Wachters
Waardoor wij bruinbranden.
Raadsvergadering t
BI) DE BALANS
op Donderdag
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer Mr. G.
A. Bax.
Secretaris: WelEd. Heer M. v. Rijs
wijk.
Aanwezig alle leden.
Opening met het formuliergebed
Lezing notulen wordt tot de vol
gende vergadering aangehouden.
De Voorzitter deelt mede dat B.
en W. heb hen besloten een plaats
vervangend secretaris aan te stellen;
iets wat de gemeente geen geld kost,
doch waardoor ze gewaarborgd is,
dat de gemeentezaken hun normale
loop kunnen hebben als de gemeen
te-secretaris ziek is of om andere re
den niet zijn functie kan waarnemen.
De Ambtenaar ter secretarie Hak,
legt hiervoor in handen van de Voor
zitter de vereiste eden af.
De Voorzitter spreekt de hoop uit
dat de heer Hak trouw zal blijven
aan de door hem afgelegde eden,
waarop deze dankt voor het in liem
gestelde vertrouwen en de verzeke
ring geeft zijn best te zullen doen
oin dit vertrouwen niet te bescha
men.
Verzoek van de Stichting Vrienden
van het Brabants Orkest om een
subsidie van 5 cent per inwoner uit
de gemeentekas te mogen ontvangen
Op voorstel van B. en W. wordt
afwijzend op dit verzoek beschikt,
aangezien op de gemeente toch reeds
zeer zware lasten drukken die niet
toelaten aan alle subsidie-aanvragen
te voldoen.
Wijziging regeling van de Centr.
Techn. Dienst voor het Land van
Heusden en Altena.
De Voorzitter licht toe, dat deze
regeling in 1948 is vastgesteld, doch
dat Ged. St. aandringen, hierin een
paar kleine wijzigingen van onder
geschikt belang aan te brengen.
Met algem. stemmen wordt over
eenkomstig het voorstel van B. en
W. besloten hieraan te voldoen.
Verzoek van de Stichting voor de
Welvaart in het Land van Heusden
en Altena en Biesbosch, om een sub-
sudie van 4 ets. per inwoner, ingaan
de 1950 te mogen ontvangen. Een
jaarverslag over 1949 is bijgevoegd.
De Voorzitter meent dat alle leden
2o'n jaarverslag hebben thuis ont
vangen en daaruit de belangrijkheid
van de Stichting in de streek hebben
kunnen constateren. B. en W. zijn
van mening dat aan het verzoek dient
te worden voldaan, met welke me
ning de raad het eens is en dus de
gevraagde subsidie toekent.
Alleen de heer Naaijen wijst er
op dat het dringend nodig is dat (door
de Stichting wordt gewerkt om ver
betering van het wegennet in de
streek en de brug bij Gorinchem zo
spoedig Tnogelijk tot stand te zien
krijgen.
.De Voorzitter is het er mede eens,
dat betere verkeerswegen en de brug
bij Gorinchem aLs eerste op het pro
gram behoort te staan. Aan dit laat
ste wordt reeds volle aandacht be
steed, doch daarnaast staan nog ver
schil lende zaken op het programma,
zoals men uit het jaarverslag heeft
kunnen constateren.
Reclame tegen een belastingaanslag
zal In besloten vergadering worden
behandeld.
3 Augustus, des nam. 7.30 uur.
Aanbieding gem.-rekening en die
van het G.E.B. over het jaar 1949.
Als gebruikelijk worden deze re
keningen in handen gesteld van een
commissie bestaande uit die heren
Naaijen, Verwijs en Crielaart, terwijl
de overige raadslieden worden ver
zocht bij dit onderzoek tegenwoordig
te willen zijn.
Aanleg straat in het uitbreidings
plan en bestrating van de Kaminet-
wieg.
De heer Huizihg van de Centr.
Techn. Dienst, belast met water- en
wegenbouw is aanwezig en wordt lot
de raadzaal toegelaten.
De Voorzitter schorst de openbare
vergadering en de raad gaat over in
geheime zitting opdat de heer Hui
zing de gewenste inlichtingen en cij
fers kan verstrekken.
Na heropening der openbare ver
gadering wordt op voorstel van B.
en W. met algemene stemmen tot
de aangegeven aanleg ener straat, als
mede tot verbetering van de Kam-
metweg besloten.
