Zwitserland.
Italië.
Turkije.
Rusland.
Amerika.
BINNENLAND.
Reeds als jongeling jaagde hij en hield dit vol
zelfs toen hij een grijsaard was geworden. In
zijn testament maakte hij de volgende bepalingen,
om toch na zijn dood een herinnering aan zijn
geliefkoosd bedrijf achter te laten. Een gouden
bokaal, ter waarde van minstens 300 gouden
dukaten moest door zijn broeder besteld worden,
welk bokaal den vorm van een vossenkop hebben
moest. Deze bokaal moest aan het Nationaal
Casino geschonken worden was bestemd om op
de maaltijden na de wedrennen cn Hubertusjach-
ten gebruikt te worden, om op den bloei van
het, 'edele jagersvak te drinken.
Verder bevatte het testament eenige bepalingen,
waarin zijn bedienden en jagers bedacht werden.
Ten slotte bepaalde hij, dat zijn lijk gekleed moest
worden in een rooden frak en verdere volkomen
jagers uitrusting. Zijne rijpaarden moesten door
de stalknechts aan den teugel geleid achter het
lijk gaan.
In Zwitserland heerscht groote beweging, men
zou n. 1. in het Jura gebergte rijke goud- en
zilvermijnen ontdekt hebben
't Zou goed te stade komen, want Zwitserland
is er in den laatsten tijd niet rijker op geworden,
maar juist daarom heeft men misschien met een
grappenmaker te doen.
Te Rome zijn een aantal exemplaren in be
slag genomen van het programma eener alge-
meene Republiekeinsche Vereeniging. In dit
stuk wordt verklaarddat het oogenblik van
handelen is gekomenweshalve de leden der
vereeniging worden uitgenoodigd zich gereed te
houden voor de ophanden beweging.
Eenige personen zijn in hechtenis genomen.
Napels schijnt den ex-Khedive zeer wel
aan te staan. Men verzekert zelfs dat hij denkt
er zich te vestigen voor het geval dat de Sultan
weigerachtig bleef om den gewezen Onderkoning
te vergunnen te Konstantinopel zijne tenten op
te slaan. In afwachting leeft Ismaël aan boord
van zijn jacht Marlioussa een prachtig vaartuig
van 4000 ton met 4 getrokken stalen kanonen
en 225 koppen bemanning. Vier van zijne vrouwen
en drie van zijn zonen vergezellen den armen
banneling. Zijn harem die, naar men zegt
eene keur van 300 sehoonen bevat is te
Kaïro gebleven onder de hoede van zijne moeder,
eene potige Circassische. Ismaël leest veel couran
ten en verzet van tijd tot tijd zijn zinnen met
een rijtoertje of eene spelevaart. Laatst maakte
hij met zijne vier vrouwen een uitstap naar
Castellamare. Op het dek van de stoomboot
was bij die gelegeheid eene tent opgeslagen
achter wier plooien de vier eerzame dames
gevrijwaard zaten voor de bespiedende blikken
van het publiek.
De Marokijnsche ambassade, die hier eenige
weken furore maakteis weder naar haar land
teruggereisd. Zij bestond uit pracht-exemplaren
van oosterlingen schoone, statige mannen, toe
gerust met fonkelende oogen lange baarden en
eene onverstoorbare deftigheid. Voor de Koningin
brachten deze heeren eene gazellevoor ons
Kroonprinsje eene giraffe ten geschenke.
Reeds heeft de wijziging van het Turksche
Ministerie eene eerste goede vrucht gedragen.
Safvet-pacha, de nieuwe premier, heeft Donder
de» aan de gezanten van Frankrijk en Engeland,
de heeren Tournier en Layard medegedeeld
dat de Porte al de voorrechten hersteltwelke
bij firman van 1873 aan den Khedive van
Egypte zijn toegestaan alleen verlangt de Porte,
dat de Khedive de door hem tè sluiten verdra
gen aan hare goedkeuring zal onderwerpen.
