De UNO en de wereldvrede
Qemeenteraadsverslag
waarin opgenomen„NIEUWSBLAD voor he! Land van Heusden en Aliena, de Langstraat en de Bommelerwaard"
van
Uitkomsten van de inventarisatie
van land- en tuinbouw 1945
2e JAARGANG. NO. 99
MAANDAG IS FEBRUARI 1946
Uitgever: K. VELTMAN, Drunen Algem. Redacteur: J. H. ROZA, Heusden Drukkerij: FIRMA L. J. VEERMAN, Heusden - Tel. 19, Giro61525
Verschijnt Maandag en Donderdag Abonnementsprijs: f 1.95 per 3 maanden per week 15 ct.losse nummers 10 et. Advertentiën 20 cent per regel
Advertentiën en berichten worden ingewacht: Voor het Maandagnummer tot Zaterdagmorgen uiterlijk 10 uur; voor het Donderdagnummer tot Woensdagmiddag uiterlijk 2 uur
Op internationaal politiek terrein is
het de laatste tijd zonder twijfel de
UNO geweest, de organisatie der Ver-
eenigde Volkeren, die onze aandacht
het meest heeft bezig gehouden. Voor
al nu wij er zelf zoo na bij betrokken
zijn in verband met de Indonesische
kwestie.
Al heeft de eerste zitting der ver
gadering, de Londensche, de omstan
digheden in aanmerking genomen niet
bijzonder lang geduurd, het is er een
geweest, die veel van de vergaderden
heeft gevergd. Niet alleen aan geduld
(wat meermalen het geval zal zijn ge
weest vooral bij de minder geïnteres-i
seerden bij een bepaalde kwestie), maar
ook en vooral aan diplomatie en tact;.
Telkens wanneer een bepaalde kwestie
aan de orde kwam, kon men opmerken
dat de min of meer direct belangheb
benden een afstootende houding aan
namen alsof ze hun eigen boontjes
maar liever zelf dopten en maar lie
ver niet zagen dat anderen hun neus
in hun privézaken staken.
Zoo was het met de kwestie Azer-
beidsjan tusschen Rusland en Perzië,.
waarbij de beslissing uiteindelijk dan
ook aan de betrokken regeeringen is
overgelaten. Zoo was het ook vorige
week weer tusschen Engeland en Rus
land over het terugtrekken der Engel-
sche troepen uit Griekenland, die daar
verblijven op verzoek der Griek schel
regeering om orde en rust te handha
ven, maar die naar Russische mee
ning een bedreiging vormen van den
wereldvrede. Bevin en Wisjinsky tracht
ten elkaar de loef af te steken in het
vinden van spitsvondige formuleeringen
om vooral niet aan hun eer als groote
natie tekort tie doen. Telkens weier
wordt er betoogd dat het interne aan
gelegenheden zijn, die uitsluitend de
betreffende regeeringen aangaan ien
waarmee de Veiligheidsraad van de
UNO als zoodanig niets te maken heefti
Telkens ook moeten met tact botsin
gen worden vermeden, soms ondanks
hatelijke toespelingen, zdodat in dein
regel beide partijen enkele voeren moé
ten laten.
In laatstgenoemd geval eischte Be-
vin een verklaring van den Veiligheids
raad, dat de aanwezigheid der Britsche
troepen in Griekenland geen gevaar
oplevert voor den wereldvrede, terwijl
Wisjinsky wenschte dat de Raad geen
formeele beslissing nam en dat een
verklaring van den Voorzitter zou in
houden, dat de Veiligheidsraad acte
heeft genomen van de verklaringen,
afgelegd door verschillende der gedele
geerden, zooals deze zijn vastgelegd in
de notulen.
Tenslotte verklaarde Bevin het hier
mede eens te zijn, daar de afgevaar
digden der Vereenigde Staten, Australië*
Frankrijk, China, Polen, Egypte, Bra
zilië en Nederland hadden verklaard,
dat de aanwezigheid der Britsche troe
pen geen bedreiging voor den vrede
oplevert. Hiermede werd het Britsch-
Russisch incident gesloten.
Thans is het Indonesische probleem
aan de orde gesteld en wel door Ma-
noeilsky, de leider der Oekrainsche de
legatie. Hij noemde de situatie in In
donesië een gevaar voor den vrede
en vroeg maatregelen ter beëindiging
van den heerschenden toestand.
