Nummer 47. Zondag 13 Juni 1880. 3e. Jaargang. III, DE OUDE STRIKER Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Misdaad en Waanzin. Frankrijk. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. i De Echo van het Men, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per pöst door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden twéémaal in rekening gebracht Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. De Nederlandsche consul te Brussel schrijft o. a. in zijn laatste jaarverslag De aankoopen van rundvee in Holland zijn iets hooger geweest dan in 1878. Op 125,025 stuks, 1879 buitenlands aangekocht, komt Hol land met 109,759 stuks of 87 pet. Men blijft op de Nederlandsche runderen hoogen prijs stellen. De veefokers zien intusscheu in den laatsten tijd de groote vleeschaanvoeren uit Amerika met wantrouwen aan en beklagen zich dat hun producten daardoor voortdurend in waarde dalen. De groote aanwas dier aan voeren is vooral toe te schrijven aan de middelen, die ontdekt zijn om het vleesch gedurende een lange reis en bij afwisselende temperaturen voor bederf te bewaren. De groote vlakten van de Argentijnsche confederatie en van Uruguay, gelijk ook van de Vereenigde Statenonderhouden gansche kiidden vee waarvan men de producten daar nog niet op de voordeeligste wijze behan delt. Het geconserveerde vleesch kon nog niet geheel het vcrsche vleesch vervangen Nu is men er wel in geslaagd versch vleesch over te voeren, maar in Europa aangekomen moet dat zoo snel mogelijk verkocht worden, anders vermindert de waar van hoedanigheid en moet zij goedkooper van de hand worden gedaan. De invoeren van vleesch uit de Unie in België zijn gestegen van 13,715,318 kilo in 1877 tot 33,653,794 kilo in 1879. Men zou zich meer kunnen bezighouden met den invoer van levend vee uit Amerika en met den invloed dien het aanbrengen van dit vee op de belangen van den landbouw zou kunnen oefenen maar tot heden heeft men er geen voldoend voordeel in gezien bestellingen op groote schaal te doen. Immers volgens statis tieke opgaven heeft men in de eerste 6 maanden te Brussel op 53,948 stuks slechts 637 uit Amerika ontvangen. Gedurende dit tijdsverloop in 1878 deed het levend vee te Brussel 0.87 fr. OP VI III. De Gravin. //Reeds hebben de nieuwsbladen daarvan ge wag gemaakt. Eene schoone, rijke jonge vrouw reisde met haar echtgenoot door Zwitserland. Zij bestegen met een gids de Bernina. Op eene heerlijk schoone plaats hielden zij stand, om de betooverende natuurtooneelen in de rondte te beschouwen. Zij stonden aan de rand van een afgrond welks schemerende diepte niet te bere kenen was en zagen rillend in de gapende klove neder. Doch hunne harten klopten geruster toen zij hunne oogen opsloegen tot de ontzag wekkende rotsen die zich voor en onder hen verhieven toen hun blik in de verte zweefde ever groene boschjes stille dalen en bevallige dorpen. Beiden waren te paard. Eensklaps week een der dieren uit en struikelde. Juist had de gids naar eene andere zijde heen gezien, Toen hij zich omkeerde steigerde het paard der dame en stortte met zijne berijdster in den af grond. Hij hoorde de dame een kreet slaken hij zag haar gewaad in de diepte zweven daarop hoorde, zag hij niets meer van haar. Zij lag met het paard in den onmetelijken afgrond. De echtgenoot der dame was ontroostbaarhij wilde in zijne wanhoop de ongelukkige nasprin- gen. //Waartoe?" sprak de gids. ,/De dame is zeker op de rotstongen verbrijzeld." De onge lukkige echtgenoot kon en wilde dit nietgeloo- ven. Hij