Duitschland.
Zwitserland.
Oostenrijk.
Amerika.
BINNENLAND.
Dit resultaat werd verkregen van de verbete
ring die het geschut opnieuw ondergaan heeft,
nadat Krupp te Essen het laatste woord in het
geschutconcours had gesproken door zijn kanon
nen weder sterker te maken dan de „kinderen"
van Woolwich.
Nu Woolwich daarop gerepliceerd heeft is
het de beurt weder van Essen om het uitbra
kingsvermogen van het geschut der 19e eeuw
alweder hooger op te voeren.
De vredebonden moeteu dezen wedstrijd met
innig genoegen gadeslaan.
Archibald Eorbes wiens gezondheid sedert
zijn terugkeer uit Zuid-Afrika belangrijk in be
terschap is toegenomenzal eerstdaags als oor
logscorrespondent van „the Daily News" weder
naar Afghanistan vertrekken. Daar vertoefde
hij voor zijn blad reeds tijdens de eerste expe
ditie toen deze ten einde liep en er niet veel
merkwaardigs meer voorvielvertrok Forbes
naar Birmaom er Koning Theebaw te inter
viewen en zette van daar zijn reis voort naar
het Zoeloelandwaar hij gelegenheid had het
publiek en het Britsch Gouvernement gewichtige
diensten te bewijzen.
Onder Duitsche dames schijnen er te zijn,
wier prikkelbaarheid tot een bedenkelijk hoogen
trap gestegen ismiskenning of gebrek aan
waardeering blijken deze dames in het geheel
niet te kunnen verdragen. 't Is nog maar
weinige dagen geledendat een jonge dame
zelfmoord pleegdenadat een door haar aan
geboden bijdrage door de redactie der Garten-
laube was afgewezen en thans heeft een eenigs-
zins bejaarde schilderes, te Berlijn eveneens een
einde aan haar leven gemaaktomdat de jury
der tentoonstelling hare schilderij niet wilde
plaatsen.
Bij den beneden Grindelwaldgletscher hebben
onlangs kort na elkander, twee menschen het
leven verloren. Het paddat naar de grot
leidtdie de reizigers gewoonlijk bezoeken en
naar het punt waar men ijs verzamelt voor het
gebruik van Interlaken en andere plaatsen, wordt
doorsneden van een diepe kloof, ter breedte van
20 voetwaarover een ruwe houten brug ge
slagen is. Men bereikt de ijsgroeve door een
laddermaar noch de brugnoch de ladder
waren in den laasten tijd volkomen veillig.
Den 29en Aug. beklom een man de ladder
maar werd door een vallenden steen getroffen
en stortte in de kloof. Eenige dagen later ging
een andere man over de brug naar de grot
verloor het evenwicht en viel in den afgrond
die 450 voet diep is. Men heeft de lijken niet
teruggevonden.
Tengevolge van deze ongelukken heeft de
overheid van Interlaken bevel gegeven dat de
weg naar de grot zal worden afgesloten en ver
boden dat voortaan jjs van die plaats wordt
gehaald.
Volgens de berichten der laatst ontvangen
Oostenrijksche bladen was de kwestie der be
zetting van Plevlje nog niet geregeld daar de
Turksche bevelhebber geen instructies had. Er
heerscht evenwel tusschen de Oostenrijksche en
Turksche troepen eene goede verstandhouding.
Sedert is bericht ontvangen, dat voorloopig
tot eene gemengde bezetting der stad is besloten.
