1 M|ü, Nummer 201. Zondag 14 December 1879. 2e. Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. en Bekendmakingen. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Uitgever: ANTOON TIELEN" te Waalwijk. Advertentiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht. Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. Inschrijving voor de Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijkgelet op Art. 19 der Wet van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad no 72.) Roepen bij deze op alle mannelijke ingezetenen (dezer Ge meente, die op den eersten Januari aanstaande hun negentiende jaar zijn ingetreden en alzoo geboren zijn in het jaar 1861, teneinde zich aan te geven ter inschrijving voor de Nationale Militie, waartoe ten Raadhuize dezer Gemeente, van den In tot en met den 31n Januari 1880 gelegenheid zal worden gegeven des voormiddags van 10 tot 12 uur. Den belanghebbende wordt herinnerd lo. Datingevolge de wet op de Nationale Militie, voor ingezeten wordt- gehouden o hij, wiens vader, of is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28 Juli 1850 (Staatsblad no 44); b. hijdiegeen ouders of voogd hebbende gedurende de laatste, aan den ln Januari a.s. voorafgaandeachttien maanden in Nederland verblijf hield c. hijvan wiens ouders de langstlevende in gezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf houdt Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem- delingbehoorende tot eenen Staatwaar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der dienst plichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. 2o. Dat de inschrijving moet geschieden a. van een ongehuwde in de gemeentewaar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overledende voogd woont b. van een gehuwde en van een weduwenaar in de,gemeente, waar hij woont; c. van hem die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont; d. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 'slands dienst in een vreemd land woontin de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in. Nederland ge- woend heeft; 3o. Dat hij, die eerst na het intreden van zijn 19 jaar, doch voor het volbrengen van zijn 20e, ingezeten wordtverplicht is, zich, zoodra dit plaats heeitter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving, naar de onderscheiding hiervoor sub. 2 vermeld, moet geschieden. 4o. Dat bij ongesteldheid, afwezigheid of ont stentenis van den militieplichtjgezijn vader De diensttijd der arme Judith was ten einde, en weder moest zij de wijde wereld in. Daar stond zij in haar slaapvertrekjein gedachten starende op hare toegebonden doozen niet we tende waar deze met haar weder een te huis zouden vinden. Het bericht eener dienstbode dat het huurrijtuig dat zij besteld had voor de deur stond deed haar opschrikken en spoorde haar tot handelen aan. ;/Ik ben gereed", zeide zij, „Wilt gij zoo goed zijn mij aan mijn pakkage te helpen Het meisje had zich reeds omgekeerd toen zij hare boodschap gedaan had doch er was iets in de stem of in de woorden van Judith waardoor zij een oogenblik aarzelend bleef staan. Zoo de vraag geweest was „Wilt gij mijn doo zen naar beneden brengen?" zou de dienstbode misschien eene verontschuldiging gevonden heb ben om weg te gaanmaar de vriendelijke onderdanigheid in den toonwas oorzaak dat hare onvriendelijkheid verdween en zij- de gevraag de hulp verleende. Judith Graystone was immer door het dienst doend personeel beschouwd als eene soort van eerste bediendeofschoon de opvoeding der kinderen van het gezin geheel en alleen aan hare zorg was toevertrouwd doch daar nu de jongste dezer reeds kon lezen en schrijven verlangde mama den kring der denkbeelden van haar veel belovend kroost uit te preiden en de eenvoudige, niet genoeg begaatue gouvernante of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overledenzijn voogd tot het doen der aangifte verplicht, is. 5o. Dat, welke aanspraak op vrijstelling iemand ook vermeent te hebbenhij desniettegenstaande aan de inschrijving onderworpen is. 6o. Dat hijdie zich uiterlijk op den 31 Jan. aanstaande vóór 4 ure des namiddags niet ter inschrijving zal hebben aangegeven gestraft wordt met eene boete van vijf en twintig tot honderd gulden. 