Nummer TO. Zondag 5 September 1880. 3e. Jaargang. IJl, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. De Verstootene. Spanje. Engeland. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk STAAT VAN BRIEVEN De Echo van het Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het gelieele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden, enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 Tegels 0,60. daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. geadresseerd aan onbekenden. Gedurende de tweede helft der maand Juli 1880. Van'_ Waal wijk. A. Abrahams. Lekkerland G. Matzdorff. Lichtenveld. Van Baardwijk. J. Muscli. Amsterdam. Drunen. Mej. Trui. Rotterdam. Kunnende de brieven door de afzenders aan het Postkantoor alhier worden terugontvangen. De Directeur, BAGGERMAN. Aan het strand van de Belgische badplaats Blankenberghe zijn onlangs twee jongelieden van 17gen 22 jaren bij het nemen van een bad verdronken. Dat ongeluk heeft aldaar groote opschudding verwektomdat het moet worden toegeschreven aan het ontbreken van alle toezicht bij het baden, daar de hiermede belaste personen een eind van het strand op een dijk bezig waren en aan den onvoldoenden toestand van de reddingboot. Toen men na verloop van eenigen tijd de noodkreten der jongelingen vernam, begaven zich eenige mannen te water, maar dezen moesten weldra zei ven geholpen worden door de eindelijk in gereedheid gebrachte reddingsboot, en lieten, toen zij weer aan land waren de drenkelingen aan hun lot over. Onder de badgasten heerscht algemeene ver ontwaardiging. Men hooptdat liet gemeente bestuur maatregelen zal nemen om voor het vervolg dergelijke gevallen te voorkomen. Bij"de viering der onafhankelijkheidsfeesten in de Belgische gemeente Binche zal men een grooten internationalen zangwedstrijd van. vinken houden waarbij aan den best zingenden vink een zilveren medaille toegekend wordt. Te Brussel mag men waarlijk wel afgeven op de stierengevechten in Spanje en op andere barbaarsche spelen en genoegens in minder be schaafde landen. Zaterdag avond drong het pu bliek zich bijna dood om eer. plaatsje in de menagerie-Bidel ten einde gptuige te zijn van het afschuwelijk schouwspelden tenor Tainville drie coupletten van het lied Buvons a la gloire! te hooren en te zien voordragen in de leeuwen- kooi. Vergezeld van Bideldie de brullende leeuwen in bedwang hieldbracht hij dit waagstuk ten uitvoer onder de oorverdoovende toejuichingen van een publiek dat zich alleen door de groote kans om hem levend te zien verscheuren naar deze afgrijselijke voorstelling had laten lokken. i. „Dus moet ik rechtuit gaan „Ja, altijd rechtuit, mijnheer; dc weg loopt over gindschen heuvel en dan rechtstreeks naar Poynings. Hebt gij geen bagage, mijnheer?" Neenik dank u." „Bagage heeft hij zeker niet. Hebt gij dan niet bemerkt dat hij niet eens een overjas aan heeftThomas niet eens een overjas, ofschoon hij van de koude beeft. Ik zou wel eens willen weten wat hij daar moet jagen. Hij ziet er mij niet naar uitom tot de genoodigden op Poynings te behooren of dat hij daar iets te halen heeft een maal eten misschien." De beleefde besteller die de vraag gedaan en de spotzieke spoorwegwachter die ze beant woord had, zagen den vreemdeling nog een oogenblik na, die op de Zuid-Ooster baan op den trein gekomen en op het station Amherst er uitgestapt was daarop keerden zij weder naar hun werk terugwaarvan het fluiten van den naderendent trein hen had afgeroepen. De spoorwachter had gelijk; de jongeling beefde van koude. Het was een buitengemeen koude avond in Februari. De bevrozeu grond tusschen de rails over welken