N°. 55.
Donderdag 18 Juli 1878.
1® Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Bekend m a k i n ge n.
BINNENLAND
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door
het gelieele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden
enz., Jranco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 1 7 regels ƒ0,60, daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven worden tweemaal in rekening gebracht.
Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel.
De Burgemeester en Wethouders van Waalwijk,
doen te weten, dat door den Raad dier gemeente
in zijne Vergaderingen'van den 4 April en 9 Mei
1878, zijn vastgesteld de volgende Verordeningen:
A. Besluit totj heffing eener Belasting op
de Honden.
Art. 1. Er zal, te beginnen met 1 Januari
1S78, geheven worden eene belasting op de honden.
Art. 2. De belasting bestaat uit twee klassen
De Ie ldasse bevat de honden van weelde
waarvan'dffbelasting bedraagt: voor hen die er
één houdeitf 1.50; en die er twee of meer houden
f2.voor eiken hond.
De 2e klasse bevat de honden uitsluitend ge
houden wordende ten dienste van den landbouw
of eenig bedrijf van nijverheid, ot uitsluitend ter
bewaking vaii gebouwen of ervenwaarvan de
belasting bedraagt fl.voor eiken hond.
Art. 3. Voor honden bij de zoogende moeder
verblijvende en geen dertien weken oud zijnde,
is geen belasting verschuldigd.
Art. 4. De belasting is vooi het volle bedrag
verschuldigd wegens honden voor 1 Juli, en voor
de helft wegens de zoodanigen na dat tijdstip
aangeschaft of in bezit genomen.
•B. 1herordening op de invordering.
Art. 1. Aan alle houders van honden, die op
1 Januari van elk jaar in de gemeente hun hooid-
verblijf houden of er verblijven, wordt door den
Gemeênte-Ontvanger^voor 15 Januari van elk jaar,
een nschrijvings-biljet gezonden.
De belastingschuldigen aan wien zoodanig biljet
niet is toegezondenkunnen zich in geen geval
op dit verzuim beroepen, maar zijn verplicht een
biljet te vragen ten kantore van den Gemeente-
Ontvanger, voor 31 Januari van het dienstjaar.
De biljetten worden na 8 dagen teruggehaald.
De belastingschuldige wiens biljet niet is afge
haald, is verplicht dit vóór 15 Februari ten kan
tore van den Gemeente-Ontvanger te doen bezorgen.
Zijdie zich in den loop van het dienstjaar
eenén hond aanschaffen of houders van honden,
die zich na 1 Januari in de gemeente vestigen,
zijn verplicht binnen 8 dagen na aanschaffing of
vestiging, aangifte te doen ten kantore van den
Gemeente-Ontvanger.
Art. 2. Ieder belastingschuldige is verplicht op
het beschrijvings-biljetstellig en zonder eenig
voorbehoud te antwoorden op de daarbij vervatte
vragenen deze antwoorden met zijne gewone
liandteckening te bekrachtigen.
Indien de belastingschuldige niet kan schrijven,
is hij verplicht, behoudens eigen verantwoording,
een ander te machtigen tot invulling en onder-
teekening van zijn inschrijvingsbiljet, en van deze
machtiging ten genoege van den Gemeente-Ont
vanger of van Burgemeester en Wethouders te
doen blijken.
Art. 3. Weigering van den belastingschuldige
om te voldoen aan art. 1 en 2 dezer Verordening,
wordt beschouwd als ontduiking van- of over
treding ter zake van plaatselijke oelaating
Hetzelfde geldt, indien de belastingschuldige in
strijd heeft verklaard niet te kunnen schrijven,
en daarom zijn beschrijvingé-biljet niet heeft in
gevuld of onderteekeud.
Art. 4. De belasting is voor het volle jaar
verschuldigd wegens de honden vóór 1 Julien
voor de helft, wegens de zoodanigen, na dat tijd
stip'aangeschaft of in bezit genomen.