Hij grondde zijn aanklacht voorname
lijk op knipsels uit Britsche en Arneri-
kaansche kranten en wenschte een ver
klaring dat geen Britsche en geen Ja-
pansche troepen gebruikt hadden be-
hooren te worden, toekenning aan de
Indonesiërs van de rechten welke door
het handvest van de UNO worden er
kend en bovendien de instelling van
een commissie van onderzoek. Daar hij
niet vroeg om terugtrekking der Brit
sche troepen uit Indonesië vond Bevin,
de Engelsche Minister van Buitenland-
sche Zaken, de instelling van een com
missie overbodig. Volgens hem kan de
Veiligheidsraad er het best bij de par
tijen op aandringen om alle krachten
in te spannen teneinde een regeling!
te bereiken, daar het ook hier verder
een interne kwestie betreft. Minister
van Kleffens gaf de redenen aan "der
aanwezigheid van Britsche troepen, o.a.
het gebrek aan scheepsruimte der Ne-
derlandsche regeering. Bovendien deel
de hij mede dat een regeling in voor
bereiding was om te komen tot over
eenstemming met de Indonesische na
tionalisten, welke verklaring inmiddels
door de feiten achterhaald is. Hoewel'
Wisjinsky het Oekrainsche verzoek
steunde, verklaarde v. Kleffens hierin
uitsluitend toe te stemmen wanneer die
bevoegdheden der commissie beperkt
bleven tot een onderzoek naar de han
delingen der Britsche troepen en dan
nog alleen wanneer Engeland en de Oe-
kraine het hierover eens worden, maar
het leek hem geenszins noodzakelijk.
Verschillende afgevaardigden vqer-
den in den loop der bijeenkomsten het
woord voor of tegen het instellen van
een commissie, waarbij opviel het stand
punt van de Sovjet-Unie en zijn geest
verwanten tegenover de andere dele
gaties.
Stettinius, gedelegeerde der Veree
nigde Staten, merkte op dat de Raad
geen lichtvaardig gebruik moest ma
ken van zijn recht tot onderzoek, terwijl
volgens hem de noodzaak in het onder
havige geval niet voldoende aangetoond
kon worden.
Toen er tenslotte, daar men het
niet eens kon worden, over het verzoek
der Oekraine gestemd zou worden, Werd
dit op het laatste moment opgeschort!,
daar Egypte met een bemiddelingsvoor
stel kwam. Betreffende de aanwezigheid
der Britsche troepen zou de Veiligheids
raad vast moeten stellen, dat zij niet
mogen worden gebruikt tegen de Indo
nesiërs en dat zij zullen worden terug
getrokken na voltooiing van hun taak,
nl. het ontwapenen der Japansche troe
pen en het bevrijden der krijgsgevange
nen en burgergeïntenneerden. Verder!
zal de Raad eischen, dat zij na afloop
der besprekingen tusschen de Neder-
landsche regeering en de Indonesische
leiders onmiddellijk op de hoogte wordt
gesteld van het resultaat der onderhan
delingen, terwijl zij zich het recht voor
behoudt indien noodig later alsnog han
delend op te treden.
Na de bestudeering van het Egypti
sche voorstel werd onmiddellijk het
Oekrainsche voorstel in stemming ge
bracht, dat echter slechts de stem
men kreeg van Rusland en Polen.
Na enkele besprekingen, waarbij
Wisjinsky nog een amendement op het
Egyptische voorstel indiende, werd dit
met dat voorstel verworpen.
Hiermede vond ook het Indonesische
probleem zijn einde in den Veiligheids
raad.
Tusschen bovengenoemde bedrijven
door werden nog eenige kleinere .zaken
afgehandeld zooals de uitsluiting van
Spanje van het lidmaatschap der UNO
wegens zijn nauwe relaties met de aan
vallende staten, terwijl de commissie
voor den permanenten zetel der UNO
een Nederlandsch voorstel om later in
het jaar te beslissen over de definitie
ve plaats van vestiging met 22 tegen
17 stemmen heeft aangenomen.
II (Slot).
Tuingrond.
De oppervlakte tuingrond nam in
den oorlog aanmerkelijk toe. Deze stij
ging kwam bijna uitsluitend ten goede
aan de groenteteelt, daar bij de meestje
sierfceeltgewassen een achteruitgang viel
te constateeren.
