De beteekenis van den Noord-Oost-
polder voor den jongen boer
2e jaargang, no. 95
maandag 4 februari 1946
waarin opgenomen„NIEUWSBLAD voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard"
Rijksdienst voor landbouwherstel
DANKBAARHEID
van
Kerkw^k, Bruchem en Delwijnen
uHD van altéNA
Uitgever: K. VELTMAN te Drunen Algemeen Redacteur: J. H. ROZA te Heusden Drukkerij: FIRMA L. J. VEERMAN te Heusden
Verschijnt Maandag en Vrijdag Abonnementsprijs: f 1.95 per 3 maanden; per week 15 ct.losse nummers 10 ct, Advertentiën 20 cent per regel
Advertentiën en berichten worden ingewacht: Voor het Maandagnummer tot Zaterdagmorgen uiterlijk 10 uur; voor het Vrijdagnummer tot Donderdagmiddag uiterlijk 2 uur
Het vraagstuk van de overbevolking
van het platteland staat op de dagorde.
Tienduizenden jonge boeren wachten
op de mogelijkheid voor eigen rekening
een landbouwbedrijf te beginnen. Vol
gens betrouwbare gegevens zal dit aan
tal, na eventueele doorvoering van de
saneering van het kleine landbouwbe
drijf tot c.a. 70.000 stijgen. Van deze
jonge boeren zijn er reeds velen gehuwd
en wonen bij ouders of anderen in, in
de hoop, dat vroeg of laat het zoo
lang begeerde bedrijf of bedrijfje kan
worden gevonden. Zeer groot is ook
het aantal van hen, die nog niet zijn
gehuwd, doch die het huwelijk van jaar
tot jaar hebben uitgesteld, omdat zij
eerst een bedrijf willen hebben voor zij
tot stichting van een gezin overgaan.
Hoewel dit standpunt alleszins ge
zond is te noemen, springen de bezwa
ren toch aanstonds in het oog. Voor
velen, die intusschen den middelbaren
leeftijd met rasse schreden naderen,
duurt het wachten wel erg lang, het
geen ongewenschte spanningen in hun
leven teweeg brengt. Bovendien is het
van uitnemend belang, dat jonge, le
venskrachtige gezinnen worden gevormd,
geladen met energie en initiatief.
Dit lange wachten heeft nog andere
ongewenschte gevolgen. De oorlogsom
standigheden en de aangerichte verwoes
tingen hebben de mogelijkheden voor de
verkrijging van een eigen bedrijf sterk
verminderd. Er zijn jonge boeren, die
de hoop opgjeven^ nog eens zelfstandig
het boerenbedrijf uit te oefenen. Zij
zien naar wat anders uit en trekken
naar de industrie-oentra. Het industri-
eele bedrijf ruimt hen gaarne een plaats
in, doch dit beteekent niet/alleeneen
verlies voor den boerenstand, doch ook
voor hun persoonlijk leven. Het leven
en werken in de vrije natuur is voor
deze menschen verre te verkiezien boven
den arbeid in fabriek of werkplaats,
terwijl het behoud van een gezonden
boerenstand voor ons een levesbelang
van de eerste orde is.
Er worden ook andere wegen aanbe
volen om dit vraagstuk der overbevol
king van ons platteland op te lossen.
Annexatie en emigratie worden om
strijd aanbevolen. En Inderdaad bieden
deze middelen mogelijkheden om den
jongen boer aan een hem passend em
plooi te helpen. Annexatie biedt tpt
op zekere hoogte voordeden boven emi
gratie, omdat door gebiedsuitbreiding-
de ruimte wordt verkregen, welke noo-
dig is om plaats te vinden voor de ve
len, die geschikt zijn een bedrijf te ex-
ploiteeren en daartoe op andere wijze
niet kunnen geraken. Zij blijven bijl ons,
I zij blijven deel uitmaken van ons volk.
Zij werken mede aan de verhooging der
productie en aan de versterking van
de positie van ons land. Annexatie is
dan ook van dit gezichtspunt uit. be
zien, inderdaad zeer aantrekkelijk.
Maar ook emigratie naar het buiten
land is mogelijk. Doch één ding heb
ben deze beide aanbevolen oplossingen
gemeen. Voor beiden heeft men in ie
der geval noodig, flinke, bekwame men
schen, die hun vak verstaan en die
weten, wat zij willen. Hierop kan niet
genoeg de nadruk worden gelegd. Zoo
wel bij annexatie als emigratie zijn de
moeilijkheden, welke in het nieuwe ge
bied moeten worden overwonnen, zeer
groot en daarom zullen ook hier de
bekwaamsten ongetwijfeld de beste kan
sen hebben.
