Nummer 48. Zondag" 80 Mei 1880. 3e. Jaargang. 1ill llE STRIKER Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Misdaad en Waanzin. Engeland. 1 imuxuiviij xj Uitgever: ANTOQN TIELEN te Waalwijk Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Ad verten tiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht Reclames benoden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. $S?Over 't geheel genomen leverden de provin ciale verkiezingen dit resultaat opdat de Catholieken een verlies van 13 stemmen hebben geleden, tegenover 2 die zij wonnen. La Gazette de Liège en le Bien publicvan Gent, ontken nen het feit niet. Maar aan de anderen kant is de meerderheid den Catholieken getrouw ge bleven in Luxemburg en in Vlaanderen, lx bbende de liberalen te Yperen en te Tongeren nog de éénige zetels verloren die zij daar hadden het geen gevoegd bij de overwinning te Leuven den dag niet zoo ougelukkig heeft gemaakt als men zelf had gevreesd. Volgens een correspondentie van 22 Mei uit Rome aan de Germania zou aan alle dub belzinnigheid in de relaties tusschen Belgie cn het Vaticaan een einde zijn gekomen. In antwoord op de opmerkingen der Belgische regeering naar aanleiding van de bekende breve dd. 2 April van den paus aan msgr. Dechampszou de staatssecretaris Nina eene nota naar Brussel hebben gezondenwaarin zonder omwegen ge zegd wordtdat als er al eenige tegenstrijdig heid in de woorden mocht bestaan tusschen de cchange de vues en de instructies aan de bis schoppen in elk geval steeds de meest volkomen overeenstemmingwat de beginselen betreft tusschen den paus en de bisschoppen bestaan heeft en de eerste de houding der laatsten onvoorwaardelijk goedkeurt. Hierover zou men te Brussel, zoo veront waardigd geweest zijn dat men in de eerste opwelling terstond de relaties met den Heiligen Stoel wilde afbreken maar om te midden van de groote jubelfeesten eiken wanklank te vermij den zou men voorloopig van dit plan hebben afgezien. Tot zijnen voorzitter heeft de Eransche Senaat gisteren in plaats van den afgetreden Martel OF II I. Drie Musketiers. „Goeden morgen bromde de oude heer en langzaam en in gedachten verzonken vervolgde hij zijn weg. Een paar schreden verder werd hij weder toegesproken. „Goeden morgen mijn heer de luitenantriep eehe schrille stem. Onwillekeurig keerde hij zich om. Toen hij zag wie geroepen had wilde hij verder gaan. „Hé hé mijnheer de luitenantwerd op nieuw geroepen. „Wacht toch even." Hij bleef staan en wachtte werkelijk. Drie personen nafferden hem, een welgestelde brer en diens echtgenootc en een bedelaar een oude, smerige dronkaarddie reeds thansin den vroegen morgen meer gedronken scheen te heb ben dan wel nuttig vooi' hem was. Zijn gelaat bloosde als een kreeft. Met een brutalen glim lach liep hij naast de eerbare boeren voort. De vrouw gloeide van toorn haar man daarentegen was zoo bleek als krijt. Toen de bedelaar den heer Striker was ge naderd bracht hij op krijgsmanswijze de# hand aan zijn pet en riep //Goeden morgen mijnheer de...." De oude man liet hem niet voleindigen. Streng, trotsch bevelend zag hij hem aan. „Hoor eens Sibold", sprak hij lot den bede laar «waagt gij 't nogmaals mij mijnheer de luitenant tc noemen onverschillig of we alleen zijn of nietdan zal ik u zoo ongenadig afrossen, benoemd den heer Léon Say op het oogenblik gezant te Londen. Say werd gekozen met 147 van de 276 uit gebrachte stemmen. Niet minder dan 121 biljetten waren oningevuld. Van de 155 overigen waren er 147 voor Say. Leroyer had 4 stemmen, Pelletan 2, en Jules Simon en Gavardie elk 1 stem. Waddington zou bestemd, zijn om den Heer Say te Londen op te volgen. In tegenstelling met Sayis Waddington een voorstander van het beschermend stelsel. De Parijsche gemeenteraad beging een nieuw dwaasheid door in injne laatste zitting de volgende resolutie aan te nemen De Raad keurt het af, dat de Heer - Andrieux prefect van politic, op den 23en Mei 11. aan zijne agenten bevelen heeft gegeven wier uitvoering een herhaling is geweest van de verfoeilijke practijken van bet Keizerrijk, en op' ernstige wijze heeft inbreuk gemaakt op de vrijheid der burgers. Reeds heeft de prefect den Raad doen opmer ken dat deze onbevoegd is zijne des prefects, maatregelen tot handhaviug der orde te Parijs aan eene beoordeeling te onderwerpen. Een aantal vreemdelingen gecompromit teerd bij de jongste ongeregeldhedenheeft bevel ontvangen Parijs te verlaten. De radicale vertegenwoordigers van Parijs