err ds
zak van Sint
ISS Voor de Vrouw BI
Kistkalveren
BINNEN EN BUITEN IN DE WINTER
Jeugdverhaal
Dikkie de Graaf zat op school in de
derde klas. Hij was een klein, mager
jongetje, met waterheldere ogen en
een wit, rechtopstaand kuifje. Een
vrolijk, vlug ventje, Hij hield wel
van juffrouw De Bruin, bij wie hij
nu zat. Maar hij hield ook erg veel
van plagen. En daarom dacht de juf
frouw, dat hij ondeugend was. Hij
kreeg dan ook vaak straf voor zijn
plagerijtjes. Ze wist niet, dat Dikkie
eigenlijk helemaal niet zo'n ondeu
gende jongen was.
Thuis was hij juist erg gehoorzaam.
Dat moest ook wel, want Dikkie's
vader was wel een goede, maar ook
een strenge vader. Ongehoorzaam zijn
aan vader of moeder, nee, dat durfde
hij niet. Nu moet je niet denken, dat
zijn vader een nare man was. O1 nee,
'twas net andersom. Dik's vader was
juist een echte grappenmaker, die
telkens weer wat andiers bedacht om
de huisgenoten te foppen. Soms, als
hij thuis kwam, klopte 'hij aan de
kamerdeur. Dan ging moeder na
tuurlijk gauw kijken, omdat ze natuur
lijk dacht, dat er een vreemde was.
En dan was het vader. Of hij riep
aan de achterdeur met een vrouwe-
stem: „Juffrouw de Graaf„ mag ik
even binnenkomen?" Ging moeder
dan kijken:, dan had Vader schik.
En Dikkie ook natuurlijk. Dan lach
ten ze samen.
Vader was ook erg handig. Soms
bond hij de banden van moeder's
schort stiekum achter haar vast aan
de leuning van de stoel, waarop ze
zat. Als moeder dan wou opstaan,
zat ze vast. Dikkie had wel geleerd,
om niets te verklappen, als vader
zo iets deed. 'Je begrijpt, dat die
beiden een schik hadden, als moe
der zo gefopt werd
Nu snappen jullie natuurlijk best,
dat onze Dik zelf ook wel eens zo
iets wou doen. Hij probeerde ook
wel eens een paar knopen in moe
ders schortebanden te leggen, als ze
ergens mee bezig was en niet op
hem lette. Maar hij kon dat niet zo
handig als zijn vader. Moeder merkte
het wel, maar ze deed net, alsof ze
er geen erg in .had. Dan riep ze even
later: „O, wie heeft mijn schort zo
vastgebonden? Heb jij dat gedaan,
Dikkie? O, jij ondeugende jongen!"
Dan had het ventje veel schik. En
later kon hij het zelfs wel doen, zon
der dat moe het merkte. Dan trok
hij in het voorbijgaan moeder's schort
los. Een keer bond hij het beiletje
van de kat aan het mooie witte schor-
tebandje van de winkeljuffrouw!
Toen hadden zelfs de klanten schik
in Dikkie. In alles deed ons manne
tje zijn vader na.
Zijn onderwijzeres was een erg ou
derwetse juffrouw. Die deed nog el
ke morgen, voor de les begon, eerst
een schortje voor. Daar zat Dikkie
altijd met aandacht naar te kijken.
Hij kreeg zin, om de juffrouw ook
eens te foppen, want hij vond haar
wel een aardige juffrouw. Zo gebeur
de het, dat de juffrouw naast zijn
bank stond. Ze keek naar zijn schoon
schrift en toen ging ze het meisje
helpen, dat in de bank naast die van
Dik zat. Zo stond ze met haar rug
naar hem toe. Dik voelde toen de
lust opkomen om de strik, waarmee
haar schortje van achteren was vast
gemaakt, eens aan te raken. Hijstak
zijn hand al uit. Langzaam, heel voor
zichtig kwamen zijn vingers steeds
dichterbij de losse einden van de
strik. Jan Vermeer, die naast hem
zat, keek met spanning toe. Toen
raakte Dikkie de strik aan. Hij trok
meteen weer haastig zijn hand terug.