Hiertegenover is door de gezanten voorgesteld
dat door den Khedive aan de Porte slechts
mededeeling zal behoeven gedaan te worden
van alle verdragen. De schatting door Egypte
aan Turkije te betalen zal daarentegen worden
verhoogdmaar slechts wanneer al de geschon
ken privilegiën worden gehandhaafd. W ordt
ook maar een enkel van die voorrechten opge
heven dan zal de onderkoningTewfik-pacha
het bedrag der schatting onmiddellijk vermin-
Het is niet onwaarschijnlijk dat de Porte
eindigen zal met in deze voorwaarden te be
willigen, zoodat deze lastige aangelegenheid dan
eindelijk geschikt zal worden.
Vorst Alexander van Bulgarije zit nauwe
lijks op den troon, of de moeielijkheden beginnen
al. Reeds zijn de grenzen van het jeugdig Vor
stendom door Bashi-bazouks geschonden, waarbij
natuurlijk de gebruikelijke roof en doodslag is
gepleegd. Alexander richtte tot de Porte het
verzoek deze benden onmiddellijk terug te roepen.
Het bericht van de ramp welke het Kremlin,
den alouden zetel van de Ozarcn, in 1812 door
Rostopchin in brand gestoken maar gedeeltelijk
gespaard getroffen heeftbracht te Moscou een
groote ontsteltenis te weeg. De „RusskyaWe-
domosti" meldt, dat de brandstichters hun
boosaardig plan reeds geruimen tijd te voren
hadden beraamd. In verscheiden straten werden
schrifturen van den grond opgeraaptin welke
een aanstaande brand werd aangekondigd.
Deze voorspelling is op treurige wijze bewaar
heid geworden. Zooals men wellicht weetis
hee Kremlin in het centrum van Moscou gelegen
en omvat verscheidene paleizen of kasteelen
waaronder die van den Czaar en den aartsbisschop,
alsmede de hoofdkerk, het carillon van Ivan-
Veliki met zijn 32 klokken en de enorme klok
van 165.000 kilogram, de eenige van dat gewicht,
welke in Europa gevonden wordt.
Rondom het Kremlin en onmiddellijk daar
mede verbonden liggen verscheiden wijken
zooals de Aarden de Witte en de Chineesclie
stad. De brand is in het kasteel van Poteschnyi
ontstaan waarin zich op dat oogenblik slechts
twee personen bevonden de kapelaan Petrowsky
en de hoffourier Jaschtchetoff, die terstond alarm
hebben gemaakt. Van alle torens van Moscou
werd onmiddellijk de roode vlag uitgestoken.
Van de O. L. Vr. kerk van Kazan, de Wassili-
Biagenoi en verder van alle kerken in de stad
werd de noodklok geluid om de bewoners tot
het verleenen van hulp op te roepen. Aangezien
de houten trap van het kasteel Poteschnyi,
vooraf, zooals reeds werd gemeld met vet en
petroleum was besmeerd deelden de vlammen
zich op schrikbarend snelle wijze aan de belen
dende gebouwen mede slechts door buitengewone
krachtsinspanning slaagde men er in het paleis
van het Kremlin te behouden.
De schade doer den brand welke vijf uur
aanhieldveroorzaaktis nog niet in haar ge
heel te overzien.
De particuliere correspondent van „La
Gazette Russe geeft de volgende bijzonderheden
over den brand van Nyni-Nowgorod
„De kruidenierswinkels en eenige ontvlambare
goederen zijn in den grooten bazar van de jaar
markt die in een slecht gebouwde en volkrijke
wijk gelegen isverbrand. Het vuur breidde
zich zoo snel uil, dat alle pogingen van de
brandweer om het gedeelte van het gebouw
waar het vuur uitgebroken waste redden
nutteloos waren. Gedurende den brand werden
14 ontploffingen gehoorddie groote schade
aanrichtten 4 personen werden'gedood en een
groot aantal gewond.
