Nummer 14.
Donderdag 17 Februari 1881. 4°. Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Bek
Frankrijk.
Engeland.
De Verstootene.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
igie.
DeEehovaji
Dit blad verschijnt'Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door
het geheeie rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden,
nz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht
Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel.
De werkstaking der mijnwerkers te Cuesmes
bij Bergen is reeds weder geëindigd.
Zaterdag is te Brugge met groote plechtigheid
aldaar ontvangen de ingenieur van den Neder-
landschen waterstaatde heer J. Dirks die er
zijne denkbeelden kwam uiteenzetten over de
plannen om van Brugge, door een verbin
dingskanaal met Heyst, eene zeehaven te maken.
Aan het station werd hij opgewacht door een
stoetsamengesteld uit omstreeks 100 vereeni-
gingen en corporaties van allerlei aard, die hem
naar het Raadhuis geleidde, waar hij officieel
ontvavgen werd. Des middags had er ter zijner
eere een feestmaal plaats waaraan door onge
veer 200 personen deelgenomen werdterwijl
s avonds een gala-voorstelling in den schouw-
burg gegeven werd gevolgd door een fakkel
optocht.
Volgens het Memorial diplomatique stemt
Engeland met Oostenrijk-Hongarije en Duitsch-
land overeen, om Janina en Metzove aan Tur
kije te laten en Larissa aan Griekenland toe
te wijzen. Nadat de mogendheden elk voor
zich dit voorstel aangenomen hebben zouden
ziJ ^Turkije en Griekenland uitnoodigen zich
gelijktijdig te ontwapenen terwijl de gezanten
te. Konstantinopel de collectieve nota's aan Tur
kije en Griekenland zullen redigeeren.
De kamer heeft het voorstel van Louis
Blanc tot afschaffing van de doodstraf in over
weging genomen. De discussie over de wet tot
invoering van den scrutin de liste is op Don
derdag bepaald. De kamer heeft de discussie
over de drukperswet tot Maandag verdaagd.
Het voorstel tot waarborging van de gawetens-
vrijheid bij het leger is uitgesteld.
Zooals gemeld is heeft de minister van
oorlog een we'sontwerp bij de kamer ingediend,
waarbij de seminaristen, opgeleid tot geestelijken,
verplicht worden een jaar dienst te doen als
ziekenoppassers in de militaire hospitalen. De
commissie der kamer kon zich met dat denkbeeld
niet vereenigen. Zij meende dat de wet gelijk
moet zijn voor allen en dat de aanstaande
geestelijken gelijk in een ontwerp van den heer
Labuze was voorgesteld in de gelederen moeten
dienen zij het da?; ook voor een beperkten tijd.
De ministerraad heeft nu besloten aan het
verlangeu der commissie te voldoen en het ont
werp van den minister van oorlog in dien zin te
wijzingen dat de aanstaande geestelijken in de
tweede klasse der lichting zullen vallen en ge
durende een jaar dienst zullen doen als gewoon
soldaat.
Om de omwenteling die voor twee maan
den in het miniatuur-staatje Andorra heeft plaats
gehad goed te begrijpen dient men te weten,
dat er twee partijen zijn de ééue die eene
speelbank, het rouge et noir, in het republiek-
je wil zien verschijnen de andere die van deze
demonische uitvinding niets wil weten. De eerste
partij noemt zich de beschavende, zeker niet
omdat zij de roulette in 't landje brengen wil
maar omdat zij spoorwegen en de doorgraving
der Pyreneeën verlangtten einde op die wijs
Andorra in gemakkelijke gemeenschap te brengen
met het overige Europaiets wat de roulette
uitmuntend te stade zou komen. De andere
partij heeft het voorvaderlijke leven te lief om
er van af te wijken. Andorra heeft zes eeuwen
lang een gelukkig leven geleid bijna vergeten
van de wereld. Dat leven meent zij moet in
eere gehouden worden, zuiver gehanihaafd
blijven.
De besturende raad van Andorra was verdeeld
over de quaestie der speelbank. Van de zes leden,
vertegenwoordigers van even zoovele kerspelen
waren vier tegen twee voor de roulette. De
minderheid kwam in verzet, en de omwenteling
was cr het gevolg van. De minderheid had ge
zegevierd.
