Nummer 17. Zondag 27 Februari 1881. 4e. Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Bekendmaking.
Grieven en Gruwelen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
NATIONALE MILITIE.
Gemeenteraad van Waalwijk.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieveningezonden stukken, gelden
nz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60, daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht
Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk,
Gelet hebbende op de artt. 86 en 87 der wet
van 19 Augustus 1861, Staatsblad no 72, en op
eene circulaire van den heer militie-commissaris
van 15 dezer, no 127, brengen ter kennis der be
langhebbenden
Dat de militieraad tot onderzoek der militie-
plichtigen dezer gemeente zal zitting houden te
Tilburg op Maandag den 21 Maart dezes jaars
des voormiddags ten 10 ure.
Dat deze eerste zitting van den militieraad is
bestemd tot onderzoek der zich als vrijwilliger
voor de nationale militie aangeboden hebbende
personen, en der lotelingen, die redenen van vrij
stelling vermeenen te kunnen doen gelden.
Brengen voorts ter kennis der belanghebbenden,
dat de bewijzen benoodigd door hen, die vrijstel
ling verlangen op grond van te zijn eenige zoon
of wegens broederdienst ter secretarie verkrijg
baar zullen zijn op Maandag 28 Februari 1881.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt
waar zulks gebruikelijk is.
Waalwijk 22 Februari 1881.
Burgemeester en Wethouders voorn.
VAN DER. KLOKKEN.
De Secretaris,
F. W. VAN L1EMPT.
Aan het slot van mijn schrijvengetiteld
Beknopte bijdrage tot de geschiedenis van den
toogenaamden dijkstoel te Reusden na 1848, op
genomen in uw nummer van den 20sten dezer,
gaf ik mijn voornemen te kennen vooralsnog"
geene toepassingen of gevolgtrekkingen temaken.
Eene bij den heer Wuijster te Heusden uitge
geven brochure, getiteld: De handelingen van
den dijkstoel te Heusden beoordeeldheeft mij
van dat voornemei. teruggebrachtof liever ge
drongen dat //vooralsnog" heden ontrouw te
worden. De feiten toch in genoemde brochure
openbaar gemaakt en vooropgezetzijn zóó ge
zocht en ingrijpend dat ik wiet kan nalaten
eenige grievendie bij nadere beschouwing
gruwelen worden en voor 't grootste gedeelte uit
die feiten te putten zijn openbaar te maken.
Indien de feiten door den anoniemen schrij
ver van gemelde brochuie aangehaald waarheid
zijndan is het voor de grondbezitters in het
Land van Heusden eene bittere grief, dat het
Hooge Maasdijkbestuur van Heusden in zijne
hooge wijsheid heeft durven besluiten om op
eene geheel willekeurige en onbevoegde wijze
over hunne beurzen te beschikkenteneinde
//Ontstane onrust tegemoet te komen", met a. w.
om onrustige gemoederen gerust te stellen, zoo
als op blz. 7 van gezegde brochure gezegd wordt.
En wie waren nu die onrustigen Geenszins
heeren uit Heusden die volgens hun schrander
oordeelde wel te Nieuwkuik voor een mollegat
wilden doen doorgaan. Neen, het waren hoofd
zakelijk de bewoners van de zoogenaamde Peper
straat te Nieuwkuik de buurt of wijk, waar
eenige jaren geleden de algemeen gevreesde en
beruchte Stubers hun zetel hadden en gevestigd
waren. Deze omstandigheid maakt de grief heel
wat grooterja zelfs tot een klein gruweltje
wijl duizenden in het Land van Heusden wel
licht van beter gehalte dan de bewoners van de
Peperstraatvan tijd tot tijdbij buitengewoon
hooge waterstanden zeer ongerust waren zonder
dat door het Hooge Maasdijkbestuur ter hunner
geruststelling „mollengaten" met eene bering ng
ter lengte van 30 en ter breedte vau 4 meter
onschadelijk werden gemaakt.
