Uit Heusden's geschiedenis.
Gemeenteraadsverslag
waarin opgenomen„NIEUWSBLAD voor het Land van Neusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard"
2e JAARGANG. NO. 84
VRIJDAG 28 DECEMBER 1945
UND VAN AlTENA
Uitgever: K. VELTMAN te Drunen Algemeen Redacteur: J. H. ROZA te Heusden Drukkerij: FIRMA L. J. VEERMAN te Heusden
Verschijnt Maandag en Vrijdag Abonnementsprijs: f 1.95 per 3 maanden; per week 15 ct.losse nummers 10 et, Advertentien 20 cent per regel
Advertentiën en berichten worden ingewacht: Voor het Maandagnummer tot Zaterdagmorgen uiterlijk 10 uur; voor het Vrijdagnummer tot Donderdagmiddag uiterlijk 2 uur
HET KAiSTEEL.
De geschiedenis van Heusden gaat
terug tot diep in het verleden en het;
is jaartal 857 dat in deze geschiedenis
met zwarte kool geteekend is: de woestje
sonen uit 't Noorden, Denen en Noor
mannen dringen de nederzettingen bin
nen en verwoesten ze. Dit is dan ook
de eerste vermelding van de stad Heus
den, die we opgeteekend vinden. Hoe
lang voor dien tijd de stad al bestaan
heeft weet men niet. Wel is bekend,
dat Heusden in den loop der eeuwen
steeds weer is vergroot en dat b.v. de
haven, die eerst buiten de stad lag,,
door ombouwing binnen .de stadsgrenzen
is getrokken.
Op sterken aandrang van den Graaf
van Hoorne, was men tevens overge
gaan tot het uitbreiden van Heusden
bij de Herptsche en Öudheusdensche'
poort, waardoor de positie der vesting
dus sterker werd.
Sommigen willen beweren, dat Heus
den juist aan den fatalen roof der
Denen, zijn naam dankt: Heus-Deen,
Heusden, maar anderen deelen mede,
dat de naam Hoesden telkens in oude
brieven voorkomt en dat deze naam
feitelijk: „Huizen" beteekent. Zij ver
wijzen dan naar den naam Hedikhui-
zen, wat dan oorspronkelijk zou be-
teekenen: huizen, gebouwd aan den Hei
dijk. Enkhuizen zou beteekenen: en
kele, hier en daar verspreid staande
huizen.
Hoe het zij: Heusden was in de
vroege oudheid een plaats, die zeer
gunstig was gelegen voor schippers,
kooplieden en visschers, omdat de ne
derzetting werd omspoeld door de Maas
en de .Oude Maas en vanzelfsprekend
vestigden zich hier vanouds hieel wat
menschen.
Het was dan ook geen wonder, dat
er te Heusden drukke markten werden
gehouden, waar zoowel de producten
der stad zelf als uit de omgeving!
werden aangevoerd. De veemarkt, die
gehouden werd, zuidwaarts van de ha
ven, terwijl een gedeelte van de Hoog
straat tevens als marktplein diende voor
de gewoné producten van landbouw,
veeteelt, enz.: Botermarkt. Van 1639
dateert de Vischmarkt, een otverdiekt
gedeelte van het groote marktplein bij
de Haven.
De stadshaven hierboven verm'eld,.
moet steeds geschikt zijn geweest voor
de binnenvallende schepen. Ter be
scherming dezer schepen werd de toe
gang tot de haven 's nachts door een
zwaren boom afgesloten. Ook bij de
Wijksche poort, de Waterpoort en in
den Wiel bij de Herptsche poort kon
den schepen ankeren. De naam „Demer"
dateert van het jaar 1622.
Onder de openbare gebouwen van
Heusden, die, volgens van Oudenhoven,
die ons de gegevens verleende, ook totl
versiering van de stad waren opgetrok
ken, nam het kasteel een belangrijke
plaats in. Vaak sprak men ook van den
„Burg". Ook dit kasteel was grooten-
deels door de Denen en Noormannen
vernield.
Eenmaal zaten op den Burcht te
Heusden gevangen Gosewijn de Wilde
en de kastelein van Medemblik, Ban-
jaert, die elkander beschuldigden. La
ter werden ze op last van Philips de
Goede overgebracht naar Loe veste in.i
Het kasteel droeg eertijds twee groo
te, uitstekende vierkante torens, waar
van de grootste in 1620 met een groot
gedeelte van het belendende bouwwerk,
in puin viel. Wat de oorzaak van de
ramp, waarbij drie arbeiders werden
gedood, terwijl nog enkelen zwaar ge
wond werden, is geweest, kon mfen
slechts bevroeden: waarschijnlijk waren
de muren te zeer verzwakt, door het
uithouwen van steenen, ten behoeve van
den inbouw van „kasges".