liet zich wel is waar bewegenom zich zelf niet in den afgrond te storten. Docli hij...." „Is uwe excellentie onpasselijk vroeg hij plotseling. per kilo en het geslachte vleesch 1.59 fr. In 1879 waren de prijzen 0.85 fr. en 1.53 fr. Schapen koopt België in de eerste plaats in Pruisen en dan in Nederland. De aanvoer uit Nederland nam toe van 45,134 in 1878 tot 82,275 in 1879 terwijl Pruizen achteruitgsng van 158,109 tot 104,182 stuks. Varkens worden insgelijks uit Nederland en Pruisen ingevoerd doch hierbij is vooruitgang van den Pruisischen en achteruitgang van den Nederlandechen uitvoer te ontdekken. Boter. Ik mag niet verzuimen den voortdu- renden vooruitgang van den Nederlandschen uitvoer te vermelden. Gedurende eenige jaren was de Belgische handel met Frankrijk in dit artikel grooter dan met Nederland maar in 1879 heeft Holland zijn toezendingen vermeer derd van 1,686,464 tot 4,1.41,803 kiloen is het de voornaamste leverancier geworden daar Frankrijk slechts 2,017,694 kilo {zond. België voert boter uit naar Engeland en Frankrijk. De Ministerraad die Dinsdag ochtend op het Elysce gehouden i^, was bijzonder belangrijk. Er werd namelijk de houding besprokendie tegenover de congregatiën moet worden aange nomen. De Minister van Binnenlandsche Zaken deed mededeeling van de talrijke bezoeken van pre fecten die hij sedert drie dagen ontvangen had. Denkelijk ten gevolge hiervan is het volgend besluit genomen Tegen den 20n Juni zal elke prefect, die in zijn departement congregatiën moet uitdrijven aan den directeur van elke congregatie een brief schrijven die ongeveer in de volgende bewoor dingen zal luiden //Mijnheer de directeur. „Het is U niet onbekend dat gij, krachtens de besluiten van 29 MaartU of aan de voor waarden door de Regeering gesteld, moet on derwerpen of het Fransche grondgebied ver laten. De gravin was inderdaad bleek en ongerust geworden. Zij speelde wel nog met haar arm band doch in dezen oogenblik wist zij het zeker niet. Ook de generaal, die ieder woord van den ritmeester had gehoord was ongerust geworden wel niet bleek, doch ongemeen somber. Zijne oogen schoten bliksems onder de borstelige wenkbraauwen. Met verbeten woede zag hij den ritmeester aan. Een oplettend toeschouwer zou achter zijne woede wellicht een moeielijk onderdrukt gevoel van angst hebben waargeno men. Hij schonk zich een groot glas wijn in en dronk 't in ééne teug uit. //Onpasselijk Volstrekt niethad de gravin geantwoord. z/Doch uwe excellentie is bleek. Wilt gij een glas water z/Ik dank u," antwoordde zij. /Misschien deed u mijne vertelling onaange naam aan. Beveelt gij dat ik ophoude?..." De gravin had de ongerustheid de woede den angst haars echtgenoots opgemerkt. Ja, ook !s mans angst. Vrouwen zien doorgaans zeer diep in de oogen hunner mannen. z/Uw verhaal was vreeselijk", antwoordde zij. //Dar. houd ik op." „O, ik bid u sprak thans de prinsdie oplettend had geluisterd. De helft van het gezelschap was even verlangend als hij om het vervolg der geschiedenis te ver nemen. Meest allen hadden met verwondering den zonderlingen indruk opgemerktdie het verhaal op den gastheer en diens gade maakte. «Ik bid u, mevrouw", sprak de prins, //ver oorloof mijnheer de ritmeester dat hij voortga. Ik hoor gaarne, zulke ijzingwekkende verhalen." z/Als uwe doorluchtigheid het beveelt..." //Geenszins, ik verzoek slechts onderdaniglijk." //Welnudan verzoek ook ik u voort te gaanmijnheer de ritmeester." De dame sprak deze woorden met innemender vriendelijkheid als vroeger. Doch wie thans niet