Nochtans zal afschrijving of teruggave van be
taalde belasting geschieden wegens de honden
vóór 1 Juli afgeschaft, mits voordat tijdstip aan
gifte zij gedaan ten kantore des Ontvangers.
Art. 5. De Ontvanger maakt een staat op van
de bij hem ontvangen aangiften. Hij zendt den-
zelve met de primitieve aangiften voor 15 Maart,
eu met de suppletoire aangiften voor 15 Juli en
15 November van elk jaar aan Burgemeester en
Wethouders.
Deze maken daarvan zoo spoedig mogelijk het
primitief of suppletoir kohier op.
Ten aanzien der voorloopige en primitieve
vaststelling der kohierenworden nageleefd de
bepalingen vervat in de artikelen 264 266 der
Gemeentewet.
Art. 6. Na het overnemen van het kohier zendt
de Ontvanger aan ieder belastingschuldige een
gedagteekend kosteloos aanslagbiljet, bevattende
ae namen van den belastingschuldige, het bedrag
van zijnen aanslag, den tijd. en.de plaats van be
taling,' en de dagen en uren waarop de Ontvanger
zjtting houdt, met uitnoodiging tot betaling voor
op den vervaldag op straffe van vervolging.
Art. 7. De aanslagen zijn invorderbaar in eenen
termijn uiterlijk een maand na de dagteekening
van het aanslagbiljet.
Art. 8. De invordering dezer belasting geschiedt
overeenkomstig de bepalingen, vervat in de art.
253 en 268 der Gemeentewet.
Art. 9. Als honden in de tweede klasse vallende,
worden gehouden
de wacht- of karnhouden, die alleen en uitslui
tend gehouden worden, om eigendommen te be
waken of te karnen
de schaapshondendie alleen tot dat einde
worden gebruikten de honden voor den land
bouw of eenigen tak van nijverheid, die duurzaam
tot dat einde gebezigd worden.
Art. 10. De niet inachtneming van de voor
schriften in deze Verordening vervaten de po
ging daartoewordt ten aanzien der belasting
schuldigen, als overtreding beschouwd en vervolgd.
Art. 11. Van elke overtreding wordt proces
verbaal opgemaakt en aan de bevoegde autoritei
ten ter vervolging gezonden.
Tot het constateeren der overtredingen en van
het verzet of den tegenstand in de uitvoering
ondervonden zijn de Rijksambtenaren der directe
belastingen, de ambtenaren der algemeene en Rijks
politie bevoegd en alle gemeente-ambtenaren ver
plicht. Van het door hen daarvan op te maken
procesverbaal wordt binnen- drie dagen afschrift
gezonden aan Burgemeester en Wethouders.
De Verordening op de invordering der belasting
op de honden van 3 November 1865 No 9 wordt
bij deze ingetrokken.
Zijnde het voormeld besluit tot heffing van eene
belasting op de honden en de verordening op de
invordering goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 22 Juni 1878, No 16, bij hetwelk de verorde
ning op de invordering is aangehaald.
En is hiervan afkondiging geschiedt waar het
behoort, den 14 Juli 1878.
Burgemeester en Wethouders,
Dr. De liaan, L. B.
De Secretaris,
F. W. van Licmpt.
INDIGO.
Indigo is eene dier soliede en sclioone
verfstoffen, die, hoewel uit andere werelddee-
len aangevoerd, hier te knde en zekerlijk in
fabrieksteden als Til buig, Leiden, Geldrop,
Helmond, enz., algemeen bekend is en ge
waardeerd wordt. Milder is men echter op
de hoogte nopens de cultuur van dit artikel
en niet zelden vernamen wij te dezen op
zichte de onzinnigste berichten en mededee-
lingen.
Het is daarom, dit wij heden onzen lezers
aangaande de cultiur en bereiding dezer
verfstof te PondicVery en op de kust van
Coromandel, twee der voornaamste stapel
plaatsen, het een <n ander zullen mededeelen.
