Opbouw van Heusden en zijn omgeving. Hoe verschillende plaatsen in onze omgeving den oorlog doorstonden Het Land van Altena in zijn isolement teruggestooten. Officiëele mededeelingen Gewestelijk Arbeidsbureau 's-Hertogenbosch waarin opgenomen„NIEUWSBLAD voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard" 2E JAARGANG, NO. 46 VRIJDAG 1 "7 AUGUSTUS 1945 Umd van altéKA Uitgever: K. VELTMAN te Drunen Algemeen Redacteur: J. H. ROZA te Heusden Drukkerij: FIRMA L. J. VEERMAN te HeusdeH Verschijnt Maandag en Vrijdag Abonnementsprijs: f 1.95 per 3 maanden; per week 15 ct.losse nummers 10 ct. Advertentiën 20 cent per regel Met genoegen heb ik en vermoede lijk velen met mij, Vrijdagavond j.l., het radiopraatje beluisterd van onzen Minister-president Prof. Dr. Schermer- horn, waarin hij sprak over den op bouw van ons land en [de werking uiteenzette van het Commissariaat Noodvoorziening voor getroffen ge bieden. Deze instantie is in het leven geroe pen om de nood voor onze getroffen landgenooten, die met de komende winter weer ernstiger gaat worden, zoo snel mogelijk te lenigen. Zij is voor de taak gesteld medische hulp te bieden, de wederopbouw te verzorgen en in huishoudelijke ar tikelen te voorzien, kortweg alles te doen, opdat niemand in het strenge seizoen door honger of koude zal lijden. Wat de wederopbouw betreft, was de min.-presidentgedwongen, nogmaals 'n beroep te doen op degenen die wachtgeld of uitkeering genietende, langs de straat hun tijd verdoen. Hij wees op een protest van Canadeesche soldaten in hun "lijfblad na een uitnoo- diging om mee te helpen bij onze oogst. Zij weigerden hulp zoolang Nederlanders langs de wegen slente ren, en terecht. De Regeering aarzelt zoo noodig niet met hier een arbeids- dwang toe te passen als een juist be roep op de nationale plicht mocht falen. Ieder weldenkend Nederlander zal het met deze woorden eens zijn. Om Nederland te doen herrijzen is het no dig dat er op elk gebied en elk terrein wordt aangepakt en hard wordt ge werkt, zonder dat komen wij er niet. Vooral de gebieden die zwaar door het oorlogsgeweld zijn geteisterd en waartoe Heusden en het Land van Heusden zeker gerekend mag worden, is het noodig dat er snel en met kracht wordt aangepakt. Immers we gaan het najaar tegemoet, de tijd van slecht en guur weer en daarna volgt de win ter met sneeuw en koude, die door alles heendringt, zelfs al zijn de huizen en daken in behoorlijken toestand. Hoe zal het dan zijn, als de woningen in een toestand blijven verkeeren als waarin dat met de meesten nog het geval is. Als men Heusden eens rondwandelt, dan bemerkt men nog niet veel van opbouwen en bepalen de werkzaam heden zich hier nog steeds in hoofdzaak tot afbreken en opruimen en dat, ter wijl Heusden toch ook reeds meer dan drie maanden vrij en meer dan negen maanden bevrijd is. Legt men zijn oor te luisteren, dan hoort men herhaaldelijk de klacht dat het afbreken zoo uiterst langzaam op schiet en dat terwijl het zoo hoog en hoog tijd wordt, dat men eens begint met het dichtmaken van daken en ga ten in de muren, die door granaten zijn veroorzaakt. Wat is de oorzaak dat het werk niet beter opschiet, is het waar dat de ar beiders werkschuw zijn, of deugt soms het systeem van werken niet, zooals ook wel beweerd wordt. xMen beweert n.l., dat het afbreken geschied volgens het z.g. vliegveldsysteem. Het systeem waarin een aannemer met een ploeg werkvolk de noodige werkzaamheden verricht, waarbij deze aannemer het toezicht uitoefent en voor zijn