De toestand in Oost-lndië. Hedel toont dankbaarheid. In de kerkruine van Almkerk. waarin opgenomen„NIEUWSBLAD voor liet Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard" Historische notities over enkele plaatsen in het Land van Heusden en Altena. Hoe verschillende plaatsen in onze omgeving den oorlog doorstonden. 2E JAARGANG. No. 75 MAANDAG 26 NOVEMBER 1945 van ALTtHA Uitgever: K. VELTMAN te Drunen Algemeen Redacteur: J. H. ROZA te Heusden Drukkerij: FIRMA L. J. VEERMAN te HeusdeH Verschijnt Maandag en Vrijdag Abonnementsprijs: f 1.95 per 3 maanden; per week 15 ct.losse nummers 10'ct, Advertentiën 20 cent per regel Advertentiën en berichten worden ingewacht: Voor het Maandagnummer tot Zaterdagmorgen uiterlijk 10 uur; voor het Vrijdagnummer tot Donderdagmiddag uiterlijk 2 uur Een officieel comminique van 't re- publikeinsche ministerie van voorlich ting bevestigt het bericht, dat de be spreking die voor Donderdagavond was voorbereid tusschen de republikeinen en Van Mook, door de republikeinen is uitgesteld omdat volgens hun zeggen de Nederlanders de vrede onder die Indonesische bevolking verstoren. De republikeinsche regeering, aldus het com munique, verklaart dat zoolang de Ne derlanders hun huidige houding hand haven, hét haar niet mogelijk zal zijn aan eenige bespreking met Nederlanders deel te nemen. De regeering verklaart zich in het communique bereid met de Britten te onderhandelen. Generaal Dempsey, opperbevelhebber der geallieerde landstrijdkrachten in Zuid-Oost-Azië is in Batavia angeako- men, waar hij met de plaatselijke com mandanten besprekingen zal voeren over den toestand daar. Naar een woordvoerder van Britsche zijde mededeelt, is nog niet beslist, waar de inheemsche troepen uit het K.N.I.L. die zooals gemeld is, Batavia moeten verlaten, heen gezonden zullen worden. Het is geruimen tijd betrekkelijk rus tig geweest in Bandoeng, maar thans begint er ernstige onrust te heerschen. Blijkbaar zijn de extremisten vast beslo ten het werk van de Rapwi te belemme ren. Zij trachten de voedselbevoorrading af te snijden door winkeliers en de boeren te intimideeren. Er wordt nog steeds gemoord en menschen worden weggevoerd. De Europeesche bevolking van Ban doeng, die gedurende de afgeloopen maanden door de komst der geëvacueer- den tot ruim zestigduizend is toegeno men bevindt zich in hoe langer hoe hachelijker parket, gezien de met den dag stijgende terreur en verslechtering van den voedseltoestand. Intusschen maakt Bandoeng hoe lan ger hoe meer den indruk van een stad die zich voorbereid op straatge vechten, b.v. door de aanwezigheid .van prikkeldraadversperringen, bewaakt door mitrailleurnesten bij de voornaamste kruispunten der wegen, terwijl de in gangen der groote hotels en gebouwen door zandzakken beschermd zijn. Tot dusverre heeft men den toestand goed in de hanld en zijn er geen teeke nen die wijzen op dreigende verslech tering. Het bepierkt aantal troepen dat Ban doeng beschermt, maakt de autoritei ten bezorgd. Hedel aan de Maas gelegen in de Bomme erwaard tu^s:hen Maas en Waal, behoort met de Be.uwe tot de van natu re rijke rivierkleistreken. Het was een echt deltaland, dat door de voortdu rende o er t oomingen der rivieren zijn natuurlij e beme ting kreeg. Het woord „Betuwe", be.eekent oorspronkelijk zelfs „rijk land". Men moet zich voorstellen, dat tot plm het jaar 1000, dit land een land was van kreken en rivierarmen, die telkens een anderen loop namen, dus veel doode rivierloopen achterlieten. Veel is over deze zeer veelvuldig voorkomende oude rivierloopen geduren de den oorlog door systematisch bodem onderzoek in de