Maar de juffrouw merkte niets. Ze
praatte tegen Dientje Stam en wees
haar, hoe ze die moeilijke hoofdlet
ter K moest schrijven. Dientje vond
dat erg moeilijk, ze deed het maar
steeds verkeerd. Nu ging juffrouw
De Bruin haar een regel voorschrij
ven met potlood. Die moest Dientje
dan maar met inkt overtrekken. Zo
lette de juf niet op de jongens ach
ter haar rug. Dikkie begreep, dat
hij nu een goede kans had. Voorzich
tig pakte hij het tipje van de strik
en trok er heel langzaam aan. Haast
van zelf gleed de strik uit elkaar en
bleef toen half los zitten. Haastig
deed Dik weer net, of hij druk aan
het schrijven was. Jan Vermeer stoot
te hem aan. Die zat zachtjes te la
chen, zo'n plezier had hij. Een paar
andere jongens keken om. Die had
den het ook gemerkt.
Toen de juffrouw zich een paar
banken verderop weer bukte, was de
strik helemaal los gegaan en nu ben
gelde het schortje plotseling voor
haar. Ze knoopte het haastig weer
vast en keek daarbij een beetje ver
wonderd naar de jongens in Dikkie's
buurt. Want die zaten onder 't schrij
ven stiekum te "lachen.
„Doen jullie allemaal goed je best,
kinderen," zei ze opeens. „Want mor
gen, dan komt de Sinterklaas hier
op school!"
Een kreet van verbazing klonk' in
de klas. „I:s 'techt waar, juf?" riep
een meisje.
„Ja, zeker," antwoordde juffrouw
De Bruin ernstig. „Ik heb van Sin
terklaas een boodschap gehad, dat
hij hier ook komen zal. En dan wil
hij graag weten, wie het meeste zijn
best gedaan heeft. Zullen jullie dus
allemaal je uiterste best doen?"
„Ja, juf," beloofde de hele klas.
Dikkie ook. Nu, Dik deed altijd zijn
best. Hij hield veel van lezen en ook
van schrijven. Dit laatste deed hij
dan ook erg mooi. En hij kreeg
die morgen het hoogste cijfer van
allemaal: een 9!
's Middags liep het echter mis.
Terwijl de juffrouw onder het le
zen tussen de banken doorliep, pak
te Djk vlug haar schortebandje tus
sen vinger en duim. Ze liep door
zonder iets te merken en zo ging
haar schort vanzelf los. Maar meteen
keerde ze zich om. Dikkie deed haas
tig zijn armen over elkaar, maar het
was te laat! De juf had het gemerkt.
Voor straf moest ons vriendje nu voor
het bord staan, met zijn rug naar
de klas!
„Zo, zo," zei de juffrouw nog, „nu
weet ik meteen, hoe het komt, dat
mijn schort telkens los is, ondeugende
jongen! Als Sinterklaas morgen komt,
zal ik hem dat eens vertellen!"
O, o, wat schrok Dikkie daarvan!
Daar had hij helemaal niet meer aan
gedacht. Je begrijpt, dat hij de vol
gende dag wel een beetje benauwd
keek, toen de Sint met zijn zwarte
knecht het schoollokaal binnenstap
te! Sommige kinderen juichten van
pret, anderen sprongen in de bank
overeind om alles goed te zien, maar
Dientje begon te huilen. Dikkie huil
de natuurlijk niet, maar zijn hart
klopte wel angstig. Hij keek eens
naar de juffrouw, maar die lette nu
niet op hem. Zou ze er nog aan
denken Of zou ze het vergeten zijn
Als ze nu maar niets tegen Sinter
klaas zei. Want dan kreeg hij niks!
Maar jawel, daar begon Sinterklaas
al. Hij zat op juffrouw's stoel ,voor
AAN HET WERK VOOR SINT
NICOLAAS.
Binnen twee wieken is het weer
Sint Nicolaas het feest vol span
ning en verrassingen, waar jong en
oud zich bij vporbaat op verheugen.