zaghoezeer de woede hare trekken mis vormde, moest wel stekeblind zijn. z/Ik zou U dank weten als gij mij, na ont vangst van dit schrijvenuw besluit doet kennen. z/In het gevaldat de Regeering niet op uw toestemming zou kunnen rekenenzou ik u verzoeken mij niet te noodzaken tegen U een wettig geweld te gebruiken dat ik in de hoogste mate zou betreuren^ //Ontvang" enz. Indien zooals waarschijnlijk is, zegt le Figaro, de directeur van de Congregatie- niet in den geestdoor de Regeering verlangd, antwoordt zal de prefectzich naar hem begeven en be proeven hem er toe te brengen om zonder gerucht te maken het Fransck grondgebied te verlaten. Er bestaat redeiv om aan te nemen dat dit bezoek 't welk op bevel., zoo officieus moge lijk is even weinig succes zal hebben als boven staande brief. Dan zal de Regeering gevolg geven aan haar bedreigingen. Men verzekert dak de minister van bin nenlandsche zaken gisteren in den ministerraad heeft voorgesteld eene amnestie aan de Kamer te vragen. De raad zou bijna eenparig aan dit voorstel zijn goedkeuring hebben gehecht. Het gerucht looptdjit Cassagnac voornemens zou wezen zijn ontslag te nemen a!s afgevaar digde. Uit den staat der ontvangsten van de schatkist gedurende de maand Mei blijktdat de indirecte belastingen 8,327,000 fr. boven de raming hebben opgebracht. Het verlengd verblijf van den heer Léon Say te Londen vindt naar geloofd wordt, grond in de voorloopige onderhandelingen rlie ijverig met den heer Gladstone en 't Foreign office voortgezet worden met het oog op het leggen van de grondslagen van het nieuwe handels verdrag. De bevestiging van deze zinswijze vindt men m de belofte van lord Granvilleonlangs aan de deputatie uit de Engelsclie Kamers van Koophandel gedaan dat de krachtigste pogingen z/Ik zeide dan", ging de ritmeester voort, //dat de echtgenoot der dame zich liet bewegen, om niet zelL in den afgrond te springen doch hij was rijk en de gids moest de geheele nabuur schap bijeenroepen. De vreemdeling bood den lieden geldduizenden francszoo zij zijne echtgenoote levend of dood uit den afgrond te voorschijn brachten. Te vergeefs verdubbelde verdrievoudigde hij zijn bod. Nooit te voren had zich iemand in de diepe kloof gewaagd. Een zekere dood had daar den roekelooze verbeid. Acht dagen lang scheen de vreemde ling als door smart jveiteerd. Vervolgens deed hij zich door de plaatselijke overheid bewijzen geven van hetgeen had plaats gehad en van den zekeren dood zijner echtgenoote en sinds heeft niemand hem daar weder gezien. Doch ik heb de eer te zeggen dat ik mij toenmaals in de nabijheid dezer plaats bevond. Eenige dagen na het vertrek des vreemdelings bezocht ik met denzelfden gids diezelfde nood lottige plek. Toen de arme man mij het voorval verhaalde was hij zonderling ontroerd, en-, op mijne herhaalde uitvorschingen bekende hij mij eindelijk de oorzaak zijner bedruktheid. „Ik weet nietmaar er was niet alles in den haak bij die geschiedenismijnheer", sprak hij. „Het paard was aan de bergpaden gewoon en zijn tred vast en zeker. Zulk een dier struikelt nooit of het moet onverwacht gestooten worden. Ik had juist naar eene andere zijde heen gezien enach als ik bedenk dat beiden den geheelen morgen geen enkel woord met elkander gewisseld hadden dat de man steeds somber voor zich heen had gezien en de oogen der dame rood geweend waren „Mijn God ik ben van daag toch de onhan digheid zelf", riep de gravin plotseling. „Waarde heer ritmeester ik moet u nogmaals lastig vallen. Mijn armband...." Ilet slot van den armband