Duitschland. Oostenrijk. Italië. Rusland. Egypte. BINNENLAND. Ingezonden stukken. Te Brunswijk is eeu jong chemicus overleden, die aldaar ten huize zijns vaders woonde en volgens de verzekering van sommigen, diamanten kon maken. Zelfs zou hij tegenover anderen meermalen van zijn kunst gesproken en proeven daarvan hebben laten zien. Herhaaldelijk'zouden door hem steenen naar Amsterdam zijn verzonden, die daar werden geslepen zonder dat de slijpers het flauwste vermoeden haddendat de steen kunstmatig was vervaardigd. Een feit is het overigens, dat hij steeds in een donkere kamer arbeidde nooit andere bezigheden .verrichtte en toch op goeden voet leefde. Vóór zijn sterveö moet hij zijn geheim nog aan Amsterdammers voor verscheidene millioenen hebben verkocht. Het gerucht gaatdat de overledene geen natuurlijken dood is gestorven. Een lijkschou wing heeft dan ook, naar men zegt, plaats gehad. Het gemeentebestuur te Würzburgin Beiereu had in 1877 bij zijne beraadslagingen over maatregelen tegen vervalsching van levens middelen ook een onderzoek ingesteld omtrent de bierpompen. Volgens mededeeling van buiten- landsche deskundigen waren die pompen onscha delijk wanneer zij slechts voortdurend werden schoon gehouden en er gezorgd werd voor toe voer van zuivere lucht. Eene Commissie van geneeskundigen en professoren verklaarde echter dat juist aan laatstgenoemde voorwaarde meestal niet werd voldaan doordien die pompen ge woonlijk jilleen uit kelders keukens en gangen haar toevoer van lucht ontvangenterwijl ook de ondervinding leert dat de pijpen zeer spoedig van binnen worden bezet met een aanslag, die alleen door middel van stoom kan worden ver dreven en schadelijke bestanddeelen in het bier aanbrengt. Dientengevolge heeft het Gemeente bestuur het gebruik van bierpompen verboden. Een twintigtal bierhuishouders hebben zich daar over beklaagd bij den Regeeringspresident graaf Luxburg. Deze heeft daarop het advies inge wonnen van de geneeskundige commissie voor Beneden-Frankenland en thans op grond van dat advies het verbod bevestigd. Te Praag is een vreesselijke moord gepleegd. Bij den winkelier in galantcriën Jozef Keport, waren twee gezellen in dienst, met name Wilh. Landhut en Johann Vondra. Deze laatste had een zuster Anna genaamd. Daarenboven waren nog twee broeders van laatstgenoemden, Jozef en Anton Yondrade een 17 de ander 21 jaren oud bij bedoelden winkelier werkzaam. Josef en Anton Yondra mishandelden steeds hunne zuster en waren op klachte van den winkelier Keport tot 3 dagen gevangenisstraf veroordeeld. Na hunne bevrijding zonnen zij op wraak en kwamen met dit doel bij Keport, onder voorwendsel van een portefeuille te willen koopen. Terwijl hij zich omdraaide om het verlangde voorwerp te halensloten de boos wichten de deur van het achtervertrek waarin zij zich bevonden. In dit vertrek waren nog daarenboven de vrouw van Keport met een zuigeling van een jaarbovengenoemde Lands hut en Anna Vondra. Plotseling hoorde men revolverschotenwelke vermengd waren met het getier der beide moordenaars. Nadat de deur met geweld geopend was vertoonde zich aan de politie een vreeselijk schouwspel. Eeu van de booswichten hieuw met ruw geweld op het lichaam zijner stervende zuster Anna, terwijl de ander juist bezig was om met den kolf van den revolver den zuigeling het hoofd in te slaan. De winkelier Keport lag bewusteloos in een hoek, uit ontelbare schotwonden bloedende terwijl de vronw van Keport en de leerling Landhut even eens tengevolge der vele Wonden bewusteloos waren. De broeder dier beide moordenaars Johan Yondra had eveneens een wond gekregen. De zuster Anna Vondra en de zuigeling zijn kort daarop overleden, terwijl de overige slacht offers van het vreeselijk drama zich in levens gevaar bevinden. Het heeft de politie zeer veel moeite gekost om deze booswichten tegen de volkswoede te beschermen en weinig heeft het gescheeld of zij waren op straat gelynchd geworden. Geheel Praag is over dit feit in opschudding geraakt. Men is op den Etna reeeds begonnen met den bouw van een astronomisc.h-meteorologisch