ZUILICHEM Voor de Vrouw Wat doet het Instituut «oor Preventieve Geneeskunde BLOUSE-VARIA „Voorkomen is beter dan genezen" zegt de volksmond en dat is een wijs woord. Wie ziek is, gaat naar de dokter en laat zich door herri behandelen totdat de ziektie is be streden. Maar zou de mensheid er niet veel meer bij gebaat zijn als er middelen bestonden om allerlei ziek ten te voorkomen? Deze gedachte heeft ruim 20 jaar geleden enkele Leidse Hoogleraren er toe gebracht het „Instituut voor Praeventieve Geneeskunde" in het le ven te roepen. Men stelde zich een drieledige taak: ie. het onderzoeken van aller lei ziekteverschijnselen en het ver helderen van wetenschappelijke vra gen; 2e. het uitdragen van wat me disch mogelijk is voor de bevolking; 3e. het geven van onderwijs. Deze laatste taak, het geven van onderwijs, was tot dusverre zeer be perkt. Er is bijvoorbeeld door het Instituut een cursus georganiseerd voor bedrijfsartsen en er werden ook tot nu toe wel enkele voordrachten gehouden, maar van een regelmatige opleiding was nog geen sprake. Nu is het echter zo ver, dat vermoedelijk in November aan het Instituut een „school voor gezondheidszorg" zal worden geopend in navolging van de „schools for public health" die men in Amerika en Engeland kent. Deze school zal een andere cate gorie leerlingen tot zich trekken dan de Universitiet. Gedacht is n.l. aan medici met enige practische erva ring en dan speciaal aan die medici wier taak het niet in de eerste plaats is de belangen te behartigen van één patiënt tegelijk, maar die de ziekte meer in sociaal, in groter ver band zien. Om enkele voorbeelden te geven: Directeuren van Gemeente-1 lijke Geneeskundige Diensten, In specteur van de Volksgezondheid, Dri recteuren van ziekenhuizen, bedrijfs- school- en controlerende artsen enz. Het Instituut voor Praeventieve Ge neeskunde staat op het standpunt, dat mensen op deze posten een spe ciale opleiding nodig hebben en het Instituut wil deze opleiding gaan ge ven. Prof. Dr. R. Remmelts, Directeur van het Instituut, heeft dit dezer dagen op een persconferentie mede- deeld. En bovendien hebben hij en de andere professoren een overzicht ge geven over het werk, dat in de vijf verschillende afdelingen van het In stituut wordt verricht. In de eerste plaats is er de afde ling Bacteriologie onder leiding van Prof. Dr. J. D. Verlinde, die weten schappelijke onderzoekingen doet naar micro-organismen die ziekte verwekken. En het spreekt vanzelf, dat deze onderzoekingen gericht zijn op de bestrijding van die ziekte. Daarvoor is in de allereerste plaats nodig, dat men de éigenschappen kent van de ziekteverwekkers, dat men weet hoe infectieziekten zich verspreiden en hoe zij uitwerken in het menselijk lichaam. Veel aandacht wordt door de staf van Prof. Verlinde besteed aan het vaccinatievraagstuk, d.w.z. het verbeteren van de bestaan de vaccinatiemethoden en het uit breiden van de vaccinatiemogelijkhe den. De tweede afdeling, die van Prof. Dr. A. de Waart, draagt de naam „Hygiëne en Arbeidsphysiologie" Daar worden onderzoekingen ver richt over de waarde van vitaminen en over de invloed van vitaminen op het werk van de mensen. Maar ook bijvoorbeeld over de werking van in fabrieken gebruikte vergiftige stof fen en over keuringsvraagstukkén., Meer in het algemeen kan men, de taak van deze afdeling omschrijven als volgt: een bevordering van de productie op zodanige wijze, dat de werknemer daardoor niet geschaad wordt. Dr. J. Koekebakker leidt de derde afdeling; die voor de geestelijke ge zondheid. Haar werk ligt grotendeels in fabrieken en werkplaatsen zelf, al worden in het laboratorium be langrijke onderzoekingen verricht. Zo wordt er b.v. onderzocht welke in vloed vitamine C heeft op de geeste lijke vermoeidheid. Er worden onder zoekingen gedaan, die betrekking hebben op de beroepskeuzevoorlich ting, de arbeidsverhoudingen, in de bedrijven, kinderbeschermingsproble men. Er wordt geprobeerd om na te gaan welke oorzaken er zijn aan te wijzen voor allerlei bedrijfsonge vallen en er worden, proeven geno men op het gebied van de geluids hinder. Zeer 'belangrijk is het werk dat Prof. Dr. S. T. Blok verricht in zijn afdeling Statistiek, die zich beijvert om in