De Sirene loeit
Politiek van de
Qemeenteraadsverslag
waarin opgenomen„NIEUWSBLAD voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard"
3E JAARGANG. No. 4
DONDERDAG 21 MAART 1946
van Atf
Uitgever: K. VELTMAN, Drunen Algem. RedacteurJ. H. ROZA, Heusden Drukkerij: FIRMA L. J. VEERMAN, Heusden - Tel. 19, Giro 61525
Verschijnt Maandag en Donderdag Abonnementsprijs: f 1.95 per 3 maanden per week 15 ct.losse nummers 10 ct Advertentiën 20 cent per regel
Advertentiën en berichten worden ingewacht: Voor het Maandagnummer tot Zaterdagmorgen uiterlijk 10 uur; voor het Donderdagnummer tot Woensdagmiddag uiterlijk 2 uur
Staan we vlak voor een nieuwe oor
log of niet? Dit is de vraag die ieder
zich de laatste weken met spnaning stelt.
Met andere woorden: wat zal Rusland
doen? In het begin van de afgeloopen
week liet de toestand zich nogal ernstig
aanzien. Wat niet wil zeggen dat de
zaak nu opgehelderd is. Er kwamen
onrustbarende berichten binnen over
Russische troepenbewegingen in Iran,
terwijl nog versterkingen zouden worden
aangevoerd. Men sprak zelfs over een
opmarsch naar Teheran. Hierop ver
zocht de Amerikaansche regeering
prompt aan de Sovjet om mededeeling
va# de redenen die tot deze troepen
verplaatsingen hadden geleid.
Van andere zijde verklaarde de ex-
gezant van Australië te Moskou, dat de
Sovjet-Uni geregeerd wordt döor een
dictatuur, erger dan die van Hitier.
Toch noemde hij het Russische volk als
zóódanig sympathiek en gastvrij.
De Iraansche premier Sultanek kon
na zijn terugkeer slechts mededeelen,
dat hij bij zijn onderhandelingen te
Moskou geen overeenstemming had kun
nen bereiken.
In Amerika verwacht men dat de
kwestie binnenkort uitvoerig zal worden
besproken op een samenkomst van Be-
vin, Byrnes en Molotov. Byrnes, de
Amerikaansche minister van Buitenland-
sche Zaken verklaarde naar aanfleiding
hiervan nog dat Amerika veto of
geen velfo van plan is de verplichtin
gen, die het krachtens het handvest
der Vereenigde Volkeren op zich heeft
genomen, tot het uiterste gestand te
doen zoo noodig met kracht van wa
penen.
Moskou berichtte natuurlijk dat de
gegevens omtrent troepenbewegingen
onwaar moesten worden genoemd, ter
wijl daarentegen Amerika onmiddellijk
daarop berichten ontving over voort
gezette bewegingen van het Roode Le
ger. In verband met deze kwestie had
Stalin in zijn rfde tegen Churchill nog
opgemerkt, dan het toch niet te ver
wonderen is dat de Sovjet-Unie rondom
zich een invloedsfeer tracht te schep
pen, die Rusland vriendschappelijk ge
zind is, hiermee vrij duidelijk zijn be
doelingen te kennen gevende. Ten op
zichte van het Britsch-Russischewriend-
schapsverdrag uitte hij zijn vertrou
wen jegens de Engelsche Regeering, „de
vrienden van Churchill" (welke laatste
hij in ieder geval op het oogenblik niet
mpet), zoodat van een verlenging van
dit verdrag thans geen sprake kan zijn.
Anderzijds had Bevin van Stalin de
venekering gekregen, dat de integriteit
van Iran zou worden gerespecteerd.
Ook president Truman heeft ver
klaard niet verontrust t^e zijn en hij be
twijfelde of de toestand zoo vol ge
varen is als een aantal menschen denkt.
Dit zijn althans eenige kleine licht
punten in den chaos.
In zijn antwoord op Stalin's rede
sprak Churchill een weinig verzoenend
waarbij hij zijn geruchtmakende rede
te Fulton nader toelichtte. Ook hij wil
de geen anti-Russische stemming kwee
ken, maar hij had slechts op enkele
klaarblijkelijke feiten gewezen.