be moeiingen een zeker percentage van het uitbetaalde loon geniet. Een sys teem dus, waarbij het belang van den aannemer vordert, dat het werk zoolang mogelijk duurt en afkomstig van de moffen. In de bezettingsjaren was dit wel het juiste systeem, doch thans dient er anders gewerkt te worden. Thans dient zoowel van aannemer als werk man de uiterste krachtsinspanning te worden verlangd. Worden de parti culiere aannemers ter plaatse of uit de omgeving ingeschakeld, dan, d,eze staan er borg voor, zal het werk vlugger opschieten dan thans het geval is. Wij hoorden dezer dagen nog een particu liere aannemer beweren, als men ons had ingeschakeld, zou het afbreken met minder arbeiders reeds lang voltooid zijn geweest, een bewering, die door allen die de puinruimers aan het werk hebben gezien, zal worden beaamd. Wie verantwoordelijk is voor het systeem van werken, weten wij niet, doch wij zijn van meening dat met dit systeem zoo spoedig mogelijk dient te worden gebroken. De tijd dringt, wil men er nog wat van maken, dan moet er worden aan gepakt. Hoort men onzen Minister-president dan voelt men het aan, hier spreekt een man, die het goed met ons land en ons volk voor heeft en het is plicht van ieder rechtgeaard Nederlander, zich achter hem te scharen en in de door hem aangegeven richting mede te werken. Daarom, mede aangepakt, Nederland immers en dus ook Heusden en zijn omgeving, moet en zal herrijzen. AALST. Toen half September de schepen op de Maas voor Aalst beschoten werden en de vliegtuigen soms boven dit dorp het vuur op de schepen openden, deed Aalst zijn eerste oorlogservaring op. Gelukkig bleef het bij het angstwekkende geknetter van de boordwapens en zijn er bij deze aanvallen geen ongelukken gebeurd. Vanaf begin November echter, toen Bra bant van de moffen gezuiverd werd, kwa men er in Aalst soldaten. Vermoedelijk doordat dit dorp niet direct aan het front lag, waren hier soms zeer veel duitschers. Zij werden veelal ingekwartierd met de onaangename gevolgen hieraan verbonden. Ook kwamen hier veel troepen door welke via het veer Aalst-Vee i, Altena introkken en terug. In het laatst van December kreeg Aalst zijn eerste granaten, hierdoor werden gebouwen beschadigd. In dezen tijd waren er ook bijzonder veel duitschets in 't dorp. Het waren allen valschermjagers. Deze zeldzame schoftjes waren blijkbaar vastbe sloten om een demonstratie te geven hoe goed zij wel stelen konden, niets was dan ook veilig meer voor hen. De eerste Vrijdagmiddag in Januari zag het er echter voor dit dorp niet zoo mooi uit. Er stond geschut op de waard en vliegtuigen cirkelden boven het dorp om het op te zoeken, waarop de geallieerde artillerie het geschut begon te bestoken. Gelukkig vielen de granaten op de juiste plaats, nl. bij de moffen, waardoor er in iet dorp geen ongelukken gebeurden. He- aas werd toch nog een inwoner van Aalst gewond, waaraan hij later is overleden. Toen half Januari Wijk en Nederhemert moest evacueeren, dreigde Aalst overbevolkt te worden, temeer daar in December reeds inwoners van naburige dorpen hierheen waren gekomen. Den geheelen dag zag men menschen sjouwen met karretjes, beladen met het hoogstnoodige dat zij mee konden nemen. Velen hebben toen in Aalst een onderkomen gevonden. Het was den duit- schen commandant klaarblijkelijk een doorn in het oog dat er zooveel menschen in Aalst waren, dus begon hij het den inwoners on draaglijk te maken. Alle mannen tusschen de 18 en 50 jaar moesten zich melden om te werken. Gedreigd werd