Nummer 44. Donderdag 3 Juni 1880. 3e. Jaargang HE IH IIE STRlktK Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. Bekendmakingen. BUITENLAND. Belgie. Misdaad en Waanzin. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. STAAT VAN BRIEVEN in jiuu, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent pèr regel. geadresseerd aan onbekenden. Gedurende de tweede helft der maand April 1880. Van Waalwijk. J. v. dT Kamp. Bergen. M. Brekelmans. Waalwijk. Kunnende de brieven door de afzenders aan het Postkantoor alhier worden terugontvangen. De Directeur, BAGGERMAN. Het Gemeentebestuur van Waalwijk Gezien het adres van Mozes Hartog, vleesch- houwer alhier, verzoekende vergünniug tot het oprichten eener slachterijin een perceel, kadaster gemeente Waalwijk Sectie C., Hos 1305, 1306, 736, 737; Gelet op de wet van den 2 Juni 1875 (Staats blad no 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken Brengt het door den adressant gedane verzoek ter algemcene kennis. Met berichtdat het daartoe strekkend verzoek schrift met de bijlagenbedoeld in art. 5 der voorschreven wetop dc secretarie der gemeente ter kennisneming is ter visie gelegden dat op den I4n dag na de dagteekening dezes, zijnde den 15 Juni 1880 door Burgemeester en Wethou ders des voormiddags ten 11 ure op het Gemeente huis eene zitting zal worden gehoudenteneinde een ieder gelegenheid te geven zijne bezwaren tegen die oprichting mondeling of schriftelijk in te brengen. Waalwijkden 1 Juni 1880. Het Gemeentebestuur voornoemd. De Burgemeester, VAN DER KLOKKEN. De Secretaris F. W. VAN LIEMPT. Bij de plechtige opening van de Nationale tentoonstelling tc Brusseldie door den Koning, de Koninklijke familie de leden der volksver- OF II. De Generaal. De nieuwe opperbevelhebber, graaf Von Ol- tenbergreed ter parade. Het was de eerste die hij hield. De trotsche man werd door een schitterenden staf officieren gevolgd. Hij was krachtigschier groot van gestalte. Zijn gelaat was hoogrood van kleur en toonde een vasten, ijzeren wil aan zijne trekken waren streng bijna hard. Zoo was ook zijn blik. Uit zijn geheel voorkomen blonk de hoofdofficierdie alleen bevelen en gehoorzamen kent. Zijne echt- genoote vergezelde hem. Ook zij was slank fierbijna magerhaar lang bleek gelaat gaf dal des generaals niets in trotschkcid toe. Ook wat den ouderdom betreft, schenen zij elkander gelijk. De gravin reed tusscheu haren echtgenoot en den oudsten generaal van het garnizoen. Zij was eene bekwame moedige rijdster en bad met de vlugste officieren van het leger kunnen wedijve ren0 In het gevolg bevond zich een ritmeester, die, wat zijne magerheid betrotzich licht met haar had kunnen meten. Zijn gelaat was ernstig, bijna somber, zijn blik echter beider en kalm. Uit zijn gebeele voorkomen bleek een koel bedaard en onwrikbaar moedig man. Aan het"ein'de van het plein waar t paleis van den generaal stond liet hij zijn paard uit het gelid treden en naderde een klein, onoogelijk tegenwoordiging en al de autoriteiten des lands wordt bijgewoondzal een groote cantate van den componist Benoit wórden uitgevoerd met woorden van den Vlaamsohen dichter te Geyter. Voor die uitvoering wordt de medewerking vereischt van niet minder dan 600 zangers en zangeressen en 447 orkestleden te zamen 1047 personen. De Etoile B. bericht, dat bij Blankenberghe een Nederlandsch visschersvaartuig door de Belgen is genomen. Sedert eenigen tijd komen volgens dat blad Nederlandsche visschers in de Belgische wateren hun beroep uitoefenenen hebben zij reeds ■dikwijls de zeeweringen langs de kusten aan merkelijk beschadigd. De havenmeester van Blankenberghe de lieer Doyers had hun herhaalde malen gelast zich te verwijderen zonder dat zij aan zijn bevel gevolg gaven. Eergisteren morgen wierp weer een Nederlandsch vischersvaartuigdat het nummer 125 droeg, zijn netten uit, op korten afstand van de havenhoofden. De Heer Doyers begaf zich terstond met de reddingsboot naar de visschersen beval hun onmiddellijk met visschen op te houden. Hij werd echter -door de bemanning van het vaartuig met luid gelach en spottende woorden ontvangen. -Toen telegrapheerde hij onverwijld naar Ostende om een stQombootten einde de visschers gevangen te kunnen nemen. Een uur daarna maakte hij met de boot jacht op (ie Hollandsche visschers. Deze hadden zoodra zij bemerkten welk gevaar hen dreigde koers gezet naar Vlissingen maar zij werden door de stoomboot-ingehaald nog voor zij de sluizen van Heyst bereikt hadden en met hun vaartuig naar de haven van Blankenberghe