N
Nummer 188.
Zondag 26 October 1879.
2e. Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
FEUILLETON.
EEN MOORD.
Spanje.
Engeland.
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00, franco per post door
het gelieele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden"stukken, gelden
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Uitgever: ANTOON TEELEN te Waalwijk.
AdVértentlën l-»-7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht.
Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel."
De Parijsche Rechtbank heeft uitspraak ge
daan in het geding tegen den onlangs tot lid
van den gemeenteraad der hoofdstad benoemden
ex-communalist Humbert en' tegen den gérant
der Marseillaise. De vervolging betrof beleediging
der Regeering en verheerlijking van de daden
der "commune. Humbert is veroordeeld tot zes
maanden gevangenisstraf en 2500 fr. boete en
de gérant tot 2 maanden gevangenisstraf en
5Q00 fr. boete. Hieronder is tevens begrepen
de boete van 1000 fr. voor de openbaarmaking
van een brief van Rochefort. De Marseillaise
wordt tevens voor veertien dagen geschorst
terwijl de voorloopige ten uitvoerlegging van het
vonnis is bevolen.
Opnieuw zijn door de Regeering een vijf—
tiental burgemeesters ontslagen omdat zij hadden
deelgenomen aan de bekende legitimistische feest
maaltijden. Alleen in de Vendée werden er 13
ontslagen. De twee anderen zijn uit Marne.
De president van den Parijschen gemeente
raad, de Heredia, een geboren Spanjaard, heeft
Dinsdag de zitting geopend met eene redevoering,
waarin hij de emancipatie van Parijs verlangt
dat is de volle vrijheid voor alle leden der
commune. Tevens verklaarde hijdat de alge-
meene amnestie eene dringende noodzakelijkheid
was.
De moraliteit te Parijs gaat niet vooruit
naar mate de radicale beginselen veld winnen.
Geen dag gaat er voorbij of moorden aan
slagen of diefstallen komen in de hoofdstad voor.
Aan trouwelooze kassiers of hun bedienden
ontbreekt het evenmin.
Gister is er wederom een der laatsten met
100.000 fr. zonder achterlating van adres ver
trokken.
Behalve dezen ontrouwen bediende nam ook een
„volksman" de vlucht. De man was directeur
van een litterarisch en financieel blad, „La Voix
du Peuple" genaamd.
De man van de „Stem des Volks" nam on
gelukkiger wijs 20.000 fr. mededie doör zijn
geëmployeerden als cautie gestort waren.
EeneNovelle.
vin.
Hij drukte zijn gloeiend hoofd tegen het tra
lievenster van den biechtstoel. Zijne borst zwoegde
hijgend.
Een vermoeden kwam er in den priester op.
„En waarom hebt gij dien moord gepleegd
vroeg hij vriendelijk.
De vreemdeling sprong woest op.
„Waarom?" riep hij. „Dat moet gij aan de
schoone jodin vragendie ik de mijne wilde
noemen en alleen door een moord de mijne
noemen kon. Want hijdien ik vermoordde,
had veel van dat vervloekte geld bij zichzoo
veel als wij noodig haddenom een paar te
worden. Ik heb de daad volbrachtdoch heb
mij schandelijk in de winst bedrogenwant ik
heb het geld niet gekregen en mijne bruid
daarenboven verlorenzoowel als mijne rust en
zaligheidIk heb er mij lang tegen verzet eer
ik tot het bedrijven der daad besloten was
maar beminde ik Rachel niet als een waanzin
nige was zij niet de schoonstebegeerlijkste
vrouwdie ik immer ontmoet heb Ik heb
der verzoeking weerstand geboden maar toen
de duivel der jaloerschheid mij had aangegrepen,
toen bedacht ik mij niet langer. Ik volgde mijn
offer, toen het huiswaarts keerdeargeloos met
hem sprekendemaar voor het dorp verliet ik
het en paste den man optoen hij de herberg
binnenging. O, hij was mooi beschonken. Want
in de herberg zat de begunstigde mededinger
van den knaap en wij hadden dezen goed laten
Een huurkoetsier vervoerde II. AYoensdag
in zijn vigilante twee vrouwen. Plotseling hoorde
hij binnen in het koetsje een hevige woorden
wisseling en eindelijk het geroep van moord.
