Nummer 21. Zondag 13 Maart 1881. 4e. Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Antwoord BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal ter plaat sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitschland worden alleen aangenomen door het advertentie bureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per reg. van v. d. K. aan de Redactie van het Nieuws blad van Heusdcn en Altena op haar hoofd artikel in het No van 26 Febr. 1881. „Wiens brood men eet, „Diens woord men spreekt/' Met het oog op deze spreuk is het der redactie vau bovengenoemd blad minder kwalijk te nemen, dat zij voor het van alle zijden aangevallen dijk college van Heusden eene lans breektmaar dat zij mijn schrijven in de „Echo v. h. Zuiden" van 20 Februari jl. aanvalten daaraan eene kwade en onedele bedoeling vastknooptdat zij als „Püdels kern" heeft gezocht en ontdekt en als met de haren er tracht bij te sleepenmag niet onbeantwoord blijven en dringt mij tot tegenspraak. Niet om mijn zelfs willelang reeds achtte ik mij boven een vuil couranten artikeltje verheven, maar om den wille van de zaak en de feiten, die ik in mijn schrijven van 20 en 27 Februari en van 6 Maart jl. heb aangevoerd en die allerwege zoowel in het Land van Heusden en Altena als elders zooveel weerklank en instemming hebben gevonden de onpartijdige redactie van de „Echo v. h. Zuiden" achtte mijne artikels van zoo hoog belang, dat zij ze telkens een plaats aan het hoofd van haar blad waardig keurdeen geen wonder. Het Land van Heusden en Altrna toch, een der vruchtbaarste en nijverste streken van ons vaderland heeft de grootste behoefte aan eene goede dijkdefensiewijl het aan alle zijden door rivier- of zeekeerende dijken ligt ingesloten en het dus voor deszelfs bewoners eene ware levens kwestie is of de dijken goed dan wel slecht beheerd worden. Het gaandeweg al slechter beheer van die dijken heeft eindelijk de doorbraak te Nieuwkuik tengevolge gehad, waardoor als het ware de kroon gezet is op al het nonchalente van den Heusdenschen dijkstoel. In uw artikel tegen mijmijne heerendoet gij het voorkomen alsof „de gansche toestel en aanloop" van mijn schrijven was geweest om „een paar personen publiek eenige hatelijkheden toe te voegen". Neen mijne heeren niets minder dan dat was mijn doelzelfs den schijn daarvan heb ik trachten te vermijden moed willig heb ik daarom eene elfde openbare be trekking van den secretaris-penningmeester bij het Hooge Maasdijkbestuur van Heusdennl. secretaris-penningmeester bij het waterschap van den Eethenschen en Meeuwenschen zeedijk ver zwegen omdat No 11 algemeen als een gek nommer bekend staat en daaruit allicht ironische toespellingen konden gemaakt worden; zoo ook zweeg ik dat men twijfel koestert, of het hoofd van den loco-dijkgraat niet beneveld is, gelijk de heer A. Straver in zijne uitgegeven brochure op bladzijde 14 durft beweeren. Ik heb ook niet gemeld dat de heemraad te Wijk, dieten tijde van het hoog water aldaar tegen een loon van f4.