nu it tas i i Omstreken Nummer 156. Zondag 6 Juli 1879. 2e. Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Bekendmakingen BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Engeland. Duitschland. Zwitserland. Italië. cho van het Zuiden Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden, enz., franco te zenden aan den Uitgever. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. Advertentiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. S C H tl T T E R IJ. De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt aan de belanghebbenden bekend, dat de commissie, ingevolge art. 15 der wet, belast met het onder zoek nopens de al of niet gegrondheid der rede nen, welke tot vrijstelling of uitsluiting van de dienst der Schutterij zijn ingebracht, hare tweede gewone jaarlijksche zitting zal beginnen op Maan dag den 7 Jnli a. s., tot onderzoek van alle recla mes, door de ingeschrevene en geloot hebbende personen van dit jaaren door de reeds vroeger ingelijfden ingebracht, alsmede tot het onderzoek der nummerverwisselaarszullende zij die van het voorrecht van substitutie gebruik willen ma ken daarvanmet opgave der voor te stellen personen, binnen vijf dagen na dato dezes, en dus vóór of op de 5 Juli, kennis behooren te geven aan de voormelde commissie. Wijders worden de daarbij betrokken personen geïnformeerd dat zij die bij de vorige schutte rijen ingelijfd zijndehunnen vijf-jarigen dienst te rekenen van het tijdstip hunner jprimitieve in lijving bij de thans bestaande schutterijen, hebben volbracht, alsmede zij, die langer dan vijf en minder dan zeven jaren bij de oude schutterijen hebben gediend, of in plaats van die persoonlijke dienst, gedurende vijf jaren of langer, eene ver hoogde contributie hebben betaald, des verlan- fende dadelijk kunnen worden overgeschreven ij de schutterijterwijl zijdie hun 34ste jaar hebben volbracht en bij de eerste daargestelde schutterijen zijn ingelijfd geworden, of door zeven jarigen dienst aan de vroegere wet op de schut terijen hebben voldaan, of in 1869 bij de schutterij zijn gedesigneerd en dus thans tien jaren hebben gediend, zulks verkiezende, finaal kunnen worden Wordende de belanghebbenden ten overvloede uitgenoodigd, de schriftelijke bewijzen tot staving hunner redenen van vrijstelling, bij de wet ge vorderd, alnog, voor zoover zulks niet alreeds is geschied, drie dagen te voren, ter Secretarie alhier, over te leggen. kunnende bij hunne inschrijving ongehuwden, voor zoover zij nog niet op eene der bijzondere rollen zijn gebracht geworden, ingeval zij sedert dien tijd mochten zijn gehuwd, de bewijzen voor hun huwelijk, alnog uiterlijk voor den 2 Aug. e. k., aan de commissie, volgens art. 14 der wet met het opmaken der rollen belast, ter hand stellen. En zij eindelijk aan de geconcerneerde personen kennelijk gemaaktdat zij zich stipteli.ik op de door de gedachte commissie van onderzoek daartoe bepaalde tijdstippenvoor dezelve zullen hebben te sisteeren, als zullende degenen, welke zulks mochten verzuimen, gehouden worden geene re denen tot vrijstelling te hebben en voor zoover zij dienstplichtige nommers getrokken hebbende, niet vallen in de termen van art. 3, ii a, b, c, l en en art. 4 der wet, bij de schutterij worden ingelijfd, tot zij in een volgend jaar hunne recla mes op voorschreven voet ingericht, zullen hebben doen gelden. En opdat niemand hieromtrent eenige onwetend heid zoude kunnen voorwenden, zal deze worden afgekondigd en aangeplaktwaar zulks te doen binnen deze gemeente gebruikelijk is. De Burgemeester voornoemd, Dn. DE HAAN, L. B. Waalwijk, den 30 Juni 1879. STAAT VAN BRIEVEN geadresseerd aan onbekenden. Gedurende de tweede helft der maand Mei. Van Waalwijk: Van Elswijk, Amsterdam. P. Kamp, verder aan J. Theuns, Hellevoetslnis. Van Dbunek 3. F. Klegie, 's-Hertogenbosch. Van 