m 25.
Zondag 31 Maart 1878.
le Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
BINNENLAND.
-
,uuiu"iui1)
Brieven, gelden enz .franco in te zenden aan den uitgever
Gelijk iedereen gemakkelijk begrijpen zal
zoude het verblijf in de onderaardsche ge
welven waar nimmer een versche luchtstroo-
ming heersclitvoor elk levend wezen on
mogelijk zijnindien niet gedurig door
doelmatige werktuigen versche lucht werd
aangevoerd. Vroeger werden er slechts 25
kub. meters lucht per uur en per man in
de mijn aangevoerddoch dit is thans tot
125 kub. meter gestegen, terwijl de bedorven
lucht door een ventilator wordt uitgevoerd.
Niettegenstaande deze verbetering komen er
vele ziekteverschijnselen vooral der ademha
ling voor, die aan het onderaardsch verblijf
en hot gedurig stof zijn toe te schrijven.
Om nu de zieke arbeiders of de nagelaten
betrekkingen voor gebrek te vrijwaren, is
een fonds opgericht, waaraan ieder werkman
het zijne moet toebrengen. Het kapitaal van
dit fonds bedraagt thans meer dan 75.ÜÜÜ
gulden.
De verdiensten van een goed mijnwerker
beloopen op ongeveer f18 a f19 per 10
dagen, zoodat -de toestand der arbeidende be
volking aldaar alleszins bevredigend mag
genoemd wordëti.
Ook de mijnen zeiven werkten met goed
succesin de laatste 30 jarenvan 1847
tot 1876 werd eene zuivere winst van
f 1,075,817.53 behaald, terwijl bovendien
in gemelden tijd de mijnen als het ware
geheel nieuw werden opgebouwd, zoodat de
daarvoor benoodigde uitgaven op f550,000
geschat worden.
In de laatste jaren heeft men zich met
ijver bezig gehouden met het onderzoek of
ook in andere streken van Limburg geen
steenkolen worden aangetroffen.
Dit vermoeden heeft zich bevestigdzoo
dat de steenkolen-exploitatie in Limburg zich
langzamerhand meer begint uit te breiden.
Tot het doen dezer boringen gebruikt men
holle boorstangen, waardoor een stroom water
wordt geperst,, die onder aan de boor in
het boorgat treden- Door de kracht van
het ingeperste water ^vordt de losgemaakte
grond tusschen de zijwanden van het boorgat
en de boorstang naar boven gevoerd. Om
trent de kwaliteit der bij die boringen ge
vonden kolen is nog niets bekend, dan alleen
dit, dat zij tot de magere of zandkolen be
hoor en. Men schat dat voor het onderzoek
naar kolen in Limburg reeds de som van
f 397,994 is uitgegeven. Hoewel deze som
zeker vrij groot mag genoemd worden, is het
echter alleszins begrijpelijk, daar die streken
van Limburg zeer gunstig zijn gelegen nabij
de Maas en het Zuid-Willemskanaal, zoodat
het transport zeer gemakkelijk en tevens
niet kostbaar is.
In dezen tijd nu de steenkolen een zoo
groote rol in de ontwikkeling der industrie
spelen, is het voorzeker niet te verwonderen
dat tal van aanvragen om de exploitatie der
•teenkolen in Limburg te beginnen, gedaan
worden. Op elf aanvragen werd reeds een
goedgunstig antwoord verleend, terwijl vijf
nog in aanvraag zijn. Wanneer de al reeds
verleende mijnveldcn in exploitatie Stallen
konen is nog- onbekend. Thans in dit tijd
perk van crisis op commercieel en industrieel
gebied, is echter de gelegenheid gunstig, daar
arbeidsloon en materialen zeer goedkoop zijn.
Daar echter de kosten eener exploitatie voor
een persoon zeer boog loopenis het te
wenscben, dat, in navolging van hetgeen
thans in üuitschland geschiedt, vereenigingen
gevormd wordenopdat de ontginning op
geregelde en voordeelaanbrengende wijze zal
kunnen plaats hebben en de welvaart van
dit gedeelte van Limburg ontwikkeld worden.
Reeds is dit geschied, doch de leden dier
vereeniging zijn buitenlanders, zoodat vreemde
kapitalen de ontginning der Nederlandsche
mijnen moeten tot stand brengen.
Mogen ook Nederlandsche industrieeleu
weldra het hunne bijdragen om de mijnin
dustrie in het leven te roepen en tot ont
wikkeling te brengen opdat aan heu ook
de roem gegeven worde de baaubrekers der
Nederlandsche kolen-industrie te zijn.
•tabak 10.378 centenaars, aan sigaren en snuif
tabak 14.704 centenaars, samen 1.021.451 cen-
tenaars. De opbrengst van de inkomende rech-
ten op de tabak bedroeg in de beide eerste
j maanden van dit jaar Rm. 10.180.786 of Rm.