De maatschappij der Messageries maritimes
heeft van de reg'eering concessie bekomen voor
de oprichting van een stoombootlijn die van
Marseilledoor de Roode Zeede eilanden
Reunion en Mauritius, vervolgens Melbourne en
Sydney zal aandoen en tot Numea gaat. Het
doel dezer onderneming, die door de regeering
wordt ondersteund is de ontwikkeling van het
verkeer met Australië te bevorderen. De sehepen
voor deze vaart zullen 5000 ton meten en van
machines van 2500 paardenkrachten voorzien
zijn. Zij hebben ruimte voor 700 ton steenkolen
en denken de reis in 45 a 50 dagen te doen.
Wederom is een vreemdeling uit het land
gezet wegens deelneming aan revolutionaire pro
paganda nl. zekere von Stilledie te New-
York geboren is en wegens deelneming aan de
Commune veroordeeld werd.
Men begroot dat in 1880 de wolven in
Frankrijk vooral in de departementen grenzende
aan de Alpen en de Pyreneënvoor millioenen
franken schade hebben aangericht. De louveterie
is een tak van openbaren dienstlieutenant de
la louveterie is een eerebaantjedat door de
groote landeigenaars op hoogen prijs wordt ge
steld als erkenning van jagersbedrevenlieid.
XXV.
Eene schrede tot ommekeer.
//Wat mag hem voor den drommel juist heden
naar huis gejaagd hebben vraagde de jongeling
aan zich zei ven. „De duivel hale hem Wat
zal zij nu beginnen Het is om gek te worden.
Zoo hij nog maar weinige uren weggebleven
ware Nu zal zij het niet durven wagen in het
bosciije te komen is zij niet doodelijk beangst
voor dien ouden schelm, en zoo zal ik opnieuw
moeten wachten. En dat na alles, wat ik
aan Routh beloofd na alle luchtkasleelen
die ik gebouwd heb
Bij deze woorden leunde hij op een traliehek
in de haag en strekte dreigend de vuist naar
zijn waardigen stiefvader uit, van wien nu nog
alleen de hoed zichtbaar was.
«Maar misschien", vervolgde George in zijn
alleenspraak, „misschien zal zijacht gevende
op mijn hachelijken toestand, het nog wagen in
het boschje te komen. Misschien is zij nu reeds
in den tuin en zoo hij haar niet vindt hij
zit haar altijd op de hielen ga.it hij haar na
en vindt haar in mijn gezelschap. Dat zou het
ergste van alles zijn en voor het zoover komt
wil ik liever van hare hulp afstand doen. Ik
moet het echter beproeven, of ik haar niet kan
spreken."
Hij sloeg een zijpad in, dat met een rechten
hoek op de allee aanliep en ging toen langs de
lage haag van het park, tot hij het boschje be
reikte.^ Toen zag hij rondom zich, om zich te
overtuigen, dat niemand zich in de nabijheid
bevond, klauterde over de haag en kwam aan
den anderen kant op het met sleutelbloemen be
zaaide gras neder. Alles was stilalleen de
vogels sprongen door de takken en myriaden
sP-khanen waren aan zijne voeten. De weg
had hem afgemat, hij legde zich neder, om zoo
zijn moeder af te wachten. De geur van liet
frissehe gras, het vroolijk gezang der vogels, en
het zacht geristel in de boomen boven zijn
hoofd deden hem in allerlei halfvergeten droo-
men uit zijn jongenstijd verzinken. Maar daar
sloeg liet twaalf, het uur door zijne moeder
bepaald, was daar. Hij sprong op, plaatste zich
achter een dikken boomstam en zag in gespan-
uen verwachting in de richting van het huis.
Intusschen was er geen enkel menschelijk wezen
te zien. Slechts eenige konijnen sprongen zonder
het minste gerucht rond en dezen, benevens de
vogelen en de sprinkhanen waren de eenige
levende schepselen zoover het oog reikte. Einde
lijk verliet George zijn schuilhoek en begon on
geduldig heen en weder te loopen, doch liet sloeg
kwartier over twaalf, het sloeg half-een en nog
altijd was hij alleen.
