Officiëele mededeelingen
waarin opgenomen„NIEUWSBLAD voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard"
2e jaargang. no. 91
maandag 21 januari 1946
PAARDEN EN MOTORTRACTIE
VOOR HET BOERENBEDRIJF.
VERGADERING uitgeschreven
door de Stichting voor den
Landbouw in Gelderland te
Zaltbommel op 10 Januari 1946.
uHD van ALÏÉNA
UitgeverK. VELTMAN te Drunen Algemeen RedacteurJ. H. ROZA te Heusden DrukkerijFIRMA L. J: VEERMAN te Heusden
Verschijnt Maandag en Vrijdaff Abonnementsprijs: f 1.95 per 3 maanden; per week 15 ct.losse nummers 10 ct Advertentiën 20 cent per regel
Advertentiën en berichten worden ingewacht: Voor het Maandagnummer tot Zaterdagmorgen uiterlijk 10 uur; voor het Vrijdagnummer tot Donderdagmiddag uiterlijk 2 uur
NIEUWE PETROLEUMBONNEN
Voor het tijdvak va,n 21 Jan. t.m.
23 Febr. a.s. zijn* op de bonnen 730
en 830 der bonkaarten KA 602, 3 liter
petroleum beschikbaar gesteld.
In verband met de bevoorrading van
den handel is het mogelijk, da,t de pe
troleum niet overal direct verkrijgbaar
is. Vóórinlevering der bonnten is ech
ter niet toegestaan.
SCHOENENBONNEN WORDEN
ONGELDIG.
Maatregelen worden getroffen om
binnenkort tot de uitgifte van een nieuw
type schoen en bon over te gaan. "Deze
bon zal slechts een beperkten geldig
heidsduur hebben.
In verband hiermede zullen de thans
aan het publiek uitgereikte schoenen
bonnen binnen afzienbaren tijd ongeldig
verklaard worden.
Het publiek voor zoover nog in het
bezit van schoenenbonnen, wordt ge
adviseerd, zoo spoedig mogelijk het
daarop vermelde schoeisel te koopen
of indien geen passend schoeisel in
voorraad is, den bon op de voorge
schreven wijze bij een schoenhandelaar
in te leveren.
BON GO3 VOOR GROENTE.
In kringen van den detailhandel in
aardappelen en groenten heeft; men ge
meend de door het Centraal Distributie
kantoor aangewezen bon G 03 voor
groente niet in ontvangst te moéten
nemen. Men gaat daarbij ten onrechte
van de meening uit, dat bon G03 niet
geaccepteerd kan worden, omdat op
den voorgaanden bon nog geen groen
te is afgeleverd. De groentebon is
echter uitsluitend een middel om klan
tenbinding te regelen en om aan de
hand der ingeleverde bonnen de toe
wijzingen voor de handelaren te kun
nen bepalen. De bon verzekert den
consument niet van een bepaalde hoe
veelheid en soort groente. De groente
handelaren, die dus de voorschriften
van het C.D.K. niet opvolgen, bena-
deelen daarmee hun klanten en zich
zelf.
SCHEERMESJES VAN DEN BON.
Scheermesjes zullen binnenkort vrij mo
gen worden afgeleverd. In het buiten
land is een voldoende hoeveelheid
grondstoffen aangekocht, waardoor de
voorziening van ons land t.a.v. dit ar
tikel is gewaarborgd.
NIEUWE RANTSOENBONNEN.
Binnenkort zullen nieuwe rantsoen
bonnen voor voedings- en genotmidde
len in gebruik worden genomen.
De thans in omloop zijnde rantsoen-
bonnen voor voedings- en genotmidde
len blijven geldig tot 17 Februari.
De wisselbonnen blijven ook na 16
Februari geldig evenals de bonnen der
rantsoenkaartjes voor bijzonderen ar
beid en voor a.s. en jonge moeders.
IN HET NOORDEN EN IN ZEE
LAND AARDAPPELEN VAN DEN
BON.
Met ingang van 20 Jan. zullen in
de provincies Friesland, Groningen,
Drenthe en Zeeland de aardappelen
zonder bon aan de<n consument ver
kocht mogen worden-
Op onrechtmatig vervoer van aard
appelen uit deze provincies naar ande
re deelen van het land zal evenwel'
streng gelet worden.