— daags zitting had een man van de wacht in zijn plaats stelde, en op jacht ging. Ook niet dat ik en anderen te Elshout bij M. Klerx waar het wachthuis was, een waterbericht uit Heusden hebben gezien zonder dagteekening en met het jaar tal 188, geteekend door de heemraad dat zoo kersversch uit Heusden was aangekomen. Ik heb ook niet geschreven, dat er in het be stuur van den Hoogen Maasdijk nimmer een persocn werd aangetroffen die daar aanbeveling verdiende". Ook niet dat hoogmoed en egoismc de drijfveeren waren om een zetel in den dijkstoel ie bemachtigen"gelijk door den schrijver van de brochure, getiteld „Beschouwing over de dijk— „defensie van het Land van Heusden, in verband „met dat van Oud- en Nieuwland van Altena", gedrukt bij B. J. De Boer te Gorinchem, op bl. 7 dier brochure als in een adem wordt uit gegalmd. Ik zweeg ook van de omstandigheid, „dat het in het oogvallend is, dat drie leden Kiesheidshalve noem ik de namen van deze twee heemraden nietik doe dit te eerder niet om buiten besehuldiging te blijven van „een paar personen hatelijkheden toe te voegen.'* „van den dijkstoel hunne woonplaats te Heusden „hebben blijkbaar ten doel persoonlijke conve- „niëntie onderling gunstbetoon"zooals door den schrijver van evenaangehaalde brochure op bl. 8 gemeld wordt. Ziet u mijne heeren wanneer ik dit alles gemeld had wie gaf u dan nog het recht om aan mijn schrijven van 20 Februari jl. een ander doel toe te kennen dan ik in den 2n volzin van dat schrijven openbaar maakte? En nu ik dit alles verzwegen hebnatuurlijk zooveel te minder. Tengevolge van uw schrijven tegen mij, mijne heeren meen ik nog tot andere vragen aan u gerechtigd te zijnnl. waarom valt gij mijn onschuldig schrijven aan en niet dat van de heeren A. Straver en den schrijver der brochure uit Gorcum die het zooveel bonter maakten dan ik Is het niet omdat mijn schrijven vóór en dat van anderen na de verkiezing van dijkgraaf en heemraad openbaar werd Indien mijn schrijven na gemelde .verkiezing was openbaar geworden, zoudt gij dan niet ge zwegen hebben Heeft de spreuk aan 'i hoofd van dit opstel, bij uw schrijven tegen mij geen overwegenden invloed uitgeoefend? Gelooft gij niet dat de v. d. K's en consorten in het Land van Heusden en Altenana de doorbraak te Nieuwkuik en het openbaar wor den van al de schandalen daaraan verbonden, legio zijn geworden en dat de uitslag der ver kiezing voor een nieuwen dijkgraaf en heemraad bij het Hooge Maasdijkbestuur, daaraan te dan ken is Gelooft gij niet dat uwe kwasieverdediging van het Hooge Maasdijkbestuur r.iet net voorge stelde, het verwachte maar juist het tegenover gestelde doel krachtdadig heeft in de hand gewerkt Gelooft gij nietdat indien de v. d. K's en consorten in het Land van Heusden en Altena, tegen het Hooge Maasdijkbestuur van Heusden, waarin sedert jaren, volgens bovenaangehaalde brochure uit Gorkum „niemand zitting had, die eenige aanbeveling verdiende" wat vroeger hunne stemmen hadden laten hooren ('twelk door u als vuilnis bestempeld wordtdoch in uw eigen vergaarbak terecht komt) de doorbraak te Nieuw kuik, met al zijne gruwelijke gevolgen, niet zou hebben plaats gevonden Gelooft en beseft ge niet, dat gij, mijne heeren zoo ge slechts het mom des huichelaars wilt afleggen en uwe gewetens niet zóó groot en elastiek zijn dat er de doorbraak te Nieuw kuik mei al zijn ach en wee, ja zelfs het gansche Land van Heusden en Altena door kan, zonder kant noch wal te rakenop al de bovengestelde vragen een „ja en amen" moet uitbrengen Wat verder in uw schrijven tegen mij, be trekkelijk den waardigen en te vroeg overleden heer Iioomer als logen of onwaarheid genoemd wordt, is bijna niet de moeite waard te weder leggen echter wil ik daaromtrent dit zeggen dat de man, eenige dagen na zijn benoeming door Z. M. den Koning bij gelegenheid dat ik in het Land van Heusden was(ik woonde toen elders) en hem met zijne benoeming felici teerde mij in persoon toevoegde, dat hij om de^ betrekking van dijkgraaf niet gevraagd