Toen hij het portier opende bleek hetdat
de twee „dames" in het rijtuig een tweegevecht
met scharen gehouden hadden waarbij een van
haar met een half afgeknipten neus het veld of
liever de koets had moeten ruimen.
Omtrent de ontzettende overstroomingdie
het zuid-oostelijk gedeelte van het Pyreneesche
schiereiland geteisterd heeftworden de volgende
nadere bijzonderheden medegedeeld
In den avond'van'den ,I4n October woedde
een zware storm vergezeld van hagel- en regen
buien in Sevilla Malaga Grenada Almeria
Murcia en Alicante.
De storm was het hevigst in de beide laatst
genoemde provinciën en vooral in het Seguradal,
waar maanden lang groote droogte had geheerscht.
De Segnra en de Mundo loopen door bebouwde
vlakten door b irgen ingesloten en bedekt met
pachthoeven, dorpen en molenswelke dikwijls
lager liggen dan de beddingen der rivieren en
beken uit het gebergte die om dezen tijd van
het jaar droog zijn.
Tegeu twee uren in den morgen toen de storm
zeven uren had geduurd traden de Segura en
de Mundo buiten hare oevers en maakten het
omliggende land tot een uitgestrekt meer waarin
dijkenmolenshuizen en vele dorpen weg
dreven.
Era AltaTorre AgueraAlcanitarillala
Rayamet honderden huizen, werden geheel
vernielden het dal stond over een uitgestrekt
heid van 130 tot 140 kilom. onder water. De
telegraafstraatwegenbruggen en ook de
spoorwegen werden daar vernield.
De steden Murcia Oribnela. en Lorca werden
midden in den nacht door het water overvallen,
dat al de gaslichten uitdoofdeen in huizen en
kerken drongwaar het groote ontsteltenis te
weeg bracht. De overheid en burgers van Murcia
redden bij het schijnsel van fakkels de bevolking
van drie voorsteden waar door het doorbreken
van een dijk 200 huizen waren vernield. Met
groote moeite redde men de zieken uit het over-
drinkén en opgewonden, om inet den gunsteling
zijner geliefde in twist te geraken. Zooals wij
vermoed hadden geschiedde heteen geduchte
woordenstrijd ontwikkelde zich in de herberg,
zoodat ik het in mijn schuilhoek hooren kon.
Kort daatna vloog de man die aan mij was
aanbevolende herberg uit. Ik snelde hem
achterna en stiet hem neder.
Spoedig wildé ik naar den geldzak grijpen.
Daar hoorde ik geraas. De medeminnaar des'
vermoorden, wien wij voor den misdadiger wilden
doen doorgaan, snelde naar buiten. Ik verborg
mij, maar zoo dikwijls ik het lijk wilde naderen,
kwamen andere gasten daar heen en stoord. n
mij in mijn opzet. Gelukkig was het zeer donker,
zoodat niemand het lijk bemerkte. Eindelijk
tegen den morgen werd het rustiger. Ik naderde
den vermoorde, ik greep hem bij de borst, waar
ik wist dat hij zijn geld verborgen had. Mijne
hand werd bevochtigd met zijn bloed. Eené
rilling beving mij op eens, was het misleiding
of werkelijkheid daar omvat de hand van
den doode mijn arm. Een kreet ontsnapte mij,
daar brak de maan door de wolken en verlichtte
het gelaat van den doode. Het was mij als hield
hij zijne oogen met eene vreeselijke uitdrukking
op mij gevestigd. Ik kon het niet langer uit
houden. Ik vluchtte voortzonder het loon
waarom ik den moord gepleegd heben zwerf
nog immer rond, als door furiën voortgezweept.
Geef mij rust mijnheerdood mijn geweten
zooals ik hem gedood heb
Een storm van allerlei gewaarwordingen woedde
in de borst van den geestelijke.
Kon hij nog langer twijfelen Voor hem lag
de moordenaar neergeknielddie de misdaad
begaan hadwaarvan zijn broeder aangeklaagd,
ja, zelfs ter dood veroordeeld was.
De laatste twijfel moest nog worden weggenomen.
stroomde gasthuis. Het station en de spoorweg
de gasfabriek de gevangenis en de school ston
den onder water.