Bij vergelijking van Paarden- en Mo-
tortractie voor het landbouwbedrijf, slaat
de balans zeer zeker door ten voor-i
deele van het paard. Dr. Brand wijst
in dit opzicht er op, dat het aanschaf
fen van paarden goedkoop-er is door
aelf te fokken. Overtollige dieren bren
gen bij verkoop geld op, terwijl bii lage
prijzen de boer zelf goedkooper trek
kracht fokt. Verder is het onderhoud
van paarden goedkoop, omdat de boer
uit eigen bedrijf kan voederen. Ook
kan men met paarden veelal zekerder
werken.
Paardenkracht is veelzijdig: een paard
kan voor korten tijd zijn kracht door
extra krachtsinspanning enorm verhoo-
gen en is in het gebruik en de bewe
gingen zeer soepel, wat met een motor
niet het geval is. Daar bij komt, dat
een paardenbedrijf door ziekte van één
of meer dieren niet dadelijk gedupeerd
is.
De voordèelen van een tractor daar
tegenover zijn, dat een tractor geen
voer kost, als hij een dag niet werkt,
en nooit moe wordt. Dr. Brand is ech
ter van meening, dat het paard op het
boerenbedrijf nooit door de motor ver
vangen zal kunnen worden. Hij wijst
ook op de ideëele beteekenis van het
paard en zegt, dat de boer, die dage
lijks met zijn paard omgaat, het dier
beschouwt als zijn trouwen vriend.
Verder gaat er van het paard een
groote bekoring uit. Het dier is een le
vend organisme, een paard, gespannen
voor een wagen, of een gespan voor
een ploeg, door een boer bestuurd,
vormt een geheel, waarvan elk onder
deel leeft, in tegenstelling met ©en
tractor of auto, die altijd doode din
gen zijn. Het paard heeft steeds de
volle belangstelling van het heele boe
rengezin, ook van het vrouwelijk ele
ment. Het is voor de vrouw des hui
zes altijd weer opnieuw en mooi schouw
spel als zij den boer of haar zoon be
zig ziet de paarden aan te spannen en
daarna wegrijden en bij ziekte is het de
vrouw, die zorgt, dat de voorschriften
éan den dierenarts stipt worden opge
volgd.
De groote belangstelling voor het
paard, blijkt steeds uit 't enorme pu
bliek op keuringen, fokdagen en de
monstraties.
Dr. Brand wijst tevens op 3e groote
beteekenis van de landelijke rijver.ee-
nigingen voor het paard. De landelijke
ruitersport is de sport van het platte
land. Deze brengt muziek in den boe
renstand en is voor de boerenzoons
veël nuttiger.dan zooveel ander ver
maak van dezen tijd. Daarbij biedt het
warmbloedpaard een veel edeler schouw
spel door zijn snit en lijnen. Deze
paardensoort is ook veelzijdiger dan
het koudbloed- of trekpaard. Dit laat
ste is practisch alleen geschikt voor
zwaar en stappend werk, het warm
bloedpaard daarentegen is voor alle
werk geschikt, zelfs op de zware kléi
in Groningen, worden bijna niet anders
dan warmbloedpaarden gebruikt, maar
dan van het Groningsche type, dat
weer verschilt van het Gelderschë,r
door meer zwaarte. Doch het Gelder-
sche paard is chiquer. Wat de handel
betreft, bestaat voor het warmbloed-
naard de meeste vraag, doordat dit door
doelmatige fokkerij zoodanig is ver
beterd. dat het voor alle werk geschikt,
is.
Het Ned. 'warmbloedpaard is, glo
baal beschouwd, een best paard en van
groote handelswaarde. De paardenhan
del op het buitenland was voorheen
van zeer groote beteekenis.
In 1920 werd voor f 17 millioen, in
1921 voor f 15 millioen aan paarden uit
gevoerd. Hiervan betrok Duitschland
14.000 stuks voor een bedrag van 9
mill, gulden. In 1925 wijzigde dit land
de invoerrechten ten voordeel© vajn
de koudbloedpaarden met een verschil
van 140 R.M. voor koudbloed, tegen
500 R.M. voor warmbloed. Dit was
een groote slag voor de warmbloed-*
fokkers. Zij waren nu gedwongen zich
grootendeels op eigen behoefte in te
étellen.