de eerste plaats zoveel moge lijk statistische gegevens te verkrij gen bijvoorbeeld over het ziekte verzuim bij een aantal bedrijven, en in de tweede plaats om uit die gegevens conclusies te trekken. Dat laatste is zeer moeilijk, omdat eerst berekend moet worden hoe groot de betrouwbaarheid van de verkre gen statistiek is en dat vordert zeer veel tijd. Tenslotte is er aan het Instituuti nog een Genetische af deling die zich verdiept in vraagstukken betreffen de de erfelijkheid. Het is goed en nuttig, dat in bredere kring bekend wordt welki werk het Instituut van Praeventieve Geneeskunde verricht in de eerste plaats tot voordeel van het Neder landse bedrijfsleven. Want het is het bedrijfsleven dat indirect het geld opbrengt dat nodig is om het Insti tuut in stand te houden- Van de bij drage van een kwart promille, die de Nederlandse werkgevers krachtens artikel 125 van de ziektewet betalen aan het Prophylaxenfopds dat thans omgezet is in het Praevenfie- fonds krijgt het Instituut haar deel. Van een ding heeft ons bezoek aan het Instituut aan de Wassenaarse weg te Leiden ons vooral overtuigd: n.l. dat dit geld goed besteed isl Raadsvergadering gehouden op Vrijdag 27 October 1950. Voorzitter: Edelachtb. Heer C. Ho bo, waarn. burgemeester. Secretaris: WelEd. Heer H. C. van Os. Na opening op de gebruikelijke wijze en trekking stemmingscijfer, worden de notulen der vergadering van 22 Sept. 1950 gelezen en onver anderd goedgekeurd. Hierna brengt de Voorzitter een aantal ingekomen stukken ter tafel o.a. de begroting voor het dienstjaar 1951 van de schoolartsendienst Kring Culemborg en deelt mede, dat alle leden, welke zijn benoemd in de commissie tot wering van schoolver zuim en in de commissie van advies inzake verdeling van woonruimte, hun benoeming hebben aangenomen. Verder is nog ingekomen een ver zoek van de stichting Lager Nijver heidsonderwijs in de Bisdommen Bre da en den Bosch, om subsidie. Over eenkomstig het voorstel van B. en W. wordt dit verzoek voor kennisge ving aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat van Ged. Staten bericht is ontvangen, dat op de aanvraag om extra bouwvolume gunstig is beschikt. Toegewezen is 600 M3 ten behoeve van de bouw van een dubbele woning voor een politieambtenaar t.w. de heer Baas en de ambtenaar ter éécretarie H. C. Schriever. De gemeentebegroting 1951 wordt vastgesteld als volgt: Gewone dienst als inkomsten en uitgaven elk f92995G5- Door de nieuwe boekingswijze geeft de kapitaaldienst geen batig of nadelig slot. Vervolgens wordt met algemene stemmen besloten de begroting dienst jaar 1950 te wijzigen i.v.m. de aan koop van een begraaf toes tel en enige verleende subsidies. Besloten wordt aan C. L. v. d. Lin den alhier een bijdrage te verlenen in de kosten van het leggen van de electriciteitskabel vanaf de pootaard- appelbewaarplaats tot aan zijn wo ning. Met de Bank van Nederl. Gemeen ten wordt een rekening-courantover eenkomst voor 1951 ten bedrage van f 12000,aangegaan. Ged. St. hebben enige aanmerkin- gemaakt op het raadsbesluit strek kende tot verkoop van de oude Ham- steeg. In verband met deze aanmerkingen stellen B. en W. voor, genoemd raads besluit in te trekken en een hieuw besluit te nemen, waafin is rekening gehouden met de gemaakte aanmer kingen. Zonder discussie en met al gemene stemmen wordt hiertoe oe- sloten. Aan het gemeentepersoneel wordt overeenkomstig de regelen, welke gel den voor het rijkspersoneel, een voor schot verleend op de tweede 5 pGt. salarisverhoging. De Voorzitter deelt mede dat van het Dag. Best. van de Technische Dienst een schrijven is ontvangen,, waarin wordt medegedeeld, dat aan de Bommelerwaard 44 stuntwoningen zijn toegewezen. Hiervan zal onze ge meente er 2 krijgen. De heer B. v. Veen zegt, dat we moeten proberen een hogere toewij zing te krijgen. De andere heren be amen dit. De heer Bakker zegt, dat deze wo ningen door de Technische Dienst zijn verdeeld. De Voorzitter geeft uitvoerige toe lichting, en adviseert deze 2 wonin gen maar te aanvaarden. Door de extra toewijzing kan de gemeente er toch 4 bouwen. Na enige discussie wordt hiertoe besloten. Vervolgens is aan de orde het aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te