De oorzaak van de ramp is nog onbekend
maar de instructiduurt voort.
In het dagblad „La Siberie" leest men, dat
een hevige brand den 20n Mei jl. bijna de helft
van de stad PetropoulowskiOostelijk Siberie
in de asch gelegd heeft; 15 wijken in het
midden der stad, welke 180 huizen bevatte,
2 kerken en een moskee zijn een prooi der
vlammen geworden. De schade bedraagt meer
dan 500.000 roebels en treft te meeromdat
de bevolking verre van rijk is en weinig handel
drijft. Tenten zijn voor de haveloozen opge
slagen.-
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft in den loop der maand Juni een opgave
ontvangen volgens welke 3051 gevallen van brand
in Rusland hebben plaats gehad, waardoor voor
een som van omstreeks dertien millioen schade
veroorzaakt werd. Van deze 3051 branden waren
er 508 door kwaadwilligheidfontstaan, 930 door
nalatigheid en 1753 door onbekend gebleven
oorzaken. De provinciën in midden en Oostelijk
Rusland hebben het meest geleden.
Het Moskouer blad bericht, dat de gouver-
neurgeneraal van Moskou aan den prefect van
politie gelast heeft, aan de politieagenten revolvers
met zes loopen uit te deelendie daarvan in
later te bepalen gevallen gebruik zullen maken.
Dergelijke bevelen zijn niet juist de goedge
kozenen om de agitatie te doen bedaren.
Het is gebleken dat er te Memphis slechts
16,110 personen zijn achtergeblevenwaarvan
er drie vierden negers zijn en de helft reeds
de gele koorts hebben doorstaan. Er bevinden
zich in de stad zoo meldde de correspondent
van den „Times" te Philadelphiaartsen en
oppassers in voldoenden getalle ook behoeft er,
dank zij eene goed georganiseerde politiemacht,
geen vrees te bestaan voor wanordelijkheden
die zoo vaak eene pestilentie vergezellen, Mem
phis is volkomen geisoleerd op den Mississipi
en óp al de spoorweglijnen die de stad bereiken,
is eene strenge qurantaine ingesteld.
Te New-Orleans waar zich een enkel geval
van gelekoorts voordeedmoet eene paniek
heerschen. Booten en treinen naar het Noorden
zijn opgepakt met vluchtelingen uit die stad.
Verleden Maandag werd geheel de buurtin
welke het eene ziektegeval was voorgekomen
berookt en ontsmet. Ook is geheel de stad
schoon gemaakt.
De New-Yorksche bladen bevatten bijzon
derheden omtrent de verwoestingen aangericht
door den schier voorbeeldeloozen storm die op
17 dezer in dien staat gewoed heeft. De schade
aan huizen en gewassen is onberekenbaar.
UITVOERINGEN.
TILBURG.
Zondag3 Augustus, Concert door de N. K.
Harmonie in den tuin der sociëteit Philharmonie;
bij ongunstig weder in de zaal.
Maandag, 4 Augustus, Place Royale bij den
heer M. C. Emmen, op de bovenzaal, 'sar. half
8 uur, Café Concertonder directie van Adolf
Nork. Entree 49 cent.
KAATSHEUVEL.
Zondag, 3 Augustus, nam. half 6 uur, Concert
door het muziekgezelschap „Euphonia", voor
heeren Honoraire leden met introductie voor
vreemdelingen in den tuin van den heer Chr.
Mombers.
Tilburg 2 Aug. 1879.
Vergaderiug van den gemeenteraad op Woens
dag 6 Augustus 1879, voorm. 10 uur.
Aan de orde
lo. Onderzoek der geloofsbrieven van de 6
nieuw benoemde leden.
2o. Ingekomen stukken.
3o. Uitloting van obligatiën.
Gisteren is alhier ten stadhuize vergaderd
het bestuur van het bond van officieren der
schutterijonder presidium van den luit. kol.