Voor de indigo vorden in den regel liooge
gronden uitgezoclt, die door geen ander dan
regenwater word/n bevochtigd.
Ue gronden worden reeds bewerkt voor
den regentijd, naar op eene zeer primitieve
wijze, tengevolge van de meer dan eenvoudige
daarbij gebruike werktuigen.
Om te zaaitn wacht men totdat de grond
op 0.4G M. depte doorweekt is. lie zaden
worden dan ii kleine voren gelegd, op slechts
eenige ccntimters afstand van elkander.
Daar de indigoplanten verticale wortels
schieten, haigt de goede uitslag veel af van
den ondergr-nd daarom moeten vooral lage,
vochtige gunden vermeden en kleiachtige
boven alle Andere verkozen worden.
De grond moet driemaal omgewerkt worden;
daarn' gaat men over tot het zaaien, waar
voor men ongeveer 14 kilo per hectare ge-
brukt. Het zaad kiemt reeds op tusschen
de* 3den en 5 den dag. Wanneer de plant
ehe hoogte heeft bereikt van 4 a 6 centim.
k van 6 tot 8 blaadjes heeft, wiedt men
en herhaalt dit als de plant de hoogte heeft
van 0.20 h 0.24 M.
Na ongeveer 90 dagen begint de plant
te bloeien en kan zij op 0.20 M. boven den
grond afgesneden worden, waarna zij dadelijk
in kuipen te weeken wordt gelegd. De plan
ten worden horizontaal opgestapeld en door
balken, die met ijzeren sleutels bevestigd zijn,
te zamen gehouden om door de broeiing de
gisting te bevorderen.
Door toevoeging van putwater, dat te Pon-
dichery gemiddeld 26° C. heeft, worden de
plinten onder water gehouden. De samen,
generste bladeren verkrijgen na 15 a 18 uren
eeie temperatuur van 35° C; is deze dan nog
niet bereikt zoo moet men den tijd tot 20
urm verlengen. Deze bewerking loopt spoe
diger af als de plant niet meer groen maar
geheel rijp is.
Dat de weeking afgeloopen is, wordt aan
geduid
lo. door het dalSÉ^a# het water in de
kuip; 2o. door het bersten der luchtbellen
zoodra zij op de oppervlakte komen 3o. door
de groenachtige oranjekleur van het water
bij het omroeren4o. door den zoeten maar
prikkelenden geur van het water.
Men schenkt het water alsdan af in eene
lager geplaatste kuip en gaat over tot het
kloppen.
Het water wordt afgetapt in een groote
kom of vijver. Wanneer het hierin na eenige
minuten tot rust is5 gekomen, begeven 10 a
12 geheel naakte mannen zich in den vijver,
voorzien van groote houten spatels, die. veel
overeenkomst hebben met die bij het cricket
spel gebruikt worden. Op de maat van een
eentoonig gezang w Jpen zij telkens een schep
vocht tegen dien van hun overbuurman,
waarbij het aanvankelijk groene vocht allengs
een helderder kleur aanneemt. Het wordt
helder blauwachtig en vervolgens donker
blauw met opdrijvend schuim; komt er te
veel schuim, zoo werpt men er eenige drup
pels sesain-olie (vlasdotter- of Egyptische-
olie) in, waardoor het schuim dadelijk neder-
slaat en het kloppen gemakkelijker en gere
gelder lean geschieden.
Dit kloppen wordt van ll/2 tot 3 uur lang
voortgezet, naar gelang den graad van rijp
heid der planten.
Om de vorming van het'.meelachtig neer
slag te kunnen beoordeelen, schept men een
weinig vocht op een plat bord. terwijl men
het kloppen zoolang voortzet tot het water
geheel bevrijd is van de groene tint. Dit
kan men ten duidelijkste waarnemen aan een
witten lap, dien men in het vocht hangt en
waaraan men de verschillende verkleuringen
kan gadeslaan. Als het kloppen geëindigd
is, vormt zich een bezinkselom het neer
slaan daarvan te bevorderen worden verschil
lende middelen gebezigd. Vroeger geschiedde
dit door kalk of citroenzuurthans wendt
men daarvoor meestal de bast van den syzygium
Jambolanum aan. Na deze toevoeging laat
men het water voorzichtig afloopon door het
achtervolgens langzaam openen van vier kranen.