Het spoorwegnetdat zich boven de stad
New-York uitspreidtzal binnenkort een-groote
uitbreiding erlangen. De beide, thans bestaande
maatschappijennl. the Metropolitan Elevated
railroad en de New-York Elevated railroad laten
een aantal nieuwe zijtakken in alle richtingen
aanleggen. Zoo heeft bv. de eerste voor ge
noemd doel tusschen Greenwichstreet en Broad
way een blok huizen voor ongeveer 6 millioen
francs aangekocht, om tot bergplaats voor rij
tuigen en werkplaatsen in te richten. Uit het
jaarverslag van de New-York Elevated over
1878 blijkt dat door genoemde Maatschappij
gedurende dat jaar 10.079.625 passagiers zijn
vervoerd. Met de voltooiing van de lijn die
thans een uitgestrektheid heeft van 27 mijlen
was men op 30 December jl. tot Haarlem ge
naderd zij zalals zij geheel gereed is38
mijlen bedragen. De bewoners van de huizen
waarover deze spoorbanen loopen voornamelijk
de magazijnhoudersgaan steeds voort tegen
deze ondernemingen te protesteeren en vragen
vergoeding voor de schade welke zij door een
minder druk bezoek van koopers te lijden heb
ben. Zij klagen ook nog steeds over den last
welken zij van het geraasden rook en de
vonken hebben door welke laatsten z(j voort
durend aan brandgevaar blootstaan.
Tilburg, 17 Sept. 1879.
De Rijks Hoogere Burgerschool alhieris
thans ook toegankelijk gesteld voor meisjes.
Een meisje woont de lessen reeds bij.
Waalwijk, 17 Sept. 1879.
Gedeputeerde Staten van Noordbrabant hebben
het besluit van den Gemeenteraad alhier gehand
haafd, waarbij de geloofsbrieven der in Juli ge
kozen raadsleden werden goedgekeurd. Tegen
dit raadsbesluit had dr. De Haan bij Gedeput.
Staten geprotesteerd.
Afgaande op mededeelingen, ons door ver
trouwbare personen gedaanconstateeren wij
eenige verbetering in den leerhandel. De vraag
wordt iets levendiger en daardoor stijgen de
prijzen min of meer.
Ook uit Oosterhout vernamen wij dat er meer
leven in de zaken komt en dat daar tamelijk
goede prijzen gemaakt worden.
Maandagmorgen omstreeks half 4 uur ont
stond er brand in een gebouw, staande vóór de
bierbrouwerij van den heer Van der Lee alhier
en dienende tot berging van granen, mout, enz.
Voor dat de brandweer op de plaats des on-
heils tegenwoordig was, stond het gebouw reeds
in lichte laaie vlam zoodattoen de spuiten
eindelijk water gavener niets te doen bleef
dan de belendende perceelen zoo mogelijk te
behouden en dit was waarlijk geen gemakke
lijke taak.
Aan de Oostzijde toch stond het met riet
gedekte huis van den heer Van der Leedat
met het brandendeals het wareeen geheel
uitmaakteaan de Westzijdeonder den wind
het huis van den heer De Greeff, dat wel is
waar geheel van steen en met pannen gedekt
is, maar waarin zich ramen bevonden, waar de
vlammen aanhoudend insloegen, terwijl er neven
aan de achterzijdenog een groot oud gebouw
stond, met stroo en riet gedektdat insgelijks
groot gevaar liep.
Hoe moeilijk, ja bijna onmogelijk het scheen,
het gelukte aan de vereenigde pogingen der
Waalwijksche en Besoijensche brandweer, het vuur
tot het aangetaste perceel te beperken en nog
wel zoo, dat dit zelfs niet geheel is afgebrand.
Van hetgeen er zich in bevond is natuurlijk niets
gered.
Alles was tegen brandschade verzekerd. Men
kan zich geen gissing maken hoe de brand ont
staan is.
Zonder in het minst afbreuk te doen aan de
verdiensten van anderen meenen wij toch in 't
bijzonder de aandacht te moeten vestigen op 4
personendie zich vooral door hunne onver
schrokkenheid en hun beleid hebben onderschei
den wij bedoelen namelijk Johannes Buitekamp,
Frans Pennings, Johannes Van der Lee en Chr.
Treffers. Zoo er ooit bij gelegenheid van brand van
eene of andere zijde belooningen worden toege
kend dan dunkt ons dat genoemde personen
zeker in aanmerking dienen te komen.