Bommelerwaard duide lijk geworden. Tijdens dit onderzoek vond men door eenvoudige grondboringen een verras send groot aantal (plm. 200 resten van Romeinsche cultuur, als scherven enz. Pas plm. 1000 begint men met de eerste verhoogingen langs de rivieren! aan te leggen, die later zullen uitgroeien tot onze machtige rivierdijken. Hoe wei nig stabiel die eerste rivierdijken waren, moge overduidelijk worden door de we tenschap, dat Hedel pas in 1421 (St. Elizabethsvlced) „voor goed" aan de Maas komt te liggen. Voor dien liep de Maas zuidelijker, zoodat de plaatsen, als Engelen, Bokhoven, Heusden, aan den rechtier Maasoever lagen. Pas na dien komen overstroomingen minder vaak voor. Dat ze voorkomen, bewijzen onze wielen (draaikolken, denk aan 't Engelsche woord towheel is draaien, de Wielingen langs de Belgische kust, ons woord wiel) dat zijn meertjes als resten van dijkdoorbraken, die binnen dijks liggen en nog van recente tijden zijn. Met het zeldzamer worden der overstroomingen geniet onze streek de voordeden, maar ook de nadeelen, die daaraan verbonden zijn. De nadeelen zijn, dat dit van nature rijke land aan roofbouw begint. Zoolang het land als weiland gebruikt wordt is dat min der het geval, omdat de koe voor na tuurlijke bemesting blijft zorgen. Maar wanneer het land gebruikt wordt als bouwland of als hooiland, waarvan het hooi naar elders wordt verkocht, begint de uitmergeling van den grond, waar door de van nature zoo rijke deltagron- den zeer langzaam aan armer en armer worden. Dit proces heeft overal in de wereld plaats gehad, wanneer een be schaving, een cultuur, een land „in cultuur" bracht. Dit proces is zeker mede van invloed geweest op het verdwijnen van culturen in de Oudheid. Daar, waar een bescha ving zich vestigde in een delta, zien wij die cultuur zich meer of meer handhaxen, wanneer men niet poogt of er slechts onvoldoende in slaagt, de rivieren binnen de dijken te houden, zooals in Egypte en China. Dit verarmingsproces van den bodem moet in de Bommelerwaard in sterke mate hebben plaats gehad gedurende de eeuwen. Men ziet dan ook tarwe en suikerbieten hoe langer hoe meer vervangen worden door rogge en aard appelen. Pas met de komst der kunst mest kon aan de bodemverarming een einde komen. Doordat evenwel de re sultaten van moderne landbouwtechniek (kunstmest, betere afwatering van la gere gronden, enz.) beter te demon- streeren zijn op de van nature onbruik bare zand- en heidegronden, dan op de altijd veel rijkere rivierkleistreken, zien we dat de boeren langs de rivieren minder met hun tijd meegaan en voor- loopig achterblijven in kunstbemesting, aanschaffen van moderne landbouw-en weilandwerktuigen, en later ook bij de oprichting van coop, vereenigingen, ooe- ren lee nb a nke nveef okve reen i gi n gen aanschaffing van beter poot- en zaai goed, volgen van landbouwonderwijs, enz. enz. Bij dit meer of minder met den tijd meegaan spe en toevalligheden een groo te rol. Zoo kan van een flinken boer, die met het nieuwe meegaat of van een pastoor of domiree, d:e zich voor den b e-envooruitgang interesseert, een machtige invloed uitgaan. Dereeojke voorbeelden hebben in de Bomme erwaard o tbroken. Gelukkig is er de laatste jaren de Rijkslanclbouwvoo 1 chtin sd'en t, die zeer actief werkzaam is in de Bomme lerwaard. Mede daaraan danken wij het, dat er de laatste jaren een groote verandering ten goede viel op te mer ken. Geselecteerd pootgoed vond steeds meer toepassing, groenvoersilo's zagen we steeds meer verschijnen. Men was begonnen met betere veefokkerij. Helaas is de prima sfer, die meer dan f 5000 kosFe, door de duhschers geslacht. Men