Van Beusekom, teneinde met de alhier bestaande
feestcommissie en het corps officieren der Til—
burgsche schutterij al die maatregelen te bera
men, die kunnen leiden tot een goed resultaat
van de feesten van het bond, op 10, 11 en 12
Augustus a. s.
De toebereidselen in het kamp, waaronder het
opslaan van eene reusachtige tent voor diner
enz., zoomede van eene prachtige kiosk op eene
verhevenheid en tenten voor hoofd- en subal
terne officieren, doen zien, dat het een feest op
groote schaal zal zijn.
Waalwijk, 30 Juli 1879.
Verleden Dinsdag is de Gasfabriek alhier op
genomen door den heer Directeur der gemeente
gasfabriek te Tilburgdaartoe aangezocht door
de raads-commissie ad hoe. Het doel van dit
onderzoek was te zien of de fabriek al of niet
geschikt is om veranderd te worden volgens het
nieuwe systeem voor gasbereiding. Van den
uitslag van dit onderzoek is ons nog niets be
kend. Omtrent de plannen van de gas-commissie
vernemen wij nader het volgende
Wordt dë fabriek geschikt bevonden voor bo
vengenoemde veranderingdan zal men den
eigenaar een bod doen tot aankoop wordt dit
aangenomen dan zou de fabriek veranderd en
vervolgens voor rekening der gemeente geëx
ploiteerd worden.
Mocht de fabriek ongeschikt blijken, of neemt
de eigenaar het gedane bod niet aan dan zal
men met den meesten spoed overgaan tot de
voorbereidende werkzaamheden voor den bouw
eener nieuwe fabriek, voor rekening der gemeente
alles natuurlijk behoudens nadere goedkeuring
van den gemeenteraad.
Gisteren voormiddag, omstreeks 10 uur,
ontstonddoor het vuur vatten van een pe-
troleum-kooktoesteleen begin van brand op
het bovenhuistoebehoorende aan en bewoond
door den heer A. V. alhier. Een dikke rook
baande zich reeds door het dak en de ramen
een uitweg. Het mocht echter door spoedig
toegesnelde hulp gelukkenhet vuur in den
aanvang te stuiten.
Z. M. heeft benoemd Tot Heemraden
in het bestuur van het Waterschap den Hoogen
Maasdijk, van stad en lande van Heusden, ver-
eenigd met den Oud-Heusdenschen, Doeveren-
schen, en Drongelenschen zeedijk, J. van Heivoort
Czn. en L. van Eeten in het dijksbestuur van
het Nieuwland van Altena, tot Dijkgraaf A. den
Dekker, en tot Heemraad P. H. van Dusseldorp;
tot lid des bestuurs voor het waterschap Hei-
of Meerdijk en polder van Drunen H. G. van
Loon.
Aan een brief van den heer Grantden
photograaf aan boord van de „Willem Barendsz",
ontleent het Handelsblad het volgende
„Ik stel mij voor dat gij heerlijk weder in
Holland moet hebben want hier in het hooge
noorden is het reeds sinds zoolang goed weder.
Met uitzondering van twee of drie stormen en
voortdurenden tegenwindhebben we tot den
22sten Juni goed weder, en zelfs eenige zeer
fraaie dagen gehad, en van 22 Juni tot nu, den
lOden Juli, hebben wij voortdurend g<jed weder
gehad, ofschoon bewolkt en koud. Tot nu toe
hadden we nog in het geheel geen regenhet
geen een waar voorrecht is. In de Barendszzee
hadden wij natuurlijk die onvermijdelijke mist,
welke die zee zulk een ongelukkig water maakt
om in te kruisen."
De „Barendsz" heeft een voorspoedige reis
gehad, de officieren en bemanning hebben weder
druk werk gehad met het doen van diepzee-
loodingen en meteorologische waarnemingen, en
sinds den eersten Juli waren ze dagelijks bezig
met de dreggen in de diepten der zee, met
welken arbeid ze zes weken zouden bezig^ zijn.
