MM
Nummer 162.
Zondag 27 Juli 1879.
2e. Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Bekendmakingen.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Engeland.
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden j 1,00, franco per post door
bet geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
Advertentiën 17 regels f 0,60, daarboven 8 cent pér regel;
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht.
Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel.
Het Gemeentebestuur van Waalwijkgezien het
adres van JOHANNES ANTONIUS VAN DOORN,
verzoekende vergunning tot het oprichten eener
leerlooierij en bewaarplaats van huiden en vellen,
op een perceel gelegen binnen deze gemeente,
k dastraal bekend, sectie C„.no 1191.
Gelet op de wet van den 2n Juni 1875, (Staats
blad no 95),' tot regeling van het toezicht bij het
oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade
of hinder kunnen veroorzakenbrengt het door
adressant gedaan verzoek ter algemeeije kennis
toet- berichtdat het daartoe strekkend verzoek
schrift met de bijlagen bedoeld in art. 5 der
voorschreven Wet, op de Secretarie der gemeente
ter kennisneming is ter visie gelegd, en dat op
den veertienden dag na de dagteekening dezes,
zijnde den 6 Augustus 1879, door Burgemeester
en Wethouders des voormiddags ten 11 ure op
het Gemeentehuis eene zitting zal worden gehou
den, teneinde een ieder gelegenheid te geven zijne
bezwaren tegen die oprichting, mondeling of
Schriftelijk in té brengen.
Het Gemeentebestuur voornoemd
De Burgemeester
VAN DEK. KLOKKEN.
De Secretaris
F. W. VAN LIEMPT.
Waalwijk, den 23 Juli 1879.
NATIONALE MILITIE.
Oproeping van Verlofganger».
De Burgemeester der gemeente Waalwijk, ge
zien de aanschrijving van den HoogEdelGestrengen
Heer Commissaris des Konings in Noordbrabant,
van den 5n Juli 1879, A No 1, 6e Afdeeling.
Roept bij, deze op de na te noemen mïlitien-
verlofgangers der lichtingen van 1876 en 1877,
om onder de wapenen te komen op de dagen en
plaatsen als volgt:
3e regiment Infanterie. 18 Augustus 1879,
te Bergenopzoom.
Theodoras KrootAdrianus SchoofsJohannes
Dingemans, Johannes Petrus Botermans, Adrianus
de Bont en Arnoldus Gerardus van Belkom.
2e regiment Huzaren. 18 Augustus 1879,
te s-Hertogenbosch.
Johan Wilhelmus Laeijendecker.
5e afdeeling Vesting-artillerie. 20 Augustus 1879,
te Gorihchem.
Nicolaas Johannes Hooijmaaijer, Jacobus Gosu-
inus van EsFerdinandus Ludovicus Dumoulin
Vincentius Honings en Theodoras Pulles.
De genoemde miliciens moeten zichvoorzien
van hunne verlofpassen, daags voor hun vertrek
ter secretarie alhier aanmelden tot het doen af-
teekenen der verlofpassen endes verlangdte
ontvangen f0.25 daggeld en een vervoerbewijs
om voor 's Rijks rekening per spoorweg of stoom
boot te reizen.
De Burgemeester voornoemd
VAN DER KLOKKEN.
Waalwijk, 25 Juli 1879.
Van alle zijden komen berichten omtrent over
stroomingen. De rivieren,'door de ontzaglijke
regens zwellende treden uit hare oevers en men
voorziet de gróótste verwoestingen. Mérischen-
levens heeft men nog wel niet te betreuren, maar
op tal van plaatsen is de oogst vernield. Het
groote weldadigheidsfeest dat Zondag a. s. in
het Pari yoor de slachtoffers van Frameries en
van.dg Qrerstro.omi.ng van Szegedin zou plaats
hebben, is voorloopig tot 3 Augustus uitgesteld,
omdat de aanhoudende regens den bodem zoo
doorweekt hebben dat aan de oprichting van
het orkest voor omstreeks 1000 executanten niet
te denken is. Zooals de toestand hier te lande
is vraagt men met zekeren angst of niet weldra
andere slachtoffers de weldadigheid der Brusselaars
zullen moeten inroepen dan die var. Frameries
en Szsgedin. De onafgebroken strike der zon
de crisis in industrie, handel en landbouwbedrijf,
het vooruitzicht op een totaal mislukten oogst,
waarlijk de toebereidselen voor het groote nati
onale feest van 1880 worden al onder zeer sombere
omstandigheden begonnen. De~Regeering heeft
voor dit doel een krediet van bijna 5 millioen
aangevraagd en dc Kamers zullen deze som zonder
twijfel toestaan maar iedereen had gaarne gezien
dat dit onder gunstiger voorteekenen gfiÜ&iedde.
