Nummer 65. Donderdag 19 Augustus 1880. 3e. Jaargang L Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. EEUILLETO Bekendmaki n gen. BUITENLAND. Bel Frankrijk. Mijne eerste minnarij. Uitgever: ANT00N TIELEN te Waalwijk. ölffie. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden, enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1 7 regels ƒ0,60, daarboven 8 cent per regel groote lettere naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht .Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk brengen bij deze ter kennis der inge zetenen dat het primitief kohier van den hoof- delijken omslag over den jare 1880 voorloopig is vastgesteld en ingevolge art. 26-1 der wet van' 29 Juni 1851 (Staatsblad no 85) ter secretarie dezer femeentc gedurende 14 dagente rekenen van en 16n dezer af, voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Binnen dien termijn kan ieder die op het kohier voorkomt tegen zijnen aanslag bezwaren inbren gen bij den Baad dezer gemeente. Waalwijk, 14 Augustus 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd De SecretarisDe Burgemeester F. W. VAN LIEMPT. VAN DER KLOKKEN. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk Gezien de circulaire van den Commissaris des Konings in deze provincie van 16 Juli 1880. A. no 10, 2e afdeeling, (Prov. bijbl. no 60) Brengen ter kennis der ingezetenen in het al gemeen maar vooral der houders van vee, dat Dij Koninklijk besluit van 14 Maart 1880, (Staats blad no 31), nader is bepaald dat voor besmette lijke ziekten van het vee worden gehouden lo. De veepest (veetyphys) bij herkauwende dieren (waartoe ook' schapen bokken en geiten behooren) De longziekte bij runderen Het mond- en klauwzeer (besmettelijke blaaruitslag aan den mond en de klauwen) bij herkauwende dieren en varkens De kwade droes en huidworm bij eenhoe vige dieren De dierenschurft bijpaarden en schapen De pokken bij schapen Het miltvuur bij alle vee; en 8o. De hondsdolheid'bij alle vee. Voorts worden de ingezetenen herinnerd "aan de verplichtingendie bij het voorkomen van besmettelijke ziekten onder het vee(waaronder thans ook het mond- en klauwzeer besmette lijke blaaruitslag van den mond en de klauwen bij herkauwende dieren en varkens behoort,) op hen rusten ingevolge de bepalingen van de artt. 13 en 14 der wet van 20 Juli 18/0, (Staats- 2o. 3o. 4o. 5o. 6o. 7o. blad no 131), diè bij elke der bovengenoemde ziekten van toepassing zijn luidende „Wanneer zich bij eenig stuk vee verschijnselen „van cene besmettelijke ziekte' openbaren', is de „houder of hoeder verplicht daarvan onmiddellijk „kennis te geven [aan den Burgemeester der ge- „meente, v, aar het vee zich bevindt. „Een stuk veedat verschijnselen eener be smettelijke ziekte vertoont, moet onmiddellijk „door den eigenaarhouder of hoeder van liet „overige vee worden verwijderd en zoolang af gezonderd gehouden worden', totdat daaromtrent „door den Burgemeester, in overleg met den „Districts-Veearts ofenz., overeenkomstig „de bepalingen der wet zal beslist zijn/' En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt ter gewone plaatsen ën aan ieder- der veehouders in deze gemeente een afdruk worden toegezonden Waalwijk den 15 Augustus 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd De SecretarisDe Burgemeester F. W. VAN LIEMPT- VAN DER KLOKKEN. ÖJ Bij de vaderlandsche feestviering verdrong zich eene dichte menschenmassa in al de straten die tot de nationale tentoonstelling leiden waar de ceremonie plaats heeft gehad. De Kamer, de Senaat en de Ministers waren daarbij in vollen getale tegenwoordig, benevens deputaties uit alle korpsen van het legeruit particuliere ver- eenigingen en uit de pers ook de burgemeester en deputaties uit de raden van