met evacuatie van het dorp, wanneer men niet kwam. Velen moesten zoodoende tegen hun zin gaan werken, zooals kachelhout hakken, aardappelen schillen, prikkeldraad stelen, enz. Ondanks dat door het gemeentebestuur al het mogelijke gedaan was, zooals het opgeven van valsche lijsten, enz. kwam de evacuatie toch. Eerst moesten de niet-ingezetenen ver trekken, daarna zou Aalst volgen werd er beweerd. Gelukkig is het zoover niet ge komen. Helaas werden de evacuées gedwon gen te vertrekken. D.w z. van de 800 eva cuées zijn er slechts 320 weggegaan. De overigen hadden een vergunning weten te krijgen of doken onder. Via Zaltbommel en Schalkwijk ging het naar Friesland. Het was een droevig gezicht deze colonnes te zien voorbijgaan. Ouden van dagen en kin deren mochten meerijden, de rest moest naar Schalkwijk loopen, want er waren geen voertuigen genoeg. Daarbij was het nog bitter koud en de wegen waren slecht. De zorg voor deze geëvacueerden was opge dragen aan den heer E. P. van Ooyen, welke zoo goed als mogelijk was voor deze menschen gezorgd heeft, door voor voedsel en onderkomen in Schalkwijk te zorgen in afwachting van den trein welke hen verder zou brengen. Eenige dagen later zag Aalst een ander groepje personen weggaan, ditmaal onder strenge bewaking. 13 personen uit Aalst werden van sabotage verdacht en op trans port gesteld naar Geldermalsen, waarheen zij moesten loopen. Weer enkele dagen daarna werden 7 personen, w.o. 2 dames, opgebracht. Deze personen werden er van verdacht lid te zijn van ren ondergrondsche organisatie. Na eenige weken keerden allen op 2 na terug. Vele licharrfelijke pijnen hadden zij van die duitsche beulen moeten ondergaan, maar zij waren gelukkig nog in leven en thans weer vrij en in hun eigen dorp. Daarna wist de heer R. van Ooyen nog te ontsnappen. De hjeer E. P. van Ooyen is echter helaas niet teruggekeerd. Dit is bijzonder tragisch, want hij was wer kend lid van gï ondergrondsche en heeft gedurende der. bezettingstijd bijzonder veel gedaan voor ^e onderduikers er voor 't iL legale werk in deze omgeving. Waar en hc hij is terechtgesteld of vermoord is tot op heden nog niet bekend. Dat ook deze held rusten mag in vrede is ons aller wensch. Begin Maart kwam er wederom geschut in Aalst. Dit heeft daar bijna drie weken gestaan. Wanneer de duitschers echter scho ten, kwam er bijna altijd direct antwoord terug. Hierdoor zijn helaas slachtoffers te betreuren. Op Goede Vrijdag begon het er echter leelijk uit te zien. De duitschers hadden weer eens gescho ten en de geallieerden bleven hierop na genoeg den geheelen dag en nacht terug schieten. Zaterdagsmorg ns was het eenige uren rustig, maar 's middags begon het op nieuw. Salvo na salvo sloeg in Aalst in. Tegen den avond werd het bijzonder erg. Wolken kruitdamp stegen in Aalst op en steeds kwamen er maar weer andere grana ten. Daarna werd het even rustig, maar onverwachts kwam er een nieuwe aanval welke in hoofdzaak in de omgeving van de zgn. „machiendijk" was gericht. Toen het even rustig werd vluchtten na genoeg alle bewoners in haast het dorp uit. Oude menschen en kinderen liepen wat zij loopen konden om weg ie komen, allen gingen in de richting van Zuilichem en Poederoijen. Slechts een deken of een jas en wat eten konden zij meenemen. Er was nl. geen tijd te verliezen want elk oogen- blik kon het. bombardement opnieuw los barsten. 