De jongs ten leven alleen maar in af
wachting de ouderen werpen zich
echter dikwijls met enthousiasme op
de voorbereidingen. Surprises, zelf
gemaakte cadeaux worden van tevo
ren in kasten en verborgen hoekjes
weggestopt. En in de keuken?... Daar
maakt de huisvrouw de lekkernijen
voor de feestelijke avond klaar, al
leen of geholpen door de oudere
meisjes. Wat ze zelf voor dit heerlijk
avpndje kan bereiden? Daarvoor ge
ven we nog enige recepten.
Borstplaat.
200 gr. (1 x/4 kopje) suiker, plm. 4
eetlepels water, wat essence.
De borstplaat-ringen vochtig maken
of ze aan de binnenzijde met wat
boter of margarine besmeren. De
ringen met de scherpe kant naar om-
der op een met boter of margarine
ingesmeerd boterham- of boterpa
piertje plaatsen, dat liefst op een
stenen aanrecht moet liggen. Voor
het maken van borstplaat bij voor
keur een. gietijzeren pannetje of een
steelpannetje van aluminium of ste
vig emaille gebruiken.; dat laatste
is gemakkelijk bij het uitgieten. De
suiker met het water koken totdat de
laatste druppel die men van de le-
Bjl laat vallen, een dun draadje trekt.
e essence pas toevoegen als de juis
te dikte is verkregen, daar de smaak
hiervan door meekoken achteruit
gaat. Onder snel roeren de massa
laten afkoelen tot zij ondoorschij-
nend is geworden. Dan de borstplaat
uitgieten in de ringen.
Wanneer de borstplaat koud is ge
worden, haar omkeren en, als ze
helemaal stijf is, uit de ringen halen.
Speculaas en speculaaspoppen
200 gr. (ruim 2 kopjes) zelfrijzend
bakmeel of bloem met 5 gr. (3y2
theelepel) bakpoeder, 75 gr. (bijna
1/s pakjé) boter*of margarine, 100
gr. (bijna 1 kopje) bruine basterd
suiker, 15 gr. (2 eetlepels) speculaas
kruiden of kaneel, 1 eetlepel melk,
plm. 100 gr. amandelen of pinda's.
De bloem, basterdsuiker, het zout
en.de kruiden door een zeef schud
den en door elkaar roeren. Dé boter
of tie margarine er met 2 messen
de klas. Piet stond naast hem. De
Sint haalde een groot vel papier te
voorschijn en begon een naam op te
noemen. Dat kind kreeg een pakje,
omdat het zo goed had geleerd en
zo braaf opgepast. Zo kwamen er
verscheidene jongens en meisjes aan
de beurt. En toen zei Sinterklaas met
zijn zware stem: „Dikkie de Graaf!
Kom jij ook eens hier!"
Dikkie schrok. Zou de juf het
gezegd hebben Of zou hij ook een
prijsje krijgen?
„Ik heb gehoord, dat jij een 'heel
ondeugende jongen bent," zei de Sint,
terwijl hij Dikkie boos aankeek. „Jij
trekt vaak de juffrouw aan haar
schortje, hè?"
Dikkie knikte. Zijn hart klopte in
zijn keel. Sinterklaas wist alles al!
Wat zou er nu gaan gebeuren!
„Dan zullen we jou dat eens afle
ren," zêS de Sint. „Piet, stop deze
stoute jongen maar in de zak. Die
moet mee naar Spanje!"
Dikkie beefde van schrik. De zwar
te Piet grijnsde, zodat al zijn witte
tanden schitterden. Hij stak zijn zwar
te hand uit en pakte Dikkie stevig
vast. De juffrouw hield de zak op
en samen stopten ze het ventje er
in. Eerst zijn benen en toen "hij er
helemaal in was, schoven ze de zak
om hem heen en knoopte die boven
zijn hoofd dicht!
Alle kinderen riepen: „Oooo!"
En enkele jongens lachten hem
heel hard uit. Daarom wou Dikkie
niet huilen, maar hij vond het erg
gemeen van de juffrouw! Zou hij nu
net zo lang in die zak moeten zitten,
tot ze in Spanje waren Was dat ver
En wat zouden ze daar met hem
doen? Hij was er wel benieuwd naar.
Ba, wat kriebelde die zak. En wat
rook hij benauwd. Er hadden aard
appelen in gezeten, dat wist Dikkie
zeker. De zakken in vaders winkel
roken zo naar niet.