alle Belgische gemeenten. Zij trokken allen in stoet ten 12 ure naar het tentsonstellinggebouw. De Koning en de koninklijke famillie kwamen ten D/g ure. Zij werden waar zij kwamen met onbeschrijfelijke geestdrift begroet. De stad was prachtig met vlaggen versierd; het weder was heerlijk. In antwoord- op de gehouden redevoeringen hjpld.de Koning een lange toespraak, in welke hij zijne erkentelijkheid uitsprak jegens de man nen, aan wie Beigie zijn bewonderenswaardige constitutie verschuldigd is. Verder somde de Koning op, wat er sedert L830 volbracht werd. 0°k zeide hij, wij kunnen niet nalaten een bil lijken cijns "an dankbaarheid te brengen aan de vijl groote Mogendheden en maakte ten slotte melding van de broederlijke betrekkingen met de overige Mogendheden. Een nieuwe Belgische expeditie naar Afrika verliet Liverpool den 10 dezer, ten einde mr. Stanley's expeditie aan de Congo te Versterken. Dit is de 5de Belgische expeditie naar Afrika. Zij bestaat uit den luit. Haron, den luit. Valckè van de genie den luit. Braconier van de cava lerie Paul Neve van den dienst der bruggen en wegen cn Van Hesteeen marine-Officier. Luitenant Braconier staat aan het hoofd van deze expeditie. i. De morgenzon van een helderen Meidag ont wikkelde eene bijna tropische hitte, toen ik met een dnn zomerjasje aan een lichten strooien hoed op het lioofd en den rook eener sigaar door den neus blazende naar de Amstelstrasse wandelde om twee vrienden te bezoeken. Het gezicht van een aantal soldaten die voor de brandeude zon in de schaduw een schuilplaats zochten koetsiers in livrei in wier gelaat niets minder te lezen was dan verlangen naar een vrachtje, alles verhoogde in mij het drukkende der hitte en wekte in mij een onbestemd ver- langeu naar een glas mineraalwater of eenig ander middeldat geschikt was om de hoogte van den thermometer en de afkoeling van mijn lichaam in overeenstemming te brengen. Ik vond juist mijne vrienden aan het ontbijt en had het genoegen een flesch Selters met ijs te gebruiken en mij gemakkelijk in een koelen lederen stoel te kunnen neervlijen. Ik moet hier opmerken dat ik in j iren cenige trappen lager dan mijne vrienden stond terwijl ik een baardeloos eenig zoontje van 19 jaar was, die nimmer moeders pappot verlaten hadwaren mijne vrienden Mirtenfeld en Seltzer ruim acht jaren ouder. De eerste was een koelbeschaafd jongmensch met een bleek regelmatig gelaat smalle sarkastische lippen koude grauwe oogen en blond haardien ik benijdde om zijn smaak in zijne kleedingzijne bedaardeafgemeten mauieren zijne behendigheid in het biljartspel en om zijn geluk bij de dames. Doch bij mijne bewondering voor hem en onze vertrouwelijkheidwas er toch iets in hem wat mij tegen de borst stuitte omdat ik maar al te goed wistdat ik mijn goeden vriend dikwijls tot doelwit dienen moest zijner spotternijen en bij mij in bet algemeen voor eeu dommen jongen hield die nog verduiveld veel „door de spitsroede" zou moeten gaan. Seltzer was-ook, zooals ik reeds -zeide onder dan ik. Hij had een effen gelaat, zonder de minste uitdrukking een langen dunnen, rooden kneveleen piepcrigen lach en een fijn muzikaal gehoor. Hij bespeelde de concertide. Wat hij eigenlijk van beroep waskan ik niet zeggen alleen herinner ik mij dat hij mij, toen ik hem voor de eerste maal ontmoettereeds vijf Ihaler ter leen vroeg. Latere ondervindingen leerden mij dat de edele lieer de gewoonte had een dergelijk verzoek zoo dikwijls mogelijk te herhalen en het alleen bij het ontvangen te Maten berusten zonder ooit aan het terugbetalen te denken. 