Eindelijk kwam er iemand. George's gezicht
ontdekte eene vrouwelijke gestalte in de verte,
doch zijne moeder was het niet. Het was eene
oude vrouw met krommen rug, die met lang-
zamen, aarzelenden tred naderde. George ver
school zich in het bosch om haar te laten voor
bij gaan, maar weldra herkende hij mrs. Brooks
en kwam daarop spoedig uit zijn schuilhoek te
voorschijn. De oude vrouw stiet een zachte
kreet uit, toen bij daar zoo op het onverwachtst
voor haar stond.
„Wat doet gij mij schrikken, ofschoon ik naar
u rond zag en wist dat ik u hier zou vinden,"
zeide de oude vrouw. „Maar gij verwachttet
mij niet hierdoch een anderniet waar, mr.
George
„Wat is er gebeurd?" viel George haar in de
reden. „Is mijne moeder ziek geworden Heeft
haar man iets ontdekt
„Volstrekt niets, zij is wel tenminste zoo
wel als zij zijn kan, die arme goede ziel."
„Zij is dus niet in staat geweest hare belofte
na te komen
O, George, George, hebt gij het ooit beleefd
dat zij niet nakwam, wat zij eens beloofd had?
Misschien zoude het somtijds beter geweest zijn,
Volgens den correspondent van de "Times"
te Durban, verzekeren de Boeren, dat hun aan
tal bij het gevecht van Dinsdag slechts een 100
man bedroeg, en dat hunne verliezen zich be
paalden tot negen doodeu en vier gekwetsten.
De correspondent meent echter (hij zegt niet op
welken grond) dat die cijfers veel hooger hebben
moeten zijn.
Bij liet doorwaden van de Ingogo, Dinsdag
avond, zijn luitenant Wilkison en zeven Engel-
sche soldaten verdronken.
indien
//J»> j;l» min, ik weet alles, wat gij zeggen
wilt. Maar waarom komt zij niet
„Zij durft het niet wagen, George. Mijnheer
is op liet onverwachtst thuis gekomen en hij en
miss Clara zijn bij haar. Zij zou geen voor
wendsel kunnen vinden om zich te verwijderen.
Daarom ging zij slechts een oogenblik naar hare
kamer en liet mij roepen dat doet zij immer
als haar iets verontrustdat weet ge immers
nog wel, mr. George. „Neem dit," sprak uwe
moeder, „en ga naar het boschje er. zeg aan
George, waarom ik zelf niet komen kan, en dat
ik hem dit met de beste wenschen van mijn
hart toezend."
Hierop haalde de oude vrouw een pakje te
voorschijn, dat zorgvuldig in een papier gewik
keld was en gaf het aan Dallas over. Hij nam
het aan en stak het in den borstzak van ziin
jas.
z/Ik dank u, min. En zeide zij anders niets",
vraagde George, die niet wist in hoeverre mrs.
Brooks met het geheim zijner moeder bekend
was.
„Zooveel ik mij herinneren kan niets echter
zeide zij nog, dat gij u niet te lang hier in den
omtrek moet ophouden en niet vergeten haar te
schrijven en uw adres te zenden."
„O, zij behoeft zich niet bang te maken. Ik
vertrek opstaandenvoet. Vaarwelmin. Zeg
mijne moeder dat ik woord zal houden, en dank
haar duizendmaal in mijnen naam. En nu nog
eens, vaarwel goede, oude ziel. Misschien zal
het de volgende maal, als ik mijne moeder zien
wil, niet noodig zijn mij in het bosch te ver
schuilen."