's-GkzvxldüDJ-CapelleL. Bonaarts, Roo- zendaal. Kunnende de brieven door den afzender aan het Postkantoor alhier worden terugontvangen. De Directeur, BAGGERMAN. De politie heeft Zondag te Laeken een aan plakbiljet afgescheurdwaarin de Koning met ■noord bedreigd werd wanneer hij de nieuwe onderwijswet mocht teekenen. De bedreiging w,s geheel met hoofdletters geschreven op ge- Wo°n papier en met gom aan de vier hoeken °P den muur bevestigd. Het stut was van den volgenden inhoud .iVolgeng ,te ujeuwe schoolwet moet ik door ImJne kinderen bedrogen wordenzij znllen met hunnen schoolmeester wandelen gaan welke er zal dieven van maken. En er zal een Vorst gevonden worden om zulke wet te onderteekenen maar ik zal mij wreekenwant ik heb geen schrik van te sterven. Als zulke misdaad zal gebeuren zult gij van mij te Laeken hooren spreken maar dan zal het te laat wezen. „Adieu De Koning heeft op deze bedreiging het eenige antwoord gegeven dat te geven was hij. heeft namelijk gelijk uit goede bron verzekerd wordt, de wet op het lager onderwijs met zijn hand- teekening bekrachtigd. In zeer geheimzinnige bewoordingen deelt de „Etoile Beige" mededat de kassier van een der groote financieele instellingen in de hoofdstad min of meer gedwongen zijn ontslag genomen heeft doch dat daarbij in geenendeele de belangen dezer instelling betrokken zijn. De Bonapartistische „Gaulois" maakt het testament van wijlen Prins Lodewijk Napoleon openbaar. Het is kort en eenvoudig. De Prins verklaart als katholiek geboren te zijn en te sterven. Hij verlangt naast zijn vader begraven te wordentot tQd en wijle men hunne over blijfselen bijzet aan de zijde van den grondvester van hun stamhuis te midden van het Fransche volkdat de Napoleons altijd zoo hebben lief gehad. Mijn laatste gedachte zegt de Prins zal voor mijn vaderland wezen. Voor mijn vaderland zou ik willen sterven. Aan mijne moeder dus leest men verder in het testamentzal ik tot mijn laatste oogenblik met liefde dankenen ik hoop dat ook zij wanneer ik er niet meer wezen zaleene liefe lijke herinnering aan mij zal bewaren. Mijne vrienden dienaren en volgelingen mogen over tuigd zijndat mijne dankbaarheid jegens hen eerst met mijn leven zal ophouden. Ik zal sterven, dus eindigt het testament met een gevoel van innige dankbaarheid voor H. M. de Koningin van Engeland haar gezin en haar land waar ik gedurende acht jaren de meest hartelijke gastvrijheid heb genoten. Dat de ex-Keizerin universeele erfgenaam is gemaaktbehoudens de verplichting tot uitkee- ring van eenige legatenis reeds bekend. Aan het testament is een codieil toegevoegd van den volgenden inhoud„Ik behoef aan mijne moeder zeker niet aan te bevelendat zij niets verzuime teneinde de nagedachtenis van mijn oud-oom en miju vader te verdedigen. Ik verzoek haar ie bedenken datzoolang er Bonapartisten zullen zijnde zaak van het Keizerrijk vertegenwoordigers hebben zal. De plichten van ons huis tegenover het land nemen eerst met het leven een einde. Wanneer ik gestorven zal zijn zal de taakom het werk van Napoleon I en Napoleon Hl voort te zetten te beurt vallen aan den oudsten zoon van prins Jerome Napoleon en ik hoop dat mijne moeder door hem met alle macht te steunenaan mij een laatste bewijs van hare liefde geven zal." De ex-Keizerin die Prins Jéróme nooit heeft mogen lijdenzal daartegen zeker wel weinig bezwaar hebben. Waarschijnlijk om met deze regeling niets te maken te hebben die geheel tegen de Bona partistische traditie indruischt, en waartegen dan ook een groot deel der Keizerlijken zich zeker verzetten zalheeft Rouher zeer beslist geweigerd zich voortaan met de staatkunde in te laten. Ik wil mij moet hij gezegd hebben in het privaatleven terugtrekken en voortaan slechts denken aan mijue dierbare graven. Op de her haalde pogingen zijner partijgenooten om hem over te halenantwoordde hij