De prijsjes waren uitgedeeld. Alle
kinderen hadden nog een koek ge
kregen en nu zou Sint weggaan.
Eerst moest de klas nog zingen.
Dikkie zong natuurlijk niet mee. Maar
terwijl hij in de zak op de grond
zat, kon hij alles horen.
„Dag Sinterklaas!" riepen ze nu.
En toen kwam het grote ogenblik
„Deze stoute jongen nemen we
mee!" hoorde hij de Sint zeggen.
En meteen werd hij met zak en al
opgetild. Piet sjorde de zak op zijn
rug en zou het lokaal uitgaan. Maar
opeens begon de bodem van de zak
te kraken en te §cheuren. Dikkie's
benen zakten er door en... daar stond
hij weer op de vloer, achter de zwar
te Piet.
De hele klas joelde en juichte.
De juffrouw had tranen 'in haar ogen
van het lachen en zelfs Sinterklaas
moest even glimlachen.
„Nu de zak stuk is, kunnen we
jou niet meenemen," zei hij. „Beloof
jie me, dat je voortaan beter op zult
passen, Dikkie?"
Dat beloofde Dik met een knikje
van zijn hoofd. Toen mocht hij weer
op zijn plaats gaan zitten.
En... wat lag daar voor hem? Een
boekje... en ook net zo'n stuk koek,
als alle kinderen gekregen hadden.
Van Sinterklaas
Dikkie keek verbaasd op. Maar
de Sint was al vertrokken
Slechts weinigen zullen weten wat
men onder kistkalveren verstaat.
Daarom is het goed, dat U uit dit
artikeltje er iets van te weten komt
en U een ogenblik moogt peinzen
over het lot en de levensvreugde van
deze jonge schepsels. Bij kalveren en
veulens denkt men onwillekeurig aan
lenteweelde, bloesemende boomgaar
den, malse weiden en dartelende jon
ge dieren; veulens zo angstvallig de
eerste weken bewaakt door de merrie,
die met waarschuwend gehinnik on
middellijk haar kind terugroept als
dit zich iets te ver van haar verwij
dert, volop kunnende genieten van
lente- en zomerweelde en moeder
liefde, totdat na een half jaar de
scheiding komt. Bij de kalveren komt
deze laatste al dadelijk na de ge
boorte, een gevolg van het feit, dat
het de mens gelukt is, koeien te fok
ken met een zo hoge melkproductie
dat slechts een klein gedeelte ervan,
b.v. een vierde, nodig is voor het
kalf en de rest voor de mens benut
wordt. Het kalf krijgt "de nodige
melk van de eigen moeder; deze ze
ker de eerste dagen, want de z.g.n.
biest, die dadelijk na het kalven door
de koe wordt geproduceerd, is nodig
voor het jong, omdat hierin verschil
lende beschuttende stoffen zitten te
gen ziekten (speciaal van de inge
wanden, welke het jonge dier anders
bedreigen. Lijden koe en kalf onder
deze scheiding? Ik weet het niet.
vermout, welke men besprenkelt met
met wat amandelessence en over het
deeg jstrdoit vóór het bakkien.
Aan de koeien merkt men een korte
tijd enige onrust, maar deze verdwijnt
spoedig en bij kalveren bespeurt men
niets van enig verlangen. Al spoedig"
kunnen ze in de weide. Zij krijgen
de eerste zes weken niet anders dan
volle melk, die dan langzamerhand
wordt vervangen door ondermelk/wei-
of karnemelk, aangevuld met gepas
te meelvoeding. Ondertussen hebben
de voormagen, die bij de geboorte
nog rudimentair zijn (het jonge kalf
krijgt immers alleen dierlijk voedsel
melk) zich ontwikkelt en zijn in
staat het gras, waarvan het kalf na
een paar weken reeds begint te eten,
te verteren. Uit een dierenbescher
mingsoogpunt is tegen deze wijze van
opfokken dus niets in te brengen. An
ders is het m.i. gesteld met de kist
kalveren, die het slachtoffer zijn van
overdreven eisen van lekkerbekken.