Deze behoefte zit bijna voor 100
pCt. in den landbouw. Groningen is het
grootste fokcentrum. Tusschen de Gro
ningsche en Geldersche fokkers be
staat een verschil in mentaliteit. I.n
Groningen is door omkruising met het
Oldenburgerpaard de Groningsche fok
kerij ontstaan. Afwijkingen in fok rich
ting worden door het stamboek belet.
Gelderland bezit veel fokkers en beste
fokkers, maar hier zijn verschillende
andere rassen ingemengd. De Gelder-
dersche fokkerij is hierdoor geen rein-
teelt, maar is er zeker niét minder
om en zij staat veel hooger in bloed.
Hoewel het Groningsche en Gelder
sche paard in type elkaar betrekkelijk
dicht naderen, is het verschil nog heei
groot. Een te licht Groni'ngsch. is
b.v. nog lang geen Geldersch type,
ook,, al heeft het dier een langen staartt
In de overvolle Nutszaal, waarin
meer dan 300 boeren en tuinders uit
de Bommelerwaard aanwezig waren,
heerschte een opgewekte stemming, on
danks de moeilijkheden, waarmede ve
len hebben te kampen. Velen waren
ter Vergadering gekomen om hun klach
ten, grieven of wenschen naar voren
te brengen, Daarvoor was ook deze ver
gadering juist belegd.
De WelEd. heer Hemessen, voorzitter
van de Commissie Landbouwherstel, uit
gaande van de Stichting voor den Land
bouw in Gelderland opent de vergade
ring met een zeer korte inleiding. Spr.
deelt mede, dat op meerdere plaatsen
in de getroffen gebieden, zulke ver
gaderingen worden belegd, juiSst om
op de hoogte te komen van wat er
onder onze boeren- en tuindersstand
leeft. Wij weten zeer wel, dat allies
niet gaat zooals het moet. Vooral dfe
schadevergoedingen is een veel omstre
den punt. Deze oorlogslast njoet dolor
het geheele volk worden gedragen. Dit
is een Christenplicht. En kan men er
niet komen met een vermogensheffing
van 10 pCt., dan moet het maar 15
worden.
De heer A. v. Loon te Bruchem toont
aan de hand van een voorbeeld aam,,
dat de vergoeding oorlogsschade i!s ge
baseerd op de prijzen van 10 Mei 1940
en mede in verband met de zeer sterk©
stijging der prijzen van de bouwmateria
len, de getroffenen verre van afdoende
worden geholpen.
De heer Becker wijst er op, dat het
Kon. Besluit vergoeding oorlogsschade
inderdaad uitgaat van de prijzen van
Mei 1940. Tegen dit uitgangspunt voor
berekening der oorlogsschade wordt in
deze sterk, zeer trecht gereageerd'.
De Voorzitter antwoordt, djat inder-
daadt het bedoelde Kon. Besl. leid
draad is. Algemeen verwacht men, dat
de volksvertegenwoordiging over de
ze zaak nog wel het een en ander zal
zeggen. Deze zaak is niet alleen ©en
landbouwbelang, maar geld voor de
geheele wederopbouw. Maar hier ligt
een taak voor onze landbouworganisa
ties en niet te vergeten on^e politiek©1
partijen. Laat ieder deze zaak in zijn
eigen partij naar voren brengen.
Brekelmans uit Rossum vraagt hoe
het gaat met de definitieve herbouw
der boerderijen. Wordt hiermede in '46
begonnen?
De heer de Jong van Dienst We
deropbouw boerderijen kan in deze geen
toezegging doen.
De heer v. Hemessen deelt mede,
dat de noodwoningbouw is stopgezet.
Hieruit volgt vanzelf, dat men meer
met de definitieve bouw zal beginnen,
b.v. het bouwen van schuren me eenige
woonruimte. In welke volgorde deze
bouw zal geschieden zal een Commissie
uitmaken.
Van Zuijdam uit Zaltbommel laat aan
de hand van een voorbeeld zien, dat
als voor de oorlogsschade vergoeding
niet het huidige prijspeil wordt aange
houden, dit voor vele boeren in deze
streken de financiëele ondergang be-
teekend.
De heer v. Hemessen wijst er op, dat
hij heeft gezegd, dat er een algeheele
schadevergoeding moet komen. De heer
v. d. Bogerd vraagt of met den opbouw
van de boerderijen te Hedel moet wor
den gewacht tot het Ruilverkavelings
plan klaar is. De heer de Jong ant-f
woordt dat daarop niet behoeft te
worden gewacht.
