Nummer 183. Donderdag 9 October 1879. 2e. Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. FEUILLETON. EEN MOOBD. Engeland. Duitschland. De Echo van het Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. Advertentiën 11 regels J 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht. Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. Uit" Ostende wordt gemeld dat ook het Hof van appèl te Gent beslist heeft, dat het bac- carat-spel tot de verboden hazardspelen Jjehoort. Het Hof is echter genadiger geweest tegenover den kastelein en (len voorzitter van de club wier leden dit spel in het kurhaus te Ostende speelden daar het voor beiden de boet? van 500 frs. op 26 frs. verminderde. Niettemin hebben de veroordeelden omdat het hier erne beginsel-quaestie geldtonmiddellijk cassatie Uit Frankrijk is geen ander nieuws te melden, dan dat de Minister Jules Ferry van zijne zwerftochten in het Zuiden naar de hoofdstad is teruggekeerd. Ook Blanqui en Louis Blanc, die mede zeer ambulant zijn-geweestzijn weer tehuis, evenals Prins Jéróme Napoleon. Aan de schaarsehte van nieuws heeft zeker zijn ontstaan te danken het geruchtals zou de Begeering voornemens zijn de Prinsen van Orleans niet langer in het leger en bij de vloot te dul den. Er zou zelfs sprake zijn van hunne ver wijdering uit het land. 't Zou zeker toch wel wat hard zijn wanneer de Orleanisteu het gelag moesten betalen voor de demonstratiën der legitimisten. Er is te Parijs een concurrent opgetreden van de „Bevue des deux Mondes". Zij wordt geredigeerd door eene vrouw de weduwe van Edmond Adam en heet de „Bevue Nouvelle." De prijs dezer Bevue die elke maand verschijnt, is 25 francs. De werkstaking van de schoorsteenvegers is nog niet ten eindedoch een schikking is op handen tot groote vreugde van de Parijzenaars die de toekomst zoo donker als, roet inzagen. De werkstaking der schrijnwerkers en timmer lieden houdt aan. Aan weerszijden patroons en werklieden wil men van toegeven niets weten en de laatsten zeggen fondsen genoeg te hebben, om hun stil leventje te kunnen volhouden en voegen zij er hijeerst dan de handen uit. de mouwen te zullen steken als de nood hen dwingt. In Parijs gaat het verhaal rond dat de omstreken onveilig gemaakt worden door een wilde, een echten meifscheneeterdie uit eene tent op de kermis van een naburig dorpje ont snapt is. Het schijnt dat men er jaloersch is op den vreesverwekkenden jaguar, die in den omtrek van Windsor zou rondloopen. Als het evenwel met den wilde gaat als met den jaguar, kan men gerust zijnwant het verhaal van de ontsnapping van dez3 Amerikaansche tijgerkat is eenvoudig een verzinsel van eeltige menschen, die in die streken wonen en gaarne zouden zien, dat het kasteel van Sir Beaumont Dixie niet zulk een gevaarlijken gast herbergde. De gewezen politieagent Pré vostdie naar men weet onlangs zekeren Lenoble vermoord en daarna diens lijk in stukken gesneden en deze verspreid had heeft een dergelijke mis daad bekend voor eenige jaren op zijn maitresse bedreven. Op zijn aanwijzingen heeft het parket zich naar een der vestingwerken van Parijs hegeven waar het hoofd der ongelukkige gevonden werd. Bij het verlaten van de woningwaar de eerste misdaad gepleegd was en de moordenaar in tegenwoordigheid der overheid een streng 'verhoor onderging, waarna hij bekende, heeft de politie met moeite de overgroots volksmenigte uiteengedreven die de lynchwet op den ellende ling wilde toepassen. De „Lanterne" had dezer dagen op de vierde pagina een bon gedrukt