Wat ook de roeping vau een dijkbestuur we
zen mogegeenszins om gemoedsrust te bevor
deren en daartestellenveel minder nog om
daaraau de beurzen der betrokken grondeigenaar:
ten offer te brengen en ik noodig den dijkstoel
van Heusden uit mij één enkelen staat van oe-
grooting uit zijn archief aan te wijzen waarop
of waarin eene dergelijke post van uitgaven staat
uitgetrokken. Maar waar zou het ook heen als
de dijkstoel te Heusden om //ontstane onrust te
geraoet te komen" alle mollengaten in zijn uit
gestrekte dijkvakken wilde voorzien met eene
omringing gelijk het /,mollengat" te Nieuwkuik P
Voorzeker eene veel grooterc geldleening dan
van f85.000 zou daarvan het onvermijdelijk
gevolg zijnzoodal het daareven genoemde
gruweltje tot een der grootste gruwelen zou
aangroeien.
Een tweede grief voor de grondbezitters in
het Land van Heusden bestaat daarin dat de
loco-dijkgraaf Th. van Bokhoven en de heemraad
Verhoevendie ter inspectie van de ontdekte
wel of het ,/inollengat" te Nieuwkuik waren
zich neerlegden bij de meening van den ingenieur
Bleckman dat hetgeen zich vertoonde, niet het
minste gevaar opleverde, (zie blz. 9 van gemelde
brochure) waardoor zij het gevoelen van honder
den anderen met den waardigen burgemeester
van Nieuwkuik aan het hoofd, die met de locale
toestand van den dijk aldaar veel beter schijnt
bekend geweest te zijn, dan die theoretisch ge
vormde ambtenaar van den waterstaatniet
alleen trotseerden maar zelfs op eene verwaande
wijze een slag in het aangezicht gaven, alsof de
hoogste wijsheid en de kennis van dien ambte
naar uit dat eene glas water uit de wel zonne
klaar bewezen was. Ook deze grief wordt door
dc spoedig daarop gevolgde doorbraak met al
zijn namelooze jammeren en ellenden tot een
der grootste gruwelen gemaaktdie immer in
het Land van Heusden gehoord of gezien werden.
Een derde grief van de grondbezitters en in
gezetenen van het Land van Heusden bestaat in
de omstandigheid dat de organisatie en rolver-
deeling van de leden van den dijkstoel in tijd
van nood en gevaar, op zijn zachtst gesproken
zeer gebrekkig, onvolkomen en niet
voldoende was waardoor het mogelijk werd
dat de officieele tijding van de doorbraak later
te Heusden aankwam dan het water van de
doorbraak (zie blz. 20 der brochure) en men
te Doeveren om 91/3 uretoen het water van
de doorbraak reeds voor de Gemeenlandscbe
sluis stond door den secretaris-penningmeester
Boll in persoon werd gerustgesteld tenminste
de doorbraak door dien ambtenaar niet werd
geconstateerden dit alles even of de heeren
leden van den dijkstoel te Heusden op niets
anders zijn bedacht geweest dan op de 4 gulden,
die zij per dag en per hoofd bij eventueele zit
ting bij hoogen waterstand genieten. Door deze
nonchalance van den Heusdenschen dijkstoel zijn
duizende hectoliters aardappelen, granen enz, en
honderdduizende kilogrammen hooistroo als
anderzinsdoor het water van de doorbraak
weggespoeld bedorven en verloren gegaan zoo
dat ook deze grief een gruwel werd.
Als vierde grief van de grondbezitters in het
Land van Heusden noem ik het niet openbaar
aanbesteden van het maken of leggen van een
nieuwen dijk om de gevallen doorbraak te
Nieuwkuik zooals in de 2e alinia van art 56
van het algemeen reglement voor de waterschap
pen in Noordbrabant (Prov.blad van 1862, no 1)
bepaaldelijk wordt voorgeschreven waardoor het
mogelijk is gewordeu dat de aannemers van dien
nieuwen dijk met f 8000.premie en p. m.
f 20 a 30.000 verdiensten zijn gaan strijken
terwijl daarentegen de heeren A. De Kort en
H. Dekkers te Baardwijk en J. Yeltmau te
Drunen en anderen niet tot inschrijving voor
het te maken werk werden uitgenoodigd, noch
toegelaten niettegenstaande op de soliditeit van
genoemde heeren niet het minste valt aan te
merken welke redenen er voor bestaan hebben,
of wat het doel van den dijkstoel was om slechts
eenige bekende aannemers in de gelegenheid te
stellen en andere even goed bekende uit te
sluitenis moeielijk te gissen de handelingen
echter van genoemden dijkstoel vóór, bij en na
de doorbraakleveren weinig grond op om
daarvoor gegronde redenen en beste bedoelingen
te veronderstellen zoodanige veronderstellingen
echter wil ik van mij werpen, wijl ik den dijksteel
van Heusdenzooals die thans is samengesteld,
veel beter in staat acht stommiteiten te begaan
zooals vóór de doorbraak te Nieuwkuik, dan
om oneerlijkheden te plegen.
