N ummer 40.
Donderdag 20 Mei 1880.
3
m.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
EEUILLETOM.
Grootmoedigheid en Zegepraal.
Br eken d m a k i n g e n
e
ÏMJU
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk
i
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door
het geheele rijlc f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60, daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht
Reclames beneden dê rubriek Binnenland 15 cent per regel.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk
Gezien de aanschrijving van den HoogEdel
Gestrengen Heer Commissaris des Konings in
Noordbrabant van 24 Maart jl., A. n° 10;
Roept bij deze op de na te noemen milicien-
verlofgangers dezer gemeente der lichtingen 1877
en 1878, om voor 4 ure namiddags op de dagen
en plaatsen achter ieders naam vermeld, onder
de wapenen te komen.
2e regiment Infanterie. Lichting 1877.
lo. Lambertus Johan Crist. Siebers, 14 Augustus
te Grave.
Cc regiment Infanterie. Lichting 1877,
2o. Gijsbërtus Wilhelm Kooijmans, 14 Augustus
te Breda.
3o. Franciscus Pennings, idem idem.
4o. Arnoldus Simonsidem idem.
5o. Johannes Cornelis Jos. Brok, idem idem.
6o. Cornelis van Huiten idem Geertruidenberg.
2e regiment Huzaren. Lichting 1877.
7o. Hendrikus Helminkidem Venlo.
8o. Johannes J. F. van Wieken idem idem.
lüo. Gerardus Schouten idem Breda.
Te afd. Vestingartillerie. Lichting 1878.
Ho. Hendrikus Jos. van Ilulten, 3 Juni Gorinchem.
12o. Adrianus Joh. van Oostrumidem idem.
13o. Jan Willem Kooijmans, idem idem.
VlIIe afdccling Vestingartillerie.
14o. Johs. van Drunen 9 Augustus 's Bosch.
15o. Walth. H. van Hilst, idem idem.
16o. Willem Klijnidem idem.
17o. Willem van der Wiel, idem idem.
De genoemde militiens-verlofgangers belmoren
zich daags voor het vertrek naar hun corps aan
te melden ter secretarie alhier, teneinde de ver
lofpas voor vertrek worde geteekend en des ver
langend, te ontvangen een vervoerbiljet voor de
spoorwegen en f0.25 daggeld.
De Burgemeester voornoemd
VAN DElt KLOKKEN.
Waalwijk, 16 Mei 1880.
Burgemeester eu Wethoudei'S der gemeente
Waalwijk
Gezien het besluit van Heeren Gedeputeerde
Staten dezer Provincie van 5 Januari 1880, no 2;
Maken bekend
Dat de herijk der maten en gewichten voor de
ingezetenen dezer gemeente zal plaats hebben op
XXXI.
Onwillekeurig vertoonde zich een trek van
ontsteltenis op het gelaal van mejuffrouw Hen-
wiek maar spoedig was zij zich zelve weder
meesteres.
„O, ziedaar weer een nieuw bewijs uwer
verregaande aanmatiging", zeide zij met eene
onbeschrijfelijke minachting in haren toon. „Zulk
eene overdreven ongerijmdheid is geen oogenblik
langer te verdragen. Ik ben wettige erfgename
van de geheele nalatenschap mijner tante en gij
hebt haar zelf liooren zeggen dat zij aan nie
mand anders iets vermaakt heeft. Uw voorgeven
is daarom even vreemd als belachelijk. Ha, ha,
ha 1 Hare dienstbode, Judith, eigenares van al
deze bezittingen! Vergeef mij, ik moet lachen,
zelfs op zulk een tijd als thans."
„Lach vrijgevoellooslaaghartig meisje",
zeide mijnheer Bladen „maar gij zult later de
waarheid mijner woorden vernemen in spijt
uwer thans schijnbare ongeloovigheid. Thans wil
ik u tot genoegen van hen in wier oogen gij
op zulk eene laaghartige wijze getracht hebt
die edele vrouw te vernederen doch die in alle
opzichten zoo ver boven u verheven isnog
eene medèdetling doen Juist achttien maanden
geleden vernam de dame die thans mijne echt-
genoote is da* er een testament bestond van
voor bijna twintig jaren waarbij zij erfgename
zijn moest van de goederen die in liet bezit
gekomen zijn van mevrouw St. Claredaar het
bewuste testament zich niet onder de nagelaten
24, 2526 en 27 Mei a. s., des voormiddags van
8 tot 12 en des namiddags van 2 tot 5 uur.