Op den burg zelf verhief zich een
hooge spits met omloop.
Het kasteel, dat buiten Heusden lag,
was van sterke constructie. Als Her
tog Albrecht van Beieren, Graaf van
Holland, in 1359 Delft belegert, be
legert, bevinden zich ook de riddiers
Gysbert van Nyenrode en Heer Jan
van Kervene, binnen de stad. Beiden
weten met hun manschappen echter te
ontkomen. Ze vonden een schuilplaats
in het kasteel te Heusden. Een jaar
lang wordt de burcht dan belegerd.
Eindelijk treedt de heer Otto van Ar-
kel als bemiddelaar op: Beide ridders
zouden het slot omgeven en binnen
twee jaar een pelgrimstocht doen naar
Jeruzalem om aldaar het Heilige Graf
te bezoeken.
24 Aug. 1680 vloog het kasteel van
Heusden in de lucht en werd het in
een droevigen puinhoop veranderd. De
bliksem had den grooten toren, waarin
buskruit opgeslagen was, getroffen. Een
donderende slag werd gehoord en de
toren en het grootste gedeelte van den
burcht werd verwoest. Verschillende wo
ningen in de buurt stortten in: 6 doo-
den waren er te betreuren. Anderen
werden vreeselijk verminkt onder de
puinhoopen vandaan gehaald. Bijna de
heele straat in de buurt van het kastCeel
was vernield en een diepe poel vol
zwart water, dat bruiste en borrelde
of het aan de kook was, wees de
vroegere plaats aan van liet voormalige
kasteel.
Ontzettend was een vrouw verminkt,
die op het oogenblik van de ramp
juist bezig was de koeien te melken:
de tong was door den hals heen naar
buiten getrokken, het lichaam geheel
opengereten en vaneengescheurd.
Van geluk mag nog gesproken wor
den, dat de ramp uitwerking van het
ontplofte buskruit niet naar de zijde
van de stad gekeerd was, maar naar
de wijde omgeving. De gevolgen waren
dan misschien niet te overzien geweest,
daar wellicht dan de heele stad zou
zijn verwoest.
De overgebleven toren van het kas
teel werd daarna voor buskruitmaga
zijn gebruikt.
Naast het kasteel moet het stad
huis van Heusden genoemd worden.
Van wanneer dit bouwwerk dagteekende,
vermeldde een gevelsteen:
Anno veerthien hondert tsestigh een,
Wierd geleyt de eerste Steen.
Vergadering van den tijdelijken gemeen
teraad der gemeente EETHEN op
Vrijdag 21 Dec. des nam. 4 uur, on
der Voorzitterschap van den Ed.Acht-
Heer D. A. v. d. Schans.
Afwezig de heer C. H. v. Everdin
gen.
Na opening van het formuliergebed
en het afleggen der vereischte eeden,
zegt de Voorzitter, dat dit de eerste
maal is dat de raad thans na de bezet
ting bijeen is, waardoor het bestuur
van de gemeente weer in democratische
richting gaat. Wellicht koestert men
geen befwondering voor de instelling van
den tijdelijken gemeenteraad, doch zal
van dezen gevraagd worden, om onze
zwaar getroffen gemeente naar beste
weten te dienen, moge God ons daar
bij leiden. Onze gedachten gaan uit
naar hen, die het leven in onzle ge
meente hebben 'verloren, de gedachten
gaan daarbij in de allereerste plaats,
naar W. Lankhaar, die gedurende lange
jaren raadslid en wethouder van de
gemeente is geweest. Spr. heeft jaren
met hem samengewerkt en heeft hem
leerèri kennen als een man van weinig
woorden ,doch met een helder verstand,
een man, waar men van wist wat men
aan hem had. Met groo/e dankbaarheid
zal spr. aan hem blijven denken.
Dankbaarheid past aan de overige
wethouders voor alles, wat zij voor
de gemeente hebben gedaan. In het bij
zonder wat weth. v. d. Beek, tijdens
spr.'s gevangenschap, in het belang van
de gemeente heeft verricht. Dez«e freéft
vaak moeilijke oogenblikken doorge
maakt, vaak is op zijn beleid critiek'
uitgeoefend, doch men bedenke dat hij
voor een zware en moeilijke taak stond.