observatorium. Toen prof. Tacchini dit plan voor het eerst in den gemeenteraad te Catania voorstelde, meende hij niet zoo spoedig te zullen slagen maar velezoo buitenlandsche als bin- nenlandsche, deskundigen juichten zijn voornemen toe en den laatsten stoot heeft men te danken aan de bemoeiingen van den minister van handel en landbouw. Op het meteorologisch congres, in April van dit jaar te Rome gehoudenwerd door alle leden, nadat zij het verslag van prof. Tacchini gehoord hadden zulk eene inrichting eene zaak van het hoogste belang voor de we tenschap genoemd. De bewoners van Lipari hebben ook on dervonden wat het zegt in de nabijheid van een vuurspuwenden berg te wonen. Uit die plaats schiijft men aan de Gazzetta di Messina „De oude Strombolidie niet schijnt te willen onderdoen voor zijne vriendende Vesuvius en de Etna, begroette ons van den 3den tot den 6den dezer met een zwaren aschregenden 8n hoorde men een gerommel in den berg en daarna werden witgloeiende steenen uitgeworpendie gelukkig voor het grootste gedeelte in de zee vielen of langs den oostelijken kadt van den bergdie onbebouwd is. Wij hopen dat het bij deze eene uitbarsting zal blijven en dat de reus tevreden zal zijn met den schrik dien hij aan de bewoners in den omtrek heeft bezorgd." Te Ravenna i3 zekere Gaetano Sama in een vlaag van krankzinnigheidmet een mes gewapend de straat op gevlogen, links en rechts om zich heen zijn wapen zwaaiende. Een kapi tein der carabiniers die juist zijn vrouw en 7 kinderen verlaten had, werd doodelijk door den krankzinnige getroffen hetzelfde lot ondergingen een geestelijke en een dokter, terwijl nog eeuige anderen meer of minder zwaar gewond werden. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft de plaatselijke overheden gemachtigd tot maat regelen tegen rondreizende volksopruiers. De Gouverneur-Generaal te St. Petersburg heeft drukpers-overtredingen tijdelijk aan de compe tentie der gerechtshoven onttrokkenteneinde zelf daartegen te ageeren. Het gebied aan den beneden-Wolga en voornamelijk Zarizyn schijnt in dit jaar bijzonder zwaar bezocht te worden. Nauwelijks heeft de bevolking zich hersteld van de paniek, die door de pest-epidemie in het gouvernement Astrakan werd veroorzaaktof het zuidelijk Wolgagebied wordt door een nieuwe ramp bedreigd, namelijk door een mislukken van den oogst. Men heeft daar den vorigen winter eigenlijk alléén in den almanak gehad. Wel viel er in Januari en Eebruari eenige malen sneeuw maar deze was na 4 of 5 dagen weer verdwenen. Ook de koude was onbeteckenend en duurde slechts kort. Op deze wijze werd de grond gedurende den winter bijna geheel droog. Eerst hoopten de boeren dat het voorjaar alles goed zou maken en inderdaad viel er in de laatste dagen van Maart eenige regen. Maar daarop viel weer eeu droogte in cn tot heden is er geen druppel regen gevallen. Dientenge volge is het gelieele Wolgagebied, van Sfaratow tot Astrakan tegenwoordig een kale dorre woestenij. Het winterkoren kwam wel op en hield zich staande zoolang de grond nog maar eenigszins vochtig was, maar de droogte, die in Mei inviel, heeft allen plantengroei vernietigd. Het zomer koren is bijna in 't geheel niet opgekomen en waar het opgeschoten was, is het verdord. De droogte dreigt nog op een andere wijze hoogst gevaarlijk te zullen worden. Tengevolge van het gebrek aan regen groeit ook het gras op de weiden slecht of in 't geheel nietzoodat men vreest ook voor het vee geen voeder te zullen hebben. Werd eerst gemeld, dat Hassan met zijn vader, den ex-Khedive, moet vertrekken, thans verneemt mendat de Mogendheden Hassan vergunnen te blijven maar zijn oudereu broeder Hussein niet langer in Egypte willen dulden. Nu heeft er zich evenwel een nieuw bezwaar voorgedaan IsmaïL maakte zich gereed naar Constantinopel te trekken maar de Sultan doet hem weten dat hij hem niet in Constantinopel wil zien. Zelfs is een oorlogsschip naar 't eiland Chios ge zonden omals de ex-Khedive daar aankomt, hem te bevelen op nader orders te wachten. Het gevaar bestaatdat Ismaïl weigert weg te gaan, wat de Mogendheden in nieuwe