Verder wordt besloten tot hel aan
gaan ener kasgeldlening voor de fi
nanciering van. de aanleg van ge
noemde straten en voor woningbouw
en uitbreiding straatverlichting.
Besloten wordt, het daarvoor in
aanmerking komende gemeente-per
soneel, ook voor het 3e en 4e kwar
taal 1950, in het genot te stellen van
de 5 pCt. toelage op hun jaarwedde,
zoals zij die ook reeds voor het le
en 2e kwartaal ontvingen.
Rondvraag.
De heer Naaijen wijst er op, dal
de jacht binnenkort weer wordt
opengesteld, is het niet gewenst, -deze
weer te gaan verpachten?
De Voorzitter zegt dat hij deze
kwestie eigenlijk op het programma
had staan voor de besloten vergade
ring, om dan het gevoelen van de
raad te vernemen, doch hij heeft
geen bezwaar het thans in de open
baarheid te behandelen. De voorge
schiedenis van deze kwestie is allen
hekend, en nu jgaï de plaatselijke
jachtelub, als oplossing aan de hand
om te trachten, met de heer dn: Gruij-
ter, pachter van hel: jacMrecht, tot
overeenstemming te komen om aan
de jachtclub een gedeelte over te
laten.
B. en W. hebben deze kwestie be
sproken doch konden nog niét tot
overeenstemming komen, men was
het over dit voorstel niet eens. Per
soonlijk voelt spr. er veel voor de
kwestie te regelen zoals ze door de
jachtclub wordt voorgesteld.
Een ander gedeelte van het college
van B. en W. zegt evenwel: de heer
de Gruijter heeft zich tegen ons raads
besluit verzet, wij voelen er niet
voor hem tegemoet te komen. De
jachtclub heeft nog geen bericht op
haar voorstel ontvangen.
De heer Verwijs vraagt wie er met
de heer de Gruijler moet onderhan
delen, waarop de Voorzitter ant
woordt dal de jachtclub is medege
deeld, dat het gemeentebestuur dit
niet doel. Dat zij echter kan onder
handelen en dat dan. het gémeent/ebe-
stuur over het resultaat van die on
derhandelingen een beslissing zal me
men.
Ons Feuilleton
9 door W. Kerremans
67
Yonca keek vragend naar hem op.
ifïet was goed zo, dat Karei tiaar
'bleef. Zij voelde in haar hete voor
hoofd, waarachter 'hiet licht was, aan
zwellende stijginigien, zii kom haar eie-
Üachten niet ordenen., wist niet waar
op zij wachtte, niet of zij maar Karei
moest gaan of blijven tot hij haar na
derde. Het was zo heerlijk daar te
staan en allés over zich te laten gaan.
Opeens voelde zij de drang Zelf iets
te doen. Zij1 vouwde de handen en
reeds van deze aanraking der vinlglers
trok iets als een nieuwe levenskracht
door de handen, door dé armen op
en aarzelend, behoedzaam deed zij
een kleine pas vooruit. Rioelants zag
het en meer beslist trad hij naar
Yonca, maar inog durfde hij die ge
wijde stemming niet verbreken en
alleen haar naam kwam fluisterend
over zijn lippen „Yonca".
„Karei", antwoordde zij even zacht
en voorzichtig le:g|de ze 'n hand op
z'ijn arm.
Hij voelde de lichte druk en van
daaruit sidderde d'oor hem een lichte
gloed, die hem terujgibracht tot de
realiteit, tot besef van zijd gelukJ
Onderweg had hij zich voorgjesteld
hóe hij „Yonca in zijn armen zou ne
men en haar kussen, maar nu leek
't hem heiligschennis dat te doenii
Hij strekte tastend als een blinde
een. hand naar haar uit eja radfcte
haar schouder. Jo voelde zijn greep
vaster worden en toen trok' hij eer
biedig haar naar zich toe. Mei: eein
zucht van verrukking kroop zij te'gien
zijn borst en toen kuste hij haar als
een heiligdom.
Voor beiden verzonk de werké-
kelijkheid om hen heen. E,r was geen
verleden en geen heden, igteen vréés
en geen zorgt, geein angst en geen
schuwheid alleen maar geluk en
welbehagen.