Uitputting van den tuingrond door
gebrek aan kunstmest, het tekort aan
chemische middelen ter bestrijding van
plantenziekten en insectenschade alsme
de de slechte verwachtingen, welke de
tuinders koesterden ten aanzien van
de prijzen, hadden echter tengevolge,
dat vooral de grove tuinbouw in 1945
werd ingekrompen! Niettemin was de
oppervlakte beteeld met groenten en
fruit in 1945 in vergelijking met 1939
met 11,795 ha toegenomen.
De met bloembollen beteelde opper
vlakte vertoont, als gevolg van de ver
hooging van het teeltrecht van hyacin
then, tulpen en narcissen met 15 pCt).
tot 30 pCt. in 1944, een stjjging ten
opzichte van 1943. Hetzelfde valt te
constateeren voor de oppervlakte be
teeld met boomkweekerijgewassen en
bloemkweekerijgewassen als gevolg van
de gunstiger beoordeeling van de af-
zetmogel ijkheden
Granen, zaden en peulvruchten.
De totale oppervlakte bezet met tar
we, rogge, gerst en haver bedroeg in
1945 tezamen 530,609 ha hetgeen 22.702
ha minder was dan in 1939 en 95,681
ha minder dan in 1943.
Peulvruchten namen tegenover 1943
met 12,478 ha toe, zoodat het totale
oppervlak 56,639 ha bedroeg. Door
de inundaties op de kleigronden kon
het peil van 1939 nog niet worden be
reikt.
De onder dwang sterk uitgebreide,
maar weinig gewilde teelt van kool
zaad liep sedefrt 1944 met 14,772 ha
tdrug. Ook die tqelt van blauwmaan-
zaad daalde van 6104 ha in 1943 tot
2433 ha in 1945.
De vefrbouw van vlas bleef door
gebrek aan arbeidskrachten achteruit
gaan en bedlroeg 3363 ha minder dan in
1944. In vergelijking met 1939 daalde
de oppervlakte zelfs met 15,491 ha
of 62 pCt. De teelt van land- en tuin-
bouwzaden bereikte in 1943 met 23,763
ha een topjaar, maar daarna zette de
achteruitgang in, het sterkst in de pro
vincies Noord- en Zuid-Holland, Zee
land en Noordbrabant.
Aardappelen.
Ondanks de moeilijkheden heeft de
tijdens den oorlog sterk gestimuleerde
teelt van consumptie-aardappelen zich
vrij goed in 1945 ten opzichte van het
daaraan voorafgaande jaar kunnen
handhaven. Het areaal der fabrieksaard
appelen vertoont in 1945 echter een
achteruitgang van 14,580 ha tegenover
1944.
De suikerbietenteelt ondervond zeer
ernstige gevolgen van de inundaties
en het gebrek aan arbeidskrachten.-Met
een oppervlakte van 18,158 ha kwam
zij op het laagste peil in deze eeuw.
Ten opzichte van 1943 was de daling
59 procent.
- De oppervlakte met voederbieten,
koolrapen, knollen en gele wortelen
handhaafde zich op oorlogspeil, dat in
verband met de vee voeder voorziening
hooger lag dan in 1939. Met 253,999
ha was ae totale oppervlakte bezet
met kool-, wortel- en bolgewassen in
1945 39,884 ha minder dan in 1944,
maar 30,752 ha meer dan in 1939.
Dfe behoefte aan veevoeder manifes
teerde zich eveneens in een uitbreiding
van de oppervlakte groenvoedergewas-
sen in vergelijking met 1944 met 17,194
ha tot 54,834 ha. Dit is 12,604 ha
meer dan in 1939.
De veestapel.
Na een voortdurende daling gedu
rende den oorlog vertoonde de rund
veestapel in 1945 op één uitzonde
ring na in al zijn geledingen weer
een aanwas. Het aantal stuks jongvee
en ook melkvee vertoont een stijgen
de lijn, slechts de mesferij herstelt zich
nog niet.
De varkensstapel en de pluimveesta
pel moesten direct na den inval der
Duitschers beperkt worden, omdat het
daarvoor benoodigde voedsel niet aan
de menschelijke consumptie onttrokken
kon worden. In 1945 bedroeg de ach
terstand voor den varkensstapel in ver
gelijking met 1939 nog 784,680 stuks
of 51 procent. De pluimveestapel werd
in 1945 niet geïnventariseerd maar in
1943: bedroeg het aantal stuks pluim
vee nog slechts plm. 3.9 mill., daar
tegenover plm. 35 mill, in 1939.