de vreemdeling met lichtesnelle schreden zich voortspoedde <rü{ zelfs een klinkenden toon onder zijne dunne Faarzcn. De scherpe, snijdende wind drong door zijne dunne afgedragen kleöderen en nog voor hij den heuvel bereikt bad bleef hij een oogenblik staan en sloeg zich met zijne armen tegen de schouders maar luj deed het op eene wijze als iemanddie er uiet aan gewoon is en zijn best doet eene beweging na te bootsen, die bij eens gezien heeft. Daarna vervolgde hij even snelmet- korteongelijke schreden zijn wegop eene wijzedie maar al te zeer ge tuigde hoe slecht een voetganger hij was. Nu De sluiting der Jezuïten-scholen in Frankrijk had tot heden overal op rustige wijze plaats. De politie vond bij haar binnentreden doorgaans het gebouw in handen eener burgerlijke maat schappij en de kapel dicht gemetseld. Met een enkel woord is onder de telegram men gemelddat het voornemen bestond -om de niet-erkende congregaties ongemoeid te laten wanneer ze, in plaats van de erkenning aan le vragen eene schriftelijke verklaring wilden af leggen inhoudende dat op hunne scholen noch over staatkunde gesproken noch tegen de be staande instellingen zou worden geagiteerd. Het bericht van dergelijke schipper-voornemens klonk vreemdmaar toch schijnt het waar te wezen. De goed ingelichte Parijsche correspondent toch van de Kölnische schrijft, dat alle vrouwelijke en mannelijke chefs van niet-erkende orden de Jezuïeten uitgezonderd aan de Regeering eene verklaring hebben gezonden waarin ze hunne hoogachting voor en onderwerping aan de nieuwe instellingen des lands betuigen. Het is geenszins hun voornemen de Republiek tegen te werken. Wanneer ze de erkenning niet heb ben aangevraagd, dan geschiedde dit niet wegens staatkundige redenen. Men had zich ook niet willen verzetten tegen de wet. Aan 't slot wordt nogmaals verzekerd, dat men- geheel leeft buiten de politiek en slechts de Christelijke liefde wil beoefenen. Thans zijn de Jeznïten in Frankrijk ijverig bezig naamlooze maatschappijen op te richten ter besturing der aan hun rechtstreeksche leiding onttrokken inrichtingen. Zoo is er onlangs zulk een naamlooze vennootschap opgericht voor voorbereidende scholen met een kapitaal van 1.100.000 fr. in 1100 aandeelenelk van 1000 fr. De werkliedenvereniging te Havre, heeft in de vorige week een vergadering gehouden om te spreken over het gedrag van haar afge vaardigde Drouetop het jongste werklieden congres waar deze is opgekomen tegen dc omverwerpende theorieën, die door sommigen verkondigd werden. De vergadering hechte haar goedkeuring aan Drouet's gedrag en verklaarde dat hun afgevaar digde door deze heillooze theorieën te bestrijden, volkomen in den geest der werklieden van Havre gehandeld heeft. Door een Parijsche vrijmetselaarsloge is een adres aan de Kamer van afgevaardigden ter teekening gelegd waarin verzocht wordtdat ieder man of vrouw die voor de derde maal w gens diefstallandlooperij of eenig ander mis drijf veroordeeld is levenslang verbannen worde naar een overzeesche strafkolonie. Men zou daar dan den veroordeelde als bij zich voortdurend goed gedroeg kunnen voort helpen b. v. door hem een stuk gronds in eigendom te schenken. Het doel van het verzoekschrift- is Qntslagen te worden van een aantal doortrapte misdadigers, die in gevangenissen zeiven niet verbeteren en hun medegevangenen nog slechter maken. - Tervijl Zondag-avond een jeugdige vrouw, aan den arm van een heerop den boulevard Montmartre bet Theatre de3 Variétés wilde bin nentreden wierp een jongman die genaderd was, haar plotseling een groote hoeveelheid zwavelzuur in het gezicht. Nadat hij in hechtenis genomen