Stamelend eji zoekend kwamen de
eerste woorden. Namen zionder ver
der iets en die toch gemoejg! uitdruk
ten, Yonca Karei. Schuchtere,
daarna vleiende woorden, die in. kin
derlijke eenvoud over liefde spraken.
„Plet is waar", zei. Roelalits, „het
is echt waar, dat ik jou, Yonca, in
mijn armen heb en je niet méér
behoef los te laten. Ik heb 't altijd
geweten, dat het eens komen zou".
„Ik heb het gehioopl, maar ik werd
zo bang. Ik dacht dat je met een
ander verloofd waart".
„Ik? Verloofd? Maar dat kbn toch
niet Jij waart er toch".
„Ja, ja nu weet ik het", fluister
de Yonca, zich tegen hem' aandruk
kend, zich veilig en igielukkig wetend,
„Maar toen heb ik het gedacht".
„Wanneer? Waarom?"
„Toen ik op die nacht 'bij' je kwam
zei je tegen mij „Yonca" en ik ;g!eloof-
de, dat Yonca een ander meisje was".
Wethouder Vogelaar vraagt of er
al iets over deze onderhandelingen
bekend is, waarop de Voorzitter ont
kennend antwoordt.
D'e 'heer Naaijen meent dat de
raad dan ook nog moeilijk een besluit
kan nemen.
De heer Crielaart zegt, gesteld dal
de bespreking tussen jachtclub en
de heer de Gruij ter niet slaagt,, komt
de jachtclub dan weer bij het ge
meentebestuur om de kwestie uit te
vechten?
De Voorzitter meent dat er dan
niet meer te vechten valt, de beslis
sing in deze is door de Kroon ge
nomen. Spr. gelooft wiel, als men het
jachtrecht openbaar had verpacht,
men dan geen narigheid zou hebben
ondervonden. Nu onderhandse ver
pachting is geschied, is de heer de
Gruijter daar tegen in beroep gegaan,
wat diens goed recht was. Zieker,
hij had ook liever gezien, dat de ge
meente in deze de winnende par lij
was geweest, doch nu dat niet is, kan
spr. daarover heel goed heenslappen
<en met de heer die Gruijter zo nodig
overleg plegen.
De heer Naaijen vraagt of hel over
blijvende gedeelte van het gemeenle-
ei gendom nog groot genoeg is als
jachtterrein.
De Voorzitter gelooft zulks wel.
De heer Naaijen gelooft dit ook.
Doch men is in deze toch nog steeds
gebonden aan de prijsheheersin.g, zo
dat het jachtrecht niet meer dan
f 81,per jaar mag opbrengen. Wie
moet men het jachtrecht geven als
er een 12-tal gegadigden voor zijn.
Wethouder Vogelaar vindt het jam
mer voor de jachtclub, doch het ge
meentebestuur moet zijn positie hand
haven. Na de onverdiende nederlaag
voelt spr. niet voor onderhandelen.
De Voorzitter meent dat de lieren
te veel hun. gevoel in deze laten
spreken. Spr. kan zich best inden
ken, dat de heer de Gruijter het met
de beslissing van de raad niet eens
was en alles heeft gedaan oin deze
in het ongelijk gesteld te krijgen, dat
was zijn goed recht. Nu komt de
jachtclub die met de heer de Gru'ij-
„Ein daarom hield jij je op een
afstand?"
„Ja, ik dacht dat ik het moest
doen".
„En ik.,... Ach ja, ik kon niet an
ders denken, dat dat jij mij afwees.
Je zei zo nadrukkelijk dat ik je
vriend was en toen op je kamer
bij mevrouw Wolf,, toen ik' naar je
toe wilde komen, beduidde' je mij,
dat ik weg moest blijven. Ik begrijp
het nu. Ik had het je moeten zegige'n,
je moeten vragen".
„Neen, 'bij1 mij was de fout. Als
ik maar de nnoied had kunnen vinden
te vragen wat die mooie naaim' Yonca
beduidde, zou alles ineens zijn opge
helderd en zou ons alëbei vieiei ver
driet z'ijn gespaard. 'Maar ik was zo..,,
zo, ik weet 'het niet. Ifc kon niet re
gelmatig en zuiver denken. Ik dacht
alleen maar aan die andere vrouw.