had het plan, dat beest te gebruiken voor de moderne kunstmatige bevruchting, waarmee de heele streek zou zijn gebaat geweest, en waarvoor de noodige aanschaffingen al waren ver richt, maar door den oorlog helaas verloren gegaan zijn. Dankbaar zijn we dan ook voor de toezegging van f 12000 uit uw Rijn streek, welk bedrag toegezegd is aan de Commissie Veeteelt in de Bommeler waard. Deze commissie zal de door den oorlog afgebroken draad weer opvatten en een fonds vormen waaruit het mo gelijk zal zijn de veefokkerij in goede banen te leiden, aldus een „Brief uit Hedel", gezonden aan gemeenten in de Rijnstreek, die o.a. deze gemeente adop teerde. II. In het welbekende café-Dekker is het warm, en als altijd goed. Ik vertel van mijn vondst. Er is hier ook een Clootwijck-Hceve, hoor ik. Oud? Ja, heel oud. Dan meet ik er heen. Het is niet ver van Almkerk. Aan den weg naar Woudrichem. Wat een oud gebouw. Oud en mooi! Op den gevel lees ik: 1618. Zou ik aankloppen? 't Is Brabant, dus 't zal wel goed zijn. Ja, de ontvangst is best. Ik krijg inlichtingen (en thee). Op die plek stond al een woning, of kasteeltje, tij dens den St. Elisabethsvloed, 1421. En wat lees ik hier nu? Dat een poosje vóór 1300 een zekere Adriaan van der Merwede zich van Clootwijck ging noe men, naar zijn bezitting. Dat is niet vreemd. De zoon van Oldebarnevélt noemde zich later Groenevelt en Stou- tenburg! Vandaar, dat de Meeuwensche en de Almkerksche steen beide teen wa pen met 15 geldstukken vertoonen! De stamboom der van Clootwijcks gaat terug tot vóór 1300! Ik kijk vanuit het venster van dit oude huis naar buiten. Wat een wijd land! Wat een geschiedenisEen groo te vloed uit het Westen, in 1421, de Franschen uit het Zuiden, in 1795, de Beschermers uit het Oosten in 1940. Uit het Noorden, uit Gorinchem, kwam Hugo de Groot als vluchteling in 1621 door deze streek. Twee eeuwen tevo ren was Jacoba van Beieren door dit land getrokken, ook al min of meer als vluchtelinge, en begeleid door Dirk van der Merwede, wiens grafsteen ja renlang in een hok in Meeuwen heeft gelegen... Ik kijk nóg eens uit het raam. Daar staat althans de zware oude, fraaie Woudrichemsehe toren nog. Geheel berooid zijn we op dat gebied nog niet. Maar we moeten zuinig zijn op al onze monumenten. En het bleek mij, dat de Almkerksche notabelen dat ook inzien, en gaarne zullen medewer ken. In Gorinchem teruggekomen, sla ik een boek op over... Geertruidenberg. Waarom? Ik weet het niet. Ik lees over de Hervormde Kerk aldaar. Maar wat staat daar? Een grafzerk van Pie- ter van Clootwijck Jansoon. Dat moet wel een zoon geweest zijn van den man, wiens beeltenis in Almkerk onder het puin lag. Hij sterft 1596. Dat klopt met den tijd. Hij was o.a. „dyekgrave" van het Land van Altena. Dan ligt er een Elisabeth van Clootwijck. Zou die niet genoemd zijn naar de Almkerk- scne grootmoeder Ik keer nog even in gedachten naar Almkerk terug. Er lag daar óók een zerk van Geysbert Beket. Geen jaar tal. Nets. Alleen de naam. De Gemeente-Secretaris is zoo vrien delijk mij mede te nemen naar het gemeentehuis. Ik mag een uurtje bla deren in het Boek met de Resoluties! van het vroegere gerecht. Ik lees de namen van edelen... In 1560 is een van der Stael, Ambachtsheer van Sleeu- wijk. Die naam doet mij natuurlijk den ken aan de pasgevonden Werkendamsche steenen. En ja, in 1748 is een Gijsbert Beket schepen van Almkerk. Wat een forsche handteekening zet hij onder de besluiten! En zie nu zijn handteekening van 1773. Het is de trillende hand van een oud man... Ik vind verder bekende namen: Voor den Dag,... Als ik dank baar voor de welwillende ontvangst, af