Den volgerden dag richtte het gemeentebestuur
de openbare gebouwen en het paleis van den
bisschop tot wijkplaatsen in. Erjwerden bootjes
uitgezonden om de menschen die op de daken
en de bovenverdiepingen der huizen gevlucht
warenin veiligheid te brengen. Het water
stond in het Seguradal 3 tot 8 meter hooger
dan gewoonlijk. Te Murcia heeft men 140 lijken
van verdronken personen gevonden. De verliezen
zijn niet te berekenen.
De politie en de geestelijkheid moeten zich
vooral door moedige daden zeer hebben onder
scheiden.
Orihuela en Lorea werden in denzelfden nacht
door het element overvallen. In deze steden
werden al de straten overstroomd en al de ge
bouwen op enkele uitzonderingen na vernield.
De algemeene verwarring en de angst der on
gelukkige, inwoners gaven hier aanleiding tot
hartverscheurende tooneelendie tot aan den
morgen duurden. Toen kwamen er eindelijk
soldaten en matrozen met bootjeswelke zij
uit Carthagena en Alicante hadden gehaald, en
begonnen hun ^reddingswerk.
Dé gouverneur de bisschoppen de burge
meester en de andere aanzienlijken wedijverden
in bereidvaardigheid om de ongelnkkigen te
helpen. Er werden voor de redding behalve
booten ook wagens gebruiktdie tot aan hun
as in het water gingen.
Ook uit Almeria en Malaga wordt gemeld
dat de orkaan aldaar overstrooming heeft ver
oorzaakt die veel menschenlevens kostte en
groote schade aanrichtte. Den 14 en 15 Oct.
werden de Dom en eenige andere kerken van
Malaga overstroomd. Het gas werd uitgedoofd
en er heerschte algemeene ontsteltenis.
Volgens de laatste berichten hebben 500 men
schen het leven verloren en wordt de schade
gerekend op 2 5 millioen peseta'sen bedraagt
het aantal menschen die van alles beroofd naar
Murcia en Orihuela zijn gevlucht ongeveer
20.000.
De Koning is te Murcia aangekomen en
allerwege met geestdrift ontvangen. Hij toont
veel belangstelling en deelt overal geld uit.
„En wie is hetdien gij vermoord hebt
vroeg hij aarzelend.
De vreemdeling stiet een woesten lach uit.
„IVie? Mijn boezemvriend, de speelgenoot mijner
jeugd, mijn schoolmakker, de man, die op mij
bouwde als op een rots Dezen mijn vriend,
heb ik verraden meer dan - datik heb hem
van achter, als een gemeene sluipmoordenaar
nedergestooten Niet waarik ben een ellen
deling een laaghartigewant een roovfer zelfs
handelt zoo niet tegenover zijn medgezel. En
wie mijn vriend was De winkelbediende vau
Nustar, Josiz Lesitsch
Met een vreugdekreet sprong de pastoor op.
„O, duizendmaal dank, eeuwig, rechtvaardig,
barmhartig God riep hij, „dan is mijn broeder
Dragutin onschuldig, zooals hij ons verzekerd
heeft 1"
Ferenz, want deze was de vreemdeling, staarde
den priester een oogenblik verbaasd aan toen
riep hij plotseling, als door eene andere gedachte
bezield: „Houd op, arglistige, staan wij zoo
tegenover elkander Gij zijt dus de broeder
des veroordeelden en zult nu heengaan en mij
verraden, om uw broeder te redden f Nëen, bij
den duivel, neen, dat zult gij niet, want ik wil
nog lever., verstaat gij mij
Dit zeggende wierp hij zich op den priester,
vatte hem bij de borstsleeple hem uit den
biechtstoel tot voor het altaar.
Daar viel de priester, door den schrik over
mand, neder.
Met het blinkende dolkmes zwaaiende, stojjd
Ferenz voor hem.
De lamp wierp haar roode schijnsel op de
groep, op het doodsbleeke gelaat van den apostel
der liefde en der vergeving, op het woest ver
wrongen sombere gelaat van den man der wrake
en des kaats.