's Nachts en le Paaschdag werd er ook nog geschoten, terwijl aan den avond van dezen dag het geschut vertrok. Het was den duitschers zeker te gevaarlijk geworden. Vele huizen liepen in deze dagen schade op en er werden 13 personen gewond en 1 gedood. Enkele dagen bleef het rustig zoodat velen terugkeerden, 's Woensdagsavonds echter kwamen plotseling 12 labo's aange vlogen. Zonder eenige aarzeling doken de vliegtuigen op het dorp, waarin zich thans geen duitschers bevonden. 8 minuten lang werd Aalst aangevallen. Vele bommen werden afgeworpen en steeds weer opnieuw ratelden de boordwa pens. In het dorp brandde het. De familie Sterk werd bijzonder zwaar getroffen. Vier leden van dit gezin werden zwaar gewond, terwijl mej Schreuders welke in hetzelfde huis woonde, gedood werd. Van de stoffe lijke resten van dit slachtoffer werd niets meer gevonden. De heeren W. en A. van Ballegooijen waren direct op de plaats van het ongeval, waar zij de slachtoffers de eerste hulp verleenden. Een woord van lof voor deze mannen is hier zeker op zijn plaats. Hierna werd het eenige weken rustig in het dorp. Doch daarna begonnen de duit schers met hun vernielingen. De bruggen in het veld en de dijken werden opgebla zen, waardoor Aalst zoo goed als geisoleerd werd van zijn omgeving. Kort daarna kwam de capitulatie welke een einde maakte aan den oorlog en ook aan het onderduikers- bestaan van vele jongemannen uit deze gemeente. Het Land van Altena behoort tot een van de vruchtbaarste gedeelten van de provincie Noord-Brabant, maar ligt besloten tusschen groote rivteren en in den grooten verkeers- keten, die dit gebied met het Noorden en Zuiden verbond, vormden enkele gedeelten een zwakken schakel, en wel de pontveren bij Gorkum |en Keizersveer, terwijl de smalle, bochtige traverse door Nieuwendijk, even eens een bezwaar was. Het isolement van het Land van Heusden en Altena werd echter grootendeels verbro ken door den bouw der nieuwe prachtige brug bij Keizersveer, een feit van groote beteekenis. Als probleem bleef er nu nog het pontveer Gorkum Sleeuwijk, waar wel meestal twee ponten in de vaart waren, maar de intensiteit van het moderne weg verkeer was te groot, dan dat dit verkeer door het ontbreken van een vaste verbin ding alhier, er geen stagnatie van zou on dervinden. [et verlangen van het Land van Altena leef dan ook steeds gericht op de constante tommunicatie met de gebieden ten Noorden jan de provincie Noord-Brabant. Het scheen, dat dit verlangen zou worden •evredigd en de oplossing van het probleem zou gevonden worden door den bouw eener nieuwe Merwedebrug. De Merwededijk werd verzwaard te Sleeuwijk, maar de oorlog ver hinderde de voltooiing van dit werk. Een zitting werd gehouden vanwege de Ged. Staten van Zuid-Holland, voor het aanhoo- ren van bezwaren inzake de te bouwen brug. De opritten werden gebouwd en de Hooge Merwededijk slingert nu door den oprit heen, als door een hollen weg. De oorlog heeft de verdere uitvoering van het voorgenomen werk verhinderd. De opritten liggen nu tot stellingen vergraven te wachten, tot de plannen opnieuw zullen worden opgevat, wat nog al eenigen tijd kan duren. Intusschen onderhouden de veerponten te Sleeuwijk en Woudrichen een vrij regel matig verkeer met Gorkum. Maar de bruggen te Keizersveer, te Heus den en de brug naar het Eiland Nederhe- mert liggen verwoest, de vaargeul gedeelte lijk versperrend in het water, zoodat men kan zeggen, dat het Land van Altena op nieuw in zijn isolement is teruggestooten. En hoelang zal het duren, voor deze ver bindingsschakels weer hersteld zullen zijn! Vooral de brug te Keizersveer, een mo numentaal