richten verzoek ingevolge het zesde lid van art. 22 bis der L.O. Wet 1920. De Voorzit ter leest het ontwerp-verzoek voor, waartoe besloten wordt met algeme ne stemmen. De vergoeding voor de bijzondere school voor het dienstjaar 1949 wordt vastgesteld op f2156,28. Aan de Centrale Commissie voor het Chr. Landbouwhuisonderwijs van de Gelderse Chr. Boeren en Tuinders- bond wordt overeenkomstig het ver zoek een verklaring als bedoeld in art. 25, 2e lid der N.O. Wet ver strekt voor de op 1 Sept. j.l. in de ze gemeente aangevangen cursus. De heer C. A. v. Veen vraagt hoe het staat met de bouw van de woning van L. A. Schriever. Deze is reeds 2 jaren met de voorbereidingen bezig. De Voorzitter antwoordt, dat alles in orde is. Alleen de Technische Dienst moet nog advies verstrekken. Aan deze bouw zijn echter veel moeilijkheden verbonden. In de eerst volgende vergadering van het college van B. en W. zal deze aangelegenheid worden behandeld. De heer v. d. Maas brengt ter spra ke de mogelijkheid om het huisvuil op te halen. Spr. is gebleken, dat hieraan bepaalde behoefte bestaat. De heer v. Vugt zou het wel toe juichen, maar ziet de mogelijkheid hiervan niet in. Ook de andere raads leden mengen zich in deze discussie waarbij blijkt, dat men algemeen van gevoelen is, dat ophalen van huisvuil wel gewenst is, hoewel echter niet uitvoerbaar. De kosten hieraan ver bonden zijn veel te hoog. Ook vraagt de heer v. d. Maas of het niet mogelijk is een schuurtje bij de woning van de heer Versluis te bouwen. De berging bij deze wo ning is te klein. Die Voorzitter antwoordt een en ander te zullen bekijken. Hierna sluiting. Verandering en verstarring in de Agrarische geschiedenis In het algemeen ziet men in de landbouw naast elkaar, enerzijds de voortdurende veranderingen, ander zijds een eeuwenlange verstarring. Er zijn voorbeelden aan te wijzen, waar namen van boerderijen, begrenzingen van percelen, gewoonten en gebrui ken, en de gehele sociale toestand jarenlang, ja soms zelfs gedurende vele eeuwen, dezelfde zijn gebleven. Het is niet zo buitengewoon merk waardig, indien boerderijen 800 jaar of meer behoord hebben aan dezelf de familie, aldus Prof. Dr. B. H. Slicher van Bath in een rede, uitge sproken bij zijn aanvaarding van het ambt van tijdelijk buitengewoon hoog leraar in de agrarisch-economische en -sociale geschiedenis aan de Land bouwhogeschool te Wageningen. Meer aan de andere kant hebben vele diepgaande wijzigingen in de landbouw plaats gehad. Deze kunnen het gevolg zijn geweest van het in gebruik komen van nieuwe, nog on bekende gewassen, zoals de haver omstreeks 400 v. Chr., de rogge bij het begin van onze jaartelling en de aardappel vele eeuwen later. An derzijds is de verbouw van vele an dere, vroegere cultuurplanten thans niet of vrijwel niet meer in zwang,, bijv. de duizendknoop, gebruikt voor pap of het maken van brandewijn, de spiesbladmelde en het dederzaad, 2 planten, waarvan de zaden wegens hun vetgehalte aan het brood wer den toegevoegd, en verfplanten als wede en meekrap. Door veranderin gen in het klimaat worden thans bij Stockholm geen druiven meer ge kweekt en de wijnbouw in Gronin gen is verdwenen. Nieuwe landbouwmethoden, op grond van een grotere kennis van de landbouw, voerden tot een verhoog de productie. Wellicht komen hierbij bet drieslagstelsel uit de Middeleeu wen en de in de 17 e en 18e eeuw ontdekte systemen van vruchtwisse ling het eerste in de gedachten. De- vernieuwingen zijn niet overal gelijk tijdig en met even groot enthousias me door de boeren aanvaard. Het kon soms lang duren, alvorens een nieuwe methode was doorgedrongen. Zo valt 'het bij de bestudering van oude Twentse rekeningen op, dat. vóór 1300 rogge verreweg dé belang rijkste graansoort was, terwijl daaren tegen in de veertiende eeuw de gerst, naar voren komt. De hoeveelheden te leveren rogge en gerst zijn dan ongeveer gelijk en men krijgt de in druk, dat dan eerst in Twente het drieslagstelsel de overwinning heeft behaald. Naast veranderingen in de voort brenging van agrarische producten kunnen er wijzigingen in de consump tie zijn opgetreden. KLEI- OF ZAND AARDAPPELEN? Welke aardappeplsoort zullen wij kiezen om geregeld bij onze groen