BEDE VAD" H.M DE
Hoe verschillende plaatsen in onze omgeving den oorlog doorstonden
waarin opgenomen„NIEUWSBLAD voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard"
2E JAARGANG. NO. 32
VRIJDAG 29 JUNI 19-45
van aitêha
Uitgever: K. VELTMAN te Drunen Algemeen Redacteur: J. H. ROZA te Heusden Drukkerij: FIRMA L. J. VEERMAN te Heusden
Verschijnt Maandag en Vrijdag Abonnementsprijs: f 1.95 [per 3 maanden; per week 15 ct.losse nummers 10 ct, Advertentiën 20 cent per regel
Het beste, dat in ons volk leeft,
LANDGENOOTEN,
Het nieuwe bewind is thans ge
vormd, het eerste, dat op vaderland-
schen bodem is j ontstaan na onze be
vrijding en waarvan op twee na alle
leden de bezetting hebben meegemaakt.
Wij staan nu als volk in zijn ge
heel klaar om te beginnen aan den
opbouw van onze toekomst.
Het visioen, dat onze helden en
heldinnen voor den geest stond, toen
zij hun leven gaven voor recht en
voor vrijheid, willen wij thans tot
werkelijkheid maken.
Nu is het wachten voorbij en tevens
de alom gevoelde onzekerheid. Het
oogenblik is aangebroken, waarop
vorm gegeven kan worden aan onze
toekomst."
De toekomst eischt een democratisch
beleid, met vastberadenheid uitgestip
peld, welk beleid U zoo straks in de
regeeringsverklaring zal worden uit
eengezet.
Ik behoef U niet te zeggen; dat er
tallooze moeilijkheden en bezwaren,
ja soms schier onoverkomenlijke, op
onzen weg liggen Naast de schadu
wen kan ik echter Goddank op sterke
lichtpunten wijzenhet feit, dat wij
in den donkeren tijd, die achter ons
ligt, naar elkaar gegroeid zijn, het
duidelijk merkbare verlangen naar een
dracht, de groeiende gemeenschapszin
en het onderling vertrouwen en naas
tenliefde.
Een onzer eerste plichten tegenover
God, tegenover onze volksgemeenschap
en tegenover onszelf is den bestaanden
drawg naar saamhoorigheid verder te
ontwikkelen en het hoogste en beste
wat in ons leeft in dienst te stellen
van onze volksgemeenschap.
Wij willen ons er toe zetten ons
zelf geestelijk op te bouwen en onze
kinderen, elkeen naar eigen overtuiging,
opdat wij als volk de moeilijkheden,
die wij op onzen weg zullen onder
vinden, te boven kunnen komen.
Immers, wij willen trachten voor
trekkers en baanbrekers te zijn voor
den nieuwen tijd, die voor ons ligt.
Een wereldtekort aan grondstoffen,
aan afgewerkte goederen en aan som
mige soorten van voedsel en hierbij
zij niet vergeten de gebrekkige moge
lijkheden aan vervoer dringt voor-
loopig de gedachte, dat wij onze toe
komst geheel in eigen hand hebben,
naar den achtergrond.
Gaarne doe ik een beroep op de
vriendschap onzer bondgenooten om
ons zooveel in hun vermogen ligt
tegemoet te komen. Wij zijn hun
erkentelijk voor hun geschenken en
voor hetgeen zij ons leveren in onzen
nood.
Ook doe ik een beroep op hen om
te bereiken, dat uit Nederland geroofde
en als zoodanig te herkennen goede
ren, die in duitschland worden aange
troffen, zoo spoedig als dat kan aan
Nederland worden teruggeven
Wij zullen onzen bondgenooten in
geestelijk opzicht hun hulp vergoeden
door een steunpilaar te zijn in het
nieuw ontstaande Europa en wanneer
wij ons land weder kunnen opbouwen,
zullen wij hun toonen, dat wij sterk
zijn.
Ik heb mij overtuigd van de ver
woestingen en van het gebrek, dat er
geleden wordt in de meest geteisterde
streken. Ik doe een klemmend beroep
op allen die iets bezitten, dat den
bitteren nood kan lenigen, dit af te
staan ten behoeve van onze zoo zwaar
beproefde broeders en zusters. Zij
hebben letterlijk aan alles gebrek, aan
het meest eenvoudige en allernoodigste.
Als wij ons straks mogen verheugen
moet in ons volk tot uiting komen.
in de bevrijding van grooter Neder
land onder de keerkringen, waaraan
onze jongelingschap zoo bereid is zijn
beste krachten te geven, zal op ons
de plicht rusten het vernieuwde konink
rijk op te bouwen.
De taak die ons wacht, en de ver
antwoordelijkheid, zoowel ten opzichte
van het vaderland als ten opzichte van
ons Koninkrijk zijn ontzaggelijk groot.