De geheele brandweer, zoowel diè van Besoijen
als van Waalwijk, verdient overigens een woord
van lofdat het materieel soms te wenschen
overlaat is hare schuld niet.
Maandag is de zitting 1879/80 der Staten-
Generaal op plechtige wijze geopend in eene
vereenigde zitting, der Kamers, ouder voorzitter
schap van baron De Vos van Steenwijk. Z. M.
de Koning heeft daarbij de volgende troonrede
gehouden
„Mijne Heeren 1
Het is mij aangenaam, de vertegenwoordigers
van het Nederiandsche volk weder bijeen te zien.
Bij mijne echtverbindtenis ontving ik door mij
hooggewaardeerde blijken van de algemeene deel
neming.
Niet minder openbaarden zich opnieuw de
liefde van mijn volkbij den rouw waarin ik
met mijn huis werd gedompeld.
Mijne betrekkingen met de vreemde mogend
heden zijn van den meest vriendschappelijken
aard. Zee- en landmacht vervullen steeds met
toewijding hare belangrijke plichten.
De gedrukte toestand van nijverheidhandel
en scheepvaart heeft zich ook hier te lande doen
gevoelen.
Maatregelen tot bestrijding van de besmette
lijke longziekte zijn met een goed gevolg bekroond.
Ik vrees daarentegen, dat in verscheidene deelen
des lands de oogst zal lijden onder de gevolgen
van de ongunstige weersgesteldheid en van de
hooge waterstanden.
Onder deze omstandigheden is eene minder
ruime opbrengst van sommige rijksbelastingen te
wachten.
Versterking van de inkomsten der schatkist
zal op den duur noodzakelijk zijn. Daarbij zal
zooveel mogelijk ook op betere verdeeling van
lasten moeten worden gelet.
Handhaving van de vrijgevige beginselen ten
^aanzien van handel en nijverheidwaarbij het
vaderland steeds wel heeft gevaren, blijven, ne
vens de verbetering onzer handelswegenhet
middel om de veerkracht des volks te steunen
en de welvaart te bevorderen.
De vaststelling van een nationaal wetboek van
strafrecht beschouw ik als eene zaakwaarbij
het belang en ook de eer des vaderlands in
hooge mate zijn betrokken. Inmiddels zal mijne
regeering aan de herziening van andere deelen
der wetgeving hare aandacht blijven wijden.
Een ontwerp van wet tot beteugeling van het
misbruik van sterken drank zal in deze zitting
worden aangeboden.
Ik stel mij voor de herziene wet op het lager
onderwijs zoo spoedig in te voeren als de daartoe
nog noodige voorbereiding toelaat.
Door den moed en de volharding der krijgs
macht zijn in Atjeh belangrijke uitkomsten ver
kregen. Ik vlei mij, dat de oorlogstoestand aldaar
voor een meer geregelden zal wijken.
De overige gedeelten van Nederlandsch-Indië
geven over het algemeen stof tot tevredenheid.
Krachtige voortzetting der aangevangen werken
van openbaar nut zal der volkswelvaart onge
twijfeld ten goede komen. Het financiëel beheer
dier uitgestrekte bezittingen blijft echter veel zorg
en omzichtigheid vereischen.
Bevordering van den aanvoer van vrije arbei
ders in Suriname blijf ik wenschelijk achten.
Aan de kolonie Cura9ao belooft een ruimer
gebruik van de rijkdommendie haar bodem
oplevert, eene betere toekomst.
Ik wensch, mijne Heeren, dat onze vereenigde
pogingen onder God's zegen het geluk van het
dierbaar Vaderland zullen bevestigen.
Ik verklaar de Vergadering der Staten-Generaal
te zijn geopend."
Is het „Vaderland" goed ingelicht, dan
zal de Regeering het gewijzigd ontwerp betref
fende de effeclenbelasting intrekken.
