Nummer 85. Donderdag 31 October 1878.
Jaargang.
S- BI MUI
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
e
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
Advertentiën 1 7 regels f 0,60, daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven worden tweemaal in rekening gebracht.
Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent por regel
In de aanstaande najaarszitting der Staten
dezer provincie zullen o. a. de navolgende stukken
een onderwerp van behandeling uitmaken
a. een ontwerp tot wijziging der inrichting
van de waterschappen van Oudheusden, Elshout
en Huiten, van den Hei- of Meerdijk en polder
van Drunen en van den Hoogen Maasdijk van
Stad en Lande van Heusden c. a.
b. de vaststelling van bijzondere reglementen
voor de waterschappen het Eendennesthet
stoomgemaal onder Dieden c. a. en den Hei-
of Meerdijk en Polder van Drunen
c. de wijziging van bijzondere reglementen
roor de waterschappen de Binnenpolder van
Waalwijk de Elisabeth-polderde polder van
der Eigen en de Hulpgaten in de Landen van
Heusden en Altena
d. aanvragen van de Gemeentebesturen van
Almkerk-Emmikhoven en Berkelom bijdragen
in de buitengewone kosten van inrichting van
het Lager Onderwijsen
e. een verzoek namens het Comité voor den
aanleg van een stoomtramwegnet in de provincie
Noonlbrabant, om bij het erlangen van concessie
voor den aanleg en de exploitatie van een stoom
tramweg Tilburg-Waalwijkover de bermen en
zoo noodig over het bestrate gedeelte van de
heerbaan Tilburg-Loonopzand-Sprang-Besoijen-
Waalwijk een ijzeren weg te leggen met gezonken
spoor en dien weg te exploiteeren met stoom
rijtuigen.
(Reeds vroeger gedeeltelijk medegedeeld.)
Door den Gemeenteraad van Tilburg is
eene commissie benoemd om onderhandelingen
te openen met de heeren Van Heusden Co.,
te '«Bosch en J. van den Elzen, civiel ingenieur
te Waalwijk betreffende de aanvrage voor het
aanleggen van een stoom-tramway van Tilburg
naar Waalwijk. Het doel iste onderzoeken
welke concessie-aanvrage het meest in aanmer
king verdient te komen om vanwege de gemeente
in haar belang gesteund te worden.
Op het einde dezer week zal bij den Uit
gever van dit Blad van de pers komen eene
brochure van den heer Van den Elzen waarin
hij het belang dezer onderneming zal aantoonen,
gevolgd door eene beredeneerde en gedetailleerde
berekening der kosten van aanleg en exploitatie,
benevens de vermoedelijke opbrengst.
(Zie annonce).
Tengevolge van ongelukken in Engelsche
steenkoolmijnen had men in 1877 het verlies
van ruim twaalfhonderd menschenlevens te be
treuren, tegen 933 in 1876.
dellijk gevolgd werd zulk een ramp over de
stad zou brengen.
Niemand in de stad, die eenig onheil duchtte
ieder ging onbezorgd ter rustemaar nagenoeg
te half twee uur werd men opgeschrikt door
het geroep van brand. In den toren was een
vlammetje, van wellicht een paar duim, ontwaard.
Spoedig daarop rukte de brandweer met eene
brandspuit aan doch nauwlijks begon die brand
spuit te werken, of men zag den toren in licht-
laaie vlam staan. Nu rukten al onze brand
spuiten aan, doch de voortwoekerende vlammen
waren niet te stuiten, zoodat in den tijd van
drie uren de schoone kerk en sierlijke toren
geheel afgebrand waren. Gelukkig was er nog
veel dat waarde had te reddenwaarbij vele
burgers zich manmoedig gedroegen. Daar de
kerk niet te redden was, werd alle moeite aan
gewend, om de gebouwen in den omtrek te^ be
houden! o. a. de Iloogere Burgerschooldie al
vuur begon te vatten, hetwelk met vele moeite
bedwongen werd. Andere ongelukken heeft men,
zoo ver wij vernomen hebben, niet te betreuren,
en men twijfelt niet of de kerk en toren zijn
goed geassureerd. Onze hooggeachte Burgemees
ter vooral eu de geheele burgerij heeft zich
ieder op de beste wijze van zijn plicht gekweten.