Op dit historisch oogenblik geldt voor
zeker de spreukNu of nooit.
Wij aanvaarden met vertrouwen die
taak. Ons jongste verleden heeft be
wezen wat wij kunnen. Zij zal blijken
niet te groot of te zwaar voor ons te
zijn. God zal ons helpen.
Na de rede van H.M. de Koningin
hield de nieuwe Minister-President
Prof. Ir. W. Schermerhorn een lang
durige rede, waarin hij in de aller
eerste plaats dank en hulde bracht
aan de regeeringen onder Prof. Ger-
brandy en op wier arbeid thans ver
der zal worden gebouwd. Hulde aan
onze en de geallieerde strijdkrachten,
die onze bevrijding hebben bewerk
stelligd, aan de geallieerden voor de
verleende gastvrijheid aan H.M de
Koningin, het Prinselijk Gezin en de
Nederlandsche regeering en voor de
hulp aan het berooide vaderland.
Hij bracht hulde aan de gevallenen
en gaf de belofte dat voor hunne
nagelaten betrekkingen het leven
dragelijk zal worden gemaakt.
Vervolgens gaf hij rapport van
het programma der nieuwe regee
ring dat geheel in het teeken van
herstel en vernieuwing staat.
In de allereerste plaats moet daar
bij worden gedacht aan de bevrijding
van Oost-Indië en de daar nog steeds
onderdrukte rijksgenooten.
Het herstel van het internationale
handelsverkeer zal de bijzondere aan
dacht van de Regeering hebben. Met
kracht zal worden gewerkt aan een
nieuw leger en vloot In Engeland
wordt een leger gevormd, terwijl
22.000 man in Australië voor dat
doel voorden opgeleid. In Nederland
zelf is een begin gemaakt met de
vorming van officieren- en onderof
ficierenkader.
Het Militair Gezag vereischt in de
eerste plaats materieele opheldering
van de verhouding tusschen het Mi
litair Gezag en het Burge lijk Be
stuur. Nergens zullen bestuursappa
raten van het Mil. Gezag worden
gehandhaaft, waar die te ver
vullen taak evengoed of beter door
het burgerlijk bestuur kan worden
vervuld.
De reg. heeft besloten de werkzaam
heden van het M. G. in de haar vast te
stellen volgorde te doen beëindigen.
Op uiterlijk 1 Sept. zal het zijn ge
liquideerd, behalve op die plaatsen
waar het instandhouden volgens de
regeering noodzakelijk wordt geacht.
In het onderdeel zijner rede waar
in de Minister sprak over Nederland
in de wereld en de verhouding ten
opzichte van Duitschland zeide hij
Het Nederlandsche volk heeft
daarmee een rekening te vereffenen
op schier elk gebied.
Wij zullen daarbij voor onze rech
ten strijden en niet dulden, dat daar
aan te kort wordt gedaan terwille
van den wederopbouw van het
duitsche bedrijfsleven.
De Nederlandsche Regeering zal
bij de geallieerde mogendheden haar
eischen tot schadevergoeding indie
nen en in het bijzonder krachtig aan
dringen op teruggave van door de
duitschers gestolen goederen en ver
vanging daarvan door andere goe
deren, indien zij niet meer te achter
halen zijn.gfc
In ditzelfde verband aanvaardt dit
Kabinet ook de gedachte van Minister
van Kleffens om de mogelijkheid tot
schadevergoeding door middel van
annexatie van Duitsch gebeid open te
houden. Deze annexatie is echter zoo
zeer een zaak, die gedragen of ver
worpen moet worden door het zede
lijk besef en het zakelijk inzicht van
ons volk, dat de Regeering er prijs op
stelt te bevorderen, dat door een
openbare discussie de publieke mee
ning zich hierover in bezonkenheid
vormen kan.
Plaatsgebrek noopt het verdere ge
deelte van deze belangwekkende rede
achterwege te laten. Wij komen daarop
in ons volgend nummer terug.
BRAKEL. Het leven in deze ge
meente is weer vrij normaal Wel
is waar kan men nog niet de win
kels binnen stappen en zeggen
geef mij dat eens En toch is moe
der de vrouw weer in haar schik
als ze zoo eens in de week van
winkelen terug komt. Moge
ook spoedig in de textiel verbete
ring gebracht worden. Vooral de
»burger« heeft aan dit laatste groo-
te behoefte.
Oorlogshandelingen hebben er in
deze gemeente niet plaats gehad.
Enkele dagen voor de capitulatie
werd de molen, de spits van den
kerktoren en een huis aan de rivier
opgeblazen. De molen is totaal
vernield. Bij het springen van de
spits van den toren vloog deze al
leen in brand doch wilde niet val
len vóórdat hij totaal wasafgebrand.