'Hij was geheel en al de slaaf van den rijkeren Mirtenfeld en deze vond in hem een willig en bruikbaar werk tuig om zijne streken uit te voeren. „Wilt gij eene stinkstok opsteken, engeltje?" vroeg Mirtenfeld terwijl hij mij uit een kwart kistje eene der zwaarste sigaren aanbood. Ik nam er eene en rookte liet heerlijke kruid met het verrukt gelaat van ten kenner ofschoon ik mij reeds bij de eerste trekken ongesteld be gon te gevoelen. Om dit echter zooveel mogelijk te verbergen sloot ik als ware ik vermoeid de oogen en ging gemakkelijk in den rug van mijn stoel liggen terwijl mijne eerwaardige vrienden met elkander praatten. „Mij dunkt zoo wij eens bepaalden waar wij heden avond heen zullen gaan", zeide Mir tenfeld. Daarop stond hij op boog zich over- Seltzer en fluisterde hem iets in het oor. Wat hij hem zeide weet ik nietdoch zijn gewillig werktuig liet zijn piepcrigen lach hooren en keurde zijn voorstel goed. Zij spraken blijkbaar hoogst ingenomen met Mirtenfeld's voorstelhard ge noeg om al dommelende- door mij te worden gehoord zonder dat echter de lust in mij op kwam om de reden van hunne buitengewone vroolijkheid te kennen. „En zult gij er ook zijn vraagde Seltzer. In den jongsten Ministerraad werd besloten t. 'genover Admiraal Ribonrt (Cherbourg) geener lei maatregelen te nemen omdat toch einde Augustus zijn tijd om is. Vice-Admiraal Peyron zal hem vervangen. In het departement Jura is Zondag tot Senator gekozen Generaal Grévy broeder van den Pre sident der Republiek. De derde broeder, Albert, is gelijk men weetgouvernenr-generaai van Algerie, De Fransche Regeering heeft een aantal vreemdelingen die zich wat veel in de politiek lanceerden ubgenoodigd het land te verlaten. Onder hen bevinden zich een paar sociaal-de in oei aten. Een officier van het tèrritoriale leger de kolonel Canatheeft bij liet uitreiken van het nieuwe vaandel aan zijn regiment tot de man schappen 'eene toespraak gehouden waarin hij de hoop te kennen gaf, dat het vaandel weldra beschouwd zal mogen worden als be hooren de tot het vaandel van de Vereenigde Staten van Europa; want, voegde hij cr bij, door van „De hemel beware mij!" hernam Mirtenfeld; „het is mij on verdragelij k en jaagt mij reeds schrik aan er aan te denken ofschoon ik van deze gelegenheid gebruik zou kunnen maken tot mijn jaarlijksch bezoek." Daarop spraken beiden weer zacht en slechts enkele uitdrukkingen als „het is een kapitale grap", «het is een vreeselijke dwaas, die zelfs voor zijn schaduw bang is", drongen in mijne slaperige ooren. „Een verwenschie grap", dacht ik, „althans zoo ik door dien vreeselijken dwaas bedoeld word", waaraan ik weinig reden had te twijfelen. Eindelijk waren ons ontbijt en onze vriend schappelijke madedeelingen afgeloopen. Wij ston den op rekten ons eens uit en geeuwdpn door verveling gekweld. Tot mijne blijdschap zeide Mirtenfeld mijdat hij den geheelën namiddag door dringende bezigheden bezet was, doch hoopte dat ik dien avond met zijn club zou dineren en daarna met hem naar een heerlijk bal gaan, dat op eemgen afstand buiton de stad dien avond gegeven werd. Er zouden veel „verduiveld lieve meisjes"zijn en wie weet, of het mij daaren boven niet gelukken zou het hart van de eene of andere rijke erfgename te veroveren. Nadat Jk mijne toestemming tot deze schikking, welke mij zeer aannemelijk voorkwam gegeven had barstten mijne vrienden in een donderend gelach uit dat mij eenigszins verdacht voor kwam. Even verdacht hadden Mirtenfclds com plimenten over mijn broek en liet uitkomen van mijn knevel (die nog slechts zeer in den beginne was) kunnen zijn zoo ik geen argeloos jonge ling geweest was. Natuurlijk dineerde ik met Mirtenfeld volg zaam als een hond zijnen meester en daar het zeer warm was dronk ik meer champagne dan mijn hoofd verdragen kon. Een zware sigaar voltooide de werking en toen ik in Mirtenfeld's brougham recht op mijn gemak