Zooals men weet, worden in ons land de
afdrukken, door middel van de hectograaf ver
kregen, door de post niet als drukwerk aange
nomen. Reeds vroeger is de opmerking gemaakt,
dat het weinig steek houdt een afdruk van ge
schreven èchrift op steen wel, maar op lijm niet
als drukwerk te beschouwen. Ook in het bui
tenland heerscht verschil van gevoelen daarom
trent. Terwijl Engeland hectografische afdrukken
als drukwerk aanneemt en ze ook naar ons land
verzendt, willen Duitschland en Rusland zulke
autografische afdrukken met aniline-inkt niet op
ééne lijn plaatsen met gelijksoortige afdrukken
met vetten drukinkt. Thans bevat de Belgische
Moniteur van den 27 Augustus jl. eene beslis
sing voor dat land, waarbij het juste milieu
wordt in acht genomen. Alle afdrukken namelijk,
verkregen door middel van papy-, poly-, hecto-,
folio-, chromograaf en andere gelijksoortige toe
stellen met uitzondering van de gewone ko
pieerpers worden als drukwerk aangenomen,
onder voorwaarde evenweldat minstens 20
exemplaren daarvan, geheel aan elkander gelijk,
op de post worden bezorgd.
In het Dagblad komt een ingezonden stuk
voor over de Arnhemsche Tentoonstelling, waar
aan wij het volgende ontleenen
Hetgeen de heeren Schenkels en Akkermans
uit Waspik tentoongesteld hebben, bewijst reeds
dat zij doordrongen zijn van het nut om hun
producteu aan de algemeene opinie te onder
werpen en het publiek te laten oordeelen of het
buitenland beter en goedkooper waar levert dan zij.
Als deskundige durf ik gerust zeggen, dat zij
alle eer inoogsten door hun solied werk. Moge
er op de snede al eenige aanmerking zijnde
constructie van den schoen is er niets te on
sterker om.
Ook uit Waalwijk is er eene collectie tentoon
gesteld, welke ieders aandacht trekt. De heeren
Haagh en Pirard werken machinaal en ook vol
gens de oude manier met de hand. Zelden heb
ik van één fabrikant zulk een uitgebreide col
lectie schoeisel vereenigd gezien als die heeren
te Arnhem hebben staan. Men kan gerust zeggen,
dat op die fabriek alles gefabriceerd wordt wat
schoeisel genoemd kan worden.
In de verzameling dameswerk vindt men vanaf
de rijkste zijden fluweelen laars met hakjes genre
Louis XV tot de ordinaire geregen burgerlaars
met verlakt voorblaadje.
Onmogelijk is het mij omin de beperkte
ruimte, welke ik UEd. durf vragen, alle détails
op te sommen, doch ik vestig vooral de aandacht
van deskundigen op de geregen laarsjes in de
onderste rij der vitrinewelke van het kleinste
tot het grootste nummer elkander opvolgen. Bij
aandachtige beschouwing zal iedereen tot de
conclusie komen dat het een artist moet zijn,
die de onregelmatige vergrootingen en verdik
kingen van een kinder- en meisjesvoetje zoo weet
uit te drukken.
Ook het heerenwerk is prachtig en solied.
Die geplooide rijlaars met zilveren spoor en die
waterdichte jachtschoen vinden zeker veel lief
hebbers.
Iets wat tot heden in het vak onopgelost is
gebleven namelijk waterdicht werk te maken
is hier te zien. Een eenvoudige kalfsleeren bot
tine met enkele zool hangt van af de opening
der tentoonstelling in 't water en blijft ondoor
dringbaar voor vocht.
De snede van de geheele collectie is onver
beterlijk. Wanneer de heeren Haagh en Pirard
op dien weg blijven voortgaan beloven zij ge
duchte concurrenten van het buitenland te zullen
worden. De andere heeren inzenders hebben ook
prachtig werk tentoongestelddoch daar zij
winkeliers zijn kan men hen minder als fabri
kanten beschouweniets wat toch wel de be
doeling der nationale tentoonstelling is.