moeilijk heden zal brengen. Waalwijk, 2 Juli 1879. Het musicale feest onzer liedertafelMaandag 11. ter gelegenheid der onthulling harer prachtige banier den inteekenaren en den leden van Mu sis Sacrum aangeboden, heeft een schitterend succes gehad. Wel mogen wij in den volsten zin des woords dien avond een feestavond noe men, niet alleen om den prettigen en aangenamen toon die er tot het einde toe heerschte maar vooral ook om het kunstgenot, dat wij in zoo ruime verscheidenheid hebben mogen smaken en waartoe zeer zeker de welwillende en veree- rende medewerking van eenige kunstbroeders uit Tilburg niet het minst heeft bijgedragen. Na het eerste nummer van het programma werd de banier door Waalwijks oudsten wethouder Dr. J. B. de Haannamens de burgerij van Waalwijk en Besoijen der liedertafel aangeboden als een blijvend bewijs van de sympathie, waarin zich het gezelschap verheugen mag. In korte maar krachtige bewoordingen uitte ZEd. den wenschdat aan de liedertafel, onder de leiding van haar onvolprezen directeur, en geschaard om die banier, als een symbool van eendracht en trouw nog menige lauwer zou ten deel vallen. Toen het prachtig geschenk onthuld was hief de liedertafel den Banierzang van Heijblom aan. Krachtig en met klimmende geestdrift klonk het „Heft omhoog des zangers strijdvaan" door de ruime zaal. De solonummers zoowel vocale als instru mentale door straks genoemde 'neeren vervolgens ten gehoore gebrachtovertroffen de reeds hoog gespannen verwachting. Ieder den lof te geven, die hem zoo rechtmatig toekomt, zou ons ver buiten ons bestek voeren maar als tolk der aanwezigen zeggen wij hun dank om het veelzijdig genot en roepen hun een hartelijk tot weerziens toe. Ook de Liedertafel zong hare overige nummers hoogst verdienstelijk vooral haar „Opwaarts" en hare „Hymne an die Musik" waren keurig. In één woordhet was een geheel zooals wij zelden het voorrecht hadden alhier te hooren. Lang nog zal die avond in aller herinnering blijven voortleven. Wij mogen dit verslag niet eindigen zonder een woord van lof aan den heer Th. van Delft, wien de" teekening vau de banier was opge dragen en onder wiens leiding dezelve zoo ge lukkig is uitgevoerd. Het zal hem zeker eene groote voldoening zijn dat allen als om strijd, zijn verdienstelijk werk roemden. Een nieuwe inrichting tot het voortbrengen van electrisch licht is gepatenteerd aan Clamond. llij verwerpt alle magneto-electrische machines, die in den laatsten tijd voor het electrisch licht in toepassing zijn gebracht. Hij is ook tegen het gebruik van batterijen die met vloeistoffen moeten worden opgeladenomdat beide inrich tingen kostbaar en omslachtig zijn. Hij gebruikt een thermo-electrische batterij van antimonium en zink die met coke gestookt wordt. Bij wijze van proef heeft hij gewerkt met een batterij van 80 paren, die een licht voortbracht van 25 bees Carcel met een verbruik van bijna 10 kilo coke per uur. Daar een bec Carcel ongeveer aan 10 standaardkaarsen gelijk is zoo leveren in dien toestel 10 kilo coke een licht van 250 kaarsen of in ronde getallen een hectoliter coke geeft gedurende een uur het licht van 1000 kaarsen. v Het is bekenddat de fiscus den heer Sijthoff te Leiden voor zijne boekdrukkerij als molenaar heeft aangeslagen. Den heer H. C. A. Tkieme te Nijmegen viel een dergelijk lot ten deel. GedeputeerdeStaten van Gelderland zijn echter van oordeel, dat een boekdrukker geen molenaar is en hebben dus den fiscus in het ongelijk gesteld. Een boekdrukker in Zuidholland is nu mole naar in Gelderland, blijft hij als van ouds boekdrukker. Of de molenaars nu ook als boekdrukkers worden aangeslagen is nog niet gebleken. Door Gedeputeerde Staton dezer provincie is bepaald dat de eerste vergadering van den raad der nieuwe gemeente Almkerk die door de vereeniging van Almkerk en Emmikhoven gevormd is zal gehouden worden op 15 Juni e. k. Ingevolge de wet van 22 April jl. zal op dien dag de vereeniging tot stand komen. Dezer dagen ontving een kashouder van gouden en zilveren voorwerpen te Amsterdam een briefinhoudendedat indien hij niet wilde bestolen