Doch dat men met het geld van de ongeluk
kig geworden ingezetenen en grondbezitters in
het Land van Heusden omspringtalsof het met
hoopen lag op te scheppen gelijk het zand te
Nieuwkuik is een gruweldieal naarmate
het ongeluk door de doorbraak veroorzaakt
grootei is ook in diezelfde mate in hoegroot
heid toeneemt.
Als vijfde en laatste grief onder al de andere,
die er voor de grondbezitters en ingezetenen
van het Land van Heusden nog overblijven, ga
ik noemen dat bij een onderzoek naar feiten
door de publieke raeeniug aangewezen veelal
alleen het betrokken bestuur of autoriteit ge
hoord wordt, zonder de klagende publieke mee
ning of eenige hunner in de gelegenheid testellen
repliek te leveren, 't Spreekt van zelf dat een
schuldig bestuur zich zelf nooit zal schuldig
verklaren hoe groot de schuld ook wezen moge;
integendeel zal het alle schuld van zich afwer
pen en zoo het zich zelf niet wil of kan ver
dedigen zal het veel liever dan schuld belijden,
zijne toevlucht nemen tot een of ander pamflet
schrijver, die de kunst verstaat, door allerlei
drogredenen opgesmukte verhalen van gebeurde
of niet gebeurde feitenverkeerde of onjuiste
voorstellingen van zaken en toestanden als ander
zins aar. de grofste schuld nog een glimp van
onschuld te geven en tegen beter weten en
overtuiging in het kwaad goed durft noemen
waarop dan veelal volgtdat het publiek, mis
leid als het is, met een „aanklacht ongegrond
bevonden", „voor alsnog geen termen van ver
volging", of ander niets beduidend kluitje in
het riet wordt gestuurd en ten slotteeen op
zoodanige wijze vrijgesproken bestuur, allengs
hoe brutaler wordt, om eindelijk een hoogst
ernstig en dreigend defect aan den dijk, voor
een „mollengat" aan te zien wanneer het slechts
maar door een zoogenaamd deskundige in die
richting wordt voorgelichtzoodat wij tenlaatste
een herhaling van den vreeselijken toestand, als
waarin we thans verkeeren tegemoet zouden
kunnen zien. Deze grief zou dus, indien door,
hoogere autoriteiten daarin niet voorzien wordt
nog een der grootste gruwelen kunnen worden.
25 Februari 1881. v. d. K.
OPENBARE VERGADERING
van Woensdag 23 Febr., n.m. 7 uur.
Afwezig de heeren Van der Klokken, Van der
Heijden en Van Heijst.
Voorzitter de heer Van Es.
De voorzitter opent de vergadering.
De notulen der vorisre vergadering worden ge
lezen en goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede, dat door den direc
teur der Nbr. stoomtramwegmaatschappij de som
van f 100Ü als waarborg gestort is ten kantore
van den gemeenteontvanger alhier.
Aangenomen voor kennigeving.
De voorzitter brengt ter tafel
1. Het suppletoir kohier van den hoofdclijken
omslag, zooais hot door B. en W. is opgemaakt
en ter visie heeft gelogen.
Na eenige beraadslaging goedgekeurd, evenals
het suppletoir kohier der hondenbelasting dat
daarna ter tafel kwam.
2.. Schrijven van ged. staten, waarin dat col-
legie er op blijft aandringep, dat de post van
f 200 voor bestedelingen van de geraeentebegroo-
ting voor 1881 geschrapt worde.
De voorzitter zegt, dat, zooals de toestand nu
is, het armbestuur onmogelijk die som kan be
talen; het zal dan zijne bedeelingen moeten
staken. Ged. staten zijn echter doof gebleven
voor de dienaangaande tot hen gerichte ver-
toogen.
De heer Rubbéns geeft in overweging over
eenkomstig het schrijven van ged. st. een beroep
te doen op de kerkelijke en particuliere liefda
digheid, waartoe besloten wordt.
3. Schrijven van den heer J. F. Van de Velde,
tegen 1 April ontslag verzoekende als gemeente
geneesheer.