Nog verre van rooskleurig zijn voor de Engel-
schen de berichten uit Afghanistan. Zoo is men
in het Britsche hoofdkwartier zeer ongerust over
een transportdat ergens in den Khyber-pas
geheel ingesloten moet zitten en dat nog al wat
te beteekeuen heeft, 't Zijn bij de zeshonderd
wagens volgeladen met levensmiddelen enz., plus
de daarbij behoorende ossen en kameelen.
Over de houding der bevolking valt evenmin
te roemen als over het weder dat bijzonder slecht
is. Op verscheidene plaatsen is reeds sneeuw
gevallen en tamelijk dik. Zeer vijandig zijn de
stammen aan de geene zijde van de rivier Jella-
labaad, en sedert den 12den hebben in het
Kurum-dal de bergstammen tot driemaal toe de
Engelschen aangetast. Nu zijn de telegraafdraden
weer afgesneden tusschen Ali-Kheyl en den Shu-
turgarden-pas. De GhilzaisMongols en ande
ren die den 14den werden geslagenmaken
zich gereed tot nieuwe vijandelijkheden.
Bij dit alles komt nog dat onder de Britsche
troepen te Kabul de cholera is uitgebroken, wel
niet in sterken graad maar twee man zijn toch
reeds bezweken.
Toen we dezer dagen spraken van het
springen van een kruitmagazijn in den BalaHissar
of citadel #on Kabuldachten we niet anders
of dit bericht had nog betrekking op dé ont
ploffing door de muitende soldaten van den
Emir zeiven veroorzaakt voor ze de stad verlieten,
't Blijkt evenwel anders te wezen. De ontploffing
had plaats toen de Engelschen reeds in de cita
del warén en werd door verscheidene kleinere
gevolgd zoodat men het geraden achtte de plaats
te ontruimen. Een kapitein met een twintigtal
inlandsche soldaten vonden tengevolge der ont
ploffing hun dood. Het in de lucht get logen
deel van de citadel bevatte o. a. de wapenver
zameling en de krijgsvoorraadkamer van Shere-
Ali. Men doet thans moeite om de andere
kruitmagazijnen te beveiligen want als dié
sprongen zou de geheele stad gevaar loopen.
Men schijnt hier niet aan moedwil, maar slechts
aan een ongeluk te moeten denken.
Generaal Roberts heefteen grondig onderzoek
gelast naar de gebeurtenissen van 3 September.
Koniug Theebau van Birmah zet zijne
„Ja, leven wil ik, leven zal ik riep Ferenz,
„want zou ik mij het loon mijner misdaad laten
ontsnappen Nooitwant ik kan die vrouw
niet verlaten voor wie ik het heil mijner ziel
heb opgeofferd. Ik heb het verbond met het
hartebloed mijns vriend bezegeld. Zou dat bloed
te vergeefs vergoten zijn Zoudt gij die een
priester der barmhartigheid zijt, dien band willen
verscheuren Dat zult gij nietdat zal ik u
beletten
Hierop greep hij het zilveren kruisdat op
het altaar stond en hield het den priester voor.
„Zweer mij bij dit heilige teeken een ernsligen,
on verbreekbaren eed dat gij nooit of nergens
aan iemand ontdekken zult» dat ik de moordenaar
van Josiz Lesitsch ben ai is het ook uw eigen
broeder, dien men van den moord beschuldigt,
nu gij uw eigen leven met dit enkele woord
redden kunt. Uw tong moge verdorren uwe
hand verlammen, in plaats van heiligheid moge
de zonde op uw hoofd nederdalen en als gij
wilt zegenen, moge die zegenspraak dan in vloek
verkeeren, zoodra gij ooit uw eed breektGeen
priester Gods moogt gij heeten maar als een
verdoemde zonder rust en vrede onder de men
schen rondzwerven, zooals ik gedaan heb. Zweer
mij dat op dit kruisbeeld, of dit staal, waaraan
het bloed van Josiz nog kleeft, zal ook u doen
vallenKies tusschen den geëischten eed en
den dood
Toén verspreidde zich een' vriendelijke, on
beschrijflijke uitdrukking over het gelaat van den
priester.
Zijn oog zag als verhelderd met eeö innig -n
vromen blik naar het altaarbeeld op.
Wordt vervolgd