Weer later hebben Bevin en Byrn3s
verklaringen gepubliceerd die de inter
nationale spanning nog meer hebben
verlaagd. Zij legden vriendschappelijke
verklaringen af ten opzichte van de
Sovjet-Unie en willen hun heil zoeken
in de samenwerking der Vereenigde
Volkeren. Toch willen de Vereenigde
Staten de zaak voor den veiligheidsraad
gebracht zien.
Tot deze verminderde spanning heb
ben ook bijgedragen het besluit der
Britsche regeering om de Poolsche strijd
krachten onder generaal Anders te ont
binden (die een doorn waren in het oog
der Russen), en het feit dat de Roode
troepen zelf begonnen zijn met de ont
ruiming van het Deensche eiland Born-
holm.
Nu komen in de Iraansche kwestie
de olie-concessies meer naar voren. Rus
land wil hierin gelijke rechten hebben
als Engeland, Amerika en andere lan
den, daar zij bang Zijn voor een bedrei
ging voor de olievelden van Bakoe. De
andere partijen willen hierover echter
niet onderhandelen voordat de Russische
troepen geheel zijn teruggetrokken, ter
wijl ook een Iraansche wet dergelijke
onderhandelingen in een stadium als het
huidige verbiedt.
Daar men in Iran wel inziet, dat
het land zelfstandig niet tegen de Rus-
schen opgewasschen is, ziet men daar
natuurlijk ook uit naar een vreedzame
regeling, maar men wil toch niet toege
ven. Toch is men er wel eenigszins
bevreesd voor een revolutie, waardoor
mogelijk en waarschijnlijk een pro-Rus
sisch regiem zou worden ingesteld.
In diplomatieke kringen te Londen
verwacht men inmiddels, dat bij de
Britsche regeering zal worden aange
drongen op het instellen van een in
ternationale commissie voor het beheer
der Iraansche olievelden.
En Moskou bewaart het stilzwijgen.
.Spanje is de laatste week een beetje
pp den achtergrond geraakt. De belang
stelling voor Franco begint, uitgezon
derd van Fransche zijde, blijkbaar te
tanen. Grootere vragen eischen thans
de aandacht op en men schijnt het
Spaansche volk tijd tot nadenken te
willen geven. Men ziet het, tenslotte
een betrekkelijk interne kwestie.
Franco heeft zijn politiek nu verde
digd door te antwoorden op de Ameri
kaansche beschuldigingen over zijn ver
houding met de As.
Daar 13 van de 15 stukken betrek
king hadden op de periode 1940-1941
toen Amerika nog niet in oorlog was,
worden er slechts 2 weerlegd, want:
Amerika heeft de regeering van Franco
op 1 April 1939 erkend, terwijl tusschen
beide landen gedurende den oorlog nor
male betrekkingen zijn onderhouden. Bo
vendien heeft Spanje bij Amerika's in
trede in den oorlog zijn neutraliteits
politiek geratificeerd en heeft president
Roosevelt bij de landing in Noord-
Afrika aan Franco verzekerd, dat Span
je niets te vreezen had. Dit schijnt ter
verdediging ongeveer voldoende te zijn.
Men verwacht te Washington, dat
de regeering der Vereenigde Staten op
nieuw het voorstel de'r Franschen om
de Spaansche kwestie voor den Veilig
heidsraad te brengen, zal verwerpen.
Waarschijnlijk zal echter Frankrijk of
Rusland persisteeren bij den eisch om
de zaak voor den raad te brengen.
Mogelijk zïjn onderhandelingen te
verwachten over de gedragslijn tusschen
Spanje en Amerika.
De Levantstaten Syrië en Libanon
leggen hun wantrouwen jegens1 Frank
rijk nog niet af. Toen medegedeeld
werd dat de Britsche regeering beslo
ten was zijn troepen terug te trekken en
deze te verdeden over de andere sta
ten van het nabije Oosten waar ze ze
ook goed kunnen gebruiken, terwijl de
Franschen besloten hun strijdkrachten
nog verschillende maanden in den Liba
non te hartöhaven, maakten zij bekend
dat zij Engeland zouden verzoeken de
Britsche troepen niet tqrug te trekken
vóór de Fransche evacuatie.
Hun standpunt is blijkbaar: liever
allebei eruit, maar zeker geen achter
blijven van uitsluitend Fransche troepen.