lag, draaide alles met mij rond. Na den snellen rit van een half uur kwamen wij aan de plaats onzer bestemming aan een Europa een Statenbond te maken kunnen wij tot den algemeenen vrede geraken. Hij eindigde zijne toespraak met den kreetLeve alzoo de universeele republiek De Minister van oorlog^ heeft den kolonel deswege gestraft niet eene schorsing van een jaar. Zooals reeds gemeld iszullen uiterlijk den Bisten dezer maand de onderwijs-inrichtin- gen der Jezuïeten gesloten worden. Het aantal dier inrichtingen bedraagt 65 en wel in 31 departementen. Men verneemt echterdat de overheid den Sisten in die scholen geen jezuïe ten meer zal vinden maar anderenaan wie zij hunne scholen hebben afgestaan en waarin zij later als bijzondere onderwijzers het onderricht weer ter hand zullen nemen. De minister-president zoo wordt bericht wil de jezuïeten-scholen die in bijzondere inrichtingen van onderwijs veranderd worden onder goed toezicht Atellen en indien het mocht blijkendat de uitgedrevene jezuïeten aldaar onder een anderen naam het werk hunner vcr- eeniging voortzetten de zaak voor het terecht brengen. Bovendien"zullen de scholen worden gesloten, indien het beu ijs geleverd is, dat er onderwijs wordt gegeven gevaarlijk voor den- Staat. Doch eenige ministers denken cr anders over. Zij willen deze aldus veranderde scholen niet toelaten, en met toepassing-van de oude wetde jezuïeten eenvoudig het land uitgezet hebben. - Te Saarlouis zijn de feesten waarmede men bet 200jarig bestaan der stad vierdeon die Zaterdag begonnen in den avond van dien dag gestoord door een hevige brand in den toren van de Katholieke kerk. De toren brandde geheel afterwijl een gedeelte van het dak der kerk en het orgel vernield werden. Ook een huis waaarop een brandende balk neerstortte brandde geheel uit. Er kwamen geen mensch'en om het leven doch twee brandweergasten werden vrij ernstig groot gebouw geheel afgezonderd gelegen in een grooten tuin en park en helder verlicht. De lichten en bedienden aan den ingang geplaatst, de luid klinkende muziek en de scboone engel achtige wezens in wolken var. hemelsch blauw en roze, die ik door de vensters bemerkte, brachten mij eenigszins tot mij zeiven en het eerste wat ik deed toen ik in de vestibule trad, was naar een spiegel te-gaan en mijn toilet eens met zorg op te nemen en in orde te brengen. Toen ik hiermede gereed was cn mij omkeerde, bemerkte ik tot mijn selirik dat mijne vrienden verd wenen waren en mij geheel aan mij zei ven hadden overgelaten om mij cr zoo goed moge lijk door te helpen. Dit was echter voor mij geen gemakkelijke taak. „Mooie vrienden," dacht ik „het is juist iets van hen om mij hier in verlegenheid te brengen en in eene schitterende balzaal te brengen zonder mij aan de vrouw des huizes te hebben voorgesteld Terwijl ik verlegen om mij heen zagals om iets te vinden dat mij redding beloofde, viel mijn oog op een klein vertrek aan myne rechter hand welks deur open stond. Ik gin°" er in het was ledig. Hier toefde ik eenige minuten en draaide met de toppen mijner vingers aan de haartjes van mijn opkomenden knevel. Plotseling ging aan het andere einde der kamer eene deur open cn een bekoorlijk meisje met een schitterend toilet trad binnen, Haar gelaat gloeide en haar gedrag was eenigszins gejaagd, ioen zij mij voorbij wilde gaan ver loor zij een handsehoen op lietzelfde^oogenblik was al mijne beschroomdheid verdwenen ik bukte spoedig nam den handschoen op en gaf hem aan de dame met de bevalligste buiging die ik maken kon terwijl ik tevens ecn° bfik vol bewondering over hare schoone gestalte liet gaan die den eersten saletjonker tot eer zou verstrekt hebben. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1880 | | pagina 1