scheid neem, is het in de hoop hier nog eens te mogen zoeken in dit oude land, dat welvaart gekend heeft, maar ook, èn in 1421 èn in de jaren 1944- 1945, gruwelijke verwoesting over zich zag komen. Moge het zich, door Gods goedheid, spoedig herstellen van de ge volgen van de jongste rampen. G. J. SWANBORN. Grinchem, Nov. 1945. WIJK. i Bij de vermelding van personen di-a zich voor de ingezetenen zeer verdiens telijk hebben gemaakt en hun lijden zoo\eel mogelijk trachtten te verlichten is tot onzen spijt den naam vergeten van den tegenwoordigen dokter J. Aa- nen. die als plaatsvervanger van dokter Coster v. Voorhout optrad en later1 diens praktijk overnam. Tevens deelde men ons nog mede, dat in de week! van 5 November door het duitsche Roode Kruis een vijftal gewonden, waar- oncer geestelijken uit N euwkuijk en Vlij-' men naar hier werden overgebracht. De duitschers weigerden deze ge wonden verder te vervoeren. Door de bemoeiingen van dokter Coster en zijn echtgenoote en ingezetenen, die daar voor benzine beschikbaar stelden, zijn deze gewonden toen naar het ziekenhuis! te Goiinchem vervoerd. Aalburg vormt met Wijk één gemeen te. Oud/tijds moet te Aalburg pen oud 'adellijk slot gelegen hebben, met den tiaam „Op den Berg"., Het moet een toevluchtsoord een vrijplaats zijn ge weest voor „manslagers". Groot is het dorp nooit geweest. Voor een eeuw tel de het maar 400 inwoners. Rampen zijn Aalburg niet bespaard gebleven: in 1767, in de zomermaand teisterde een zware hagel het dorp, waardoor de oogst zoo goed als geheel werd vernield en bijne alle huizen zon der glas kwmen te zitten. Een nieuwe ramp trof deze gemeente! In 1809, toen een "hevige storm het overstroomingswater opz weepte Opnieuw werden tal van huizen be schadigd. Ja, sommiglen vielen in puin. Te Wijk waren „vruchtbare landerijen en lommerrijke wandeldreven." Van Veen vonden we vermeld, dat het „zeer lief aan de Maas gelegten" is, en dat de overzijde een fraai uitzicht aan dit dotp schenkt. Vóór honderd jaar telde Neer-Andel slechts 250 inwoners, Op-Andel 400. Het is niet „onbevallig aan den Maas dijk gelegen." In dien tijd werd er te Giessen jaar lijks nog „een beroemde paardenmarkt" gehouden. Gebleven is hier slechts de herinnering. Wel werden nog langen tijd kramen opgeslagen op het terreini der v.m. markt, waar geen paarden meer werden aangevoerd, maar door den oorlog is ook deze gewoonte verdwe nen. Rijswijk was al in de 7e eeuw be kend, door het optreden van den evan gelieprediker Suitbert. Deze toch wijdde hier in 698 de kerk in. Eertijds was Woudrichem een ver sterkte plaats: de stadswallen liggen er! nog, al zijn de stadsgrachten vervuild. Later geraakte de plaats in verval, maait in 1830 en 1831 is Woudrichem door de „vrijwillige artilleristen weder in eenert on winbaren staat gebragt". Ook W. be stond al in de 7e eeuw, daar Suitbert ook hier een kerk inwijdde. In 1418 sloot Jan van Beieren hier vrede met Jan IV van Brabant, onder bemiddeling van Filips den Goeden. Als rampjaar voor Almkerk vonden wé opgeteekend 1826, toen een vrees©-* lijke brand een groot gedeelte der giep meen te in de asch legde. In vroeger eeuwen lag het in de bedoeling van Genderen een stad te bouwen. Daarop zouden nog de breede straten wijzen, die op een plein uitloo- pen. vEenals te Aalburg vernietigde ook hier de zware hagel de hoop des land- mans. Meeuwen was vroeger bekend door den hop- en vlas teelt, terwijl veel hooi, en rijshout werden verzonden. Evenals Genderen ging het goeddeels onder ia den St. Elisabethsvloed.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

De Sirene | 1945 | | pagina 1