voor een glas bier in een nieuw koffiehuis nabij het Chateau d'Eau. Duizenden lezers der „Lanterne" waren dus daarheen gestroomd om hun bon te lossen. Het schijnt dat er velen zonder panden aan hun jas zijn huiswaarts gekeerd en er een gedrang geweest is dat veel geleek op een vechtpartij. Als bijdrage lot de kennis" van een deel der Parijsche journalistiek is dit feit niet onaardig. Evenals in Duitschland en elders zijn ook in Frankrijk groote militaire, manoeuvres gehou den die door onderscheidene buitenlandsche officieren zijn bijgewoond. Die manoeuvres zijn Woensdag 11. geëindigd met,een te Laon gege ven militair feestbanket. Onder de bij deze gelegenheid uitgebrachte toasten verdient opmerking een van eer. land genootden Nederlandschen generaal Pfeiffer. Eene Novelle. IV. Als een zachte adem van den mond ontsnapte de volgende woorden aan zijne lippen Wat 'is 't geluk, o menschenkind Uit nevelen geboren, Zoo pas begroetverloren Geen plaats waar gij 't ooit wedervindt. „Gij hebt gelijk Duitsch poëet. Maar dat ik dat juist moest ervaren Dat het mij juist moest treffen mijdie eens zoo gelukkig was wat is 't geluk o menschenkind Op hetzelfde oogenblik streek eene fluweelen hand teeder eu liefkóozend door zijne blonde haren. /„Wat is er Josiz, dat u zoo treurig maakt?" vroeg eene verleidelijke, welluidende stem. De vreemdeling sprong op., twee verzengende vuurkolen vlamden hem tegen. Bachel stond voor hem. „Zijt gij het Bachel vroeg hij op doffen toon." „Ik ben het", antwoordde de jodin en legde hate hand in de zijne„maar wat scheelt u mijn vriend?" Een pijnlijke trek vloosr over zijn schoon gelaat. „Wat mij ontbreekt!" riep hij bitter „Alles „Dat verhoede de hemelzeide Bachel en hare gloeiende blikken zochten hem te doorboren „dus hebt gij uwe geliefde verloren Josiz beefde. „Ja, verloren, en met haar het geloof bovendien en de liefde en alles is dood en ledig, alles alles t" Een duivelsche gloed flikkerde op dit oogen blik in de oogen der jodin, een zegevierende lach verspreidde zich in een oogenblik over het schoon gelaatdoch toen Josiz naar haar opzagver dween die lach oogenblikkelijk, om voor de in nigste deelneming plaats te maken. Op hetzelfde oogenblik werd de deur zachtkens geopend en blijkbaar gejaagd trad Perenz binnen. Josiz reikte hem de hand, doch onwillekeurig beefde Perenz bij het aanraken en kon den vriend niet in het gelaat zien. Bachel beschouwde beiden met een hoonenden lach. „Mijne vrienden", begon Josiz eindelijk het pijnigende stilzwijgen afbrekende, „gij kent mijn werkeu en strevengij weet welk doel ik voor oogen had. Ik was een veelbelovend jongeling, de wereld lag voor mij open en de toekomst lachte mij vriendelijk tegen. Met den meesten ijver legde ik mij op mijne studiën toe, brak met al mijne makkers die hunne roeping bij drinkgelagen meenden te vinden. Want ik ge voelde in mijne ziel de diamanten bron der poëzie ontspringen en mijne liederen vloeiden in heilige geestdrift. Ecu dichter wilde ik worden, een waar dichter van mijn volk, evn dichter als de groote Buk Karadcic. En was ik het Zeg gij het zelf, Perenz, die de vriend mijner jeugd waart, heeft Buk zelf niettoen ik, hem mijne zangen zond, ze met warmte geprezen, en schreef hij mij nietGa bedaard voorwaarts jongeling ik begroet u als een dichter onzes volks Toen ontmoette ik u, het was jaarmarkt evenals thans en aan de zijde haars vaders zag ik Maria voor de eerste maal. Maar het was eene verschijning, Hij dronk op Frankrijk datzeide hij door eene vredelievende