Met vaste hand heeft hij gedurende
dien bangen tijd de gemeente bestuurd
en vast staat, dat door zijn houding
verschillende ingezetenen voor erger,
zijn bewaard. Spr. wil zijn dank be
tuigen voor hetgeen de heer v. d.
Beek, het college van Wethouders en
de raad voor de gemeente heeft ge
daan. Spr. hoopt en vertrouwt dat de
huidige raad in onderling vertrouwende
belangen van de ingezetenen zal dienen.
Hierna werd overgegaan tot de be
noeming van de wethouders. Bij de
eerste stemming verkreeg de heer G.
v. d. Beek 3, de heer A. D. v. Buunen
1, de heer H. v. d. Heuvel 1, terwijl
1 stem in blanco was uitgebracht. De
heer G. v. d. Beek was alzoo gekozen.
Bij de tweede stemming verkregen de
heeren A. D. v. Buuren en H. Vos
elk 3 stemmen, de daarop volgende
stemming had denzelfden uitslag. Bij
de herstemming, waarbij belanghebben
den zich van medestemmen onthielden,
verkreeg ieder 2 stemmen. Hierop werd
geloot en viel het lot op den heer
H. Vos. Beide wethouders verklaren
hun benoeming te willen aanvaarden,
waarbij beide heeren danken voor het
in hen gestelde vertrouwen.
De Voorz. wenscht hen hierop geluk
en zegt dat het college van B. en W.
grooter bevoegdheden zijn toegewezen,
dan den raad. Hun taak zal, gezien de
groote ellende waarin de gemeente ver
keerd, zeer zwaar zijn. Spr. hoopt pret
tig met hen samen te werken om zoo
veel mogelijk voor de gemeente te be
reiken.
Ingekomen stukken: Verzoek van B=
van Hemert om een bijdrage ingevolge
art. 13 der L.O.-wet, in de kosten
die hij moet maken, voor het bezoeken
door een zijner kinderen van de ULO
school. Eenzelfde verzoek van den heer
Groene veld te Heesbeen, voor een zij
ner kinderen, die een onderwijsinrichting
in Waalwijk bezoekt. Beide adressen
worden in handen gesteld van B. en
W. ter afdoening.
Verzoek van Mej. de Haan te Heus
den, om ontslag als verloskundige.
De Voorzitter merkt op, dat Mej.
de Haan een groot aantal jaren ook
in deze gemeente is werkzaam geweest
steeds tot ieders tevredenheid. Spr!.
heeft niets dan lof gehoord, vóórhaar
wijze van optreden, zij had steeds
een hooge roeping van haar taak en
spr. heeft daarover niets dan lof. Hij
stelt voor het gevraagde ontslag eervol
te verkenenAldus wordt bfesloten.
Besloten wordt voor de heffing van
schoolgeld het vermenigvuldigingscijfer
2 vast te stellen.
De gem.-begrooting wordt den raad
aangeboden, die tevens wordt verzocht,
in zijn geheel deze begrooting te on
derzoeken.
Rondvraag. De heer v. Buuren ver
zoekt den voorzitter, den raad zooveel
mogelijk met alles op de hoogte te
willen houden. Spr. is nieuweling, doch
wil zijn taak gaarne zoo goed mogelijk
vervullen en acht goede voorlichting
van bijzonder gewicht, met het oog
op de moeilijkheden, waarvoor de ge
meente staat. In het onderwijs is die
gemeente wel zeer zwaar getroffen en
hij hoopt dat B. en W. al het mogelijke
zullen doen, om dit weer zoo spoedig
mogelijk op gang te brengen, zoodat
het weer voor de volle 100 pCt. zal
functioneeren.
De Voorzitter zal de raadsleden gaar
ne steeds alle gewenschte inlichtingen
verschaffen. Wat het onderwijs betreft,
is spr. het geheel met den heer v.
Buuren eens. Het is eindelijk zoo ver
gekomen dat de school in Meeuwen in
orde is. Noodgedwongen moet deze
school evenwel ook gebruikt worden
voor de leerlingen uit Drongelen, die
naar deze school worden gereden. Hier
aan zijn bezwaren verbonden, die naar
spr. vreest, in de toekomst nog zullen
toenemen. Nu is door de kerkelijke
gemeente van Drongelen een noodkerk-
je uit Zwitserland geaccepteerd. Als er
geen bezwaren tegen bestaan, zou spr.
dit kerkje ook voor het onderwijs dienst
baar willen maken, waarvoor de ge
meente dan een geldelijke tegemoét-
koming zal hebben te verleenen. Spr.
moest in deze, kortgeleden een beslissing
nemen en is daarbij vooruit geloopen
op de beslissing van B. en W. en den
raad. Hij twijfelt er evenwel niet aan
of deze zullen hun medewerking willen
verleenen, om deze zaak opgelost tö
krijgen. Dank zij de bemoeiingen van
het hoofd der school te Bab.-Broek,
den heer v. d. Brugge, loopt daar het
onderwijs reeds vrij behoorlijk. Ook
de andere scholen zijn, dank zij die
hulp van de Vereen, van Nederl. ge
meenten ook weer op gang. Spr. be
tuigt zijn dank aan de colleges, die
de gemeente hierbij hebben geholpen.