was eensklaps opengesprongen het kleinood vieldoch met bewonderenswaardige behendigheid greep de rit— aangewend zouden worden om de handelsbetrek kingen met Frankrijk te verbeteren. Te Athene loopt het geruchtdat de Grieksche Regeering aan het Fransche Gouverne ment hoofdofficieren gevraagd heeft om het Grieksche leger te reorganiseeren, overeenkomstig een besluit van de Grieksche Kamer. Balluede nieuw gekozen afgevaardigde te Lyon, heeft aan zijne kiezers een opgeschroefde dankbetuiging, een soort van proclamatie, gericht, waarin hij o. a. zegt Gij hebt door uw krachtig en kalm optreden aan de Kamers en de regee ring het onwraakbaar bewijs gegevendat de republikeinsche democratie rijp is voor de vrij heid dat de dappere Lyonneesche bevolking recht heeft te verwachten dat men haar de gemeentelijke vrijheden teruggeve dat eindelijk het uur gekomen is om alle sporen van onze binnenlandsche twisten uit te wisschen en een einde te maken aan de verbitterende herinneringen van het verledene en slechts te denken aan de toekomst. De minister van oorlog heeft in de Kamer van afgevaardigden bij het openen der zitting verklaard dat de regeering besloten heeft de plechtige uitreiking der nieuwe vaandels aan het leger den 14den Juli te doen plaats hebben. Tevens diende hij een wetsontwerp in waarbij de regeering gemachtigd wordt bij die gelegen heid zeker aantal ridderorders boven het vastge stelde cijfer uit te reiken. De Commissie der Kamer tot oi derzoek der vraagof het wenschelijk is het paleis der Tnileriën te herstellenis met haar rapport gereed. Zij heeft met eenparige stemmen de vraag in bevestigenden zin beantwoord. Te Perr'eux woonde sedert twaalf jaren een kleedermakerLourdin genaamd met zijn zoon en een weduwe met acht kinderen te zamen. Gedurende al die jaren liepen in het dorp geruchtendie de Lourdinsvader en zoon, als de bedrijvers aanwezen van een ontelbare reeks diefstallen in villa's gepleegd. meester het nog in den val. „Deze armband is zeer kostbaar, mevrouw", sprak hij. „Hij bezit eene ongemeene waarde voor mij". „Hamisschien heeft mijnheer uw vader hem wel zelf vervaardigd? Hij was een flink arbeider. Ik herinner mij hem nog uit mijne jeugd.... Doch hoe, wilt gij een glas water? Niet? Welnu, dan staat gij mij toch toe dat ik mijn verhaal vervolge De dame was bleek geworden als een lijk, hare lippen waren blauw hare handen beefden, doch spreken kon zij niet. Ook de generaal was daartoe niet bij machte. Zijne oogen schoten woeste bliksemstralen op den ritmeesterdie hem kalm trotsch en uitdagend aanzag. De generaal zweeg. Eene plechtige pijnlijke stilte heerschte in de zaal. Plotseling liet zich buiten op straat een orgel hooren. Het speelde eene woeste, schrille melo die en eene heesche mannenstem zong een lied daarbij. B.;iden orgeldraaier en zanger, schenen, naar hunne krassende geluiden te oordeelen rijkelijk van den zoeten wijn verzadigd, waarvan straatmuziekanten doorgaans leven. Doch duide lijk en verstaanbaar zong de zanger Drie aime musketieren En 'n trotsche generaal Die stonden met hun vieren Aan 'n verren vestingpaal. „Miktriep de trotschaard somber, „Mikt op dien kerel goed „Hij heeft zijn vorst verraden „Dus stroom zijn eerloos bloed „En zij hij ook uw broeder, „Of hoe hij „Jaagt die schelmen ten duivelbulderde de generaalen ziedend van toorn sloeg hij twee glazen champagne naar binnen. IJlings verlieten de bedienden de zaal om het bevel huns meesters te gehoorzamen. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1880 | | pagina 1