ge bracht waar men proces verbaal tegen hen opmaakte. De kanten bruidssluierdie door de stad Brussel aan prinses Stephanie zal worden aan geboden belooft een waarlijk vorstelijk geschenk te worden. Hij zalbehalve met tal van lijn bewerkte bloemen, versierd zijn/met de wapens van Oostenrijk en Brusselalsmede met die van al de Oostenrijksche en Belgische provinciën. huis aan welks deur twee koperen scheerbekken hingen. Door een half geopend venster zag men in het soheervertrek. Aan dat venster stond een klein, oud man met dun grijs haar, een verweerd doch niettemin krachtig gelaat en een dikken grijzen knevel. Met eenige andere lie den sloeg hij de voorbijtrekkende militairen gade De ritmeester boog zich tot hem neder. „Me vrouw Ahlcmann wenscht u te spTeken," fluis terde hij. „Ik zal komen", antwoordde de oude man en de ritmeester trad weer in het gelid. Alleen een jonge luitenant had op het voorgevallene acht gegeven. Hij grimlachte ver achtelijk. Toen de stoet voorbij was, keerde de oude man tot zijne bezigheden terug. Er bevonden zich een aantal lieden in het vertrek zooveel, dat hij allen niet zelf kon scherenen daarom naar een helper had moeten omzien een kort gebocheld manneke van zijn jaren. „Verduivelddie ziet er stug uitriep een der landlieden. „Hij is óok een graaf „En daarom zou hij beter zijn Dwaasheid Doch welk een zonderlinge adjudant reed aan zijne zijde?" „Dal was zijne vrouw." Men lachte. „Waar heeft de generaal vroeger gestaan vroeg een ander. „Zullen wij het den heer Striker vragon „Neen, dat niet. Daaraan mag men hem niet herinneren." „Wat zou daarvan toch de reden zijn «Da* mag God weten!" „Ik denk", fluisterde er een „dat hij zich schaamtwijl hij thans barbier is." „Gij raaskalt", bromde eene basstem. „De heer Striker schaamt "zich niet en behoeft zich voor niemand ter wereld te. schamen llij is zoo goed als de beste." «Stil", mompelde men van alle zijden. De beer Striker scheen iets van het gesprokene verstaan te hebben want streng zag hij de sprekers aan die plotseling zwegen. Op dien oogenblik werd buiten een waggelende Sedert een maand zijn 150 werksters dagelijks van 5 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds uitsluitend met het maken van dezen sluier bezig. - Zaterdag heeft een verschrikkelijke ontplof fing plaats gehad in de buskruitfabriek te Wat teren bij Gent. Wij ontleenen omtrent deze ramp de volgende bijzonderheden aan de stad Gent De schok was zoo hevig f dat er bijna geen enkel huis In Wetteren is waar geen ruiten uitgeslagen zijn. In het station dat een half uur van dc buskruitfabriek is gelegen zijn de deuren uit hare hengsels geheven en werden de vensters open geworpen ofschoon zij alle goed gesloten waren. De .buskruitfabriek te Wretterendie eene der belangrijkste is van het vasteland is op vier kilometer van de stad gelegen, Zij bevat negen verschillende irebouwen en beslaat een oppervlakte van 30 hectaren. De gebouwen werkhuizen en magazijnen zijn in drie sectien verdeeld, welke van elkandor gescheiden zijn door hoogten die zelfs beplant zijn. Gewoonlijk werken er '150 lot 200 werklie den. Van dezen verloren 10 bij de ramp het leven terwijl velen gekwetst werden. In dit seizoen begint het werk om half zes. Men had juist alles nagezien en zich vergewist dat alles regelmatig gingtoen een eerste ont ploffing plaats hadmet een onbeschrijfelijke kracht. De inwonersdoor schrik bevangendachten dat het geheele magazijn zou springen en na men de vlucht. Vrouwen en kinderen door glasscherven gewond liepen al wecnende door (Ie straten. De werklieden die aan de ramp waren ont snapt, liepen verschrikt weg, om hulp roepende. De directeur, M. Liebrecht, zelf zeer aange daan kwam hen tegemoet gesneld en deed hun begrijpen dat het gevaar voorbij was en dat zij moesten helpen om den gekwetsten bijstand te verleenen. Weldra kon men zich overtuigen dat het ongeluk gebeurd was in de sectiedie langs stap gehoord. De deur werd langzaam geopend en een bedelaarin vuile lompenvertoonde zich met blozend gelaat en flauw staande oogen. Met moeite liield bij zich aan den deurpost staande. „Hé, hé, mijnheer Striker!" riep hij, „ik ben niet dronken". „Dus nuchter", vroeg deze verachtelijk. „Zooals gij ziet." „Welnu, tracht dan eens met vasten tred het huis te verlaten." „Het huis verlaten En waarom „Omdat ik u r.iet scheeren wil." En gij hebt het mij beloofd." „Op voorwaarde, dat gij nuchter zoudt blijven." „Ik ben waarlijk nuchter. Ik heb enkel met den laudweergast gebekerd voor wien ik voortaan