Deze laatsten eisen mals, volkomen
wit kalfsvlees en dit in feite patho
logische product wordt op de vol
gende wijze verkregen.
Zodra het kalf geboren is, wordt
dit geplaatst in een hokje, dat nog
niet zo groot is, dat het dier er in
staan kan en ook er in kian gaan
liggen, maar dat verder iedere be
wegingsvrijheid verhindert.
Het krijgt de eerste dagen de melk
(biest) der eigen moeder en daarna
uitsluitend volle melk. Het is de kunst
van de mester, de hoeveelheid melk
geleidelijk, maar wel zo hoog moge
lijk op te voeren om een snelle groei
te bevorderen, maar ook weer niet zo»
veel te geven, dat het dier ziek wordt.
Na enige weken krijgt het b.v. al on
geveer 10 1 volle melk daags en dit
wordt 10 a 12 weken volgehouden.
Het risico van dit kalverfokken is
vrij groot, want de dieren 'hebben
weinig weerstandsvermogen en zijn
erg gevoelig voor allerlei ziekten-
Hoe zit dat, zal een leek allicht vra
gen; melk is toch het natuurlijke
voedsel? Dat is wel zo, maar de na
tuur zorgt voor de aanvulling, die na
enige weken nodig is en in de weide
wordt verkregen. Melk bevat geen.
ijzer, dat een onontbeerlijk element
is voor de bloedvorming. Het kalf
heeft een kleine reserve ervap in de
lever meegekregen, waaruit de eerste
6 a 8 weken geput kan worden.
Dan is het op en begint een periode
van bloedarmoede, waaraan het dier
op de duur te gronde zou gaan. Deze
anaemie of bloedarmoede wenst juist
de mester, daardoor juist krijgt het
vlees de verlangde eigenschappen..
Reeds sporen ijzer zijn voldoende om
de anemie tegen te gaan. Angstvallig
wordt dus er voor gewaakt, dat het
kalf deze niet kan opnemen. Dus geen
sprietje gras of hooi of zelfs stro
Er mag dus ook geen ligstro worden
gebruikt. Het kalf moet op de kale
houten vloer liggen. Het mag zelfs
liefst geen gelegenheid hebben om
van het hout der kist te knabbelen,
daarom wordt deze van hard hout
vervaardigd. Bovendien wordt de kist
geplaatst zoveel mogelijk in het don
ker. Dan is het kalf rustiger, zegt
men en iedere beweging kost irhmers
voedsel. Wat kan verder het gevolg
zijn van deze duisternis? Dat er geen
vitamine D. gevormd wordt, een vi
tamine dat nodig is voor de normale
beengroei en rachitis voorkomt. Nu
zit er in melk van koeien, die in de
weide lopen, wel voldoende vitamine
D, maar niet in die van dieren, welke
op stal staan. Onder de invloed van
ultraviolette stralen uit het zonlicht
kan in de huid van het dier het vi
tamine gevormd worden. In feite
komt dus de hele procedure hierop
neer, dat men het jonge dier onder
totaal abnormale, onpsysiologisehe
omstandigheden brengt, waarvan
anaemie, vettige degeneratie der or
ganen en eventueel rachitis het ge
volg is.
En dat alles om lekker, zuiver
blank vlees te krijgen.
Mishandeling? Neen, kwelling wel,,
ofschoon het dier voldoende voedsel
krijgt, te veel zelfs. Men mag zich
nu afvragen, of men deze kwelling
mag toestaan, waardoor tal van jonge
kalfjes vanaf hun geboorte ongeveer
3 maanden cellulaire gevangenisstraf
krijgen en daarna worden afgemaakt.
Er is slechts één middel, om hier
een eind aan te maken: als het pu»
bliek weigeren zou het dure blanke
kalfsvlees te betalen, maar genoegen'
neemt met het even voedzame, maar
iets rood gekleurde vlees van op>
normale wijze opgefokte kalveren;
dan is het afgelopen.