Ik had zoveel doorstaan en ik' geloof
de dat me geen enkel' igeluk kiou be
reiken, dat ik' geboren was voor1 het
ui igeluk. jNidgf vroeger, toen Je pas
bii ons kwam, heb ik' hoop gebiad dat
je van. mii Jrield, ik las het somis in
je ogen en ik hoorde het in jie. stern,
maar dan deed je weer zo onverschil-
lgi en gereserveerd tegen mij', dat ik
wel denken moestv".
„O, Yonca, wat 'ben ik een ezel ge
weest .Ik vond je te jong om ie, te
doen Weten dat ik je liefhad. Ik ga
jeNeen. luister, ik z'al' je allies ver
tellen Je zult natuurlijk niet herinne
ren dat je eens op een avoUld inu 6
jaar geleden...."
Ja, ja, ik weet het"., juichte zij,
„toen in de tram. daar héb ik j e jhet
ter wil onderhandelen, waartegen,
naar spr.'s mening geen. bezwaar
kan bestaan.
Wethouder Vogelaar vraagt of
men niet het gevaar loopt dat de
heer de Gruijter een. langere pacht
tijd zal bedingen.
De heer Crielaart brengt daartegen
in dat men er dan niet op in behoeft
te gaan.
De Voorzitter acht in zo'n geval
de beste oplossing om de verpach
ting van jaar tot jaar te doen lopen,
met ieder jaar vast te stellen pacht
prijs.
De heer Verwijs is van oordeel
dat men de jachtclub ter wille dient
te zijn.
Wethouder v. Duist acht het moei
lijk nu een besluit te nemen.
De Voorzitter vindt het beter, dat
de verdere discussie hierover in. be
sloten vergadering wordt voortgezet.
De heer Naaijen informeert hoe
of het staat met de reparatie van de
toren.
De Voorzitter zegt dat een archi
tect uil Voorburg is opgedragen plan
nen en kostenberekening te maken,
voor de herstelling. Er is bij gezegd,
dat er geen haast bij was, omdat de
ze herstelling in verband met de be
groting toch eerst in 1951 zal kun
nen worden uitgevoerd.
De heer Naaijen vraagt vervolgens
of er al Iets bekend is over de nieu
we begraafplaats.
De Voorzitter antwoordt dat B.
en W. hebben getracht het terrein
aan te kopen, doch tie eerste resul
taten vielen niet mee. Het slaat ook
niet stellig vast, dal. zonder ophoging
twee lijkkisten boven elkaar geplaatst
zullen kunnen worden, waar dit ech
ter waarschijnlijk hier toch nTet no
dig zal zijn, zetten B. en W. hun
pogingen om het terrein te krijgen,
voort. Zou dit niet lukken dan zal
een wijziging van het uitbreidings
plan worden voorgelegd, waardoor
pnteigening op korten termijn mo
gelijk wordt.
De openbare vergadering wordt
hierop gesloten, de raad gaat over in
geheime zitting.
eerst gezien. Je deed zo vreemd, maar
ik voelde wel (dat het was om mij.
En de volgende dajgl kwam je mii te
gen toen ik uit school kwam en ik
zag je gé zicht stralen. Ik' begreep het,
ik was zo gelukkig!. Maar ik zag je
een hele tijd niet oneer en begioni te
vrezen, dat je mij: alleejn maar even
aardig had glevonden en dat jij, een
zo grote en deftige iman, iom mie
glimlachen zou als je wist wat ik
dacht. .Maar toén kwam je terug miet
Reinders op de fancy fair. Je sprak
maar heel gewoon, imlaar toch kon ik
voelen en zien, 'wat ieb" in je omging.
Ik was zo gelukkig in die tijd
„Yonca, Yonca, was ik toen maar
niet dom geweest, had i'k iets mieer
begrepen van "jou, wat zouden wij dan
al een gelukkige jaren hebben ge
had". 1 1 'i
„Het is voorbij, Karei'. Wij denken
nu alleen maar laan wat is ent wdt
komt".
„Ja, je kunt er zekér van zijn, dat
ik je ruim zal vergoeden, wat ik ie
in deze jaren tekort heb gedaan".