De groote vraag naar paarden in
den oorlog maakte de fokkerij loonend,
zoodat de paardenstapel ondanks de
Duitsche vorderingen vrij goed op peil
bleef. Beperkt men zich alleen tot de
landbouwpaarden dan blijkt de achter
stand in 1945 bij 1939 20,540 stuks
te bedragen.
Het aantal schapen was in 1945 met
37,909 gestegen ten opzichte van 1943,
maar tegenover 1939 bestaat nog een
belangrijke achterstand.
Vergadering van den raad der gemeente
WOUDRICHEM, op 1 Febr., 7 uur.
Voorz. dhr. W. Viveen, wnd. Burge
meester Secretaris dhr. Chr. van Rijs
wijk.
Tegenwoordig de leden Mol, Wer-
ther, v. d. Giessen, Spoor, v. d. Wiel
en Viveen.
Afwezig wegens ziekte dhr. Kuijpers.
De Voorzitter opent de vergadering
met het uitspreken van het formulier
gebed en deelt mede, dat de wnd.;
Burgem., dhr. Kuijpers, wegens ziekte
verhinderd is aanwezig te zijn. Hij
wenscht hem een spoedig herstel toe.
Hij deelt mede, dat de vergadering!
hoofdzakelijk is belegd tot het vaststel
len van de begrooting voor 1946.
Tevens deelt de Voorzitter mede*
dat aan deze gemeente 12 of 16 houten,
noodwoningen zijn toebedeeld.
De notulen der vergadering van 3
Dec. worden door den secretaris ge-;
lezen en behoudens een kleine opmer-i
king van hqt lid v. d. Wiel, goedge-i
keurd.
Ingekomen stukken:
Schrijven van Ged. St. tot goedkeu-;
ring van het besluit tot heffing van.
150 opcenten op de hoofdsom der Per-
soneele belasting voor het jaar 1945.
Voor kennisgeving aangenomen.
Schrijven van Ged. St. houdende ee
nige aanmerkingen op de ingezonden
verordening tot bescherming van de
jeugd.
Met alg. stemmen wordt besloten
de door B. en W. vastgestelde veror
dening in te trekken en door een nieuwe
te vervangen, waarin met de geuite*
wenschen wordt rekening gehouden. Te-
vens wordt besloten de verordening
van kracht te doen zijn, gedurende
het tijdvak van 1 Oct. tot 1 Aprily
terwijl aangaande de opmerking van
Ged. Staten of de onderhavige veror-»
dening voor deze gemeente wel noodig
is, wordt besloten mede te deelen dat
de raad van de noodzakelijkheid ten.
zeerste overtuigd is.
Nota van aanmerkingen van Ged. St.i
op de rekening over 1942, welke hoofd -
zakelijk van administratieven aard 2ijn,
wordt in handen van B. en W. gesteld!
ter afdoening.
Verder is nog ingekomen een schrij
ven van de Coop. Visscherijvereeniging
„De Hoop", waarin wordt medegedeeld
dat het bestuur der vereeniging niet
anders wil dan de traditie getrouw te
blijven, zulks naar aanleiding van het
in de vorige vergadering genomen be
sluit door den raad en dat het" bestuur
gaarne bereid is den Raad in een raads
vergadering nadere inlichtingen aan
gaande de gerezen kwestie op visscherij-
gebied te verstrekken.
Aangezien het schrijven aan B. en
W. is gericht is dit door dit College!
beantwoord met de mededeeling dat het
niet gebruikelijk is dat een bestuur
van een vereeniging in den raad ver
schijnt om inlichtingen te verstrekken.
Het lid v. d. Wiel zegt, dat de be
stuursleden der Visscherijvereen. een
geheel andere lezing van de betreffende
kwestie geven dan de Voorzitter in
de laatste vergadering heeft medege
deeld. Eerstgemelde beweren dat dei
vischafslager altijd eerst door de vereen,
is benoemd, hetgeen uit de betrokken
notulen blijkt. Nadat hij er op gewezen
had dat het doch afkeurenswaardig was
de publicatie van de Visscherijvereen.
tot oproeping van sollicitanten over die
van de gemeente te plakken, werd be
weerd dat de wnd. burgemeester hier
toe toestemming had gegeven, omdat
hij overtuigd was ten aanzien van dei