In plaats van de slechte aardappels begint
men in Friesland tegenwoordig op vele plaatsen
rijst bij de groenten te eten, dat niet alleen een
smakelijk voedsel oplevertmaar ook veel ge
zonder is te achten. Als de proeve gelukt en
het gegeven voorbeeld meer algemeen wordt, zal
het volk er bij winnen en vooral den minderen
stand ten goede komen, die nog steeds in aard
appels zijn hoofdschotel vindt en thans aan het
smakeloos en ongezond gewas zich ziek eet.
Omtrent de ongelukkige luchtreis van
mevr. Fanny Godard en den heer F. W. G.
Kehrerdeelt het „Handelsblad" het volgende
.verhaal van den heer Kehrer mede
Dit kort verslag van mijn reisje per lucht
ballen schrijf ik aan boord van de Harlinger
stoomboot op weg naar Amsterdam in dezelfde
zee duswaar mevr. Godard en ik Donderdag
bijna naar het visschenrijk verdwaalden.
Maar laat ik u de zaak in weinige woorden
van het begin vertellen.
Donderdagmiddag om twee uren begon men
den ballon te vullen. De wind was stevig west
en had in het minst geen neiging om te krim
pen berichtte men van het Waterkantoor. Mev.
Godard leefde in de overtuigingdat ze slechts
een klein hoekje van de zee zou hebben te
passeeren. Dit alles hoorde ik evenwel eerst
na ons vertrek want toen ik om 4 uur den
ballon besteegwist ik dat de wind ZW. was
en we dus de Zuiderzee op zijn breedst moesten
overwaaien. Ik zag dat de opstijging doorging
en reisde daarom mee.
Weinige minuten over vier zweefden wij de
lucht in en genoten op duizend meter en hooger
van een prachtig gezicht op Amsterdam grach
ten straten havens tuinen pleinen torens
schepenmenschenhet zag er alles uit als
kinderspeelgoedmaarwas toch duidelijk te
onderscheiden. Gelijkmatig zonder den minsten
stoot of schok zweefden we steeds hoogeren
niettegenstaande we ongeloofelijk snel voortvlogen
was geen zweem van wiud merkbaar.
Al zeer spoedig was de smalle landstreek
achter ons en dreven we, telkens ballast uit
werpende in N.-Oostelijke richting over Pampus.
Op 3500 meter hoogtehet hoogste wat we
bereiktenwerd alle uitzicht door de wolken
verhinderd en heerschte scherpe-koude.
De wind bleef zeer onvast en joeg afwisselend
uit elke streek tusschen Zuid en Westzoodat
we niet juist konden nagaan waarheen de weg
eigenlijk richttete meer nog daar mevr. Go
dard de onbegrijpelijke onvoorzichtigheid heeït
zonder kompas te reizen. Een klein kompasje
dat ik toevallig had medegenomen overtuigde
mij echter voldoende dat we zoowat de richting
van Lemmer namen en dus in Friesland zouden
landen als de ballon lang genoeg zou drijven
maar dit was niet het geval.
De koude veroorzaakte samentrekking en de
groote hoeveelheid water, die de ballon uit de
wolken opnam zwaartezoodat we begonnen
te dalen. Het eiland Marken vertoonde zich nu
links beneden ons maar bij de geweldige snel
heid was het spoedig verdwenen en voeren wij
nu meer oostelijk op Urk aan.
Hoewel we steeds ballast uitwierpen bleef de
ballon dalenen daar onze voorraad gevoelig
verminderdeoordeelde mevr. Godard verstan
diger bij twee kleine visscherschnitjes de eenige
vaartuigen die wij zagen tp dalen en ons door
hen te laten opnemen.
Met zakdoek en hoed wuivendetrachtten
we hunne aandacht te trekkenmaar spoedig
bleek ons dat onze snelheid hunne nadering
onmogelijk maakte.
Intusschen daalde de ballon steedstotdat
hij plotseling met pijlsnelle vaart voorover op
de golven vielde baliemand onder water door
trok en ons kletsnat weder eenige meters naar
boven voerde.