Hij drukte een haastige kus op de wang der
oude vrouw en spoedde zich voort. De laatste
woorden, die liij gesproken had, schenen den
ouden toorn weder boven te doen komen.
z/In het bosch verscholen achter de boomen
voortsluipen waarlijk een gepaste wijze voor
een zoan om zijne moeder te wachten en haar
ten slotte nog niet eens te zien", zeide hij in
Als het beste bewijs hoe machteloos Gol-
ley na het gevecht van Dinsdag bleef, mag wel
gelden het telegram: dat de Boeren het slagveld
(dat is het plateau, waarop hij post vatte) bezet
hebben. Door deze beweging zit de Engelsche
troep thans totaal ingesloten tusschen de Buffel
rivier, het Drakengebergte en de beide kampen
der Boeren. Een militair, die het land kent,
schreef aan de „Pali Mall Gazette" dat het nu
roekeloosheid zou zijn nogmaals de Langnekpas
aan te tasten. Hij wil dat deze stelling omge
trokken worde over de Buffel-rivier door Wak
ke rstroom.
De man van de „Times" te Durban meldt
nogdat president Brand de missive van de
Engelsche regeering door Colley's bemiddeling
ontvangen heeft. Ook maakt hij gewag van een
brief van Bok aan den secretaris van den gou
verneur, van 16 Jan. In dit schrijven ontkent
Bok de onzijdigheid van Natal, hij betoogt dat
de strijd der Boeren geen rebellie is, en dat zij
zullen vechten tot den dood.
De „Standard" heeft per telegraaf berich
ten uit fort Amiel van laatstleden Zaterdag
waaraan het volgende ontleend is:
Wegens gemis van cavalerie weten wij niets
van de bewegingen des vijands. Tot nog toe
heeft hij geen demonstratien naar den kant van
Newcastle gedaan en bestaat er ook geen waar
schijnlijkheid op een sgoedigen aanval. Eenige
personen, uit Ladysmith gekomen, hebben kleine
troepen gezien, die den weg bij de Ingaga be
waakten, zonder de reizigers of rijtuigen aan te
houden.
Evenals de correspondent van de „Times"
maakt ook die van de „Standerd" melding van
de Hooglanders, doch voegt er bij, dat deze op
Vrijdag met twee stukken geschut op Ladysmith
waren op marsch gegaan en dat Zaterdag met
hen de kolonne zou worden geformeerd. Ook
meldt hij nog, dat het 97 regiment en het over
schot der huzaren op korten afstand achter het
zich zeiven „haar niet te zien, omdat haar
echtgenoot, die trotsche dwaas, het niet vergunt.
En loeh heeft hij haar lief en is goed voor haar,
dat zij dit zelve zegt beteekent niets, maar ook
heeft mijne min het gezegd en deze kan ik ge-
looven. Indien zulks het geval niet was
indien hij haar slecht behandelde bij den
hemel, hij zou er voor boeten. Maar hij bemint
haar en daartoe heeft hij alle redenen en de
bekoorlijke Clara is zijne nicht. Ha, Capel
Carruthers, gij hebt eene geheime vrees voor mij
en gij weet, gij vermoedt niet, dat twee bescherm
engelen aan uwe zijde staan."
Het gezicht der omheining, over welke hij
springen moestgaf aan zijne gedachten eene
andere wending. Hij bleef staan, zag naar alle
kanten rond ging in de schaduw der boomen
staan, bracht het papier te voorschijn, dat de
min hem gegeven had en vond toen hij er het
buitenste papier had afgenomen, een doosje van
rood marokijn. Als hij het opende, schitterde
hem van een fluweelen bekleedsel een prachtige
armband tegen. Het was een gouden grond
versierd met een krans van vergeet mij niet in
diamanten en turkooizen. George nam hem uit
het doosje, woog hem in de hand, liet de steenen
in bet zonlicht schitteren en borg hem eindelijk
met een tevreden lach weg.
„Ik heb wel geen kennis van juweelen", sprak
hij in zich zeiven „maar ik houd mij verzekerd,
dat dit prachtige kleinood mij van mijne schuld
en van Routh zal bevrijden en mij nog genoeg
zal doen overhouden om een nieuw leven te
kunnen beginnen. Als dat zoo is en ik kan meer
dan te voren voor de „Mercurius" schrijven
misschien nog wel op eene andere wijze bezig
heid vinden, en het helsche kaartspel er aan
geven, dat nog het ergste van alles is dan
zal ik misschien mr. Capel Carruthers nog eens
het bewijs^ geven dat ik nog zoo slecht ï.iet
ben, als hij het zich verbeeldt.-
Woidt vervolgd.