De ondervinding heeft hun op dat punt
geleerd.
Of het plan bokswedstrijden ook be
hoort tot de politieke herscholing der
geïnterneerden is mij niet bekend. Wiel
heb ik vernomen dat op zekeren avond
tusschen bewakers en geïnterneerden
een "bokswedstrijd plaats vond. Een der
geïnterneerden die van deze gebeurte
nis getuige wilde zijn, werd evenwel
bij zijn binnentreden door een der be
wakers, genaamd Vroeg uit Werkendam,
bij den kraag gegrepen en buiten de
deur gezet. Voordat hij evenwel zoover
was, schoot, waarschijnlijk per onge
luk, de vuist van Vroeg uit en kwam,
minder vriendelijk op den kaak van den
uitgestootene terecht. Laatstgenoemde,
deze streeling minder prettig vindend,
voegde den bewaker ongeveer de vol
gende woorden toe: „Dat deden we jn
Duitschland toch ook niet". Eenigen tjjd
later kwam Vroeg het slachtoffer be
zoeken, haalde shag te voorschijn en
de vredes„pijp" werd gerookt. Wan
neer het juist is wat men mij hierom
trent vertelde, dan hebben beide per
sonen vrijwillig in Duitschland gewerkt.
Maar ja, je hebt geluk of je hebt
het niet. De een is thans bewaker, om
dat men vermoedelijk niets van zijn
antecedenten wist, en de ander is ge-
interneerd, omdat hij waarschijnlijk niet
listig genoeg is geweest.
Enfin, je moet maar boffen.
Misschien herinnert U zich nog het
voorval dat een geïnterneerde door Lt.
v. d. Horst gehoord werd, de volgende
dag opgesloten en geen eten kreeg,
welk lot de overigen van zijn kamer
met hem moesten deelen.
Welnu, deze persoon kreeg met
Kerstmis 1945 verlof om den nacht
thuis te gaan doorbrengen.
Het is niet te hopen, dat men in
alle geïnterneerden hetzelfde vertrou
wen heeft en hun een dergelijke gunst
verstrekt.
We mogen toch wel aannemen, dat
degenen, die thans nog in de kampen
worden vastgehouden, vallen onder de
term „zware gevallen", dus personen,
die door hun houding anderen daad
werkelijk leed hebben berokkend en
dat de z.g. „lichte gevallen" reedsi
lang in vrijheid ziijln gesteld.
Deze persoon moet dus gerekend
worden tot de eerste categorie en be
hoort, zoolang er geen recht over hem
is uitgesproken, permanent onder be
waking te blijven. Hoe zou het er uit
gaan zien als men aan allen, inclusief
Mussert en de oorlogsmisdadigers van
Neurenberg, verlof-pasjes ging uitrei
ken?
Valt hij onder de tweede categorie
dan is het schandelijk dat hij reeds
zooveel maanden heeft opgesloten ge
zeten, en een dienovereenkomstige
smaad van de maatschappij te wachten
heeft waarin hij daarin weer terug zal
kunnen keeren.
Dient niet in eerste instantie, de vrij
heid, waar wij viijf jaren voor gestre
den hebben, ook aan hen, die hier aan
spraak op kunnen maken, te worden
teruggegeven.
Zooals ons allen bekend is, waren
in de kampen zoowel mannen als vrou
wen ondergebracht. Dat onder laatsige-
melde groep zeer zeker vlotte verschij
ningen voorkwamen zal ons het volgende
incident duidelijk maken.
Een bewaker kreeg van den kamp
commandant toestemming om een gezel
lig avondje met een geïnterneerde dame
buiten het kamp door te brengen.
Waarschijnlijk had hij door het feit
dat de liefde geen grenzen kent, de tijd
totaal vergeten en kwam dan ook in-
plaats van om 10 uur, de tijd waarop
hij binnen had moeten ziijln, eerst om 2
uur aan wal.
De kamp-commandant liet hem de
volgende dag bij zich komen, deelde
hem mede dat er een klacht was binnen
gekomen van den op dat moment op
wacht staanden bewaker en ontsloeg
hem.
Wanneer men mij wederom omtrent
vorenstaande juist heeft ingelicht komt
het toch niet te pas zijn prestige te
redden door iemand buiten te trappen
voor een overtreding, waartoe men hem
eerst zelf in de gelegenheid heeft ge
steld.