Naar men vermoedt heeft het hemelvuur een
balk in den toren getroffendie van negen uur
tot half twee is blijven smeulen, totdat eensklaps
de vlam uitbarstte.
Het is raadselachtig dat de kerk niet gespaard
bleefofschoon zij toch op twee zijden van
bliksemafleiders voorzien was. Het is schrikke
lijk de ruïne aan te zien slechts de naakte
muren zijn overgebleven.
De nabijgelegen dorpen hebben zich gehaast,
om met hunne brandspuiten eu manschappen
op de plaats des ongeluks te komen en deden
veel dienst, om de omstaande gebouwen te be
veiligen.
Vrijdag-avond is de bliksem geslagen in
den toren der groote kerk van de Hervormde
gemeente te Hoorn. Toren en kerk zijn dien
tengevolge geheel verbrand. De belendende hui
zen heeft men tegen het vuur weten te beschermen.
Persoonlijke ongelukken zijn niet voorgevallen.
I)e volgende bijzonderheden worden hierom
trent gemeld
Het is thans ruim 40 jaar, dat (op Vrijdag
3 Augustus 1838), op het. midden van den dag,
de groote kerk der Hervormden met haren sier
lijken toren en lief klokkenspel een prooi van
het vernielend vuur werd. In den tijd van
vijf jaren werd de kerk uit bijdragen van alle
zijden toegevloeidweder schooner opgebouwd
dan vroeger.
Vrijdag-avond omstreeks negen uur werden
wij door een zware onvreersbui overvallendie
ieder in onze stadwaar wij zelden zware on-
weers hebben, van schrik deed opspringen. Men
lermoodde niet, dat die céne bliksemstraal, die
yan zulk een buitengewoon harden slag omnid-
Eene uitdraagster te Amsterdam bemerkte
terwijl zij zich in de keuken bevond, dat er
volk in haar winkel was. Zij trad naar voren
en werd er met een oogopslag gewaar, dat men
haar eenigc zilveren horloges en gouden ringen
ontvreemd had. In een oogwenk was zij een
jongen die haar winkel verlaten had nageijld
onder den uitroep „houdt hem, houdt hem
De jongen vluchtte een schoenmakerswinkel bin
nen, gevolgd door de uitdraagster. Daar dealde
zij den diefstal, ten haren nadeele gepleegd, mede
en zag na lang praten zich eindelijk weder in
het bezit gesteld van'haar rechtmatig eigendom.
Zij wenschte den dief naar het politiebureau te
brengen, doch voor en in den winkel van den
schoenmaker waren tal van nieuwsgierigen tegen
woordig, en door hen werd uitgemaakt dat aan
gezien de bestolene hare goederen weder terug
bekomen had, het niet mocht geschieden dat
de arme jongen naar het bureau werd gebracht.
De uitdraagster koos de verstandigste partij en
liet den jongen glippen. Zij deed echter van
liet feit aangifte bij de politie, en het gelukte
deze den jongen op te sporen, die reeds twee
malen veroordeeld was geworden, eens wegens
brandstichting en eens wegens diefstal.
Uit Nieuwediep wordt van 27 October ge
meld Heden-ochtend is hier binnengekomen de
Engelsche brik Sarah, kapt. Eowles, met; steen
kolen van Sunderland naar Rotterdam bestemd.