was bleek de jongman zijn daad uit jalousie bedreven te hebben. De jongste stormen in Frankrijk schijnen even uitgestrekt als vernielend te zijn geweest. Te Lyon vindt men hun spoor in honderden ongewaaide boomen en duizenden gebroken ven sterruiten. E?n circus woei er geheal onderst boven en het dak van een olicfanten hok in een menagerie werd als een veer weggeblazen. Een schouwburg en het anatomisch museum werden gedeeltelijk vernield. Te Riom in Puy de Dome, moest de zitting van het gerechtshof wegens de duisternis ge schorst worden. Te Thiers hagelde het twintig minuten achtereenen in het dorp Barbarin raakten drie huizen door den bliksem in brand. Ook uit RochefortMeules Douai en andere plaatsen komen dergelijke berichten, Maar het meest schijnen de departementen Haute Marne, YonneNièvre en Loire geleden te hebben. Daar verloren verscheidene menschen liet leren, en werden een aantal huizen door den bliksem of door overstrooming beschadigd. eens struikelde hij over de bevrozon wagensporen, dan weder gleed hij onderuit over een ijsklomp dan weder bleef hij eensklaps staan om adem te scheppen en zijne hand op zijn luidkloppend hart te drukken. Toen hij den heuveltop had bereikt, door den besteller hem aangeduid, hoorde hij een kerkkloktoren uit de nabuurschap tien uur slaan. Het geluid klonk hem helder, door de koudeveerkrachtige lucht in het oor. Hij bleef staan telde de slagen en vervolgde zijn weg mei nog sneller schreden. „Tien uur", zeide hij half zacht. „Ik zal mij moeten reppen zoo ik ze niet allen reeds te bed vinden wil. Zooveel ik van hen weet is, dat Carruthers tot de respectabelste menschen behoortdie des avonds met hunne huisgenooten zich in stille aandacht godsdienstig vereenigen. Gelukt het mij niet hen voor dien tijd van mijne tegenwoordigheid kennis te geven dan bestaat er geen kans meerhen nog heden te spreken. -En de wind is zoo seherp als een scheer mes. Pas opezels Waartoe dienen u uwe lantaarnsals gij daarbij niet zietdat er men schen voor u op den weg zijn Bij deze woorden was bij ter zijde gesprongen en stond nu tegen de kale haag gedrukt, terwijl een rijtuig met brandende lantaarns en dampende paarden hem zoo van nabij voorbij reed, dat zij bijna zijn arm raakten. De koetsier sloeg geen acht op zijn woorden. Evenmin ook de palfrenier, die in een dikken mantel gedoken slapend achter op zat. De koets rolde zonder oponthoud voort, maar de voetganger die den slapenden toestand van den palfrenier bemerkt had sprong achter op de trede terwijl hij zich met beide handen aan het rijtuig vasthield eu achter de plooien van den mantel des bedienden tenminste eenige beschutting tegen den snijdenden wind vond terwijl hij snel zijn doel bereikte. Hij bleef op de trede staan tot het stilhouden van het rijtuig en het roepen van den koetsier om de poort te openen hem herinnerde dat hij moest af stijgen- Weldra was hij weder op den harden grond en plaatste zich ter zijde van het rijtuigdat hem tegen het licht in de woning des portiers be schutte, voor welker deur zich een aantal be woners des landgoeds hadden verzameld om de gasten te zien aankomen, Éen oogenblik later was de equipage verder gereden en de vreem deling met baar ongemerkt binnengeslopen, was in de schaduw van het hout verdwenen. Hier, aan den ingang der olmenlaan, welke naar het heerenhuis leidde bleef hij een oogenblik staan. De nacht was helderde starren fonkelden aan den hemelde lucht was ijzigscherp snijdend. Men hoorde den wind uietdoch deze was niettemin voelbaar en doordringend. Eene rilling beving den vreemdeling toen hij door het geboomte beschut, het rijtuig met zijn