De handel vraagt er dan niet meer'
naar, de boeren hebben geen voor
deel meer er van en zullen de risico*
en het werk verbonden aan het mes
ten der kalveren op bovenbeschreven
wijze niet meer op zich nemen, aldus
de Ned. Vereniging tot Bescherming
van Dieren.
doorheen snijden. De lepel melk toe
voegen.' De bestanddelen, met de hand
dooreenkneden totdat een gelijkmatig
deeg ontstaan is. Het deeg even laten
rusten en daarna uitrollen op een
met bloem bestoven aanrecht of ta
fel. De amandelen even broeien in
heet water, van de velletjes ontdoen
en ze snipperen; Deze snippers
of pindasnippers over het deeg
strooien eh er met de deegrol luch
tig in drukken. Uit het deeg met de
hand een speculaaspop vormen, of
er koekjes uit steken of snijden..
Indien men een speculaasplank be
zit ,deze dun met aaixiappetlmeel
bestrooien eh het deeg in de vorm
drukken. Wat overblijft, afsnijden
vervolgens de koekjes uit de plank
kloppen en op een vetgemaakt bak
blik leggen. Die speculaasjes of spe
culaaspoppen bakken in een matig
warme oven in 20 k 25 minuten.
Heeft men geen amandelen of pin
da's, dan kunnen deze vervangen
worden door 2 eetlepels grove ha-
Marsepein.
200 gr. amandelen, 400 gr. poeder
suiker, 1 eiwit, 1 theelepel amandel
essence of laurierkerswater of oran
jebloesemwater.
De amandelen wassen, opzetLen
met koud water, aan de kook laten
komen, afgieten en overgieten met
koud water. Ze vervolgens pellen.
De amandelen door een fijne mo
len malen. De poedersuiker zeven
en mét het amandel|gruis vermengen.
Deze massa nog "één of tweemaal
malen tot ze zcér fijn verdeeld is.
Daarna het eiwit en. de amandel
essence, het laurierkerswater of het
oranjebloesemwater erdoor mengen
en de massa zo lang kneden tot ze
samenhangend en glad is geworden.
Er naar verkiezing verschillende
vormen aan geven. De parsepein
kleuren door er poiedercacao (en iets
water), kaneel of kleurstof door te
mengen of de marsepeinen figuren
hierdoor te wentelen of ermee te be
strijken.
fo.p&jaz
in de wintermaanden nestelen we ons
het liefst vlak bid de kachel op het
warmstè plaatsje in huis. Maar dat is.
niet altijd mogelijk; vaak moeten we
door weer en wind, zodat we ook
daartegen gewapend moeten zijn. Een
warme wintermantel, al dan niet met
bont gegarneerd, zal dan ook beslist
onmisbaar zijn. De keuze die we op
dit gebied dit seizoen hebben, is zeer
gevarieerd. We zien ii, rijke kleur-
afwisseling zowel de wijdste swag
gers als strakke getailleerde mantels.
Opvallend in zwang zijn de kleuren
groen en zwart, terwijl ook bruin en
blauw veel aanhang hebben.
De winter japonnen worden in dezelf
de tinten gehouden als de mantels, en
zijn over het algemeen zeer sterk ge
tailleerd. De halsgarnering is vaak
origineel.
De afgebeelde modellen zijn fraaie
voorbeelden van de komende winter
mode.
K 5343/19 Erg aardig is dit aparte japonnetje, dat we gemakkelijk kun
nen variëren door er verschillende vestjes bij te dragen. Een vestje
met strookjes maakt het tot een gekleed toiletje, terwijl een vrij een
voudig vestje, bijvoorbeeld met dwarse stiksel, het ensemble tot een
sportief geheel maakt. Benodigd voor 90 cm. bovenwijdte ca. 3 m
stof van 140 cm. breedte.
K 5357/19 Een heerlijk warme wintermantel, gegarneerd met bont.
Benodigd voor 110 cm. bovenwijdte ca. 3 m. stof van 140 cm. breedte.
Knippatronen van deze modellen zijn 10.95 uitsluitend per post
wissel te bestellen bij ..Bella Patronen Service". Kromme Nieuwe
Gracht 66, Utrecht.
K 5343'19 is verkrijgbaar in de bovenwijdten van 90, 96 en '102 cm..
en E 5357/19 in 102, 110 en 118 cm. bovenwijdte.
De patronen zijn overgenomen uit „Bella", Het Nieuwe Modeblad.