De kerk kon gelukkig behouden
blijven, doordat de brandweer na
vertrek van de moffen, direct ter
plaatse was en hierdoor erger werd
voorkomen. Het huis aan »den
Ouden Oven« is geheel afgebrand.
Driemaal hebben de vernielings
troepen dit huis met springstof
geladen en toch ging het niet ten
onder. Toen werd het maar in brand
gestoken. Nog meer zou er op het
program gestaan hebben, doch
zoover is het gelukkig niet*geko-
men.
In het laatst van September 1944
werd des nachts de gemeente vol
ledig afgezet door moffen en werd
hier en daar gezocht naar partisa-
nen. Het zgn. »Spijker« werd totaal
van onder tot boven afgezocht,
want daar zou het hoofd van de
partisanen verblijven. Inderdaad
woonde die daar, maar was juist
door het oog van een naald gekro
pen en zoodoende niet in handen
van den bezetter gevallen. Enkele
personen werden opgehaald en
verhoord doch konden later weer
naar huis terugkeeren. Alleen de
echtgenoote van het hoofd der par
tisanen werd medegenomen doch
ook zij werd na een paar dagen
weer op vrije voeten gesteld. x
Ongeveer 14 dagen later op 13
October 1944 komen een stel SS-
schoften de gemeente binnen vallen
en dreven een ieder, oud en jong,
ziek of gezond (een ieder moest
zijn huis uit) naar het marktplein.
Dit lieve leventje begon 's middags
om 4 uur en duurde tot 7 uur
Toen waren er blijkbaar menschen
genoeg. Enkele personen werden
uit deze menschenmassa geroepen,
allen mannen, want de vrouwen
waren afzonderlijk opgesteld, even
als de in de gemeente aanwezige
evacué's Deze mannen moesten
aan alle aanwezige personen ver
tolken, dat binnen 10 minuten de
verblijfplaats van het hoofd der
partisanen, de heer Van Dam, ge
zegd moest worden daar er anders
10 personen ter plaatse doodgescho
ten zouden worden. Eveneens moest
worden gezegd waar wapens e d.
verborgen waren.
Van dit verraad kwam echter
niets en het gevolg was dat nog
maals, maar dan voor het laatst,
10 minuten werd gegeven. Een
NSB'er was wel eens door een zeker
persoon met een revolver bedreigd,
deze man moest naar voren komen,
maar ook deze had kans gezien en
tusschen uit te knijpen, zoodat het
vogeltje weer was gevlogen.
Toen was de maat die lieve SS
te vol. Alle mannen moesten 5 aan
5 op een rij gaan staan en de mi
trailleurs werden rondom deze
mannen opgesteld. Vrouwen en kin
deren gilden en schreeuwden, doch
de barbaren gingen hun gang. Er
uit zou het komen en beantwoord
zou de vraag worden welke ze
gesteld hadden. Niemand echter
wist deze vraag#te beantwoorden
en degene die het kon, bleef rustig
en kalm en hield zijn mond. Kort
om alles liep weer op niets uit en
gelukkig werd er niet geschoten.
Omstreeks half 8 mocht een ieder
na ongeveer 5 uur gestaan te heb
ben, de marktplaats verlaten en
naar huis gaan vol van angst en
vermoeidheid Een 4-tal personen
werden meegenomen doch ook zij
kwamen na 8 dagen weer op vrije
voeten.
Jongens die in Duitschland zijn
werkzaam geweest, zijn ook allen
teruggekeerd.
Granaten zijn er alhier maar 3
gevallen, zij veroorzaakten geen
schade. w De VI was voor deze ge
meente een angstig monster. Den
ganschen dag was dit ding te hoo-
ren en te zien. Verschillende zijn
er dan ook in den omtrek gevallen
doch in de bewoonde gemeente geen.
Behalve eenige glasschade alsmede
eenige honderden dakpannen werd
ook hiermede weinig schade aan
gericht, wat werkelijk een wonder
mag heeten daar dit monsterachtige
beest dikwijls de gemeente met een
ramp bedreigde Wij kunnen daarom
gerust zeggen Brakel heeft het er
bijzonder afgebracht.
Veel evacué's heeft zij ontvangen
en werden ook als zoodanig be
handeld. Hierover zal of kan dan
ook niemand klagen en de meeste
evacué's, zoolang deze in Brakel
zijn geweest, zijn met een dankbaar
hart vertrokken.
Soldaten zijn alhier vanaf vorig
jaar September tot d% capitulatie
onafgebroken geweest. De eene tijd
meer als de andere en de een beter
als de andere, maar een goede was
er nimmer bij. Hoe gelukkig was
men als de mof maar weer de deur
uit was.
Omstreeks Kerstmis was het hier
met soldaten wel het drukst. Toen
moesten zij naar Parijs. Dikwijls
vnimvvw rr