7o. Dat hij, die zich na den 31 Januari a.s doch voor den 31 December daaraanvolgende ter inschrijving aangeeftalsnog wordt ingeschreven. 8o. Dat hij, wiens aangifte ter inschrijving in het jaar en in de gemeente, waarin zij had moe ten geschieden, verzuimd is, zoo hij voor den dienst geschikt bevonden wordt, zonder loting daartoe v ordt aangewezentenzij hij vrijstelling van dienst kan erlangen. 9o. Dat voor de militie niet wordt ingeschr. a. de in een vreemd Riik achtergeblevene zoon van een ingezeten, die gëen Nederlander is; b. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks gebruikelijk is. Burgemeester en Wethouders voorn. VAN DER KLOKKEN, Burgem. F. W. VAN LIEMPT, Secretaris. Waalwijkden 6 December 1879. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk roepen bij deze gegadigden op voor de betrekking van havenmeester gedurende het jaar 1880aan welke betrekking verbonden is een salaris van 5 pCt. der te ontvangen haven- en kaaigelden. Zij, die hiervoor in aanmerking wenschen te komenmoeten zich wenden aan Burgemeester en Wethouders vóór of op den 15 December. De instructie voor den havenmeester ligt ter secretarie ter visiewaardes verlangd, ook in lichtingen worden verstrekt. Waalwijk, 7 December 1879. Burgem. en Weth. voorn, De Secretaris, VAN DER KLOKKEN. F. W. VAN LIEMPT. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waal wijk maken bekend dat de suppletoir kohieren der belastingen van den Hoofdelijken en op de honden over 1879 voorloopig zijn opgemaakt en ingevolge art. 264 der gemeente wet, gedurende 14 dagen ter visie van belanghebbend3n, ter Se cretarie alhier zijn neergelegd. Gedurende dien tijd kunnen bezwaren bij den gemeente Raad worden ingebracht. Waalwijk, 9 December 1879. Burgem. en weth. voorn., De Secretaris, VAN DER KLOKKEN. F. W. VAN LIEMPT. kreeg haar ontslag, om plaats te maken voor iemand van meer omvattende kennis. Wel is waar was hare betrekking haar drie maanden te voren opgezegdmaarhelaas de tijd was voor Judith zoo snel verstreken sneller dan ooit te voren. En het einde van het jaar naderde en nog wist zij nietwaar haar toekomstig te huis zijn zoude. Toen de doozen op het rijtuig waren geplaatst stopte zij het dienstmeisje een schilling in de handdatzulk een ongewacht blijk van mildheid niet verwacht hebbende eene nederige buiging maakte misschien meer uit zeker gevoel van berouw over vroegere onvriendelijkheid dan uit achting voor de geefster. Vervolgens giug de meid in huis en de deur werd gesloten. „Waarheen verlangt de jufvrouw gebracht te worden luidde de beleefde vraag van den koetsierterwijl zijne oogen op Judith en zijn hand aan het portier waren geslagen. Zoo wij zeiden dat Judith er niet aan gedacht haddat eene plaatswaarheen zij met hare pakkage gaau moesteen noodzakelijk vereischte waszou ongerijmd kunnen genoemd worden. In het werkelijke leven schoon men in dagen van beproeving en zorgen niet altijd zijn hoofd op zijne rechte plaats heeft is er een soort van instinct dat den mensch zoo niet doet handelen, hem tenminste zegt wat hij doen moet. Judith had gedurende de drie maandenwaarin zij naar eene betrekking had uitgeziengeweten dat er voor haarbij het verlaten van haar tegenwoordig Verblijf, geen huis in de groote