Dat bij beschikking van Zijne Excellentie den
Heer Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 12
April 1873, no 193, afdeeling 12, is bepaald, dat
de onderdeden van liet gram uitsluitend aan liet
ijkkantoor van de standplaats zijnde 's-Herto-
genbosch kunnen worden geverifieerd en dat
zulks, ingevolge 1. c. van art. 15 der wet, ook
na den herijk-termijn kan plaats hebben.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
VAN DER KLOKKEN.
Waalwijk16 Mei 1880.
De Secretaris
F. W. VAN LIEMPT.
De Burgemeester van de Gemeente Waalwijk
roept mits deze op zoodanige Ingézetenen,- die
op den eersten Januari dezes jaars hun 25ste jaar
van ouderdom zijn ingetreden namelijk die gc-
boi'en zijn in 1855benevens de zoodanigedie
zich van buitenlands binnen de Gemeente geves
tigd hebbenvoor zoo verre zij nog in eene dei-
klassen van de schutterij vallen, om zich tusschen
den 20 en 31 Mei aanstaande, ter Secretarie van
liet Gemeentebestuur te Waalwijk voor de dienst
der Schutterij te doen inschrijven zullende tot
het ontvangen van hunne aangifte te dier plaats
dagelijks, gedurende den voormiddag van 9 tot
12 uren worden gevaceei-dde invallende Zon
en Feestdagen hiervan uitgezonderd.
Tot naricht van de belanghebbende dient
Dat als ingezetenen in deze worden beschouwd
alle Nederlanders, binnen het Rijk hun gewoon
verblijf houdende, en alle vi-eemdelingen binnen
het Rijk woonachtig, welke hun voornemen om
zich aldaar te vestigen zullen hebben aan den
dag gelegdhetzij door eene uitdrukkelijke ver
klaring hetzij het overbrengen van den zetel
van hun vermogen of de hoofdmiddelen van hun
bestaan, voor zoo vei-re zij in de voorrechten
van Nederlandex-s kunnen deelen.
Dat de aangifte tot de inschrijving in alle ge
valle door de ingezetenen van den hiervorën
bedoelden oudei-dom behoort gedaan te wórden,
ook dan zelfs wanneer de belanghebbende ver-
meenen mogttot de vrijgestelden of uitgeslote-
nen van de scliutterlijke dienst te behoofen.
Dat zij die in meer dan eene Gemeentehun
verblijf honden of den zetel van hun vex-mogen
hebben gevestigdtot de inschrijving verplicht
zijn binnen die Gemeentealwaar eeue dienst
doende Schutterij aanwezig is, en dat bijaldien,
in de vex-schillende Gemeenten, waar iemand ver
blijf houdtof den zetel van zijn vex-mogen heeft
gevestigdalleen dienstdoende of alleen rustende
papieren bevonddoch het hinderde lxaar edel
moedig hart dat vermogen te aanvaarden, hetwelk
aan de arme kranke al de gemakken des levens
schenken kon waarom de toenmalige gezelschaps
juffrouw zich alle ontberingen ja, zelfs misken
ning wilde getroosten tot de lijderes die schat
ten niet meer behoeven zou. Doch dit was niet
alles. In de zuivere onbaatzuchtigheid liarer
zelfverloochening, wist zij de weinige personen,
die met het testament bekend waren tot het
diepste stilzwijgen over te halen opdat de be
minnelijke vrouw, voor wie zij de tijdelijke op
offering gedaan had het niet vernemen mocht,
hoeveel zij aan haar gezelschapsjuffrouw te danken
had. Ik was een dier personen en ik geloof
dat niemand hunner het in hen gestelde ver
trouwen geschonden heeft."
„Zoo iets had ik juist van u kunnen ver
wachten mijnheer", zeide de jonge dame, hare
woede achter haren schimpenden toon trachtende
te vex-bergen. „O ja het paste u wel u van
de rijke erfgename te verzekeren toen zij nog
schijnbaar een nederige dienstbode was Inder
daad uw vertelsel is niet onaardig bedacht.
Maar de waarheid er van zal nog moeten worden
bewezen. Intusscben ben en blijf ik de ver
moedelijke erfgemvrae en als zoodanig laat ik
mij in mijn eenmaal genomen besluit niet dwars-
boomen. Ik herhaal mijne bevelenThomas
dat gij noch mijnheer noch mevrouw Bladen
hier immer het huis" laat binnen komen, totdat
ik u nadere bevelen gegeven zal hebben".