Goesten uit Well vraagt, wie de
nood boerderijen moeten betalen. Dhr.
de Jong antwoordt, dat de boeren de
ze geheel gratis kunnen gebruiken.
Goesten uit Well wijst er op, dat het
zeer noodzakelijk is, dat de gedupeer
den weten, hoe hoog de schadevergoe-
dingg is. Eerst dan is men in staat
opdracht te geven tot herbouw. Ieder
die aan de wederopbouw werkt, wordt
goed betaald, alleen de gedupeerden
zelf krijgen niets. De heer de Jong
antwoordt, dat alvorens met de defini-
teive wederopbouw wordt begonnen de
belanghebbende wordt medegedeeld, hoe
hoog zijn schadevergoeding is.
Van Anrooij uit Kerkdriel stelt voor,
namens deze vergadering een adres te
richten tot den Minister om 'een beter©
koers voor de berekening der schade
vergoeding. De Voorzitter antwoordt,
dat het zijns inziens juister is, dat wat;
op alle vier de vergaderingen naar vo
ren wordt gebracht, wordt samenge
vat en dat aan den Minister wordt
voorgelegd. Op een vraag zegt spr.
ook toe, dat aan dit verslag algemeen©
publiciteit zal' worden gegeven.
De heer Becker begrijpt, dat er
vraagstukken aan bod zijn, die ook po
litieke belangstelling noodig hebben. In
de Bommelerwaard is de woningtoe
stand zeer en zeer slecht. Spr. zou
daarom toekomstige gemeenteraadsleden
op deze vergadering tegenwoordig, wil
len opwekken, in zijn plaats de woning
bouw in het middelpunt van belang
stelling te brengen.
De woningpolitiek is in deze streek
steeds een vergeten zaak geweest. De
voorzitter onderschrijft deze woorden
geheel; Sprekers meening is, dat det
Bommelerwaard in het verleden wel
eens voorop heeft gestaan, laat ze
ook op dit terrein de achterstand inha
len.
Van de Werken uit Zaltbommel vraagt
hoe de regeling is van de schadevergoe
ding van de vernielde boomgaarden.
Spr. licht( deze zaak met een voorbeeld
toe. De schadevergoeding- van vernield
platglas is niet voldoende. Ir. Vening
van Dienst Landbouwherstel deelt me
de, dat alle werkzaamheden om ver
nielde boomgaarden weder pootklaar
te maken, worden betaald. Ook de aan
koop van toornen kan worden gedecla
reerd. Voorts is een afloopende rege
ling ontworpen voor de jaren, dat de
boomgaarden nog geen of geen vol
doende vruchten afwerpen.
Omtrent platglas kan spr. nog niet
enkele gunstige mededeelingen doen.
Verhoeks uit Velddriel stelt een vraag
over de loonen uit te betalen aan de
tractor-loonploegers. Het schijnt, dat
in Noordbrabant een andere regeling is.
Ir. Vening deelt mede, dat in den
Bommelerwaard oorspronkelijk een af
wijkende regeling heeft gegolden. De
loonploegers zouden direct van het Rijk
hun gelden krijgen. Deze betalingen
liepen wat traag, maar er is toegezegd,
dat dit spoedig in orde zal komen.
Vanaf 1 Jan. moet de gedupeerde de
loonploeger zelf betalen en die kan
dit dan declareeren.
Spr. kan tenslotte nog meedeelen,i
dat binnenkort 'n voorschot van 80 pCt.
van de waarde van de verloren gegane
oogst 1945 zal worden uitbetaald en
ook zal 80 pCt. van de pachtwaarde van
de landerijen bij wijze van voorschot
worden verstrekt. Hovens uit Zaltbom
mel komt nog terug op de schadever
goeding van de vernielde boomgaarden,
speciaal wat betreft zijn eigen moeilijk
heden. De heer Brands gééft hem de
noodige inlichtingen. Voorts worden
door eenige aanwezigen nog vragen ge
steld of opmerkingen gemaakt over de
toewijzing van de Canadeesche paarden,
gestolen paarden en vee, enz. o.a. door
v. Herp, Rossum; Tien uit Zaltbommel;
Schreuders, v. Genderen. Hoskam, Jo-
rissen, Verhoeks, v. d. Oord en Smits.
Deze vragen werden allen door den
heer Brands beantwoord. Spr. erkent,
dat in de provincie Utrecht veel paar-