mijn lied zal zingen. Gij weet. mijnbeer Striker Drie arme musketieren En 'n trotsche.... enz. Nu, een hun ner zal tenslotte nog een hondendans beleven. Eén hunnerzeg ik, en dié verdient het. Doch ik zal geen woord verraden." „Wat babbelt gij toch, kerel", viel hem de heer Striker in de reden. „Ik Ik vertelde u iets van den landweer- gast met het orgelen verzocht u mij te scheren." „Ik heb neen gezegd." „In 's hemels naam bedenk umijnheer. Met zulk etn baard kan ik morgen niet ter kerk gaan." „Scheer hem Lukas", sprak de oude tot zijn knechten een oogenblik later stompclde de gewezen musketier weder de kamer uit. Nauwlijks was hij vertrokken of een nieuwe gast trad binnen, 't Was Hartmann. Hij zag er bleek en terneergeslagen uit. „Ge komt laat", sprak de Keer Striker, toen zij alleen waren. „Gij moet kunnen zien waar ik was". „Hebt gij de parade bijgewoond?" „Ja. Ik wilde nog eenmaal den vreesselijken man zien die het geluk mijns levens heeft verwaest. Ach, den weg van Wetteren naar St. Anna-ten-Eede loopt, negen gebouwen bevattende (1e verwar mingszalen de polysterztfal enz. Geen enkel van die gebouwen staat nog;^ alle liggen in puin. H*et is daar onder die puinen, dat men de zeven eerste lijken vond. Deze wa ren onkenbaar door de brandwonden en den rook. Het eerste gebouw bevatte een klein stoom werktuig dat de polystertonnen in beweging brengt. In het tweede gebouw wordt het bus kruit glanzig gemaakt. In groote ijzeren trommels gedaan, ondergaat het kruit dan een bewerking; die hst van stof bevrijdtkrijgt eenen vorm en wordt glanzig gemaakt. Het schijnt dat in dit gebouw de eerste ontploffing heeft plaats gehad en dat de brandende vonken op de nabijzijnde gebouwen vallendeof wel de schokkendie gehouwen hebben doen springen die als van den grond zijn weggevaagd. Het laatste gebouw bevatte de buskruitzeefteu Het is daar dat de tweede ontploffing plaats had. Een groot getal werklieden bevonden zich in dat gebouw en hadden juist den tijd om naar buiten loopen een seconde later en er waren 10 slachtoffers meer. Die groote plaats is nu bedekt met puinlioopen. Honderden groote boomen zijn ontworteld ten halve doorgebroken en op verre afstanden gewor pen. Wij hebben boomen gezien waarin groote steenen waren gedrongen die men er niet kon uittrekken. De groote schouw staat nog recht, maar heeft veel geleden. Geen enkel dak van de overige gebouwen is onbeschadigd gebleven. De overblijfsels van duizenden dakpannen vensterglazen enz. zijn overal verspreid. Het kasteelwoning van den bestuurderop 100 meter van de plaats der ontploffing gelegen is zeer beschadigd. Al de deuren al de vensters zijn uit hunne hengsels gelicht, de muren zijn gescheurd, de trap is verplaatst. Op den weg van St. Anneke naar Ten Eede zijn huizen geheel verniettigd. Van een wees- geslicht nabij de buskruitfabriek staande is znwMC.;:ritvrs -masmmrth runuvm bestaat er dan geene gerechtigheid op aarde mijnheer Striker?" „Zeker zeker, Hartmann. Doch niet altijd treft zij even spoedig." „En ook hem zal gerechtigheid wedervaren?" „Stil dat moet gij aan den goeden God over laten." De boer zweeg en weldra vertrok ook hij. „Blijf te huis, Lukas", sprak nu de oude Striker. „Ik moet eene noodzakelijke boodschap doen. Een ernstige plicht roept mij." Hij begaf zich naar het landhuis, dat hij des morgens was voorbijgekomen schelde aan, en spoedig werd hij binnengelaten. Hij 3cheen verwacht te zijn. De oude bediendedie heni de deur had geopend liet hem in eene zijkamer, waar zich eene dame in rouwgewaad bevond. Zij was niet jong meer ja, blijkbaar reeds de veertig jaren voorbij. Doch hare gestaltehaar gelaat waren fijn en teeder. Nog was zij schoon; hare hand was blankkalme vrede en vriende lijkheid lagen op haar gelaat gespreid. Op dezen oogenblik echter las men innige smart op hare fraaie trekken. Het was mevrouw Ahlemann. Zwijgend was de heer Striker binnengetreden. „Hebt gij Bergmann gespróken?" vroeg de dame. „In het voorbijrijden, genadige vrouw." „Weet gij?...." „Alles." „Ik heb u laten roerpen om met u te beraadslagen. Mijn toestand is verschrikkelijk." „Ik besef dien volkomen en ach ik zie geene uitkemst." „Ik welmijn vriend. Ik moet vertrekken." „Neen neen mevrouw. Hier hebt gij rust hier heeft uw hart liefhebbende harten gevonden. Dat alles treft gij elders niet. Thansop uw leeftijd, mevrouw, moogt gij niet meer rond dwalen. Het toaval schonk u hier vrede en rust. Zult gij die elder ook vinden Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1880 | | pagina 1