In h^t begin van dit jaar ontving
het interneeringskamp Bakkerskil een
groote hoeveelheid kleeding, beschikbaar
gesteld door de HARK, om onder de
geïnterneerden te verdeelen. Daags na
de ontvangst vertelde het dochtertje van
een der bewakers van het kamp Bak
kerskil in kinderlijke oprechtheid:
„Gisteravond is papa thuis gekomen
met twee volle zakken kleeding, voor
papa, voor mama en voor mij."
Ik ben bang dat dan ook daar de
room wel van de melk verdwenen zal'
zijn.
(Wordt vervolgd).
(Onder verantwoordelijkheid van
den Uitgever).
Vergadering van den tijdel ijken raad
der gemeente VEEN op Don
derdag 14 Maart des v.m. 11 uur.
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer C. B. J.
Landweer.
Afwezig de heeren v. d. Pol en
Dekker.
Na opening met het formuliergebed
leest de Secretaris de notulen, die on-»
veranderd worden vastgesteld.
Benoeming onderwijzeres Openbare
Lagere school, in de vacature ontstaan
door het vertrek van den heer Dekker.
Aanbevolen worden mej. v. d. Brug
gen uit Bab.-Broek en de heeren J.
de Kuyper en R. v. d. Ploeg.
Dhr. Vos zou, als het mogelijk was,
liever een onderwijzer dan een on
derwijzeres benoemd zien.
De Voorzitter zegt dat B. en W.
yoor de lagere klassen een onderwijze
res geschikter achten, waaraan dhr. v.
Ballegooijen nog toevoegt, dat dit ook
beter, is met het oog op de nuttige
handwerken.
Met algemeene stemmen wordt Mej.
v. d. Bruggen hierop benoemd.
Vaststelling vermenigvuldigingscijfer
voor schoolgeld lager onderwijs.
Aangezien de gemeente Veen nood
lijdend is, moet dit cijfer op 2 wor
den gesteld, waartoe met algemeene
stemmen wordt besloten.
Uitvoering Urgentieprogramma wo
ningbouw 1946.
De Voorzitter dit punt toelichten
de deelt mede dat aan het Land van
Heusden en Altena 54 woningen zijn
toegewezen volgens het Urgentiepro
gramma te bouwen. Veen zouden er
twee van toegewezen zijn.
Dhr. Honcoop noemt dit percentage
niet hoog.
De Voorzitter stemt dit toe, men
heeft bij de toewijzing echter reke
ning gehouden met de bevolkings
dichtheid per woning. Wijk krijgt er
ook slechts 2 toegewezen, het zullen
woningen van bescheiden omvang wor
den met een ruimte van 3 bij 400 M3,
bovendien zijn de woningen kostbaa.r
en wordt er weinig hout in verwerkt.
B. en W. meenden de woningen niette
min te moeten aannemen, in verband
met de woningschaarschte die hier
heerscht. Het college zou ze willen
doen bouwen voor rekening van 'de
gemeente op haar eigen bouwterrein.
Spr. leest hierop e^n schrijven voor
van den heer Bolsius, Inspecteur van;
de Volkshuisvesting, waaruit blijkt dat
het rijk in een eventueel exploitatiete
kort 9/GO voor zijn rekening neemt
en 1/40 ten laste van de gemeente zat
komen. Met algemeene stemmen gaat
de raad hierop met het voorstel van
B. en W. accoord.
Rondvraag.
Dhr. Vos acht het hoog noodig dat
de verharding van den dijk onderhan
den wordt genomen, die begint op ver
schillende plaatsen in bijzonder slechten
toestand te verkeeren.
De Voorzitter antwoordt dat deze
kwestie de aandacht van B. en W. heeft,
het college is reeds bezig, de noodige
materialen op te doen.
Dhr. Vos vraagt of er aan de ver
harding van de binnenwegen niet iets is
te doen.
De Voorzitter antwoordt dat dit pol
derwegen zijn.
Dhr. Honcoop zegt dat er veel voor
is. £lat deze wegen bestraat worden.
Dhr. Schreuders acht het onbillijk
dat de polder wegen moet onderhou
den die voor het tegenwoordige mo
derne verkeer van belang zijn.