tehandelaar te betrekken of om voor de winter op té slaan? Is het wel juist, wat vele huisvrouwen hierop onmiddellijk antwoorden: „In ieder geval klei-aardappelen, want dat zijn de beste, Die andere hebben we in de bezettingstijd en tijdens de eerste we reldoorlog al vaak genoeg moeten eten". Daarbij denken zij aan de zwarte veen-aardappelen, die in normale tij den ook nu, gelukkig naar de aardappelmeelfabrieken gaan of als veevoeder gebruikt worden, daar zij voor directe menselijke consumptie eigenlijk ongeschikt zijn. Gebleken is echter, dat velen de zand-aardappelen met deze fabrieks aardappelen over één. kam scheren, terwijl de goede zanidaardappel als regel op één hoogte gesteld kan wor den met de klei-aaridapppel van goe de kwaliteit. Zo min als het juist is ,dat alleen de dure aardappelen Op bet ogenblik zien we blouses van beide soorten, en iedereen kan dus een haar passend model kiezen. Ook zyn er blouses, die juist tot in de taille of tot even daaroverheen reiken, en dan veelal zijn afge werkt met een strik of een puntig lfjfje. Een overeenkomst tussen alle lange blousemodellen is, dat ze zon der uitzondering getailleerd zijn, terwijl de knopengarneringen tal rijk zijn. De afgebeelde blouses zijn uiteen lopend van genre, maar beide apart in hun soort. K 4176/15. Een sierlijke blouse met opengewerkte randjes. Het hoog gesloten modelletje leent er zich uitstekend voor om onder een mantel pakje te worden gedragen. Benodigd voor 94 cm. bovenwijdte circa 2 m. stof van 90 cm. breedte. K 4177/15. Modieus en apart is deze blouse. De kraag staat tegen de hals op en wordt met linnen verstevigd. De blouse is getailleerd, met knopen gegarneerd, en wordt op de rok gedragen. Benodigd voor 92 cm. bovenwijdte circa 2 m. stof van 90 cm. breedte. De patronen van deze modellen zijn f 0.95 uitsluitend per postwis sel verkrijgbaar bij Bella Patronen Service, Kromme Nieuwe Gracht 66, Utrecht. 4176/15 is verkrijgbaar voor 86, 94 en 100 cm., K 4177/15. in 88, 92 en 98 cm. bovenwijdte. De modellen zijn overgenomen uit „Bella". Het Nieuwe Modeblad. goed kunnen, zijn, zo min is het verstandig te denken, dat alleen de kleiaardappiel goed is. Er zijn grote onderlinge verschil len zowel tussen klei- als tussen zand- aard appel rassen. Ook is het ene aard appelras beter geschikt voor de klei grond, terwijl het andere op zand heter tot zijn recht komt, terwijl weer andere zowel qp klei- ^ls op zandgrond goed gedijen. De Eigen heimer geniet bijvoorbeeld een goe de reputatie als 'klei-aardappel, maar ook op zand gekweekt is deze aard appel zeer goed van kwaliteit. De Noordeling daarentegen, die vooral in het Noorden des lands zeer ge waardeerd wordt, verbouwt men bij na uitsluitend op zandgrond. Wel is waar is de schilkleur van kleiaardappelen in de regel mooier dan van zandaardappelen immers van deze laatste heeft de schil meest al een donker aanzien deze kleur verandert echter niets aan de kwali teit. Er zijn. donker gekleurde zanxl- aardappepien van prima kwaliteit en lichtgekleurde kleiaardappelen. van een veel mindere kwaliteit. Zo ziét men dat aan het uitzoeken van geschikte aardappelen voor het middagmaal meer kanten zitten, dan een eenvoudige keuze tussen klei en zandaardappelen. Overleg met uw handelaar, let op de prijzen en probeer de soorten, die hem én u het meest geschikt lijken. Dan kunt u uw keus maken, onafhankelijk van een vooroordeel omtrent klei- of zandaardappelen. Ook in voedingswaarde en houd baarheid staat immers de goede zand- aardappel niet bij de klei-aardappel ten achter. De bereiding is voor beide soorten gelijk. Zowel zand- als kleiaardap pelen bëhouden hun smaak en voe dingswaarde het best en zien er ook het mooist uit, wanneer zij gekookt worden in zo weinig water, dat zij vrijwel niet afgegoten behoeven te worden. Zodra de inhoud van de pan kookt, dient dan het vuur te worden getemperd, tót de aardappe len gaar zijn. Er is een tijd geweest, dat alle blouses op de rok werden gedragen. Vele dames flatteert dit wel vooral de wat gedrongen figuren. Maar de slanke vrouw kan beter een blouse in de rok dragen, zeker nu de rok weer korter wordt. W-92-98

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1950 | | pagina 8