worden hij dan aan zekeren Marchünd, welke op de trappen van de beurs wachtte f25 moest ter hand stellen; deed hij dit niet, dan kon hij verzekerd zijn dat men hem zou bestelen en natuurlijk voor een grooter bedrag. De kashouder ging met dien brief naar de po litie die de juiste maatregelen nam om den schrijver in handen te krijgen hetgeen dan ook spoedig plaats vond. De schrijver, die een valsche naam had opgegevenbeweerde geen werk te hebben geheel van middelen te zijn ontbloot en dit middel ter hand te hebben ge nomen om aan geld te komen. Indien hem de f25 niet waren ter hand gesteld, zou hij toch geen diefstal hebben gepleegdhet was slechts dreigenten einde meer kans te hebben dat hem de gevraagde som zou worden toegestaan. Hij is naar de gevangenis gebracht. Men meldt uit Bolswürd: In den avond van den 26sten jl. was een jongske van 7 jaren bij zijn vader in het land; 't werd koel en de vader zond hem naar eene vrouwdie woont tegenover zijne hoeve, welke over de vaart is gelegen belovende zijn kind spoedig af te halen. Het kind vindt- de deur bij de aangewezen vrouw gesloten loopt naar d.en kant en roepthaal over. Dit geroep wordt op de hoeve niet gehoorden eenige oogenblikken later staat de knaap niet meer op den kant. Van een nabijzijnd schip komt spoe dig een sloep uitmaar het gelukt eerst na langdurig zoeken het lijkje terug te vinden in de diepe vaart. Jongstleden Zondag werd de volgende po ging aangewend om een ingezeten van Amsterdam, in de Sarphatistraat woonachtig, op té lichten. Een knaap kwam aanschellen en reikte een met potlood goed geschreven briefje overwaarin de heer des huizes door een van zijne vrienden verzocht werd den jongen tien gulden mede te geven. Hij stond op het station te wachten en had vergeten zijn portemonnaie bij zich te steken, gelijk hij tot zijn schrik bemerkt had. De heer des huizes vond het vreemd dat zijn vriend dit niet zelf kwam vragen en was wijs genoeg den jongen het gevraagde niet mede te geven; want, gelijk later bij nader onderzoek bleekwas het briefje valschen deze slim overlegde poging tot afzetterij mislukt. Volgens een particulier bericht uit de re sidentie Tagal in Indië, wemelt 't daar van veldratten, een ware Egyptisehe plaag, die veel nadeel doen aan het jeugdige suikerriet. Er wordt een premie van 2 cent voor iedere gevan gen rat betaald, en nu ziet men dagelijks bij de kantoren der suikerplantages een onafzienbareu hoop jongens van 5 tot 10 jaren, die, met de staarten der door hen doodgeslagen ratten in een doek, de uitgeloofde premie komen ontvangen. Er zijn jongens die daarmee f 1 's daags ver dienen. En als de veldratten aan het jeugdige sui kerriet veel nadeel hebben toegebracht, dan komen de wilde varkeus de verwoesting vervolgen. De schrijver zou tegen de veldratten slechs één specifiek middel weten, namelijk een winter, zoo- als raeu dien in het begin van dit jaar in Hol land heeft gehad. Een firma te Parijs stuurt een geheel pa pieren huis naar de Sydney tentoon stel ingAlles in dit huis is van papier; kleeden, gordijnen, meubelen, zelfs kachels en fornuizen. De personen, die in dit huis zullen onthaald worden zullen op hun tafel zien papiereu ser vetten, tafellakens, borden, messeu, vorken, bakjes om als glazen dienst te doen enz. Verder ia in de slaapkamer ook alles van papier, beddegoed, waschkommen, kleederen, enz. enz. Wij schijnen in de „papieren eeuw" te gaan leven. Het aantal emigranten van 1789 tot 1879 naar Amerika vertrokken bedraagt ongeveer tien millioen personen. Daarvan is 70 pCt. te New- York aangekomen terwijl de overigen zich ver deeld hebben over BostonPhiladelphia en Baltimore. Sedert 1820 is men geregeld aan- teekening gaan houden van het aantal. Het nam van jaar tot jaar langzaam toe tot 1831 toen het 22,633 beliep. In het daaropvolgend jaaa verdubbelde het eensklaps toen de cholera een oorzaak van emigratie uit Europa werd. In de volgende jaren kwamen vooral Iersche emi granten aantotdat in 1854 de geweldige strooming uit Duitschland begon. In 1872 steeg het aantal tot een half millioen. Op de lijst der