wereldstad openstond waar zij met recht ver wachten kon vriendschappelijk te zullen worden opgenomen. Zij wist dit maar al te goed en daarom had zij dag aan dag er over gedacht I hoe hierin te voorzien. Maar de tijd was daar I Ip de kerk van een kleine Vlaamsche stad is een beroemde schilderij van Van Dijk, dat een tooneel uit het leven van St. Maarten voorstelt. Van Dijk heeft in den heilige zijn eigen portret geschilderd en dat van zijn meester, Peter Pau- ius Rubensin een der andere personages. Dc Prins vap Walles moet voor dit schilderij f150.000 geboden hebben, maar de Belgische- regeerii g die van dit bod gehoord heeftwil het stuk aankoopen voor het rijksmuseum. Da Pauselijke nuntius te Brussel heeft van kardinaal Nina een brief ontvangen, waarin deze -nogmaals verzekertdat de Heilige Stoel alles gedaan heeft om een conflict te vermijden en voorts, aan den nuntius gelast onmiddellijk naar Rome tërng te keeren wanneer de Belgische Regeering haren gezant bij het Valicaan mocht terugroepen. Verdere onderhandelingen toch zouden wezen beneden de waardigheid van den Heiligen Stoel. Na {le geruchten omtrent wijzigingen in het Ministerie ,"t)egTnne'n in de Fransche bladen thans allerlei mededeelingen op te duiken aangaande eene aanstaande Kamer ontbinding. 't Zijn vooral de reactionnaire bladen die sterk daarin doen. Zoo ecg loopt hetdat de République Francaisedie voor het orgaan van Gambetta doorgaateen afzonderlijk artikel aan de zaak wijdt ten betooge dat van al die geruchten hoegenaamd niets waar is en dat ze eenvoudig met opzet worden verspreid door de vijanden der Republiek om aan de goede zaak afbreuk te doen. Het amnestie-vraagstuk zal eerlang weer door Lockroy voor de Kamer worden gebracht. Ook Louis Blanc is van plan de zaak weer te berde te brengen. Laisant wil aan de Regeering vragen waarom Generaal Vinoy (Bonapartist) nog altijd Grootkanselier is van het Legioen van Eer. Het Hof van cassatie heeft den Heer Ma rion rechter te Toulouse, voor een jaar geschorst omdat hij op een banket van legitimisten deu kreet „Leve de Koning had aangeheven. en zij had niets kunnen bedenken. Daar zat zij nu in het rijtuigmet alles wat zij ,haar eigendom noemen kon boven haar, en daar stond de koetsier aan het portier onderdanig eene vraag doende, die zij niet.in staat was te be antwoorden. Daar viel haar eene gedachte in doch nu was het te laat haar te verwezenlijken. Zij had te voet kunnen uitgaaneen verblijf opsporen en daarna haar bagage halen. Doch daartoe was het nu te laathaar bleef dus geen andere keus over dan zieh naar een of ander spoorwegstation te doen brengen en daar hare goederen ter bewaring te geven. Deze gelukkige gedachte gaf haar eenige ver lichting en zij verzocht den koetsier haar naar het station Raddington te brengenwaarna zij het glas opschoof, om de scherpe winterkoude buiten te sluiten zieh in haren mantel wikkelde en in den hoek der vigilante uederzonk, geheel aan hare eigene gedachten overgelaten. Onze heldin was noch jongnoch schoon te noemen zelfs bezat zij datgene nietwaaraan geen naam te geven is en echter somtijds zekere belangstelling inboezemt in het meest alledaag- sche gelaat. Zooals de lezer reeds heeft kunnen bemerken bezat Judith Graystone geen groote talenten en haar afhankelijke betrekking doet reeds vermoeden dat zij ontbloot was van de voorrechten der fortuin. Dus was zij wat haar persoon betrof, een alledaagsch meisje en met betrekking lot hare omstandigheden zonder te huis, met slechts vijf souvereinen in hare beurs, het bedrag van het laatste kwartaal salaris en haar eenigste verdienste was haar edel en eer lijk hart. Aan het station aangekomen en hare pakkage bezorgd zijndebetaalde Judith den koetsier, die daarop