bouwwerk, is zoogoed als geheel vernield. De brugpeiler in de rivier is ook zwaar beschadigd en de overtocht heeft hier pl ats met een kleine pont, getrokken door een motorboot, die slechts een paar auto's tegelijk kan overzetten. Geen wonder, dat hier meestal een eindezooze file vrachtwa gens zijn beurt moet afwachten voor den overtocht. Zware Geallieerde voertuigen, kraanwagens b.v. kunnen hier in het geheel niet worden overgezet en moeten den langen omweg over Hedel maken, waar nog niet lang geleden een schipbrug is geopend met éénrichting-verkeer. De Heusdensche brug is gelukkig minder sterk vernield en de eenige pijler in de ri vier is zoo goed als intact gebleven, even als die voor de brugspanningen over de uiterwaard. Men is hier thans bezig met den bouw van een grondig vernielden landpijler en naar men beweert, hoopt de firma Kloos te Kin derdijk, die de herstelwerkzaamheden hier aannam, nog voor 1 Januari 1946, de brug te hebben herbouwd. Alsnog wordt de rivierovergang bewerk stelligd door roeibooten. Thans is evenwel een aantal arbeiders bezig met den aanleg van een toeleidenden weg naar het geïmpro viseerde «bruggehoofd", breed genoeg voor de passage van vierwielige voertuigen. Men hoopt binnen zeer korten tijd hier een flinke veerpont in de vaart te brengen, wat inderdaad al weer een stap vooruit zou beteekenen en den weg van uit het Land van Altena voor het zvtaardere verkeer aanmerkelijk zou verkorten. De brug naar Nederhemert, met de beide brugwachterswoningen aan de eindpunten, is ook vernield. Van de huizen wijzen al leen nog een paar rampzalige puinhoopen aan, waar ze eenmaal stonden. Deze zijn nu dus radicaal vernield. In 1940 bepaalde de verwoesting dezer huizen zich meer tot glasschade en schade aan het interieur. De doorvaart, die hier mogelijk is, wordt echter nog wat belemmerd door een voor de moffen op den Scheepswerf van De Haan en Oerlemans te Heusden gebouwd schip, dat bij het juist gereedkomen en in de vaart brengen, door Geallieerde bommen tot zinken werd gebracht. Herstel dezer brug, zou den weg naar Zaltbommel vrij maken. Ook hier kan men per roeiboot worden overgezet. Wanneer de toeleidende weg tot het veer van Heusden gereed is, was het ook wenschelijk, dat de vele kuilen en putten in den Hoogen Maasdijk werden gedicht. Een groote verbetering is hier, dat men het dijkfragment bij de Ned. Herv. Kerk te Aalburg aan het verbeteren is. Ook te Wijk zijn de stellingaten gedicht en we vertrouwen, dat zoo langzamerhand de dijk geheel in goede conditie zal wor den gebracht. Laten we hopen, dat het Land van Al tena, dat door het oorlogsgeweld opnieuw is geïsoleerd, binnen niet al te langen tijd, weer uit dit isolement zal zijn verlost. Bijkantoor Almkerk. Het is niet onmogelijk, dat men, wat betreft de vergunning tot het aannemen of ontslaan, thans niet precies meer weet, waar men aan toe is. Het zal daarom goed zijn, dat betrokke nen hun aandacht schenken aan het vol gen de 1. Zonder toestemming van het Arbeids bureau kan de werkgever ontslag geven, indien een dringende reden in den zin van artikel 1639 p aanwezig is. 2. Zonder toestemming van het arbeids bureau kan de werknemer ontslag nemen, indien een dringende reden in den zin van artikel 1639 q aanwezig is. Hierbij zij aangeteekend, dat, indien een der beide partijen het er niet over eens is of het motief waarom ontslag wordt ver leend of waarom ontslag wordt genomen,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

De Sirene | 1945 | | pagina 1