Donderdag hebben Kamer en Senaat het
wetsontwerp betreffend de conversie der 4J/2 pct.'s
schuldbrieven beide met nagenoeg algemeene
stemmen aangenomen.
In de Kamer van afgevaardigden beeft de
minister van justitieten aanzien der beweerde
tusscbenkomst der regeering in de zaak der aan
plakbiljetten en de huiszoeking in het jezuïeten
gestichtverklaard dat het gouvernement een
voudig toestemming heeft gegeven tot het instel
len eener staatkundige vervolging door het parket
gevraagd. De magistratuur heeft gehandeld op
eigen initiatief en onder hare verantwoordelijk
heid.
In den Senaat deelde de ondervoorzitter
een brief mede van den prins de Ligne, waarin
hij volhardt bij zijn verzoek om ontslag als lid
en voorzitter van den Senaat.
Het Hof van appel heeft beslistdat de
vermaard geworden Van Hamme in voorloopige
hachtenis behoort gehouden te worden. Óver
deze zaak wordt zeer verschillend gedachtwel
zijn er weinigen die eenig gewicht hechten aan
de verklaringen van dit treurig personage en in
den 76 jarigen pater Nicolai een booswicht zien,
maar toch schort men zijn oordeel opomdat
men moeilijk kan aannemendat de justitie
zonder, eenigen grond tot een maatregel zou over
gegaan zijn die gelijk te verwachten was alge
meene sensatie moest wekken. Men is dan ook
uiterst nieuwsgierig naar den verderen loop dezer
zaak.
Te Luik isgelijk wij reeds in ons vorig
nummer meldden weder eene bedreiging tegen
het leven des koniugs aaugeplakt. Het was
met drukletters in hel Fransch geschreven en
van den volgenden inhoud
„Leopold is veroordeeld. Hij heeft de wet
des ongeluks onderteekend. Een dolksteek of
een revolverkogel zal de straf zijn".
De commissie van den Senaat tot onderzoek
van de onderwijswet heeft art. 1 aangenomen
'waarin bepaald wordt dat bet examenrecht terug
keert tot den staat. Het artikel is goedgekenrd
met 5 stemmen tegen 2. Voor stemden vier
leden der linkerzijde, met inbegrip van Jules
Simon en één lid der rechterzijde. Parrieu
van de rechterzijde was afwezigen Pelletan
van de linkerzijde onthield zieb van stemming.
Voor dezen ligt de beteekenis der wet geheel in
art. 7. Wordt dit aangenomendan zal hij
zijne goedkeuring aan de wet geven maar wordt
het verworpendan zal hij alles afstemmen
aangezien hijgelijk hij verklaard heeftgeen
verminkte wet wil.
Dat art. 1 aangenomen zou worden was zoo
goed als zeker. De strijd zal komen bij art. 7,
en als de commissiedie weinig opschiet met
haren arbeideindelijk gereed zal zijn, zal de
groote strijd in den Senaat zeiven gestreden wor
den. Wat de dagbladenzonder onderscheid
van richtingaangaatzij kennen geen respijt.
Dag aan dag leveren zij artikelen over de wet
van Ferry. Wat zal nu de Senaat doenen
hoe zal de houding zijn van Jules Simon Óver
dezen wordt thans veel meer gesproken en ge
schreden dan .toen hij voorzitter van den Mi
nisterraad was en Mac Mahon hem ieder oogen-
blik den voet dwars zette.
Paul de Cassagnac geeft in den „Pays"
eene uitvoerige verklaring die als een soort van
manifest van de katholieke Bonapartisten be
schouwd kan worden. „Wij stellen ons niet
onder de banier des Prinsen", schrijft Paul
„zoolang hij niet openlijk verklaart(lat hij zich
aan het hoofd plaatst der imperialisten om de
Republiek te bestrijden en de conservatieve
staatkunde van Napoleon IV voort te zetten.