in -ile Eransclie Kamer van Afgevaardigden heb ben gisteren een onderhoud gehad met den Minister van Binnenlandsche Zaken den heer Constantom zich te beklagen over het optre den der politie tegenover de beraamde manifes tatie de Gommunalisten. In antwoord verklaarde de Minister dat hij noch zijne ambtgenooten manifestation konden dulden die uit haren aard en wegens de personen die haar uitlokten, tot rustverstoring aanleiding konden geven. Hij voor zich achtte voorkomen in deze altijd beter dan met geweld onderdrukken maar nooit kon gedoogd worden dat vreemdelingen hier mani festation kwamen houden die de Republikein- sclie Regeering in een kwaden* reuk zouden kunnen brengen. dat men uw gebeente in het hospitaal weder samen zal moeten lappen. In het hospitaal is ge-en jeneveren als gij gedurende vier weken geen jenever krijgtzijt gij dood en wie koestert meer vrees voor de stervensstonde dan gij, laf aard -en nu pak u voorten geen enkel woord meer De bedelaar was stil geworden. Hij verbleekte en gehoorzaam trad hij ter zijde. „Nu numijnheer Striker", mompelde hij „word maar niet boos. Het was immers niet kwaad gemeend. En daarenboven het zal niet meer gebeuren." De heer Striker gaf geen antwoordmaar wendde zich tot den boer en diens dulcinea. „Goeden morgen Hartmann goeden morgen juffrouw", sprak hij. „Gaat gij stadwaarts?" „Naar de weekmarkt", hernam de boer„en vervolgens tot u. 't Is heden immers Zaterdag „Haja", sprak de heer Striker. Het was aan hem te zien dat hem iets op het hart lag, waarmede hij niet goed voor den dag wist te komen, ,,'t Is heden groote parade, nietwaar?" sprak hij. „Zoo hernam de boer onver schillig. „De nieuwe bevelvoerende generaal is zoo even aangekomen." „Ik las in het weekbladdat hij werd verwacht." „Weet gij wie hij isHartmann „De generaal Von Trautmann geloof ik." „Neen, die was eerst als zoodanig gedoodverfd doch plotseling is hij in ongenade gevallen. God weet waarom Ach wat hebben er al geen intriges aan de hoven plaats Gisteren werd onverwacht het bericht ontvangen dat Von Trautmann niet zou komen en een andere in zijn plaats was be noemd. En die ander gij kent hem Hart mann „Wie is het dan „Verduiveld 't zal u liever zijn dien naam het eerst van mij dan van een ander te hooren. Het is de graaf Von Oltenberg." Thands hebben alle Eransche prelaten te gen de Maart-decreten geprotesteerd. Den 14den Juni a. s. wordt het groote nationale feest gevierd bij welke gelegenheid tevens aan het leger de nieuwe vaandels zullen worden uitgereikt. Een luchtballon was onlangsmet vier personen te Rennes opgestegen tot het doen van militaire telegraphische proefnemingen. De proeven gelukten, maar bij het nederdalen, in de nabijheid van Roche Bernard, verkeerden de luchtreizigers in. een zeer gevaarlijken toe stand. De ballon werd door den hevigen wind, van touwen en ankers beroofd 2000 meter ver door de dorenstruiken gesleeptterwijl de vei ligheidsklep was opengeraakt en niet meer ge sloten kon worden. Drie luchtreizigers werden achtereenvolgens uit het schuil je geslingerd de vierde persoon een dame dreef met den ballon den kant op van de zee totdat hij eindelijk in de boomen bleef hangen. Al de meegenomen toestellen zijn verloren gegaan cn de ballon is deerlijk gehavend. Twee der reizigers en de dame zijn zwaar gekneusd maar de anderdie het qerst uit het schuitje vielbleef geheel ongedeerd. Uit Roubaix wordt gemeld dat de werk staking gansch en al heeft opgehouden. Men heeft opgemerkt, dat de arbeiders, die het eerst de fabriek verlaten hebben er het laatst terug gekeerd zijn. In het Lagerhuis is door den heer Gladstone, in antwoord op een tot hem gerichte vraag, medegedeeld dat lot liet completeeren van Go- schen's insiructicn nog de antwoorden werden verwacht van sommige mogendheden. Maar die antwoorden kunnen elk oogenblik worden gewacht. Daarna is door een der leden opnieuw de staatkunde der regeering in Zuid-Afrika ter sprake gebrachtop welk punt zelfs de anders zoo Gladstoniaansche Daily News het ministerie „Heere God riep de boer verschrikt. Een ontzettende angst teekende zich op zijn gelaat hij werd nog bleeker dan te voren en moest blijven staón als konden zijne beenen hem niet verder dragen. Zijne vrouw zag hem verwonderd aan. De bedelaar, Striker's bevel vergetende, deinsde bij het hooren van dien naam verschrikt achteruit. „Moet die hier komen als bevelvoerend ge neraalmijnheer Striker!" riep hij bevend. „Nu, dat ziet er mooi uit. Arme duivelvervolgde hij tegen Hartmann. „Gij ziet er uit als het vleeschelijk ongeluk En die arme Braun Zoo even kwamen wij zijn huis voorbij. Zijne dochter stond aan het raam zij was bleek en ontdaan als lag ze op 't sterven.... 