In- en Adiitilad m ten, Waalwijk, Immoi ïn Okstii
Nummer 179. Donderdag 25 September 1879. 2e. Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezondenstukkefi, gelden,
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
Advertentiën 17 regels j 0,60, daarboven 8 cent perr egel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht.
Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel.
Zijdie zich voor
het volgend kwartaal
op deze Courant abonneeren, ont
vangen de nog deze maand Ver
schijnende nummers gratis.
Gemeenteraad van Waalwijk.
OPENBARE VERGADERING
van Maandag 22 September 's namiddags 6 uur.
Tegenwoordig alle leden.
De notulen der vorige vergadering worden na
voorlezing goedgekeurd.
De Voorzitter zegt dat er is ingekomen een
besluit van Gedeputeerde Statenwaarbij het
raadsbesluit van 1 September jl., tot goedkeuring
der geloofsbrieven der op 15 Juli gekozen raads
leden gehandhaafd wordt.
Aan de orde
1. Installatie der nieuwbenoemde leden de
heeren J. B. Timmermans, P. Quirijns, Jos. van
Baal en A. Rubbens. Deze leggen in handen
van den Voorzitter de bij de wet gevorderde
eeden af, waarna zij zitting nemen.
Nadat de Voorzitter elk dier leden een toe
passelijk woord had toegesproken en na de fe-
licitatiën door hunne collega'snam de heer
Rubbens het woord en sprak het volgende
„Mijne heeren, ik zeg u dank voor uwe feli—
citatiën.
De zoo even afgelegde eed legt mij dure
verplichtingen op, welke ik ik verzeker het u,
zoo stipt mogelijk zal nakomen.
Het zal mij zeer aangenaam zijn iets te kunnen
bijdragen om de tweedracht, welke in onze ge
meente nog al diepe wortelen geschoten heeft
te helpen uitroeien en door eendracht te doen
vervangen.
Getrouw aan het voorbeeld ons door wijlen
mijnen dierbaren vader gegeven zal ik steeds
volgens overtuiging stemmen, rondweg voor mijne
gevoelens uitkomen en de belangen der gemeente
en der burgerij bevorderen.
Ten slottemijne heeren gebruik makende
van het vertrouwen, mij door onze medegemëen-
tenaren geschonken heb ik de eer zitting te
nemen in uw achtbaar collegie".
De Voorzitter antwoordt den heer Rubbens
dat de vlagwaaronder hij zich schaartzeer
schoon is; de Voorzitter hoopt dat hij de een
dracht steeds zal helpen handhaven.
2. Benoeming van een Wethouder in plaats
van dr. De Haan.
Op den heer C. G. van der Heijden werden
uitgebracht 6 stemmenop den heer Jos. van
Baal 1vier briefjes waren blancozóodat ge
kozen is de heer C. G. van der Heijden.
3. Benoeming van een ambtenaar van den
Burgerlijken stand.
Werden uitgebracht op dr. Van Heijst 4 en
op den heer Van der Heijden 2 stemmen j vijf
biljetten waren blancozoodat gekozen is de
heer Van Heijst.
4. Vaststelling der Gemeente-, Armen- en
Gasthuis-rekeningen over 1873.
De Voorzitter zegt dat de commissie, tot on
derzoek der Gemeenterekening hare taak volbracht
en rapport uitgebracht heeft. Blijkens dat rap
port heeft zij geene redenen tot bedenking ge
vonden en concludeert tot goedkeuring.
i °Ve™nkorasti8 floten en de rekening over
1878, bij acclamatie, voorloopig vastgesteld
In ontvangsten op .f63,772.185
uitgaven 56,851.395
Hierna werden ook de Armen- en Gasthuis
rekeningen bij acclamatie goedgekeurd.
5. Vaststelling van het primitief kohier van
den hoofdelijken omslag over 1879.
De Voorzitter zegt dat de tot onderzoek be
noemde raadscommissie nog geen rapport heeft
uitgebracht. De leden maakten bezwaar om
het kohier te onderzoeken, daar zij nog niet als
raadslid waren geïnstalleerd.
Als de raad er zich mede kon vereenigen,
wenschte Voorzitter wel dat het nog heden be
handeld werd, daar het tijd wordt.