Dit is mede een van de redenen,
waarom thans de aandacht moet wor
den gevraagd voor de binnenlandsche
kolonisatie.
Wij denken hierbij aan den Noord
oostpolder.. Deze heeft een oppervlakte
van 48000 ha., waarvan nog slechts
18.000 ha in cultuur werden gebracht.
Nog altijd liggen 30.000 ha goede cul-
tuurgrond op bewerking te wachten.
De toestand van deze gronden gaat
door het braak liggen achteruit en dat
in een tijd, waar in Nederland voor
vele millii oenen guldens aan voedsel
en andere producten moet importeeren.
Deze gronden zijn op kosten van den
Staat drooggelegd en brengen nu niets
op. Deze toestand kan niet blijven voort
duren, vooral niet wanneer wij denken
aan de duizenden jonge boeren, die
verlangend uitzien naar een eigen be
drijf. Maar bovendien gaat gedurende
den winter en het voorjaar, wanneer
van een werkelijke drukte in de werk
zaamheden op het eigen bedrijf slechts
gedurende enkele weken kan worden
gesproken, vaak veel kostbaren tijd Ver
loren. De jonge boer kan zich, wanneer
hij wat ouder wordt en de jaarlijks
terugkeerende werkzaamheden grondig
kent, ook niet verder bekwamen. Voor
het groote bedrijf leent zich de Noord
oostpolder nu bij uitstek voor leerschool.
Het werk in den polder maakt flinke
menschen. Wanneer men een paar jaar
in den polder werkt, kan veel geleerd
worden, wat voor de toekpmst van
den jongen boer van groote beteekenis
zal blijken te zijn. Hij' krijgt de kans
met allerlei machines te leeren omgaan,
waarvoor op de kleine bedrijven geen
gelegenheid bestaat. Sommigen zullen
wellicht de gelegenheid krijgen later
pachter t:ë worden, al kan in dit op
zicht geen enkele garantie worden ge
geven. Het is voor de Directie van
den Noordoostpolder nu eenmaal on
mogelijk aan nieuw aankomende, haar
onbekende arbeiders en jonge boeren,
eenige toezeggingen te doen. Maar deze
jonge boeren en arbeiders kunnen hun
tijd vrijwel nergens nuttiger besteden
dan juist hier. Men bouwt aan Neder-
land's welvaart. De betere gronden,
waar met weinig hulpmeststoffen een
goede oogst kan worden gewonnen,
worden ontgonnen. De eigen productie
wordt "hierdoor belangrijk verhoogd en
tegelijkertijd ontstaan nieuwe vestigings-
mogeiijkheden voor den jongen boer.
Ieder, die hierover goed nadenkt en
beseft, hoe belangrijk het is, in dezen
tijd van armoede en deviezenschaarschte
onze bodemproductie zoo hoog miogelijk
op te voeren, kan en mag de winter
maanden niet in gemoedelijke rust thuis
doorbrengen, om straks misschien op
het kleine bedrijfje met zeer véél moeité
een schralen oogst te winnen. Neen,
ieder die zich uit het ouderlijk bedrijf
kan vrijmaken moet beseffen, dat hier
groote belangen kunnen worden gediend,
zoowel algemeene als persoonlijke, Het
persoonlijk belang van eiken jongen
boer en landarbeider brengt mee, dat
hij tracht zooveel mogelijk kennis en
ervaring op te doen. Dit is voor hem
een kapitaal, dat in het verdere leven
dubbele rente zal opbrengen, ook wan
neer hij niet tfsrt- degenen behoort, die
in den polder een blijvend bestaan zul
len vinden. Teruggekeerd in zijn vroe
gere omgeving zal de verworven kennis
en ervaring hem waardevolle diensten
bewijzen. Hij zal sterker staan in den
strijd om het bestaan, dien hij, waa,r
ook ter wereld, zal hebben te voeren.
Mocht ooit annexatie van Duitsch
grondgebied werkelijkheid worden, dan
zullen zij, die de leerschool van den
Noordoostpolder hebben doorgemaakt,
zeker niet achterstaan. Verwacht mag
worden, dat juist zij in dat geval
waardevolle krachten zullen zijn om
nieuwe gebieden te exploiteeren.