vertrok. Vele andere rijtuigen kwa- De sneeuw blijft te Parijs scheering en inslag der gesprekken. Sedert 1785 heeft men er zulk een barren winter niet bijgewoond. Zondag avond is het dak der overdekte markt Saint Martin onder den sneeuwlast ingestort, gelukkig zonder ongelukken te veroorzaken. Tengevolge der koude zijn velen ziek geworden terwijl an deren aan de glartheid der straten allerlei onge makken te danken hebben. Op het platteland in den omtrek zijn niet minder dan 5 postboden tengevolge der koude overleden. Tegen den uitdrukkelijken wensch der Regeering is in een der laatste zittingen van de Kamer besloten een ontwerp in overweging te nemen strekkende tot geheele afschaffing der jacht-acten. In plaats daarvan zou dan eene belasting op jachtgeweren komenvan dertig sous voor geweren met één loop van 1 franc 50 c. voor geweren met dubbelen loop. Met '202 tegen 178 stemmen werd besloten het voor stel in overweging te nemen ondanksgelijk gezegd is den tegenstand van den Minister Leon Say. De voorsteller is de 70jarige Chavoix iemand, die zijn geheele leven lang bezig is ge weest. te betoogen dat ieder man op zijn grond wild mag schieten en niemand op dien van een ander. Hij heeft nu kans zijn denkbeeld ver wezenlijkt te zien. Te Parijs zijn onderscheidene Spanjaarden aangekomen in nationaal kostuum, zooals gedra gen wordt bij de stierengevechten. Zij komen om alhier de feesten ten behoeve der hulpbehoe venden in Murcia" bij te wonen. De belangstel ling hierin is sedert het invallen der felle koude te Parijs veel verminderd; want de strenge vorst heeft natuurlijk de behoeften der armen aanzien lijk doen stijgen en bovendien in vele takken van handel en nijverheid een stilstand gebracht. Bij Bondy (dep. der Seine) is een uit Duitschland komende sneltrein tegen twee andere treinen aangereden die door de sneeuw opont houd hadden gehad en achter elkander naar Parijs stoomden. De vijf voorste wagens van deu achfersten trein werd verbrijzeldwaarbij een spoorwegbeambte gedood en 11 andere per sonen zwaar gejtwetst werden. Anderen bekwa men slechts lichte wonden en de meeste pas sagiers kwamen met den schrik vrij. Onder de laatsten bevond zich gravin von Beust. men aan met passagiers voor den trein van 4.10 Judith vertoefde een oogènblikbehagen schep pende in de bedrijvigheid en de verscheidenheid der personen die daar op die plaats aankwamen. Vervolgens viel haar oog op de drukte aan het plaatsbureau waar men elkander verdrong en op de verschillende koffers en doozen die werden aangebracht en welker inhoud voorzeker even- verschillend was' als hun uiterlijk. Maar te midden van al die personen was et echter eenedie bijzonder de aandacht van Judith tot zieh trok en hare oogen volgden elke beweging van -dien groen zijden hoed vast besloten zijnde dien r.iet uit het gezicht te ver liezen voor de persoon zelve haar dicht genoeg genaderd was om haar te kunnen aanspreken. Zij- behoefde niet lang tc wachten de een na de ander zijn plaatsbriefje ontvangen en betaald hebbende verlieten spoediger het bureau dan zij het had kunnen naderen en Me groene zijden hoed naderde de plaats waar Judith stond, zon der dat zij wier hoofd hij versierde, vermoedde hoe verlangend zij werd gadegeslagen. „Zou zij mij zien of niet vraagde Judith zich zelve en toeu zij zag dat de bedoelde per soon op het punt was haar onopgemerkt voorbij te gaan.voelde zij zich aangedrongen haar te naderen en aan den arm te stooten. Een norsch gelaat was het eenige antwoord en de indringster stond op het pnnt van ter zijde geduwd te wordenzoo deze niet door den drang harer omstandigheden zich niet aan haar had voorgesteld. JVordt Vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1879 | | pagina 1