„Ik weet het, ik ben zo zeker van
je".
„Toen in de tram', Yonca, dat was
heel vreemd. Ik zag je en ik was een
ogenblik mijn eigen bewustzijn kwijlt
Ik moest me vast houden en besefte
niets van plaats of lijd. Ik zag alleen
jou en ik' zei tot mezelf „Yonca". Ik'
haa van tevoren die naam nooit ge
hoord .of bedacht, ze kwam in mij
op alsof iemand binnen in mij die
naam uitte. Ik hoorde het mijzelf
zeggen ,maar zei het niet zelf en jij
stond voor mij en ik besefte niet hóe
(Van onze weerkundige méidiewerkter)
Zelfs al in de maanden Maart en
April, wanneer er enkele heerlijk
zonnige en vrij warme dagen voorko
men gaart velen, wanneer ze er maar
even tijd voor kunnen vinden... in
de zon liggen... om toch maar bruin
te worden.
Wanneer in Mei en Juni de eerste
zomerse dagen aanbrekeh, trekken al
velen naar het strand en is het water
dan nog £e kobd om in te baden,
dan gaat men in het zand liggen
zonnebaden.
Ook op het platteland treft men,
zonder dat ze daar speciaal gaan
zonnebaden, veel bruingebrande men
sen aan. Uit hoofde van hun beroep
staan deze, in tegenstelling mét de
stedelingen, waarvan de meesten over
dag op een kan tooi' of werkplaat»
werkzaam zij'n, veel op de akkers in
de brandende zon en winnen het
daardoor, wat betreft het bruinbran
den, in de méeste gévallen van deze
stedelingen.
De zon zendt een groot aantal stra
len uit, zowel zichtbare als onzicht
bare en tot deze laatste behoren de
Ultra-Violette stralen (die wij UV
zullen noemen). Het zijln deze UV-
stralen, die, wanneer wij geruime tijd
in de zon liggen, onze huid gaan
bruinklteurén, en... soms ook flinke
blaren veroorzaken met alle gevol
gen van dien, pijln, vermoeidheid, niet
kunnen slapen enz.
Zonnebrand. De naam zegt het al-
De huid absorbeert de stralen en ver
brandt, doordat bij deze absorptie
hoge temperaturen ontstaan. In wer
kelijkheid is de zonnebrand geen
echte brand, want hij hééft met de
licht- en warmtestralen, die de zon
uitstraalt niets te rriaken. Walmeer
wij b.v. een luchtfiliter boven ions
zouden hangen, die zowel het zon
licht als de warmtestralen zou te
genhouden en alleen de UV-stralen
zou doorlaten, dan zouden wij toch
bruin worden en zelfs onze huid tot
blaren kunnen laten verbranden.
Hieruit blijkt dus, dat de warmte-
werking van de zon geen invloed
heeft, maar alleen de chemische wer
king van de UV-stralen. Of u dus in de
zomêr bij een temperatuur van 15
gr. C of van 30 gr. 'C ligtt te zon
nebaden, zal voor het bruin/branden
niets uitmaken.
Het is maar gélukkig, dat éenr
ozonlaag, die hoog in het luchtruim
ophoudt slechts één derde van deze
UV-stralen doorlaat. Wanneer de gé-
hele hoeveelheid UVjstralen, zoals zij
nu georganiseerd zijn .,ons zou tref-,
feil, dan zoudén wij zeker „verbran
den". Een gat in dé ozonlaag zou
dan ook verschrikkelijke gevolgen
hebben.
De gevoeligheid van de menselijke
huid voor UVjstralen is niet gelijk.
Iri de eerste' plaats zijnT er de rasver
schillen, die in sterke mate lot uiting
komen in de bruinkleuring der huid.
Bij de blanken z'ijn de bl'onde men
sen gevoeliger dan de donkerharigen
en geslachtsrijpe ménsen weer gevoe
liger dan kinderen ein grijsaards.