De heer v. Andel vraagt of het gym
nastieklokaal te Bab.-Broek niet ge
bruikt kan worden voor de uitreiking
van bonnen. De Voorzitter zal dit met
de wethouders bekijken.
De heer v. Andel merkt op, dat de
brokstukken van het torentje te B.-Broek
nog steeds op het kerkhof liggen. Kan
niet bewerkt worden, dat dit torentje
er weer komt? De Voorzitter ant
woordt dat B.-Broek op de een of an
dere wijze weer zijn toren moet krij
gen. Iets zo o als het is gewjeest, zooi
mogelijk iets beters.
De heer v. d. Heuvel vraagt of er
geen verbetering gebracht kan worden
in het verkeer met het Zuiden. In dö
richting van het veer te Drongelenl
is de toestand nog hopeloos, dioch pok
de loswal te Genderen is moeilijk te
bereiken. De Voorzitter antwoordt, dat
over de kwestie van het veer te Dron
gelen reeds herhaaldelijk is gecorres
pondeerd. Ook Waalwijk's Belang heeft
zich er mede gemoeid. De beloften, dip
worden gegeven zijn goed, doch daar
blijft het bij. Ook de brug bij de
oude boterfabriek zou in orde gemaakt
kunnen worden, waardoor het verkeer
naar den loswal en het veer te Heus-'
den een groote verbetering zou onder
gaan. Spr. zal namens den raad bij
de bevoegde instantie'? op een en an
der aandringen.
De heer L. W. Gouda wijst op de
verkeerde toestanden bij den wederop
bouw, waardoor de ingezetenen op
groote lasten komen te; zitten. Wij zijn,
aldus spr., oorlogsslachtoffers, doch hij
vreest, als de toestand zoo blijft, dat
zelfs het nageslacht oorlogsslachtoffer
zal blijven. Ook met den bouw van
de noodwoningen wordt niet opgeschp-
ten. Verschillende ingezetenen, wonen
nog elders. Er was beloofd dat deze
woningen voor den winter klaar zouden
zijn, doch er zijn nog slechts een paar
gereed. De Voorzitter noemt het een!
zeer moeilijke kwestie, nu is weer be
loofd dat er met 1 Jan. 24 noodwonin
gen gereed zouden zijn. Wil dat wer
kelijk het geval zijn, dan zal er toch1
hard opgeschoten moeten worden. De
gemeente heeft weining invloed op den
wederopbouw. B. en W. zullen ech-
nog eens op een en ander wijzen!
en aandringen op spoed.
De heer G. vr d. Beek wil de woor-^
den van den heer Gouda gaarne om-t
strepen. De toestand in de gemeentle
is beneden elk peil. Toen men na dei
bevrijding in het geteisterde gebied'
terugkeerde, werd er beloofd, dat wij
zouden worden geholpen. Het is echter
een chaos en elk mensch met een re
delijk verstand, staat verbijsterd. Wij
zitten begraven onder de bureaucratie,
het eene bureau speelt iets uit tegen
over een ander bureau. De gemeente is
zwaar getroffen, en als er geen veran
dering komt, blijft de gemeente zwaar
getroffen. Ook op landbouwgebied is
de toestand aller bedroevendst. Het is
of men klopt aan doovemansdeur. Spr.
hoopt, dat wat hier gesproken wordt,
onder de aandacht komt van de bevoeg
de autoriteiten. Gaarne neemt hij aan,
dat de Voorzitter in deze zijn best heeft
gedaan en als goed Nederlander dient
men hoffelijk eh beleefd te blijven, doch
spr. gelooft dat er andere taal gespro
ken moet worden en men terdege z'n stem
moet doen hooren, om de wantoestanden
uit den weg geruimd te krijgen. Er is
steeds aangedrongen dat lucht en licht
de woningen moet kunnen binnendrin
gen, als hij de noodwoningen beziet,
dan ontbreekt er in dit opzicht veie!