Het schip had gedurende het hevige stormweder
drie dagen voor de kust gekruist, wab, door
het slingeren en stampen, zwaar lek geworden
en had zelfs groot gevaar geloope.u in de Zuider-
haaks te verzeilen. De equipage had onafgebro
ken moeten pompeu en was afgemat. In die
benarde omstandigheid ontdekte men gelukkig
een bomschuit, die later bleek te zijn de Arie
Daniel, schipper Van 't Hart, te Scheveningen
Een schipper te Zaandam moest^ eene
lading rijst naar Amsterdam brengen. Hij werd
verhinderd mede te varen en belastte daarom
zijne beide knechts de lading naar Amsterdam
te brengen. De knechts overlegden met elkan
der om een deel van de rijst te stelen en die
te verkoopen en de opbrengst samen te deelen.
Zij gaven aan hun voornemen gevolg door uit
elke baal wat rijst te stelen en die in een an
deren zak over te storten. Een hunner belastte
zich met den verkoop. Onderweg werd hij echter
door de politie aangehouden en na vele uitvluch
ten moest hij eindelijk bekennen, met zijn maat
diefstal te hebben gepleegd.
Zondag-ochtend tusschen 4 en 6 uur is
de oliefabriek van den heer Prins te Wormerveer
totaal in de asch gelegd. In de steenkolcnloods
was de brand ontstaan. Een tiental spuiten uit
Wormerveer en omliggende plaatsen waren spoe
dig aanwezig, zoodat men er in slagen mocht
de pakhuizen en woningen in de nabijheid te
behouden. De fabriek was tegen brandschade
verzekerd.
De Oostpoit meldt de volgende daad van
kracht en tegenwoordigheid van geest van een
Madurees Pak Kinah; der dessa Tosati, district
Tengger, begaf zich den 8n September, omstreeks
5 ure in den namiddag, naar de bron, gelegen
niet ver van zijne woning, voorzien van een
dikke zware bamboe, goembeng genaamd, waarin
dessalieden hun drinkwater gaan halen. Bij de
kromming van het pad stond hij eensklaps voor
een gevlekten tijger (matjan toetool), een wijQe
van de grootste soort, dat, in het nauw gebracht
door de plotselinge verschijning van Pak Kinah,
den muil wijd opensperde en den vreeselijken
klauw naar den inlander uitstrekte. Deze, zon
der zich een oogenblik te bezinnen, hief zijn
goembeng in de hoogte en deed die met zulk
eene kracht nederdalen op den kop van het
dier, dat hij het met dien eenen slag de hersen
pan verbrijzelde. In plaats van met drinkwater,
keerde de onversaagde inlander naar zijne woning
terug met het kadaver van de tijgerin, wier
prachtige huid hij naar Pasaroean bracht, ten
einde de premie te ontvangen, op het dooden
van tijgers gesteld.
In het boscli van St. Martin, nabij Ma-
zières, heeft Dingsdag een klopjacht plaats gehad,
waarbij ook menschenbloed werd gestort. De
honden joegen nl. een groot everzwijn op; de
heer Bernardin trof het dier met twee kogels.
Woedend wierp het dier zich op den schutter,
die snel achter een boom sprong, en aldus ont
snapte aan het razende beest, dat zich daarna
in een zeer dicht kreupelboschjc wierp. De
heer Agnez drong daarop het kreupelboschjc
binnen, toen hij plotseling door het zwijn werd
omvergeworpen; het geweer ontgleed aan zijn
handen en zonder eenig wapen moest hij zich
verdedigen tegen het woedende dier, dat hem
met de°slagtanden de beenen openscheurde.
Eindelijk slaagde hij er in zijn geweer te
grijpenzonder te mikken zet hij de tromp
teo-en den kop van het zwijn en trekt afde
kogel schampte af, doch de schok bedwelmde
I het dier eenigen tijd, welk oogenblik een ander
inmiddels toegesneld jager zich ten nutte maakte,
om het den doodelijken kogel in den kop te
jagen.