Indien de weg ter bereiking van het
doel, eindelijk boer te worden op ei
gen bedrijf, zou leiden in de richting
van emigratie, zal zeker de jonge boer,
die de leerschool in den NoordoostpoT
der heeft doorgemaakt, daarvan veel
voordeel, ondervinden. Hij leert op ei
gen beenen staan, in afgelegen gebie
den werken, zwaren pioniersarbeid ver
richten, met groote machines omgaan
en nog veel meer dingen, welke voor
toekomstige emigranten van zeer groote
beteekenis zijn.
Emigratie zal vooreerst nog niet mo
gelijk zijn, o.m. omdat de Regeering
haar standpunt terzake nog niet heeft
bepaald, hetgeen uiteraard pas na een
uitgebreid onderzoek kan geschieden.
Er is dus voor hen, die de oplossing
in de richting van emigratie zoeken,
nog een geruime tijd om zich voor te
bereiden, juist <een tijd, waarin Neder
land alle landbouwkrachten zoo drin
gend noodig heeft, om de landbouwpro
ductie ten behoeve van de efgen voor
ziening en de zoo noodige uitbreiding
van den export, zoo hoog mogelijk op
te voeren.
Daarom, jonge boeren en landarbei
ders, die zonder schade van het eigen
bedrijf vrij kunt maken, of reeds vrij
zijt, meldt U spoedig aan voor werk in
den Noordoostpolder. Gij moet gezond
en flink zijn en bereid alle voorkomende
werkzaamheden te verrichten. Laat U
verder voorlichten door de landbouwbe-
middelaars van de arbeidsbureaux, die
U gaarne met raad en daad zullen bij
staan.
Zegt niet, dat het ontbreken van de
kens en allerlei ander onmisbaar ge
rief, een onoverkomenlijke hinderpaal
vormt voor het gaan werken in den
Noordoostpolder. Dit moge tot vo*or
kort het geval zijn geweest, hierin is
den laatsten tijd verbetering gekomen.
Wij weten, dat de directie van den
Noordoostpolder al het mogelijke heeft
gedaan om het leven in de kampen
zooveel mogelijk te veraangenamen. Men
doet veel voor ontspanning en ontwikke
ling, zoodat ieder, die wil, een cursus
kan volgen. Niettemin is het leven in
den polder eenzaam en het werk is
zwaar. Wij verhelen het niet. Maar is
dat niet juist een prikkel voor flinke,
jonge mannen om aan te pakken? Blijft
Jan Salie bij moeder's pappot zitten,
Jan Couragie kiest het open, vrije land
van den wachtenden polder!!
Inspectie West-Brabant.
HERINZAAI EN BIJZAAI VAN
GRASLAND.
Door de Rijksdienst voor Landbouw
herstel zal in het voorjaar van 1946
gratis graszaad worden verstrekt voor
inzaai van weilanden waarvan de zode
tengevolge van inundatie sterk bescha
digd is.
Voor opnieuw inzaaien zal worden
verstrekt in totaal 39 kg per ha, waar
van 25 kg Engelsch Raaygras, 5 kg
beemdlangbloem, 4 kg Timothee. 1 kg
ruwbeemdgras en 4 kg witte klaver.
Het zaad der grove grassen zal wor
den gemengd en het zaad van Timothee
en witte kiaver zal apart worden afge
leverd. Iedere landbouwer ontvangt dus
3 zakjes en de inhoud van ieder zakje
dient dus over de geheele in te zaaien
oppervlakte te worden verdeeld.
'Voor een succesvolle inzaai is het
noodig, dat de afwatering goed in
orde is. Slooten en greppels dienen,
waar noodig, te worden opgemaakt. De
uitgekomen grond kan na goed fijnge-
scherfd te zijn, over het weiland worden
verspreid.
Om de aanslag van het gras te be
vorderen wordt door den Rijksdienst
voor Landbouwherstel kalkmergel aan
gevoerd.
Daar de aanvoer gering is, zal per
ha slechts een klein kwantum (4000
kg) kunnen worden beschikbaar ge
steld.