De heer Van Heijst zegt dat de commissie
tot onderzoek der Gemeenterekening ook het
kohier van den hoofdelijken omslag heeft door-
loopen en heel weinig aanmerkingen heeft ge
vonden.
De Voorzitter zegt dat er geen wijzigingen in
zijn gebracht als wegens sterfgeval of vertrek
als nu de commissie voor de rekening ook den
hoofdelijken omslag goed onderzocht heeft en
de andere commissie kon er zich mede vereenigen,
dan kon men de zaak afhandelen.
De heer Jud. Timmermans zegt dat de com
missie voor de rekening niet geacht kan worden
den hoofdelijken omslag te hebben onderzocht
zij heeft hem alleen doorloopen.
De Voorzitter zegt dat B. en W. gemeend
hebbèn den hoofdonderwijzer De Bree weer naar
een inkomen van f 1000 te moeten aanslaan
omdat dit zijn tractement is.
De heer Van Heijst maakt de opmerking dat
in het algemeen de ambtenaren, die vast tracte
ment hebbennaar het volle bedrag worden
aangeslagen. Bij andere lieden, die geen bekend
inkomen hebben, moet men daar naar raden, en
bij deze blijft men in den regel onder het wer
kelijke.
De eersten betalen dus altijd het maximum,
de laatsten het minimum dit is niet billijk.
De Voorzitter zegt dat in het door den vorigen
spreker gezegde veel waars is maar een amb
tenaar die f1000 inkomen heeft moet daarvoor
aangeslagen wordenhij kan ook nog andere
fondsen bezitten of buiten zijn tractement ver
dienen bovendien is men bij den hoofdelijken
omslag door de wet gebonden.
De heer Zijlmans zegt dat hel hem verwon-
dért dat men alleen voorstelt om één enkel
ambtenaar te verhoogen is de Voorzitter wel
zeker dat de hoofdonderwijzer f 1000 inkomen
heeftmoet daar geen bijdrage voor het pen
sioenfonds belasting en misschien nog meer af?
Spreker vindt het onbillijk hem voor f 1000 aan
te slaan.
De Voorzitten vraagt of de heer Zijlmans wel
zeker is dat De Bree maar f 1000 inkomen heeft?
als men alles rekent, huishuur, veranderlijk in
komen, dan heeft hij zeker meer dan f1200.
Is het dan onbillijk als men iemand, die f1200
inkomen heeft, voor f1000 aanslaat? Overigens
moet de Raad beslissen.
Op voorstel van den heer Jud. Timmermans
wordt het kohier in handen gesteld van de
vroeger benoemde commissie ten eindezooals
de voorsteller zich uitdrukte, geen indiscretie te
begaan.
6. Ontwerp besluit tot wijziging der begroo-
ting voor 1879.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W.
besloten.
7. Ingekomen stukken, als
a. Verzoek van Jan Staalom vergunning
een nieuw te bouwen huis in de 1ste Zeine met
riet te mogen dekken.
Na eenige discussie werd besjoten adressants
verzoek niet toe te staan. Voor stemden de hh.
Jud. Timmermans, Van Baal en Van der Heijden.
b. Dankadres van den heer Hendriks, thans
Secretaris van Besoijenaan den Gemeenteraad
alhier.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. De Voorzitter deelt mede dat hij een on
derzoek heeft laten doen naar het broeien van
het hooi; dit heeft bij 88 verschillenden plaats
gehad het is ook gebleken dat dit onderzoek
hoog noodig was daar o. a. op twee plaatsen
het hooi rondom tegen en langs den schoorsteen
was opgepakt. Hij stelt voor de kosten van
dat onderzoek te dekken uit den post onvoor
ziene uitgaven.
Zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
d. De Voorzitter zegt dat den 6den Aug. jl.
door den heer A. van Iersellid van den Ge
meenteraad, eene klacht aan Ged. Staten is ge
zonden over tien slechten toestand der Loint en
vele andere zaken. Deze klacht is door Ged.
Staten aan B. en W. gezonden, (lie meenden er
op te moeten antwoorden. Ged. Staten hebben
ook dit antwoord teruggezondenomdat het
hunne bedoeling was dat de Gemeenteraad zoude
antwoorden.
Alsnu wordt voorlezing gedaan van het schrijven
van den heer Van Iersel.
Dit is van den volgenden inhoud
Aan Heeren Gedeputeerde Staten
van Noordbrabant.