onveranderlijk „Mijne heeren ik kan niet meer Paul de Cassagnac schijnt nu zijn plaats te willen innemen en als schreeuwen den leider maaktdan zal hij het Jzeker ver brengen. In het laatste nummer van „Le Pays" komt een artikel voorwaarin Prins Victor reeds nu wordt erkend als degeen op wien zich de hoop en genegenheid der Bonapartistische partij moe ten vereenigen. Van Prins Jéróme verwacht de Cassagnac dat hij gaarne ter wille van zijn zoon zal willen aftreden daar hij zelf immers toch geen pretendent kan worden en de Napoleontische nalatenschap van haat tegen de Republiek niet kan aanvaarden. Blijkbaar echter heeft de Prins daarop niet het minste plan. Volgens den „Moniteur" is hij vast besloten zich niet vijandig te toonen tegenover de Republiek geen stap te doen als pretendenten zulks ook niet te vergunnen aan Prins Victor. Wat de „Ordre" betrefteen zuiver Bonapartistisch orgaan die acht eene polemiek over de erfopvolging geheel overbodig, omdat Prins Jéróme de onbetwistbare erfge naam is. - Prins Napoleon thans feitelijk het hoofd der Bonaparten zal zeker veel moeite hebben de noodige populariteit in Frankrijk te verwer ven oni met vrucht als pretendent op tc treden. Persoonlijke moed schijnt hij nl. niet van zijn voorvaderen geërfd te hebben, en daarvan trek ken zijue vijanden dezer dagen partij door in herinnering te brengen, dat hij den moed miste, na het geslacht Orleans in geschriften diep be- leedigd te hebben, een uitdaging van den Hertog van Aumale aan te nemen iets wat in Frank rijk bijna voor een vergrijp geldt. Een half jaar geleden kwam een zekere dokter Ferdinand Costales uit Rio Janeiro te Parijs aan, waar hij spoedigdaar zijn papieren in orde waren en hij van goede aanbevelingen voorzien was, in de voorname wereld kennissen maaktevooral in de cercles toonde hij een hoogst gelukkig speler te zijn. Dezer dagen dineerde hij in een voornaam restaurant, toen een beschonken man binnentrad en bij wijze van grap zijn hand door de haren van den dokter streek. De heer Costales stond woedend op en wilde den indringer straffen toen deze op eens met krachtige stem zeide Volg mij gij zijt niet Costales, maar wel Morin, een ontvluchte boef. De agent had werkelijk den valschen Costales herkend aan ëen lidteeken dat deze aan de slaap van zijn hoofd had en dat onder zijn haren verborgen was. De agent had slechts den dronken mau gespeeld om zich van het bestaan van het lidteeken te verzekeren. Toen Morin uit Nieuw-Caledonië gevlucht was, had hij zich in Brazilië opgehouden en men vraagt zich af, of het niet door een nieuwe mis daad geweest is dat hij zich de papieren van Ferdinand Costales verschaft heeft. In een depêche uit Algerië aan „le Temps" wordt geconstateerddat de opstand in Aurès geheel is geëindigd. De troepen van de Algier- sche divisie verlaten Constantine en keeren naar hun haardsteden terug. Maar een groot ongeluk is voorgevallen bijna allen die den cherif op zijn vlucht hadden nagezet, zijn van dorst om gekomen in de Sahara. De cherif- zelf heeft onderweg zijn aanhangers in den steek gelaten. Het blijkt onjuist te wezen, dat de Engel- sche gezant te Parijs aan Grévy explicaties is komen geven aangaande de sympathieke houding, door het Engelsche Hof aangenomen tegenover de ex-Keizerin Eugenie. Grévy kan dus daarop niet met koelheid hebben geantwoord. Het hof van Assises heeft Paul Cassagnac vrijgesproken. Da Engelsche bladen bevatten nieuwe brieven uit Zoeloe-land en 'omtrent den dood van prins Napoleon. Daaruit begint hoe langer zoo dui delijker te hlijken dat de begeleiders van den Prins dadelijk in wilde vlucht zijn weggesneld zonder zich in het minst om hem te bekomme ren of ook maar te trachten zich te verdedigen. Aan luitenant Carey wordt hiervan een ernstig verwijt gemaakt. De ex-Keizerin neemt in beterschap toe. Lord Beaconsfield heeft