Zoolang hij dit- niet doetstaat hij voor ons
buiten het Keizerrijk waarvan hij zich zelf ge
welddadig heeft afgescheiden. Als de Prins
zijne plichten is nagekomen jegens het conserva
tieve katholieke en anti-republikeinsche Fran
rijk zullen wij onze plichten jegens hem ve|~
vullen. Tot zoolang kruis ik de armen,
wachtik hoop maar verroer mij niet,"
„Le Petit Caporal"het blad van Jules
Amiguesspreekt in gelijken geest.
Van de 115 imperialistische senatoren en
afgevaardigdenwaren er slechts 54 tegenwoor
dig in de bijeenkomst, waarin prins Jérómetot
hoofd der Napoleontische familie geproclameerd
werd. Tol het besluit dier vergadering zijn
sedert nog 10 leden der partij toegetreden.
De „Estafette", die als het orgaan van den
prins beschouwd wordtverklaart alle Bonapar
tisten voor deserteursdie het reclit van den
pretendent weigeren te erkennen.
De „République francaise", die telkens als
de Senaat in botsing dreigt te komen met de
Kamer van afgevaardigden aan den Senaat te
kennen geeftdat zijn bestaan van twijfelachtig
nut isgeeft thans weder een artikel in dien
zin ten beste. „Nous sommes a la bataille",
heet het. En verder„Wij zijn steeds voor
het twee-kamerssysteem geweestofschoon vele
heldere koppen er tegen gestemd hebben. Maar
als de meerderheid van den Senaat het Ministerie
in dén steek laatals 's daag3 voor den veld
slag de senatoren met miskenning van hunne
natuurlijke taak, in gebreke blijven tegen de
vijanden der regeering een onoverkomelijken dam
op te werpendan moet men zich afvragen
of de nadeelen eener dualistische wetgevende
macht wel .opgewogen worden door de voor-
deelen".
Die taal van de „République frangaise" is koren
op den molen van bladen als de „Revolution
francaise en de „Lanterne", die niet ophouden
te roependat het gekkenhuis (de Senaat)
waarin een Dufaure en zijne metgezellen hun
onbekookte denkbeelden als producten van diepe
wijsheid aan den man brengen afgeschaft dient
te worden.
Waarom aldus werd aan prins Napoleon
gevraagd - zoudt gij meer gewetensbezwaren
hebben dan Hendrik IVdietoen bij tot bet
katholiek geloof overgingom koning van Frank
rijk te worden zeide „Parijs is wel eene mis
waard." „Zeker, Parijs is dat wel waard",
moet de prins geantwoord hebben, „maar men
biedt mij de mis aan zonder Parijs".
De Bonapartistische „Jeune Garde" is tot
eene boete van 50 tr. veroordeeldomdat zij
prins Jéröme afgebeeld heeft met een keizers
kroon.
Volgens de Bonapartistische „Gaulois" zal
Jéröme weldra een bezoek brengen aan de ge
wezen keizerin. Het heet thans, dat hij daar
mede heeft willen wachten totdat hij erkend
was als hoofd der familie.
Generaal du Barailgedurende een korten
tijd minister van oorlogheeft zich thans uit
drukkelijk voor de republiek verklaard. Hij was
een der korpskommandanten die na de aftreding
van Mac Mahon door anderen vervangen werden.
Al de door de Nationale Vergadering in
1872 benoemde staatsraden die de Regeering
bij de reorganisatie van den Raad van State in
functie had gelaten hebben thans bun ontslag
ingediend. Daardoor zijn acht ledige plaatsen
in den Raad opengekomen.
Hit Valenciennes wordt aan „lTmpartial
geschrevendat de Schelde en de Hayne sedert
1850 niet zoo zeer gewassen waren als thans
het geval is. Te Eresues en te Hergnies is de
Schelde en te Thivencelles is de Hayne Ruiten
de oevers getreden.
Het garnizoen van Condé werkt aan het be
houd van de dijken en overal is men druk bezig
aardwerken op te werpen en versterkingen aan
te brengen.
Te Condé staat een gedeelte der stad onder
water. De oogst kan voor een deel als verloren
beschouwd worden.
Een officieele verklaring heeft een einde
gemaakt aan de geruchten welke in omloop
waren gebracht betreffende stappen welke dooi
dèn Franschen gezant te Londen, ter gelegenheid
van de begrafeuis van den Keizerlijben Prins bij
de leden van bet corps diplomatique- gedaan
zouden zijn.