Geeft met verschnldigden eerbied te kennen
Antonie van Ierselleerlooier en lid van den
Raad dezer gemeente dat alhier de onbillijkste
en willekeurigste handelingen worden gepleegd
met het uit- en btvloeion van het riviertje of
waterloop genaamd de Loint.
Dit riviertje, van sluis- en schotdeuren voor
zien, neemt zijn oorsprong in de haven van
Waalwijk en doorloopt de geheele gemeente aan
de Zuidzijdekan dienen tot afvoer van het
overtollige water van den binnenpolderwelke
polder evenwel nog andere uitloopen heeften
moet hoofdzakelijk dienen voor dagelijksche
invloeiing van versch wateronmisbaar voor de
menigvuldige hier aanwezige looierijenzonder
nog te spreken van de bierbrouwerijen en andere
bedrijven die hier tevens worden- uitgevoerd en
nog daargelaten dat het Zeer in het belang der
volksgezondheid is van stroomend en versch
water voor huiselijk gebruik te kunnen genieten.
De toestand van genoemde waterloop is mo-
mentelijk nog allerellendigsthoewel sedert twee,
drie jaren de noodige plannen zijn gemaakt en
een legio raadsbesluiten zijn genomen tot ver
betering van finale uitvoering schijnt evenwel
geen kwestie te zijn.
Het opperbeheer hierover wordt uitgevoerd
door den heef Burgemeester, uit wiens hande
lingen men haast moet afleiden dat hij er be
hagen in heeft om de gemeentenaren van tijd
tot tijd het ongerief te veroorzaken om de sluis
deuren te laten dicht houden terwijl de looiérs
dan den een naar den anderen ZEd. achtbare
bestormenmet nederig verzoek om in het
belang van hunne industrie toch versch water
te geven.
Het laatste ligt hier versch in het geheugen
sedert veertien dagen is het sluisje, except bij
een tij (Zaterdag 2 Aug., 's namiddags 6 ure)
afgesloten geweestzonder dat hiervoor eenige
reden ismen zit hier tot op het oogenblik
(Woensdag 6 Augustus, 's morgens 8 ure) met
een stinkend vuil waterlooiersverzoek schijnt
niet meer te helpen en zelfs werd gister een
schriftelijk beleefd verzoek om toch versch water
te geven door twee medicinae doctoren gedaan,
ock van de hand gewezen.
Redenen waarom adressant UEd. achtbare
nederig verzoekt zoo spoedig mogelijk een onder
zoek omtrent deze zaak te willen instellen hij
durft UEd. achtb. bij voorbaat de verzekering
te geven dat deze aangehaalde grieven waarin
hior al de looiers deelen de toets en het onder
zoek kunuen doorstaan terwijl adressant ver
trouwt dat door Uwe tusschenkomst toch een
einde gemaakt zal worden aan al die willekeu
righeden en aan de continuatie van onafgedane
zr.kenwaarmede men hier steeds jaar in jaar
uit te doen heeft.
'tWelk doende enz.
Vervolgens wordt voorgelezen het door Burg.
en Weth. aan Gedep. Staten gericht antwoord.
Do inhoud luidt als volgt
Waalwijk, 22 Augustus 1879.
De vertraging der beantwoording Uwer missive
van 8 dezer G. no 41, 3e afdeeling, is toe te
schrijven aau eene afwezigheid van eenige dagen
van den Burgemeester en van de omstandigheid,
dat de Wethouder Van Esde meening was
toegedaan dat door gemeentebestuurwaaraan
uwen brief is gerichtmoest worden verslaan
„da gemeenteraad" waarmede de Burgemeester
zich niet kon vereeuigen en hield daarvoor dc
beantwoording tot eene volgende vergadering.
Onder terugzending van het adres van den
heer A. van Ierselons om bericht en raad
gewordenbij bovengenoemden briefhebben
wij de eer Umijne Heeren te berichten
dal wij met verwondering van dat stuk ken
nis namen aangezien wij vermeendendat de
heer Van Iersel, die 15 a 16 jaren ingezeten is
dezer gemeente en boyendien 10 jaren lid van
den Raad waarvan 6 jaar wethouderbeter op
de hoogte met den toestand van den waterloop
de Loint en de duikersluis aan de haven zoude
zijn.