8.113.615 meer. De voorraad tabak waarvan
de belasting nog niet betaald is, die den 23n
Februari in de openbare magazijnen was opge
slagen, bedroeg 303.422 centenaars, 50.008
centenaars meer dan op denzelfden datum van
het vorige jaar.
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken
is dezer dagen aan de Commissarissen des Ko
ning» een schrijven gericht over de uitvoering
der schutterijwet, aan welke, te oordeelen naar
de ingekomen berichten, niet in alle gemeenten
voldoende de hand wordt gehouden, vooral daar
waar de schutterij rustende is. De Minister wijst
op onderscheidene bepalingen, die niet naar be-
hooren worden nageleefd en toegepast. Verwik
kelingen van allerlei aard, zoo voor dè schntter-
plichtige bevolking als voor de betrokken be
sturen, zouden o. a. bij invoering eener nieuwe
wettelijke regeling der schutterijen het gevolg
hiervan kunnen zijn. De' minister verzoekt met
aandrang, de gemaakte opmerkingen door de
gemeentebesturen in gezette overweging te doen
nemen en de behoorlijke uitvoering en handha
ving der schutterijwet en de daartoe betrekke
lijke voorschriften door hen te doen bevorderen
en verzekeren.
Bij gelegenheid van den Dies natalis, hielden
de studenten der Utrechtsche hoogeschool Dins
dag-namiddag eene rijpartij. Een stoet van on
geveer 40 rijtuigen, voorafgegaan door de muziek
der rijdende artillerie, maakte een tocht door de
stad en bracht veel volk op de been. Een
achttal studenten in costuum, met de banieren
der verschillende gezelschappen, zetten aan den
stoet eenige levendigheid bij. De bij alle fees
telijkheden der studenten onmisbare „Bram de
Mop" (een dwerg van meer dan gewoone leelijk-
heid) maakte ook heden op den bok van een
der rijtuigen een „goed figuur.
De paarden van een boerenwagen, waarop
twee als boeren verkleede studenten gezeten
waren, geraakten in den stoet op hol, met het
gevolg dat de koetsier, van den bok vallende,
ernstig moet gekwetst zijn.
Het wetsontwerp tot verhooging der tabaks
belasting in Duitschland heeft, gelijk men ver
wachtte, den invoer van tabak tijdelijk aanmer
kelijk doen toenemen. De Duitsche Regeering
heeft de ambtenaren der douane opgaven gevraagd
over den invoer van tabak, gelijk deze uit de
opbrengst der belasting blijkt gedurende de
maanden Januari en Februari. Daaruit blijkt,
dat in die twee maanden belasting is geheven
van 631.936 centenaars, 671.161 centenaars
meer dan in Januari en Februari 1877. Het
middencijfer over 18711877 van de tabak,
waarvan belasting ia geheven, is aan bladeren
en station 996.969 oenteaaan, aan verwerkte
Het Utrechtsck Dagblad bevat eene correspon
dentie uit Brussel, waaraan wij het volgende
ontkenen
„De komst van den Nederlandschen prins
Hendrik baart hier tamelijk veel opzien. Daar
toe heeft zeker meegewerkt, dat zij doorslechts
weinigen, en eerst sedert een paar dagen', werd
voorzien. Zaturdag-avond keerde de Nederl.
gezant, baron Gericke van Herwijnen, eerst met
de stellige toezegging van den Prins terug. Zon
dag werd de ontvangst van den doorluchtigeu
bezoeker, in eene samenkomst van den groot
maarschalk van het paleis en den Nederland
schen gezant, ten huize van laatstgenoemde ge
regeld en reeds Maandag kwam de broeder van
den Koning der Nederlanden hier aan, zonder
dat de bladen er eigenlijk van hadden gewaagd.
„Voor de bevolking was het dus eigenlijk
eene verrassing, die te grooter mocht heeten,
omdat het de eerste maal is, dat een lid van
het Nederlandsch Vorstenhuis, die ooggetuige
was der gebeurtenissen van 1830, België en 't
Belgische Hof bezoekt.
Juist daarom was die ontvangst des te har
telijker.
Bij de ontvangst droeg de Koning het groot
kruis van den Nederlandschen Leeuw. Tegen
twee ure werd het signaal gegeven, dat de trein
in aantocht was. Het kommando klonk Pre-
sentez armes, de hoornblazers staken de trompet
de trommels werden geroerd en het muziekkorps
van de karabiniers speelde het Nederlandsch
volkslied, 'tgeen zoolang aanhield, dat men als
't ware de ooren weer wilde gewennen aan een
lied, dat zoo zelden meer geklonken had.
„Nauwelijks stond de trein stil, of de koning
trad op den prins toe, drukte hem hartelijk de
hand en sprak Monseigneur, je suis très-heureux
de vous voir. Daarop volgde de voorstelling
van den graaf van Vlaanderen, die van de aan
wezige autoriteiten, waaronder ook eenige leden
van het corps diplomatique, die tegelijk bij het
Belgische en Nederlandsche hof zijn geaccredi
teerd. De Koning bood den prins vervolgens
den rechterarm, en geleide Z. K. H. naar het
galarijtuig.