in het Hoogerhuis verklaard, dat prins Louis Napoleon niet wat men noemt een public funeral zou er langen. Als het lijk te Sheerness zou zijn aan gekomen, zou .het met een ander vaartuig naar Woolwich worden overgebracht. De koninklijke artillerietot welk lichaam de Prins behoorde, zou dan het lijk naar Chislehurst begeleiden en bij de liegratenis aanwezig zijn. Volgens een depêche nit Kaapstad, van 6 Junizijn door Cetywayo vredesopeningen ge daan. Door de Engelsche autoriteiten is op zekere voorwaarden een wapenstilstand aange boden in afwachting van de ontvangst van de finitieve vredesvoorwaarden uit Engeland-, Er bestaat hoop dat die onderhandelingen tot den vrede zullen leiden. Te Londen stierf dezer dagen sir William Eothergill Cooke, de beroemde specialiteit in de practische toepassing van de electriciteït. De overledene, die den leeftijd van 73 jaren bereikte, heeft zich met Wheatstone verdienstelijk gemaakt in de toepassing van de eïectrische telegraaf voor practische doeleinden. In 1846 richtte hij de eerste eïectrische telegraaf-maatschappij op en verkreeg in 1863 de gouden Albert-medaiile van de „Society of Arts" voor de invoering van de eïectrische telegraaf in 1837. Tien jaren geleden werd de verdienstelijke geleerdeuit erkenning van zijn bijzondere verdiensten in ver band met de feitelijke invoering van de eïectri sche telegraaf, in den ridderstand verheven. In 1871 werd hem uit de civile lijst een jaarlijksch pensioen van 100 pond sterling toegekend. In het eerste half jaar van 1879 moesten in bet Vereenigd Koningrijk van Groot-Brittannie en Ierland de beheerders van 8990 zaken de betalingen staken. Onder dat cijfer zijn begrepen 1553 Banken, groothandels en fabrieken en 7457 kleinere handelsondernemingen winkelneringen en andere zaken. Ir. het jaar 1878 bedroeg "net aantal faillieten 15,059, in 1877 4000 minder, nl. 11,022. De Regeering heeft de douane-ambtenaren in den lande aangeschreven, om alle partijen in beslag genomen tabak naar Natal te zenden, ten gebruike voor de tegen de Zoeloes te velde staande Britsche troepen. Daar de smokkel handel in tabak op dit oogenblik toevallig niet veel te beduiden heeftzal de grootmoedigheid van de Regeering den rooklust van de militairen aan de Kaap niet zeer bevredigen. Het offioieuse hoofdorgaan de „Prov. Corr.," bevestigt thans het bericht, dat behalve de minister Hobrecht ook de minister Ealk en Friedenthal hun ontslag hebben aangevraagd. Yoor de portefeuille van Financiën wordt genoemd de onder-staatssecretaris Bittervoor die van Eeredienst de heer Pnttkameropperpresident van Silezie. Voor die van landbouw schijnt de keuze tusschen de heeren Seydewitz en Lucius nog niet beslist. De stoomboot Helvetie, dienstdoende tusschen Brenets en Santis door een orkaan verongelukt. Drie en vijftig personen van de passagiers en bemanning kwamen daarbij om het leven. De materieele schade door den storm aangericht telt bij millioenen. Na de vele na- en vooijaarsstormen werd ge hoopt dat de dampkring eindelijk tot rust zou komen, de zomertijd brengt echter geen veran dering. Naar de Miknesche Pungolo verzekert, laat de Regeering zich zeer gelegen liggen aan het steeds toenemend aantal buitenlandsche Interna tionalisten die sedert eenigen tijd zich in het land vertoonen. Men heeftzegt het blad, be sloten enmiddelijk alle personen over de grenzen te zettendie geen aanemelijke reden voor hun verblijf in Italië en geen middelen van bestaan kunen aanwijzen. De maatregel zon reeds op een zestiental personen uit verschillende landen zijn toegepast, wier namen de Pungolo opgeeft, en onder wie zich ook een Nederlander, zekere Frans Schellingbevinden moet. Het bevel daartoe is door de Regeering bij geheime aan schrijving aan al de prefecten uitgevaardigd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1879 | | pagina 1