glinsterende lantaarns nazag.' „Zie daar het beeld van mijn lot," sprak hij binnen 's monds. „Niets ontbreekt hier om mij te doen gevoelen dat ik een verstootene ben. Een vreemdeling in het huis mijner moeder, verstoeten door haren man moet ik achter de equipages hunner aanzienlijke gasten hier als een dief binnensluipen. Maar ik wil mijne moeder zien, ik nioet baar zien het is het eenige om mij tegen vertwijfeling te behoeden wel is het eene wanhopige daad maar ik kan niet anders ik moet. Aan haar en hare goed heid twijfel ik nietGod zegene haardoch ik vrees dat zij de macht niet heeft om mij mijne bede toe te staan." Eindelijk verliet hij de schaduw van het ge boomte en trad bevend van koude de olmenlaan uit. Snel ging hij voorwaarts want zijn weg waszooals hij bij het stergeflonker zien kon, nog vrij lang. Bittere gedachten hielden hem bezigin zijne diepedonkere oogen brandde een dof vuur en zijne handen die hij in zijne zakken verborg balden zich van toornig onge duld. „Een schoon oord en een prachtig huis, voor waar", vervolgde hij in zijne alleenspraak; „alle3 wat mep zich voor geld verschaffen kan en bij dat alles is er geene plaats voor een eenigen zoon Ik ben nieuwsgierig lioe het haar in haren Door de jongste stormen en regens is in Spanje groote schade toegebracht aan spoorwegen, land en wijnbouw met name in het Zuiden, Murcia b. v, Alicante en Albacet. Menschen zijn er weinig omgekomen. De Regeering heeft hulp gezondèn. Een telegram uit Quetta meldtdat Generaal Roberts gisteren voor Candahar is aangekomen en dat Ajub-Khan tracht onderhandelingen aan te knoopen. Van Roberts zijn berichten ontvangen dd. stand bevaltMaar neen neen ik weet het immers dat zij niet gelukkig is en wij, hij en ik zijn er de schuld van." Zijn gelaat werd somberder en dreigend hief hij de gebalde vuist op naar het statige huiswelks breede helder verlichte gevel voor hem stond. „Jahet is zijne schuld de schuld van hemdie mijne moeder hnwde en haar eene hoop deed koesteren welke hij nimmer voor nemens was te verwezenlijken. Mijn slecht gedrag was een geschikt voorwendsel mij het huis te ontzeggen Hij haat mij en heeft mij reeds gehaatvoor hij mij kendevoor hij het wist dat ik juist niet een zachtzinnig lamgeen voorbeeld was van kinderlijke deugd en onder werping. Hij haat mijalleen omdat ik besta omdat, ik de zoon mijner moeder ben en al ware ik de volgzaamste stiefzoon geweest dan zou hij mij toch gehaat hebben en hij had mij op eene andere wijze doen gevoelen dat ik te veel was in plaats van mij thans de keuze te laten tusschen den bedelstaf en den hongerdood zie daar het eenige onderscheid. Ik geloof zeker dat het beter iszooals het is." Een koude lach vertoonde zich op zijn gelaat. „Ik ben alles geweestbijna een schelm, maar geen bedelaar", vervolgde bij, „en ook nu nog. niet ben ik een bedelaar want het is aan mijne moederdat ik iets vragen wilterwijl ik als een dief en spion haar fraai huis binnensluip een verloren zoon die niet het minste voor uitzicht heeftdat men hem welkom heeten zal maar die integendeel verwachten kan de deur uitgeworpen te worden zoodra men hem her kent. Bovendien schijnt men hier slechts iederen avond partijen te geven, en da', maakt het nog moeielijker de oude Brooks aan het lijf te komen, doch mijne tegenwoordigheid zal er minder door opgemerkt worden. Nieuwsgierigen zullen er ook wel bij die feesten zijn. Eindelijk heb ik dan het buis bereiktHet ziet er bij het sterrenlicht vrij somber uit. Maar de lichten schijnen zoo warm. Groote God, hoe koud is het hier buiten Wordt Vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1880 | | pagina 1