De „Barendsz" had tegen noordoostelijke winden
op te werken totdat hij op de breedte van de
Noordkaap kwamvan daar stuurden ze Noord
totdat ze den 5den Juli te middernacht op 300
Engelsche mijlen van de noordkust van Noor
wegen het ijs ontmoetten. Langs en gedeeltelijk
door het ijs werd toen gestevend naar Vardö,
om water in te nemen en brieven te ontvangen
en te verzenden, en van Vardö liep de „Barendsz"
de Barendszzee weer inom daarin te kfuisen
en waarnemingen te doen eer de steven gewend
werd naar de Matotsckin Scharr, de straat, welke
Novazembla in tweeën deelt.
Den 16den Juni werd de poolcirkel gepasseerd,
hetgeen aan boord met een groot diner gevierd
werd, bestaande uit erwtensoep, groenten uit een
blikje, een omelet van de laatste eieren en Bor
deauxwijn.
Den 9den Juni was een der postduiven op
gelaten die eenigen tijd aarzelde eer zij het
schip verliet, waarom men het te betwijfelen
vond of hij wel naar Holland den weg zou
vinden.
Iedereen was gezond en wel en kommandant
De Bruyne toonde zich weder in alles de kalme,
voortreffelijke zeeman en de aangenamewel
willende kommandant.
Aan een particulieren brief uit Atjeh is
het volgende ontleend
Hier op Atjeh is en blijft het een wanhopige
boel. Het verdere Atjeh inrukken is krankzin
nigenwerk en gaat zeer zeker onze krachten ver
te boven. De troep is uitgeput, terwijl de geest
veel te weuschen overlaat, omdat het meerendeel
het onzinnige van dat voortrukken begrijpt.
En of de tegenstand vermindert Onlangs
rukten we in 2 kolonnes uit, om even, zoo heette
het, den rechteroever van de Atjeh-rivier tus-
schen Indrapoerie en Anagolong schoon te vegen.
Twee dagen zijn we bezig geweest en hebben
een verlies gehad aan officieren 2 gesneuveld,
kapt. Berg en luit. Schuit, 12 officieren gewond
en 230 gesneuvelde en gewonde minderen, koe
lies enz.
Dat strookje was toen van vijanden gezuiverd
en een paar kampongs verbrandom 't zuiver
te houden moesten we bentings aanleggen en
bezetten, waarvoor wij echter de noodige troepen
misten. Den zesden dag rukten .we dan ook
weer in, en den achtsten dag zat de vijand ons
weer, evenals vroeger, van dien rechteroever te
bestoken.
Een andere kolonne ontving order tot oprukken
tot Gliëng en was ettelijke dagen aan het ageeren
afmattende marschensteeds bestookt door
Atjheersdie zich ferm verdekt opstellen ver
scheidene kampongs verbrandheel veel zieken,
weinig gewonden, de troep nog verder uitgeput
en een resultaat gekregen van nul en nog eens nul.
M. i. kunnen we Atjeh behouden als we elke
plek gronds van een half uur in omtrek met
eene benting versieren en er bezetting in leggen;
verzuimen wij dit dan is de bevolking vijandig
en overvalt onze konvooien, of wij moeten alles
te vuur en te zwaard verwoesten en de bevol
king uitroeienedoch Atjeh is zoo heel groot
en onze macht zoo kleir.
't Wordt meer dan tijd dat onze machtheb
benden eindelijk aan de eerzucht van enkelen
een termstellen; 't eenvoudigste en verstandigste
zou zijn alle voorwaartsche bewegingen te staken
en te bevestigen hetgeen wij reeds in bezit
hebben.
Java is toch ook niet in één achtereen vol
genden oorlog onderworpen? Hoeveel tijd is
daarmede niet heengegaan.
