ene op
Roelants doelende, „is bet een M.O:.
F,.?" Die letters werden, afzonderlijk
uitgesproken.
„Vast en zeker. Let op, hij zal een
veldheersblik om zich heen werpen,
•dan, met een barse GoirnJmiandjostem
de kelner roepen en bier bestel
len".
„Als hij dat doet", antwoiordde de.
tweede, „dan drinkt hij in één teug
zijn glas leeg en dian is er geen twij
fel meer of het is een M.O.F.;"
Poelants had bet giesprek' géhoord!
en hii besloot precies zo te handelen
als het meisje had gezegd!, Hii keek!
als een trotse heerser rondom zich
en schreeuwde -met de stem van een
overste
„Herr Ober, bitte ein Bier
Gegrinnik aan de overzijde.
Hiet bier werd gebracht en het
kiostte Roelants weinig moeite om
ook de tweedie opdracht te volvoeren
en het glas achter elkaar leeg te
drinken.
„Let op", zei een der medsjtes. ,,IHS|
zal nog een glas bier bestellen en dan
het menfu igjaan bestuderen als een.
stafkaart",
„Herr Ober bitte noch ein biier",.
riep Roelants ,g(ehoorzaam en greep
naar het menu.
„O Jet, hij heeft hiet gehoord. Het
kan niet dat hij alles precies zk>
doet als jij zegt".
„Dressuur. Niets,, niets als dres
suur",
„Jet laat oms we|ggaan. Ik geloof
zeker ;dat het geen'M.O;.F. is cn dat.
hij ons kan horen".
„Och kind..."
Mies was opgestaan en Roelants
handelde snel eh impulsief. Hij ver
rees eveneens en trad op het tweetal
toe.
„Jonge dames, vergeef datik u
aanspreek. Ik ben inderdaad g^en
M.O.F. maar een landgenoot. Roe
lants is mijn naam1, uit Utrecht",
Hij nam zijn portefeuille en reik
te een der meisjes zijn kaartje ovter,.
De 'twee meisjes stonden met ver
schrikte oigen, vooir hem, half 'Ont
steld en half in pret. i
„Ik ben een Hollander", ginig Roe
lants vriendelijk voort, „en ik had!
er plezier in uw orders op te volgen.
iMiag ik u vragen..."
Op dat ogenblik zag- hij dé twee
'knappe jgezichten vdor hem opkla
ren en vol verwachting naar een en
diezelfde richting kijken.
(Wordt vervolgd).
5
H