't Zal daar wel akelig uitzien En die man in eer en geluk!.. Bestaat er dan gcene gerechtigheid meer?" Intusschen had de landman zich weder her steld. „Is hij reeds hier vroeg hij.„Gister avond is hij met zijne vrouw en gevolg hier aangekomen." „Met zijne vrouw Is zijne vrouw dan niet dood Gij weet mijnheer Striker, dat was eene zonderlinge geschiedenis" „Ja, eene zonderlinge geschiedenisdie nog niet ten einde is o neen lang niet." Na deze woorden op sarkaatischen toon te hebben gesproken vervolgde Striker „Hoe het zij hij heeft eene tweede vrouw genomen en met deze is hij hier gekomen." „Hebben zij kinderen vroeg de boer en zijne stem klonk schier weemoedig. „Allen zijn gestorven." „Daar raag hij God voor danken.... 't Is een bewijs van genade zoowel voor hem, als voor 'hen." Ja, ja," sprak de bedelaar, als tot zicli zeiven. „De goede God had hem eens kunnen straffen in zijne kinderen En hij neuriede Drie arme muskelicren En 'n trotsche generaal Die stonden met hun vieren is afgevallen. In antwoord op de tegen hem gerichte aanvallen verklaarde Gladstone, dat het noodzakelijk was geacht den heer Bartle-Erère op zijn post te laten aangezien dat door zijn terugroeping het confederatieplan het plan om al de Zuid-Atrikaansche landen tot een staten bond te vereenigeu zou worden in gevaar gebracht. De Premier had de zeker zeer eigen aardige voldoening deze zijne zienswijze verde digd te zien door zijn voorganger sir Stafford Northcolhe. Het ontwerp, door de regeering ingediend tot regeling en uitbi-eiding van de verantwoor delijkheid van fabrikanten, bij ongelukken die aan werklieden in hun dienst overkomen, bepaalt o. a. dat, waar een werkman lichamelijke schade heeft geleden, tengevolge van minder goeden staat der werktuigen of van achteloosheid en gebrek aan toezicht van zijn meerderen een en ander nader omschreven de fabrikant de gevolgen moet dragen en ingeval de werkman om het leven is gekomen, voor diens vrouw en kinderen zorgen moet. William Harcourtde min. van Binnen landsche zaken die te Oxford bij de stembus de nederlaag leed heeft thans zonder oppositie te Derby de plaats verworven die Plimsol hem zoo grootmoedig .had afgestaan. Uit Kabul wordt aan Daily Neics gemeld dat namens da Britsche autoriteiten aan Abdul- Rahman het Emirschap van Afghanistan is aangeboden. Zijn antwoord was nog niet ont vangen. Generaal Wolseley is uit Z.Afrika in het' vaderland teruggekeerd. Hij stapte te Plymouth aan wal. Byron's standbeeld werd Maandag door Lord lloughten onthuld geheel zonder for maliteiten. De plechtige onthulling is uitgesield totdat het beeld op het door Griekenland ge schonken marmeren voetstuk zal zijn geplaatst. Het staat naast dat van Wellington dien de dichter hartelijk verfoeide en wien hij noemde „de beste van alle keelafsnijders. Aan 'n verre vestingpaal. „Miktriep de trotschaard somber, „Mikt op dien kerel goed „Hij heeft zijn vorst verraden, „Dus stroom zijn eerloos bloed „En zij hij ook uw broeder „Of hoe hij...." Zijne stem was luider geworden... De heer Striker keerde zich om. „Wat zingt gij daar?" riep hij, „zwijg!" De bedelaar zweeg. Zij hadden het einde van den straatweg be reikt en traden de stadspoort binnen. Voor die poort stond een oud landweer invalide met zijn orgel. De aalmoezen die de voorbijgangers hem toewierpen vormden zijn pensioen. „Hé, soldaat", riep de dronkaard, „laat ik een lied voor u zingen dan kunt gij daarbij spelen." De invalide zag hem met verachting aan. „Wij behooren niet bij elkanderriep hij. „Gij oude verd...de landweergastweet gij wel dat ik bij de linie heb gediend sprak de bedelaar. „Dat weet ik. Ik ken ook uw lied en uw schot. Dat zou een landweer soldaat nooit heb ben gedaaü", sprak de invalide. „Een bewijs dat de landweer eene nietswaar dige instelling is", antwoordde de bedelaar en met fierheid volgde hij dc overigen die weldra afscheid van elkander namen. „Tot straks mijnheer Striker sprak de boer, op zijn baard wijzende. „Goed", antwoordde Striker. „Ik mag immers ook komen vroeg de be delaar wiens baard niet minder lang was. „Dat wil zeggen zoo gij nuchter zijt", luidde Striker's antwoord. „Beschonken lieden scheer ik niet." Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1880 | | pagina 1