volkendie landverhuizers zendenstaat Duitschland met 2y4 millioen bovenaandaarna volgen Ierland Engeland Schotland Zweden onderaan staat Frankrijk met 110.000. Besoijen, 1 Juli. De hooibouw is alhier in vollen gang. Het weder in de afgelooper. week heeft den goeden voortgang belet, zoodat de helft van onzen buitenpolder nog niet droog is. De kwaliteitzoowel als de kwantiteitis bevredigendzelfs goed't geen eenigszins de hooge huurprijzen vergoedt. De roggehet ongunstige en natte voorjaar in aanmerking genomen, staat boven verwachting. Het vooruitzicht bestaat dus op een goeden oogst. De aardappelen laten over het algemeen wel wat te wenschen over. De gerst en de haver staan zeer verschillend, op sommige plaatsen goed op andere minder. De boekweit ia in de laatste 8 dagen sterk gegroeid. In de heden gehouden raadsvergadering is de nieuwbenoemde Secretaris de heer Hendrikx geïnstalleerd. Capelle1 Juli. Tot hulponderwijzer aan de openbare school alhier is benoemd de heer J. Huese, te Ginneken. Heden had in deze gemeente een droevig ongeluk plaats. Terwijl men bij den heer G. Vermeulen, bier brouwer alhier, aan het herstellen van het dak zijner schuur bezig was"schoven eensklaps al de pannen latten en planken van een gedeelte van het dak van boven tot onder naar beneden. Van de werklieden hielden er zich twee van boven vast. De andereu stortten mede naar beneden. Twee van dezen bekwamen zoodanige wonden, dat zij in een gevaarlijken toestand verkeeren. Een derde bekwam eene groote wonde aan het been door het neerkomen op een heken een vierde was ook min' of meer gekwetst. Toen alles op den grond lag bemerkte men aan 't geschreidat er nog iemand ónder het puin lag. Het zoontje van Dr. A. de Rooij, werd er onder uitgehaald met gebroken been en nog eenige wonden aan 't hoofd. De zwaarto"^*Ajnnen latten en die der werklieden overtro^Re kracht der spijkers die geheel verroest waren tengevolge waarvan eene geheele afschuiving plaats had. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Tilbubg 26 Juni 1879. Ofschoon niemand sympathie zal gevoelen voor de despotieke maatregelen, die thans in Rusland worden genomen, zal men toch volkomen moeten instemmen met eene ukase dezer dagen uitge vaardigd, en waarbij jongelieden, die de scholen bezoeken, verboden wordt om op straat te rooken, maskeradesclubs en koffiehuizen te bezoeken en onvergezeld openbare tuinen en andere ver makelijkheden bij te wonen. Deze maatregel verdient ook bij ons te worden ingevoerd. Men ziet toch al zeer dikwijls jon gelieden, die de scholen nog bezoeken, soms nog met de boeken bij zich naar Liedertafel of Har monie gaan, daar een glaasje drinken of een partij biljart spelen. Of alhier, zooals in vele andere plaatsen ver ordeningen bestaan omtrent het tappen aan j<%>_- gelieden van jeugdigen leeftijd, is mij onbekend^ maar zoo ze bestaan worden ze niet nageleefd, evenmin als het verbod om aan kennelijk be schonken personen drank te verkoopen. Wij hopen dat ons gemeentebestuur zijne aan dacht daarop moge vestigen. De „Tilb. Ct." toonde zich onlangs zeer ver bolgen omdat op den 1 sten Pinksterdag een concert in een besloten gezelschap had plaats gehad. Maar zoo de redactie consequent was, had ze liever hare afkeuring moeten te kennen geven over de bachanalien, die op de avonden der feestdagen op straat plaats hebben, en over het feit, dat knapen, ter nauwerriood de kinder schoenen ontwassen, de zedelooste liederen uit brullen, die men zelfs in de grootste garnizoens- en havensteden niet hoort. Indien zij dit deed zou genoemde redactie nuttiger werkzaam zijn dan met in ieder blad ellenlange hoofdartikels te leveren, die ze ge rust aan de hoofdorganen harer partij kan over laten en die toch door bijna niemand gelezen worden. Met de opname zal de redactie verplichten haren getrouwen lezer DIX1. Tilbubg (Heikant) 28 Juni 1879. Mijnheer de Redacteur Met het onderstaande een plaatsje te ruimen, zoudt UEd. zeer verplichten Uw Dienaar L. C. De schrijver van het verslag voorkomende in

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1879 | | pagina 2