De Loint is een waterloopgelegen in den
binnenpolder van Waalwijk die het dorp Waal
wijk bevatdoorloopt het bebouwde gedeelte
van het Oosten naar het Westen ontvangt het
water van de verschillende trekslooten des polders
en voert het overtollige water af in de haven
alhier door eene aldaar aanwezige duikersluis
welke sluis is voorzien van eene schuif, die
door eene opwindmachine in werking wordt ge
bracht.
Deze is de zuivere toestand van den waterloop
„de Loint" en de sluis. Waterloop en sluis zijn
dan ook omschreven in het politiereglement van
den binnenpolder van Waalwijk en komen ook
voor op den legger der waterleidingen.
De Loint verkeert in eenen behoorlijken toe
stand dit jaar is door het waterschapsbestuur
tweemaal een schouw over dien waterloop ge
voerd namelijk op 10 en 20 Juli en de na
schouw op den 28 daaraanvolgendeterwijl
daarbij onder anderen is geblekendat de heer
Van Iersel zelve in overtreding was
lo. Wegens het hebben van eene keerplank
op den bodem der Loint en
2o. wegens het hebben van eenen hcuten-
duiker met schuif in den trekslootwelke over
tredingen ZEd. zijn beteekend bij brief van 23
Juli.
Het is een feitdat het water der Loint voor
de looierijen zeer nuttig, ja zelfs onmisbaar is,
waarom dan ook in dien waterloop nu en dan,
wanneer het noodig isversch water door ge
noemde duikersluis bij stijgenden vloed wordt
ingevoerdzoodat nog nooit klaehten ten deze
behalve de onderwerpelijkezijn ingekomen
doch daarom mag de veiligheid der gemeente
bij het uitbarsten van brand niet worden uit
het oog verloren. Noch voor bierbrouwerijen
noch voor huiselijk gebruik is het water in de
Loint zelden geschiktomdat het bijna altijd
bezwangerd is met fsecaliën van de looierijen
afkomstigzoodat adressant zich ten deze
minstgeuomenzeer vergist.
Tegen beter weten in geeft adressant voor dat
in het begin dezer maand de tijd waarop hij
doelthet sluisje gesloten bleefmen heeft met
den besten wil geen water kunnen invloeien
uithoofde van den alstoen heerschenden Oosten
wind tengevolge waarvan de vloed zeer gering
was en bijgevolg niet die hoogte bereikte noodig
om voldoende water te kunnen invloeien. De
polderbode- heeft 4 tijen inplaats van ééns
volgens den adressant op order van den
Burgemeester beproefd water in te voeren doch
zonder goed .gevolg, terwijl het verzoek van
twee medicinae-doctoren waarvan adressant ge
waagt en zoo zwaar en zwart doet uitkomen
vervat was op een strookje papier in potlood
schrift van (1e heeren Van Heijst en De Haan
met verzoek den havenmeester te gelasten het
sluisje té openen waaraan nog denzelfden dag,
na onderzoek is gevolg gegeven.
Hierbij voegt zich nog eene omstandigheid,
die wij even willen aanhalen.
Bij het vernieuwen van den Oostelijken haven
muur in 1878 werd ook besloten de daarin
aanwezige sluisthans de sluis in kwestiete
doen veranderen door eene nieuwe. De oude
sluis was voorzien van eb- en vloeideuren, zoo
dat bij eiken vloed zeer gemakkelijk versch water
naar den binnenpolder stroomde en het over
tollige vuile water weg liepeene afsluiting
alzoo die proefondervindinglijk gebleken is goed
te zijn. Bij het bouwen der nieuwe sluis be
sloot men echter tegen het advies van den
voorzitter Tan het binnenpolderbestuur (de Bur
gemeester) deze te voorzien van een schuif,
te bewegen door een windwerk. Dadelijk na
de voltooiing van het werkbleek het dat de
sluis niet aan de verwachting beantwoordde
noeh wat x de hoogte - ligging der sluis aan de
achterzijde of landzijde betreftnoch de werking
van de schuif-waarvar. de nieuwe windmachine
na verloop van eenigen tijd spoedig door eene
betere nieuwe is moeten worden vervaDgen
zoodat deze omstandigheden hun nadeeligen in
vloed wat het invloeien betrefthebben doen
gelden.