Zonder den geneesheer of zijne vrouw met
een enkelen groet te verwaardigenverliet zij
met trotschen gang het vertrek. Maar o, als
deze haar naar de eenzaamheid van haar klein
vertrek hadden kunnen volgen van welk eene
verandering zouden zij daar niet getuigen zijn
geweest De deur zorgvuldig achter zich ge-
Schutterijen l^estaandezelve zich moet doen in
schrijven in de Gemeente, alwaar hij voor de
Personele Belasting is aangeslagenmoetende de
Ambtenaren zich doen inschrijven in die gemeente,
alwaar zij ambtshalve verplicht zijn hun verblijf
te houden.
Dat zijdie bevonden zullen worden zich niet
voor den eersten Juni dezes jaars te hebben doen
inschrijvendoor het plaatselijk Bestuur ambts
halve zullen worden ingeschrevenen ter zake
van hun verzuim in eene geldboete vervallen
terwijl dezelve daarenboven, zonder loting, bij
de Schutterij zullen worden ingelijfd, indien liet
zal blijkendat er tijdens de verzuimde inschrij
ving geene x-edenen tot uitsluiting of vrijstelling
ten hunnen aanzien bestonden.
En worden overigens de Ingezetenen aange
maand om zich tijclig van een geboorte-extract
te voorzien en zich alzoo van hunnen juisten
ouderdom te verzekeren ten einde de inschx-ij-
ving behoox-lijk geschiedeen zij niet komen te
vervallen in de straffen bij de wét bepaald.
Waalwijk den 16 Mei 1880.
De Burgemeester, 'VAN DER KLOKKEN.
Wij ontvingen heden het verslag der Kamer
van Koophandel en Fabriekente Waalwijk
over 1879; wij raeenen onzen lezers geen ondienst
te doen met daaruit het volgende over te nemen:
Wij zouden onze algemeene beschouwingen
betreffende handel en nijverheid, over het tweede
jaar van het bestaan der Kamer van Koophandel
rn Fabrieken in deze gemeentenagenoeg in
gelijken zin kunnen resumeëren als die over het
eerste jaarnamelijk dat hoewel de bedrijvig
heid niet zichtbaar minder was dan in vorige
jaren toch de algemeene druk der tijden ook
hier gevoeld en erkend werd.
De schoenenfabrieken hadden met de concur
rentie van buiten vooral van Duitschland een
zwaren strijd.
Die concurrentiewaarvan men vroeger niet
hoordewelker bestaan in weerwil der voor
spellingen niet mogelijk geacht werd verhaast
en verzwaard door het elders ingevoerde prQtec-
tiestelselmoest eerst in al hare sterkte gevoeld
worden eer men de noödzakelijkheid inzag om
daartegen als tegen een machtige vijandin der
plaatselijke industrie zooveel mogelijk gewapend
op te treden. Thans wij hopen, dat. het niet
te laat zijen dat de regeering ook van hare
mrreaaifcAomimMii émbombbmmmbbmi
sloten hebbende wierp zij zich woest op haar
bed en gaf zich over aan hare toomelooze woede
en rukte zich de haren als een krankzinnige
uit het hoofd.
De twijfel dien zij in tegenwoordigheid van
mijnheer Bladen aan den dag gelegd had, aan
gaande de waarheid van zijn beweerenwas
verdwenen. Zij was er van overtuigd dat hij
zulk eene belangrijke verklaring in tegenwoor
digheid van zoovele getuigen niet zou hebben
afgelegd zoo zij geene waarheid in zich bevatte.
Zij was er derhalve zoo van verzekerd als had
zij het testament zelve gelezen en hare teleur
stelling en schaamte over hare vernedering
tegenover al de dienstboden kende geen palen.
Het vermogen te moeten dejwen waarvoor zij
zich in allerlei bochten had moeten wringen
was reeds op zich zelf eene ernstige zaak maar
het te zien overgaan in de handen van de
verachte en beleedigde Judith maakte ze nog
ernstiger. Maar en juist het gevoel dat zij
die vernedering aan zich zelve te -wijten had
vermeerderde nog haar spijt het was te veel
voor hare trotschheid hare vernedering te hebben
moeten aanhooren in tegenwoordigheid der be
leedigde erfgename en van al de dienstboden
die het maar al te wel wistenhoezeer zij
Judith immer had veracht en hoe ouwaardig zij
zich tegenover haar en haren achtenswaardigen
echtgenoot gedragen had.