Tenslptte nog enkele tips. Over-
maat van langdurige bestraling is ge
vaarlijk. Ook het insmeren niet vet
en daarna in scherp zeezand liggen,
is niet bevorderlijk voor de transpira-r
tie, daar zulks de warmte regeling van
ons lichaam1 belemmert. Achter glla.s
zult u nooit brpin worden, d'aar hier
door wel de licht- en warmtestra.-
len van de zon komen, maar niet die
UV-stralen en, zoals u hierboven hebt
kunnen lézen, zijin het juist deze Ul
tra-Violette stralen die ons bruin
branden en niet de warmtestralen
van de zon, zoals men zou verwach
ten. Eén wat bruingebrande huid is
gezond, maar..overdaad schaadt
onbeleefd het was om daar zo maar
te blijven staan 'totdat je vroeg- om
voorbij te gaan"'.
„Ik stapte uit en jij ook1, hoewel je
pas op de tram waart gesprongen en
je mompelde mlaar dat je verkeerd
waart Ik ginigl in huis, maar ik bleef
naar je kijken en ik Zag je het naam
bordje lezen. Ik had wel kunnen jui
chen, i!k had wel naar je toe willen
komen. Van Yonca wist ik toen niets,
maar wel was er een heerlijk ge
voel van vreugde en geluk in mij ge
komen Ik wist dat jij gek'omlen waart
om mij te helpen".
Karei vertelde haar van zij'n plan
om zich als entpmoloog te vestigen,
alleen om haar dagelijks te kunnen
zien en v,a.n zij'n besprekingen miet
R einders.
„Met carnaval", Zei Yonca, „hoopte
ik zo zekér dat je komen zioudt. Op
het gemaskérd bal keek ik maar nadr
jou uit en telkens alls een gemaskerde
naar mij kwam om mij te vragen voor
een dans, dacht ik daar is liij"
„'Ik heb toen het plan gehad te ko
men, maar ik wist; dat ik niet tegen
je zou kunnen Zwijgen1 als ik je (een
maal in mijn armien had en miet je
had gedanst Ik zou je alles gezegd
hébben of zo koel of gedwongen te
gen je zijn geweest, dat je een gé-
heel verkeerd denkbeeld van mij zoudt
gekregen hebbén. Daarom besloot ik
in Amsterdam te blijven".
(Wordt vervolgd).
ALS HFT ZOMER IS
De modellen zijn overgenomen uit rfBella' Bet Nieuwe Modeblad.
MBrrmrirriiii'!Tr~rn^fii 1111—n—rnnr
-*l ÏL/L-Uj
Vooral met mooi weer verlangen we naai
gemakkelijk zittende kleding. We voelen
ons dan bij onze uitstapjes op ons gemak,
en dat vergroot de vréugde er van. De
afgebeelde modellen zijn voorbeelden
van zulke prettige toiletjes Ze behoeven
niet oveT het hoofd te worden aange
trokken, omdat ze van voren met «nonen
sluiten Bovendien hebben ze een aange
knipt kort mouwtje, dat luchtig zit en
veel bewegingsvrijheid laat De rok van
het jurkje en het schootje van de hlouse
zijn ruim vanaf de taille.
Ook in halsgarneringen is er dit seizoen
een grote verscheidenheid Vooral de
lage hals is populair. De reverskraag en
de vierkante of u-vormige hals zijn wel
de belangrijkste ..halzen" doch ook een
rewone V-hals wordt nog veel gedragen.
K 4002/11 Een origineel ensemble toe
staande uit °en lange blouse en °en vri.i
nauwe rok van effen stof In de taille
van de blouse is een schuif aangebracht,
waardoor een ceintuur wordt geschoven,
die van voren wordt gestrikt Benodigd
'voor 102 cm bovenwijdte ongeveer 2.50
in. bedrukte stof van 90 cm. breedte en 1 m °ffen stof van 140 cm.
oreedte.
K 4003/11 Een vlotte zomerjapon van gestreept katoen 01 linnen, üe
«noopsluiting loopt over de gehele lengte van de japon Benodigd voor
96 cm. bovenwijdte ca 3.25 m. stof van 90 cm. breedte
De knippatronen van deze modellen zijn 4 0.95 f uitsluitend per post
wissel I) bij „Bella" Patronen Service. Kromme Nieuwe Gracht 66.
Utrecht, te bestellen.
K 4002/11 is verkrijgbaar vooi 94. 102 en 110 cm. bovenwijdte,
R 4003/11 voor de bovenwijdten van 90. 96 en 102 cm.