„De Prins was in groot generaal-uniform en
droeg het breede Oranjelint, 't Grootkruis van
den Leeuw van Nassau. Opmerkelijk was, dat,
terwijl de Belgische Vorsten het Nederlandsche
ordeteeken dragen, en ook de Luxemburgsche
Minister met het Grootkruis der Leopoldsorde
versierd was, de Nederlandsche Prins geene
j Belgische orde had. Dit is spoedig veranderd.
IZ. M. heeft den Prins eigenhandig aan 't dejeu
ner het Grootkruis der Leopoldsorde aangeboden,
'twelk de Prins reeds bij het gala-diner droeg.
Nadat Prins Hendrik in het koninklijk rijtuig
aan de rechterhand van Z. M. had plaats ge
nomen, werd de revue over de troepen gepasseerd,
Vervolgens reed de vorstelijker stoet in vijf
galakoetsen naar 't paleis. Op weg werden de
vorstelijke personen herhaaldelijk met gejuich
begroet; er was een talrijke menigte op de been.
In het paleis werd Z. K. H. prins Hendrik aan
H. M. de Koningin voorgesteld."
Helvoetsluis naar Brielle, grootendeels door brand
vernield.
Door de krachtige werking der gemeentespuit
van Nieuw-Helvoet en die van het wachtschip
en de brik „Zeehond" te Hellevoetsluis, was meu
den brand, welke door de nabijheid van een
belangrijken mothoop grooten omvang dreigde
te verkrijgen, spoedig meester. Huis en inboedel
waren geassureerd.
Uit Fijnaart wordt gemeld De politie heeft
hier onderzoek ingesteld naar het volgende
brutale feit. Een koopman in geitenvellen trad
dezer dagen de woning binnen van een boer in
den Nieuwen Polder, bij wien hij niemand in
huis vond dan de 17-jarige doofstomme dochter.
Fluks nam hij een schaar en sneed het onge
lukkige meisje het lange hoofdhaar af, waarop
hij zich verwijderde.
De Prinses met wien Prins Hendrik in het
huwelijk zou treden is, volgens eenige bladen,
Maria Louise Anna, dochter van Prins Karei
van Pruissen, geboren 1 Maart 1829, gehuwd
27 Juni 1854 met Alexis Wilhelm, Landgraaf
van Hessen-Philipsthal-Borchfeld, gescheiden 6
Maart 1861.
Door den Raad der gemeente Rosendaal ia
besloten tot het aangaan eener geldleening van
f 75.000 tegen eene rente van 4 ten honderd,
in schuldbrieven van f 500. De opbrengst zal
strekken tot dekking der kosten van aanleg van
een keiweg van die gemeente over Nispen naar
de Belgische grenzen en van nog 4 keiwegen in
de gemeente zelve.
Door het blad De Gelderlander is de vraag
gedaan, hoe het komt, dat volgens de Staat»-
Courant in de stembus te Meeuwen 53 stem
biljetten waren, terwijl er volgens de kiestabel
te Meeuwen slechts 44 stemgerechtigden zijn.
De Nieuwe Rotterdam-scke Courant geeft hierop
ten antwoord, dat De Gelderlander de gemeente
Meeuwen met het onder-kiesdistrict van dien
naam verwart. Tot het onder-kiesdistrict be-
hooren ook Drongelen, Haagort, Gansoijen en
Doeveren met 18 kiezers.
Donderdag-nacht is het huis van den bakker
5 Van der Meer, gelegen aan den straatweg van
Mr. A. D. de Vries geeft, in de Reporter,
aan hen, die voornemens zijn dezen zomer naar
Parijs te gaan, den volgenden praktischen raad,
die in onmiddelijk verband met deportemonnaie
staat
„Daar Louis, Napoleons, bankbiljetten en
andere geldswaarden op reis nooit in haar ge
heel blijven, maar door wisselen in andere
kleinere muntspeciën veranderen en verminderen,
kan het niet ondienstig zijn te herinneren, dat
in Frankrijk sedert 30 Juni van het vorig jaar
de volgende muntspeciën van den geldsomloop
uitgesloten zijn.
„Stukken van 2, 1 francs en 50 centime»,
die niet den beeldenaar van Napoleon III met
de kroon dragen, of niet het zinnebeeld der
Republiek.
„Evenzoo dezelfde stukken als ze van Bel
gische afkomst zijn en Yan vóór 1863 dagtee-
kenen en idem van Zwitserland als zij van 1850,
1852 of 1863 gedagteekend zijn.
„Bij het wisselen zij men dus op zjjn hoede."
Te *3 Hage werden twee hussaren, die reed»
gedurende eenige dagen aan den zwier waren
geweest, en Donderdag morgen de Bagynenatraat
in groote opschudding brachten, door de politie
gearresteerd en naar het politie-bureau op de
Nieuwe- haven overgebracht. Later werden de
schuldigenonder een grooten toevloed vao
menschendoor een patrouille naar de hoofd
wacht vervoerd.