Door de laatste kraan verkrijgt men de brei-
achtige pap der indigo, die op den bodem
is achter gebleven. De pap laat men uit
druipen door zeven van linnen, na bijvoeging
van eenig zuiver water om eene lijmachtige
stof te verwijderen, die de korrels steenachtig
en droog zouden maken.
De koking. Het koken is eene bewerking
niet minder gewichtig dan het kloppen, maar
die echter even eenvoudig is als het koken
van rijst, enz. De indigo-korrels worden in
een ketel met water aangemaakt en tot een
dikke brei gekookt. De koking wordt ge
durende 4 5 uur voortgezet, waarbij men,
door roeren met houten spatels, voorkomt
dat de stof zich aan de wanden hecht en
verbrandt of opzwelt. Men wacht gewoonlijk
drie opkokingen af, alvorens met koken op
te houden. Nu laat men het vocht afkoelen
en giet het dan uit over een plat vlak. Na
dat men het water heeft laten afloopen, wordt
de brei met messen opgenomen en in zakken
onder de persen gebracht.
Persing. Van deze persing hangt veel
af. Om goede harde stukken te bekomen,
moet een zeer gelijkmatige druk uitgeoefend
en al het water verwijderd worden Hierdoor
voorkomt men het ontstaan van holten, waar
door de stukjes licht zouden breken en zich
schimmel zoude kunnen vormen, die ongelijke
streepen bij de kleuring doet ontstaan. Dit
werk wordt vaak, hetzij uit winstbejag, Jdaar
de opbrengst bij de flinke persing minder
is, hetzij uit onachtzaamheid niet genoeg
behartigd.
Het snijden. Dit geschiedt op verticaal
en horizontaal gegroefde tafels, evenals die
in de zeepfabrieken gebruikt worden. Hierop
wordt de indigo na het verlaten der persen
uitgespreid en door koperdraden gesneden in
stukjes, waarvan er 7 in de lengte en in de
breedte gaan. Deze 49 stukjes worden
verder_op rekken gedroogd. Elk stuk weegt
200 a 210 gram.
Het droogen. Het |droogen geschiedt eerst
op rekken voorzien van planten, die met asch
bestrooid zijn en daarna op netten. De door
strooming der buitenlucht is in den aanvang
geheel weggenomen, maar wordt trapsgewijze
vermeerderd tot de geheele opclroogingdeze
vereischt gewoonlijk ruim 60 dagen.
Kosten. Ziehier de kosten zooals die be
rekend worden op de kust van Coromandel,
voor een stuk grond van 53.51 ares.
Arbeiders f 4.50 mest f 3.38 zaden
fl.13 wieden f2.26; afsnijden van den
oogst f 4.52droogen en uitzoeken der
bladen f 1.41 grondbelasting f2.73. To
taal f 19.93.
Men kan gewoonlijk op drie oogsten in
het jaar rekenen, waarvan elk 20 hectol.
bladeren geeft. De eerste snede heeft plaats
in Juni; deze geeft de minste kwaliteit. De
tweede in September is de voordeeligstede
derde in Januari de minst opbrengende.
De kwaliteit der twee laatsten is de beste.
Men rekent dat het Engelsche pond a' 453
gram aan den grondeigenaars te staan komt
op f 2.25 f 3.38 of voor betere kwaliteit
op f5.— a 7.40.
Op verzoek van liet gemeentebestuur van
Kampen stelde de gezondheids commissie een
onderzoek in, omtrent meel, brood en melk, die
hier worden verkocht. De slotsom luidde Van
zes monsters meel, bevatten er drie boonen en
aardappelmeelbij een was p. m. 10 pet. krijt