Het was alleen het stoffelijk overschot hai*er
overledene tante dat mejuffrouw Renwick weer
hield op hetzelfde oogenblik met haar kamenier
te vertrekken daar zij nauwelijks de bedienden
van het huis onder de oogen durfde komen, die
evenwel nooit veel met haar hadden opgehad
en zich daarom in hare nederlaag recht hartelijk
zouden verblijden. Hoe bitter betreurde zij het
nu zich zoo aan hunne minachting te hebben
zijde daartoe medewerkezien wij allerwege-de
bewijzen, dat men uit een stilstand, maar al
te dikwijls het gevolg van buitengewoon voor
spoedige jaren ontwaakt is.
Het nut der sedert een paar jaren opgerichte
scho,enenmachines wordt erkend en die machi
nes ondergaan nog steeds verbeteringhet is
slechts aan de aanzienlijke kosten en aan het
daarmede gepaard gaande groote bedrijfskapitaal
toe te schrijvendat zij slechts door enkelen
gebruikt worden. Ook is de ondernemingsgeest
meer gedrukten dragep hieraan vjel bij de
overdreven pessimistisclie beschouwingen van het
vak.
De bewijzen waarvan wij spraken zien wij
in de verscheidenheid van stikmachines, waardoor
iedere soort en ieder gedeelte van het schoeisel
meer naar zijne bijzondere eischen behandeld
wordten daardoor in deugdelijkheid en netheid
wintin verschillende machines waarvan men
voor eenige jaren niets wilde wetenom de
eenvoudige Hoch zwakke redendat het toch
goed ging, en men slechts op direct voordeel
bedacht was. Deze zeer gunstige gang van zaken
had ook het kwaad tengevolge, dat de schoen
makers-gast te lichtschikkend werd, en hij slechts
bedacht was om veel te produceeren in plaats
van aan zijn fabrikaat de grootst mogelijke
volkomenheid te bezorgen.
Ook hierin komt thans veraüdering; de min
der goede werkman begint te zien dat hij bij
betere schoenmakers achterstaat, en dat hij, bij
voortdurende slapie, het eerst daarvan de slechte
gevolgen zal ondervinden. Er komt dus een
normale toestand de fabrikant en de werkman
begrijpen hun belang en richten zich daarnaar.
Algemeen echter wordt de strijd met de con
currentie van buiten ongelijk geachtzoolang
niet door reciprociteits-rechten de iniandsehe
schoenmakerij gesteund wordt.
Terwijl de aannemingen voor de departementen
van Koloniën en Marine als vorig jaar plaats
hadden profiteerden ook enkele fabrikanten van
de gelegenheid hun door de regeering aangebo
den itf de publieke aanbesteding van schoeisel
voor het staande leger. Van deze aanbestedingen
werd voor ongeveer de helft door „de Neder-
landscho fabriek van lederartikelen", te Baardwijk,
aangenomen.
blootgesteld en voor zich niets meer dan Judith's
verachting te hebben ingeoogst.
„Te moeten denken dat ik een vol jaar bij
die ziekelijke tante neb doorgebrachtvoor
niets voor volstrekt niets! ja, erger dan dat,
na niets dan 'schaamte en schande op mij te
hebben geladen!" riep zij hartstochtelijk uitte
midden van haar zelfverwijtzelfs het schijnbare
goede dat zij aan anderen gedaan had en waaruit
geen zelfverhooging kon voortkomen betreurende,
zooals de baatzuchtige immer doet.
Het is te bejammeren dat het zoo is doch
laat ons bij dit onaangenaam tooneel niet-laHger
stil staan.
Judith en haar echegenoot woonden beiden
de teraardebestelling van mevrouw St. Clare bij,
ofschoon zij zorgvuldig vermeden zich dien dag
aan het sterfhuis te vertoonen en Judith liet
den dag na de begrafenis haar echtgenoot alleen
gaan om een bezoek aan mejuffrouw Renwick
en hare vrienden te brengen. „Zij zou zorgen
dicht bij de hand te zijn", zeide zijindien hare
tegenwoordigheid mocht vereischt worden,"
De heeren Pounce en Co., die het belangrijke
testament onder hunne berusting hadden het
welk reeds voorlang onze heldin tot erfgename
gemaakt had van het vermogen door de over
ledene mevrouw St. Clare genoten kwam op het
bepaalde uur en de zaakwaarnemer der overledene
bevond zich er ook om voor zijne nieuwe cliënt
miss Renwick op te treden die besloten was
haar vermagen niQt zonder strijd af te staan.
Doch haar inoed ontzonk haartoen Re rechts
geleerde van den testamentmaker de duidelijke
verklaring deed van de wettigheid van het
testament en dit vervolgens voorlas.
Wordt vervolgd.