onzelfzuchtige staatkunde zich het vertrouwen en de sympathie had verworven van de kleinere Staten wier bestaan voor het even wicht en de vrijheid van Europa zoozeer nood zakelijk was. Volgens particuliere berichten uit Afghanistan aan „Daily News" was het gros der Britsche strijdmachtdie tegen Kabul optrekt, Donderdag jl. behouden te Zergun-Shahr aangekomen. De aanval op het kamp te Shutur-gardan geschiedde dienzelfden dag. Van het bericht van „The Standard" omtrent de insluiting der Britsche afdeeling aldaar is nog geenerlei bevestiging ontvangen. Namens het Britsche hoofdkwartier is eene proclamatie uitgevaardigdwaarin alle vrienden van orde en van den Emir worden aangespoord zich buiten alles 4e houden. In dat geval zal hun leven en zullen hunne eigendommen worden gespaard. Men hield het er voor altijd in het Britsche hoofdkwartier dat deze procla matie eenen verzoenenden invloed oefenen zou. Volgens de laatste berichten was men nu weder van meeningdat het in opstand gekomen garnizoen van Kabul zich wel verdedigen zou. De Emir doet steeds vergeefsche pogingen om Boberts te bewegen tot eenig uitstel. Hij is doodelijk bevreesd dat zijn soldaten den Bala Hissar de versterkte plaats waarin zijn schatten worden bewaard zullen aanvallen en planderen. Zeer verbaasd is zoowel de Emir als zijn gevolg over de snelheid waarmede de Engelschen bij hunne operatiën te werk gaan. De bergstammen toonden zich tegenover de Engelschen tamelijk welwillend. Maar tegenover den Emir namen zij eene zeer vijandige hou ding aan. Uit Birmah wordt aan „The Standard" gemeld datwegens den ernstigen toestand te Mandalay en het gevaar waarin de vertegen woordiger van Engeland aldaar blijkbaar bevindt, de Engelsch-Indische Begeering tot de admirali teit het verzoek heeft gericht eenige oorlogschepen te Bangoon te stationeeren. In Zulu-land loopt het geruchtdat de Engelsehen niet den rechten Cetawayo gevangen van welke ik mijn blik niet kon afwenden die al mijne zinnen geboeid hieldmij krankzinnig maakte. En deed ik ook niet als een waan zinnige? Ik liet mijne studiën, mijne plannen varen, ik zocht haar op in haar dorp, ik ver huurde mij als knecht bij haar vader en werd een ellendige loonbediende, alleen om haar im mer te zien de muziek harer stem te hooren, den geur haars adems in te ademen. Onder 1 meren leefde ik maakte peperhuisjes in plaats van verzenlas prijscouranten in plaats van klassieken. En gevoelde ik mij ongelukkig Neen, want zij was mij alles, aarde en hemel en poëzie. Zoo verliepen er maanden en die groeiden tot j iren aan. Of zij_ mij beminde Ik weet het i.iet. Zij was immer even vriendelijk, even in nemend. Maar die maagdelijke tint die over haar gansche wezen lag, stemde mij tot vroom heid als ik in hare nabijheid was. Zij scheen mij dan steeds eene heiligedie ik vereerde doch wie ik niet zeggen kondat ik haar beminde. Ook ik zeide liet niet, want daartoe ontbrak het mij aan den moed. Maar mijne oogen moeten het gezegd hebben. Of zij die taal verstaan heeft Ik weet het niet. Of zij mijne gloeiende blikken beantwoordde. Neen. Heeft zij dan niet de oogen eens Engels en hierin leeft niets aardsch. Daar trof mij op eens een groote slag en schudde mij plotseling uit al mijne droomeu wakker. De broeder des geeste lijken Dragutin Sojevicwas als luitenant in ons dorp gekomen en verdwenen was mijn geluk en mijne liefde. Want alras bemerkte ik dat Maria bloosde, als hij kwam, dat zij nadenkend en mijmerend werd, als hij heenging. En gister avond, toen ik