Eervol verleend onder dankbetuiging voor
bewezene diensten.
4. Schrijven van Dr. Griubelina: te Maassluis,
onder overlegging van diploma's verzoekende
aanstelling als gemeente geneesheer.
De voorzitter zegt, dat geene andere sollici
tanten ziju opgekomen en stelt voor tot de be
noeming over te gaan op de bestaande instructie
en eene jaarwedde van f 1200.
Na zijn spijt te hebben uitgedrukt dat er
slechts écu lid van het dag. best. ter vergadering
tegenwoordig was, zegt de heer Timmermans,
dat hij gewenscht had, dat de gelegenheid tot
keuze van een gemeente-doctor meer bevorderd
was geworden. Het is spreker bekend dat onder
anderen ook de heer Van den Heuvel uit Baarle-
Nassau aanzoek heeft gedaan om in aanmerking
te komen dat diens stukken gereed en gede
poneerd waren doch niet officieel zijn inge
diend omdat hij daarvan wordt afgeschrikt
als ware voor hem toch geen kans van slagen.
Op deze wijze moet men wel komen tot het feit,
waarvoor wij nu staan namelijk dat er geen
keuze te doen is, wat spreker te meer betreurt,
omdat hij uit goede bron heeft vernomen, dat
de genoemde aspirant genegen zou zijn voor
f 1000.wellicht voor de vroegere jaarwedde
van f900.de betrekking te vervullen.
Dc heer v. d. Heuvel staat als bekwaam ge
neesheer bekend en beroept zich ter informatie,
onder anderen, bij zijn collega, den heer Van
de^ Velde. Het komt spreker dus voor dat er
ruimer keuze moest zijn.
De voorzitter antwoordt, dat, zooals bekend
is, verschillende oproepingen hebben plaats ge
had; het is toch zeker de schuld niet van het
dag. bestuur, dat riet meer aanvragen ingekomen
zijn. Daarbij komt het ontslag van den heer
Van de Velde tegen 1 April, zoodat men door
uit te stellen misschien in ongelegenheid zou
kuonen geraken.
Nadat een voorstel van den heer Tiramermaos
om de benoeming te verdagen en nadere oproe
pingen te doen, met 7 tegen 1 stem verworpen
was, werd de heer Gribbeling met 7 stemmen
benoemd tot gemeentegeneesheer; 1 stem was
op den heer Van den Heuvel uitgebracht.
5. Schrijven van de firma Van Gend &Loos,
verzoekende teruggaaf van het gestorte waarborg
kapitaal.
De voorzittee deelt mede, dat hieraan reeds
gevolg is gegeven, daar de thans vigeerende wet
het stellen van waarborg van dusdanige onder
nemingen niet vordert.
6. Schrijven var. den marktmeester Bogaerts,
verzoekende geheele of gedeeltelijke kwijtschelding
van de pachtsom, uithoofde van den watersnood
en den daardoor minderen aanvoer van vee en
landbouwproducten.
Overeenkomstig het voorstel van den voorzit
ter gerenvoyeerd aan B. en W.
7. Adres van J. Van Dijk, verzoekende dat
met het verder leggen der rioleering spoedig be
gonnen worde cn wel bij zijne woning.
Aangenomen voor kennisgeving en aangehou
den tot dat de raad over de nog te maken ri
oleering zal beslissen.
De heer Zijlmans spoort aan om de aanslui
ting aan de rioleering te bespoedigen. Zoolang
die aansluiting niet bestaat, tan men niet oor-
deelen over de werking.
De voorzitter antwoordt, dat water en weder
belet hebben er veel werk vau te maken. In
de eerste vergadering vau B. en W. zal hij dit
onderwerp ter sprake brengen.
Het bericht als zou de Fransche minister van
oorlog willen aftreden wegens het debat in de
kamer, naar aanleiding van d* levering van
wapenen aan Griekenland wordt tegengesproken.
De minister moet alle commandanten der artil
lerie eene circulaire hebben gezonden waarbij
hun gelast wordt den verkoop van oude wapenen
en ammunitie te staken. De prefecten zullen
bevel ontvangen om de reeds ter inscheping af
gezonden wapenen niet het land te laten uit
gaan. Het debat heeft dus wel eenige vrucht
gedragen.
Generaal Neyhertog van Elchingen, die
de zaak De Cissey-Kaulla (verduistering van