Ik zag toen mevrouw Godard op den bodem
der mand liggen terwijl zij kermend uitriep
dat haar arm gebroken was. De ontzettende
schokdien wij ondervonden schijnt op de
een of andere wijze een hevige kneuzing of breuk
van haar linkerarm veroorzaakt te hebben. Zoo
snel mogelijk wierp ik nu een halven zak zand
uitwaardoor wij een paar honderd meter
stegen en mevr. Godard had nog de tegen
woordigheid van geest het anker te laten zakken,
teneinde onze duizelingwekkende vaart zoo moge
lijk iets te minderendaarna viel zij neder en
was feitelijk het beheer van onzen ballon over
gelaten aan mij die in dat vak een leek ben.
Geen enkel scheepje vertoonde zich aan ons
oogalle hoop vestigden wij op een eenzamen
driemasterdien wij meer en meer naderden.
Herhaaldelijk duikelde de ballon voorover op
de golven om dan telkens weder wat te stijgen
als ik ballast uitwierptot we eindelijk weder
een hoogte van ongeveer 200 meter bereikten.
Van hier trachtte ik het schip te beroepen
en wuifde met mijn zakdoek (mijn hoed was er
al bij ingeschoten). Aan boord dacht men zooals
ons later verzekerd werdaan geen nood de
kapitein leefde in de overtuiging, dat wij uit
aardigheid telkens de zee raakten om dan weder
omhoog te gaan. Overtuigd dat wij moesten
verdrinken alvorens de overzijde van de zee te
halen besloot ik nabij het schip gekomen er op
of er onder, en trok met beide handen de
veiligheidsklep open waardoor we onmiddellijk
als een baksteen in zee vielen.
De half geledigde ballon had nu geen kracht
meer tot stijgen en tot den hals toe in het
water van tijd tot tijd kopje onder werden
we door wind en zee voortgezweept. Tot over
maat van ramp had ik het touw van de boven
klep losgelaten en kon onze vaart dus niet
minderen. Gelukkig begreep men nu aan boord,
dat we in levensgevaar verkeerden, en het schip
trachtte voor den wind ons met volle zeilen te
achterhalen. Na een kwartier gelukte dit werke
lijk en 3tootte de boeg tegen den zinkenden
ballon waarbij het touwwerk in het tuig bleef
hangen. Op dat oogenblik liet ik de touwen
waaraan ik mij tot dusver had vastgehouden
los en bereikte na weinig slagen zwemmens de
inmiddels uitgezette sloep mevr. Godard die
zich van pijn niet kon bewegenbleef in de
mand liggendie door de matrozen aau het
achterschip hangende werd gehouden. Na eenige
minuten roeiens tegen de moeielijke zee konden
we de mand grijpen en trokken nu ook mevr.
Godard in de sloep, waarna we aan boord
overgingen. We waren juist op het uiterste
oogenblik geredhet was halfzes 's avonds en
we bevonden ons op 1 mijl ZW. van Urk.
De verpleging, die we aan boord van het
naar Riga bestemde en te Pekela te huis be-
hoorend schip „Reiziger", kapitein H. J. Alberda
van Finsterwolde en geloodsd door P. Diesbergen,
hadden is boven allen lof verheven. Het mo
gelijke werd gedaan om ons van drooge kleede
ren te voorzien en Fanny Godard's ernstig ge
wonden arm voorloopig te behandelen. Den
nacht brachten we ter reede van Urk door en
daar ook den volgenden morgen geene gelegen
heid zich opdeed om ons aan wal te zetten
zeilden wij met zeldzaam gunstigen wind door
naar de reede van Vliewaar wq ten circa 1
uur aankwamen. Daar nam een vlugge loods-
kotter ons met de overblijfselen van den ballon
op en bracht ons in een drietal uren zeilens
naar Harlingenwaar we in de herberg van
Roos onzen intrek namen. Als een bewijs hoe