het venster opende om een blik op de ondergaande zon te slaantoen zaten Dragutin en Maria beneden mij, toen openbaar hebben maar slechts iemand die op hem gelijkt zoodat zich misschien spoedig eenige zwaar lijvige pretendenten naar den vacanten troon zullen opdoen. Te Liverpool heeft de politie dezer dagen de hand gelegd op een paar baby-farmers die hun beroep dreven op groote schaal. Een zekere Barus en zijne vrouw hebben gedurende twaalf jaren zich belast met het verzorgen van onwettig geboren kinderendie zij voor p. st. 30 bij zich namen om ze zoo spoedig het goedschiks ging, of te vondeling te leggen of langzaam te laten verhongeren. Jaarlijks ontvingen zij van negen tot twaalf zulke wurmen omtrent wier verdwij» nen zij thans rekenschap zullen hebben af te leggen. The Times berichtdat de stoomboot Luistania voor 't eerst een lading china's-appelen en citroenen uit Adelaide in Zuid-Australië heeft aangevoerd. Zij waren gedeeltelijk verpakt in met zaagsel van zeer fijn hout gevulde kisten terwijl in een aantal kisten de vruchten gewik keld waren in vloeipapier. De in zaagsel ver voerde citroenen en china's appelen kwamen allen gaaf overook de overigen verkeerden in goeden staatmaar in enkele kisten waren de met papier omwoelde vruchten licht aangestoken. Men stelt zich van dit nieuwe handelsartikel uit Australië veel voor. 1000 werklieden zonder werk trokken Vrijdag door de straten van Glasgow. Aan hun hdbfd was een meester smid die een plakkaat droeg met het opschrift„Wij willen werk. Geen bedeeling of steenenbikken De liberale partij in -den Pruisischen Landdag heeftvolgens eene berekening van de Kölnisch-i Zeitingbij de jongste verkiezingen niet minder dan 20 zetels verlorendeels aan de katholiekendeels aan de conservatieven. De katholieke partij zal betrekkelijk het meest gewonnen hebben maar natuurlijk niet in die matedat zij eene meerderheid hebben zal. Evenmin echter zal dit het~geval wezen met de liberalen of conservatievendie beiden te zwak zijn om alleen eene meerderheid te vormen zoodat het voortaan bij gewichtige beslissingen den zij elkander hunne liefdemijn zieleleven werd in flarden gescheurd, alles wat ik gehoopt, gedroomd, geloofd had werd ten eenenmale weg= gevaagd, ik zag niets dan nachtstikdonkeren nachtgeen enkele lichtstraal daalde neder in mijne ziel. En nog immer is het nacht en nacht zal het daar blijven Bachel had met klimmende belangstelling naar hem geluisterd. Eene gedachte hield haar bezig, want op eens klaarde baar gelaat op en een beteekenisvolle blik trof Perenz. Deze sloeg zijne oogen neder. Bachel echter vroeg aan Josiz„En wat denkt gij nu te doen, mijn vriend „Ik ga de "wijdewijde wereld in", riep de Slavoniër, „zonder vaderland en zonder liefde. „En wat doet gij dan nu te Eszek vroeg de Jodin verder. „Het zijn de laatste zaken die ik nog voor mijn meester verricht en dan mijn ransel gepakt en voort, zonder haar nog eens te zien. Ik heb even als elk jaarde ronde in de stad gedaan en breng hem de ontvangen zeven honderd du katen te huis", hernam (le Slavoniër. Onwillekeurig werd Bachel door eene rilling bevangen. Dat was bet juist wat zij wensebte te weten. Niet de liefde van Josiz had hare deelneming opgewektzij wilde wetenof hij geld had en hoeveel. Hij had geld. Het was meer dan zij behoefde. De baatzuchtige wilde vrij en de vrouw van Ferenz zijn, 't mocht kosten, wat het .wilde. Van dezen oogenblik af had zij haar besluit genomen. Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1879 | | pagina 1