In een schrijven aan „le Journal des.Débats"
heeft de deken van het corps diplomatique te
Londen Mussurus-Pacha, gezant van Turkije,
in krachtige bewoordingen de bewuste feiten
tegengesproken.
Maandag-avond omstreeks acht uur werd
te Parijs een zonderlinge wedloop gehouden.
Een republikeinsch garde te paard belast met
de overbrenging van een dépêche, bestemd voor
liet Ministerie van Binnenlandsche Zaken, kwam
daarmede de „Avenue Saint Ouen" afrijden
maar stuitte daar op een huurrijtuigdat hem
belette zijn weg te vervolgen. De garde wees
er den koetsier van bet rijtuig op, dat deze ver
keerd bad uitgehaald, maar kreeg een zweepslag
tot antwoord. Hij vervolgde daarop zijn aan
valler en trachtte hem in hechtenis te nemen,
maar genaderd aan den hoek van" de passage
„St. Michel", wist de koetsier hem zoo op te
dringen, dat hij met zijn paar.i in de uitstalkast
van een winkel terecht kwam.
De weerspannige koetsier legde daarop (te
zweep op zijn paard en stoof in allerijl de „Avenue
de Clichy" op. De geheele baart was in rep
en roer. In minder dan een oogenblik waren
4000 menschen op de been om deze „steeple
chase" gade te slaan. Voorop de fiaere, welke
met helsche vaart alles wat zich niet uit dé
voeten had gemaakt verpletterd zou hebben en
daarachter de hollende ruiter. Op den hoek
van de „Rue Truffault, gelukte het eindelijk den
garde, die middelerwijl zijn sabel getrokken had,
den voortvluchtigen koetsier in te halen en te
arresteerén.
De Kamer heeft aangenomen de begroo
tingen van post- en 'telegraafdienst, landbouw en
justiti<\ Zij beeft verscheidene posten weder op
de begroolingen gebracht.
De Zoeloe's hebben dan eindelijk eene niet
twijfelachtige nederlaag geleden en Ulundi, hun
hoofdkamp, het middenpunt van hunne militaire
organisatie (eene stad kan men het niet noemen)
is door de Engelschen genomen en verwoest.
Ziehier wat Lord Chelmsford rapporteerde
Daar Cetawayo gisteren (3 Juli) mijne eischen
nog niet ingewilligd had, en integendeel op onze
troepen vrinr had doen openen, zoo zond ik de
vroeger door hem uitgeleverde 114 stuks vee
terugen deed door cavallerie onder kolonel
Baker eene verkenning ondernemen, die ten ge
volge had dat de Zoeloe's avanceerden en' zich
vertoonden. Heden morgen trokken mijne troepen
in twee kolonnes de eene van 1870 Euro
peanen 530 inlanders en acht kanonnen, de
andere van 2192- Europeanen, 573 inlanders en
zes kanonnen over de Umvolosi-rivierons
versterkt kamp van den oever achterlatende onder
bescherming van 900 Europeanen en 250 in
landers. Weldra zagen wij het Zoeloe-leger van
alle kanten opzetten. Ten negen uur was het
gevecht algemeen. Ten half tien begon de vijand
te wijken. Nu chargeerde onze cavalerie, en de
vlucht der Zoeloe's werd algemeen. Gevangenen
verzekeren dat Cetawayo persoonlijk bet bevel
voerde, en dat 12 regimenten (dus 20,000 man)
aan het gevecht deel namen. Het is onmogelijk
het verlies van den vijand met juistheid te ra
men doch het kan dunkt mij niet minder
dan 1000 gesneuvelden bedragen hebben. Des
middags stond Ulundi in vlammen en in den
loop van den dag werden al de militaire kampen
der Zoeloe's in bet Umvolosi-dal door ons ver
nield.
Dit succes, na zóóveel onspoed, moet natuurlijk
Lord Chelmsford in booge mate verblijden te
meer, daar het strekken zal om hem als generaal
eenigermate in eere te herstellen. Of nu evenwel
de tegenstand van Cetawayo gebroken zal blijken,
is eene andere vraag. Ulundi was niet auders
dan een kampement, eene verzameling van hutten,
baast even spoedig opgebouwd als verwoest. En
Cetawayo heeft zich slechts dieper er. dieper
noordwaarts terug te trekken, om de Engelsche