He te Roermond acultatieYe goederentrein
die Vrijdag om 3 ure aankwam, verliet 10 mi
nuten voor 6 het station Roermond, in de rich
ting Jvan Maastricht. De wisselwachter. Jan
van Alphen, geplaatst achter de veelading, die
voor het noodzakelijke mancevreeren ten einde
eenige voor Roermond bestemde wagens kolen
op eene andere rail te brengen den wissel had
getrokken wissel die naar de rails van den
spoorweg in de richting van Gladbach lèidt
vergat echter* dien sluiten, en de locomotief met
24 wagens kolen kwamen op laatstgenoemde lijn
terecht. De machinisten en remmers die zulks
bemerkten, deden het mogelijke om den trein
tot stilstand te brengendoch tengevolge der
sterke daling van den weg hielp het remmen
zeer weinig en kwam de geheele treineven
achter den Kaizer-salon in botsing met de op
de rails staande locomotief en 2 kiezelwagens
van den Grand-Central. Zeggen wij vooreerst
dat er geen menschenlevens hierdoor te betreu
ren zijn dat zelfs niemand van het personeel
eenig letsel bekwam. Wel werden 2 conducteurs
die zich in den voorsten wagen vlak achter de
locomotiefbevonden en waarvan de hoofd
conducteur bezig was zijn papieren in orde te
brengen van het voorste gedeelte van den
wagen tegen het achtergedeelte geworpen, alwaar
ze later in bewusteloozen toestand werden uit
gehaald.
Verschrikkelijk is het echter te zien hoe hevig
de: schok moet geweest zijn.
De 2 kiezelwagens werden vermorzeld en links
van den weg legen het talud geworpen terwijl
de tender van de locomotief van den grand cen
tral mede geheel werd plat gedrukt. Die van
het staatsspoor onderging niet alleen hetzelfde
lot, maar werd buitendien geheel ontredderd
buiten de rails in schuinsche richting tegen het
talud aangeslingerd waarin ze diep in den grond
bedolven is. Met een uit Venlo ontboden stoom-
kraan zal men trachten ze weer op de rails te
brengen.
Wij dienen nog terug te komen op den goe
derenwagen waarin zich de twee conducteurs
bevonden. Deze is aan de voorzijde, waarmede
hij met de locomotief iu botsing kwam geheel
verpletterd en boven op 2 met kolen geladen
wagens geworpen zoodat hij met deze laatste
een schuinschen driehoek vormt.
Men is reeds bezig eene hulprail te leggen
opdat het werk van den Gladbacherweg daardoor
gecne vertraging ondervindt.
Tusschen Baexem en Leveroy heeft een
botsing plaats gehad tusschen een trein, bestaande
uit locomotief en drie wagons, met een aldaar
op de rails geplaatste dressine, waardoor schade
aan die waggon is veroorzaakt en de locomotief
uit de raifs werd geworpen. Een man werd
tevens verwond.
Men veronderstelt dat 's avonds te voren die
dressine, uit baldadigheid aldaar was neergelegd.
In 's-Hertogenbosch werd Vrijdag-avond
een brutale poging tot diefstal gedaan. Bij het
sluiten der Kathedraal vond de bewaker der kerk
een persoon in een dar biechtstoelen verscholen.
Daar hij zich voordeed alsof hij beschonken was
en verklaarde dat hij vermeende in zijn logement
te zijnwerd liij verwijderd. De kosterna
het sluiten der kerk het geraden oordeelendo
nogmaals een onderzoek in te stellen ontdekte
denzelfden persoondie zich nu in het doopvont
verborgen hield. Hij deed alsof hij hem niet
bemerkt had en haalde inmiddels de politie
doch toen deze ter plaatse verscheen was de
dief verdwenen. Na lang zoeken vond men hem
eindelijk wederdoch ditmaal verscholen onder
den mantel van het miraculeuze beeld van O.
L. V. Hij werd onmiddellijk gearresteerd en in
verzekerde bewaring gebracht.
Zondag-namiddag geraakten te Maastricht
drie personen door sterken drank bevangen
in de Jekkermet het gevolg dat een hunner
een jonkman van 28 jaren levenloos werd op
gehaald.