Het idee van generaal Van Swieten was uit
muntend, jammer dat het zoo slecht is uitgevoerd,
Hoewel het goedkooper worden der electri-
sehe verlichting de gasfabrieken der toekomst
bedreigten daarmede ook het belangrijke bij
product teerheeft men in den petroleum afval
een uitstekende stof om zich van benzol te voorzien,
de stof nl. om de prachtige aniline kleurstoffen
te verkrijgen. Men heeft berekend dat alleen
de afval van petroleum uit de streken der Kas
pische zee meer dan 120 millioen kilogr. jaar
lijks bedraagtterwijl deze afval tienmaal rijker
aan benzol is dan koolleer. Het Amerikaansche
product is nog niet uit dit oogpunt onderzocht,
maar zal ook waarschijnlijk een rijke bron voor
aniline kleurstoffen blijken te zijn.
Men wordt gewaarschuwd tegen een zoo
genaamde aardigheid, die in sommige steden door
een vluggen Fransrhen geëxplooiteerd wordt.
Deze verkoopt fleschjes vochtom inkt weg te
maken die een waarde van enkele centen bezitten
voor fl. en geeft op den koop toe reepjes van
een stof diemet water gemengd vuur geven.
De inktwegmaker is een met zoutzuur aange
mengde verdunde chloorkalk oplossing; de vuur
makers bestaan uit natriummetaal en kunnen in
handen van kinderen of onbedreven personen
aanleiding tot brandontploffingen en brand
wonden geven.
Uit Amslerdan meldt men
Een groote toeloop van menschen voor het
Raadhuis te Amsterdam duidde heden morgen
aan dat er iets bijzonders te doen was. Een
burgeralgemeen bekend onder den naam van
„de Japannees", zou zich in het huwelijk begeven.
Deze man die zijn brood verdient met al vede
lende langs 'sheeren straten te wandelen, onder
scheidt zich van anderen door zijn minder
bevallig uiterlijk en zijn geringe lichaamsgrootte.
Hij heeft reeds een zeer bewogen leven achter
den rugte oordeelen naar het feitdat hij
onlangs° dienst heeft gedaan als eskimo in een
kermistentin welke qualiteit hij rauwe visschen
moest eten.
De belangstelliug van het publiek bij de vol
trekking van dit huwelijk was zóó groot, dat
een flinke politiemacht was opgekomen, om de
orde onder de juichende menigte te bewaren.
Woensdag nacht hetft te Rotterdam een
brutale inbraak met diefstal plaats gehad in het
magazijn van gouden en zilveren werken van den
heer Van Loon op den hoek der Kipstraat en
Gedempte Botersloot. De daders hebben het
zoo voorzichtig aangelegd, dat eerst beden ochtend
bij het openen der afsluitingen van de ramen
iets er van kon worden ontdekt. Zij hebben
namelijk het kelderluik op bet trottoir in de
Kipstraat geopenden eenmaal aldaar in het
sousterrain afgedaald hadden zij alle gelegenheid
en tijd om hun bedrijf voort te zetten. Om nu
van daar tot bij de winkelkasten door te dringen,
moesten zij eerst een zoldering doorzagen. Dit
hebben zij dan ook gedaan. Zoodoende zijn zij
gekomen tot achter een der middenste winkel
kasten waarvan zij vervolgens het onderste
paneel geheel hebben uitgezaagd. Toen dit was
gelukt, hadden zij slechts door de gemaakte
openingen te kruipen om in den winkel de
handen geheel vrij te hebben. Aldaar hebben
zij uit twee kasten de rijke verscheidenheid van
juweelen en andere kleinodiën weggekaapt, met
achterlating van alle etui's, doosjes en andere
voorwerpen waarin die kostbaarheden te koop
lagen. De waarde van al het gestolene o. a.
bestaande in diamanten oorbellen knopjes, bnl-
lauten knopjes, diamanten en brillauten broches,