Met uitzondering van het witte kla
verzaad is het verstrekte zaad van min
der gewenschte, Deensche afkomst. In
verband hiermede vyordt aangeraden het
bijzaaien tot het uiterste te beperken,
om te voorkomen, dat ongefwenschte
grassoorten zich tusschen de nog aan
wezige goede oude grassen zouden vesti
gen. Sterk wordt afgeraden de grond
voor het zaaien te ploegen. Door ploe
gen begraaft men immers de rijke zode
en komt humus- en voedselarme klei
aan de oppervlakte, terwijl het, nu de
kunstmest nog steeds schaarsch is, in
vrijwel geen enkel geval mogelijk zal
zijn deze ondergrond een voldoende
extra bemesting toe te dienen, hoewel
door den Rijksdienst voor Landbouw
herstel wel extra kunstmest verstrekt
zal worden. Bij oppervlakkige bewer
king houdt men de humus boven, waar
door men het ontstaan van een slechte
structuur en het terugloopen in produc
tiviteit van de jonge weide na enkele
jaren zou kunnen voorkomen, (z.g. suk
keljaren).
Na inzaai van oppervlakkig bewerkt
weiland is het oppervlak stevigjer zoo
dat men na ongeveer half Maart gezaaid
te hebben, reeds begin Mei het vee bij
droog vveer. op de jonge weide kan ge
jaagd worden. Het kort houden van
het gras bevordert de uitstoeling. Vroeg
beweiden van het pasgezaaide gras wordt
daarom sterk aanbevolen. Maaien van
een jonge weide daarentegen sterk af
geraden. De voorkeur wordt gegeven
aan inzaai zonder dek vrucht.
Gunstig is ook wel gelijktijdige in
zaai van een kleine hoeveelheid haver,
die dan tegelijk met het jonge gras
wordt afgeweid. Gelijktijdige inzaai van
Westerwolds- of Domestic Raaygras
"wordt afgeraden, daar deze grassen de
blijvende grassen sterk verdringen.
Nu in den allergrootsten nood van
de gemeente Kerkwijk, die bestaat uit
de dorpen Bruchem, Kerkwijk en Del wij
nen, is voorzien, aldus een schrijven
van het Hark-Comité te Kerkwijk, voe
len wij behoefte U allen, inwoners'
van Nieuwkoop en Zevenhoven harte
lijk dank te zeggen voor de groote of
fervaardigheid en Uw hulp.
Het beeft werkelijk ons aller ver
wachtingen overtroffen, want toen wij,
na de bevrijding hoorden over de hulp
actie, die overal plaats had voor de
getroffen gebieden, zeiden we: „Wat
kunnen die menschen geven? Ze hebben
ook 5 jaar oorlog achter zich."
Gelukkig hebt U getoond, dat deze
meening te voorbarig was.
U hebt ook Uw groote moeilijkheden
gehad met den honger en de ter
reur, maar U kunt U niet voorstellen
wat het zeggen wil, wanneer een dorp
in de frontlinie komt te liggen en ge-
ëvacueerd wordt. Vlak voor de evacu
atie was het hier ook geen aangenaam
wonen, want alles zat vol militairen
en zoodra de duitsche artillerie begon
werd ze door onze vrienden veelvoudig
beantwoord. Het gevolg was: een zeer
onrustig leven, want onverwachts kon
den de granaten inslaan "het z.g. sto-
ringsvuur 's Nachts slapen in kel
ders/ waarbij" tot overmaat van ramp
nog "hoog water kwam, zoodat de meeste
kelders blank stonden. De schrijver van
dit artikeltje heeft verschillende nach
ten geslapen boven het water. s Mor
gens was het eerste werk om Aet wa
ter onder het bed uit te scheppen,
dat door planken op steenen zooveel
mogelijk watervrij werd gehouden. Het
was eigenlijk geen slapen, want alle
kelders waren zoo vol gepropt, dat je
's nachts moe wordt van het liggen in
een onmogelijke houding. Dit duurde
niet een paar dagen, maar weken en
maanden. Om nog maar niet te spreken
van de beruchte V 1, die in grooten
getale over ons dorp kwam. Bovendien
hadden wij zeer veel last van de front
soldaten, die maar namen wat hun
aanstond, vooral paarden, wagens en
varkens waren begeerd goed. Op het
laatst konden ze trouwens alles ge
bruiken. Werken op zeer gevaarlijke
plaatsen was aan de orde van den dag.
Wanneer er veel soldaten zijn, raak
je veel kwijt, maar bij een evacuatie
weet je niet meer, wat je kwijt bent,
alleen kun je heel gemakkelijk tellen,
wat er overgebleven is. Bij den terug
keer der bewoners was de aanblik aller
treurigst. 't Is jammier, dat U toen
niet even hebt kunnen komen kijken-
Kijkt Uw woning eens rond. Denk daar
in even Uw kleeren, de voornaamste le-