had, wijl zijne drukke grutterij en andere zaken niet toelieten, de betrekking van dijkgraaf over zulke uitgebreide dijkvakken naar behooren te ver vullen dat hij er zich ook niet bekwaam voor gevoelde en alleer. door de overweging, dat destijds een bekwaam bode was aangesteld, geleid werd om tot aannemen te besluiten ver der voegde de nederige man er nog lipt volgende versje van toe „Buiten dienst van hof en kerk „Vlijtig in uw eigen werk; „Goeden nooddruft en niets meer, „Is het leven, dat ik begeer." De stipt eerlijke mandie op geen enkel postje jacht maakteveel minder oneerlijke of onedele middelen bezigde om iets van dien aard te worden of te verkrijgen, werd niet door mij gesmaad of belecdigd neen maar zoo zijne na gedachtenis smaad word aangedaan dan is dit veel meer door u geschied wijl gij hem capa citeiten en bekwaamheden hebt toegedicht, waar aan hij vreemd was cn waarop de waardige man niet de minste aanspraak maakte. Er schiet mij ten slotte nog over uwen aan val of liever terechtwijzing, aan of van de „Echo v. h. Zuiden" met een enkel woordje, alleen voor zoover het mij betreft, te bespreken. Dat gij, mijne heeren, gelooft dat de „Echo" door het plaatsen van mijn schrijven aan het hoofd van zijn blad blijk geeft van instemming, wordt u niet kwalijk genomen bedenk toch als je blief, dat hij tegenover het Hooge Maas dijkbestuur van Heusden op een geheel ander standpunt staat, dan gij hij staat op een on partijdig en vrij standpunt, hetgeen met u zooals ik in het begin van dit schrijven te ken nen gaf, niet het geval kan zijn; wat uwe verdere zijdelingsche toespelingen aangaatdie kunnen gevoegelijk onbeantwoord naar uwen vergaarbak gerenvoijeerd worden. En hiermede basta. 12 Maart 1881. v. d. K. De kamer heeft met 68 tegen 50 stemmen de begrooting aangenomen. Bij de begrooting van eeredienst zijn de traktementen van aarts bisschop en bisschoppen onverminderd gehand haafd maar de beurzen voor de seminariën zijn afgeschaft. In dc zitting der kamer van afgevaardigden vau verleden Donderdag verzocht de voorzitter den heer Woeste eene uitdrukking terug te nemen, welke de tucht bij het legerbenadeelen zou. Woeste trok die woorden in en de voor zitter achtte dit voldoendemaar de minister van buitenlandsche zaken verlangdeonder de toejuichingen der meerderheid dat Woeste tot dj orde zou worden geroepen. De voorzitter weigerde dit voorstel in stemming te brengen en nam zijn ontslag. Men zegtdat heer de Guillery zijn verzoek om ontslag niet zal terug nemen. Te Antwerpen heeft Dinsdag avond een 23-jarige kerel zijn 57-jarige moeder bijna vermoord haar met zeven messteken vreesselijk verwondend omdat zij voor het monsterdat deze vrouw haar zoon noemdeniet een gestre ken overhemd gereed had liggen. De schurk was dronken en gedroeg zich ook tegenover de politie allerbrutaalst. Uit den slaat der ontvangsten van de indi recte belastingen gedurende de maend Februari blijkt, dat ze de raming met bijna 19 millioen overtroffen hebben. In de maand Januari is de opbrengst met ongeveer dezelfde som de raming te boven gegaan. In de beide eerste maanden van het vorige jaar had de schatkist aan indirecte belastingen slechts bijna 8 millioen boven de raming ontvangen. Men kentschrijft de Tempsde legende van den schildwacht op het eiland Rugen aan wien het groote leger niet gedacht had. Tien jaren later komt het groote leger terug en hoort het: Q,ui vive? Het was de schildwacht, die daar op zijn post gebleven was. Iets soortgelijks is Vrijdag jl. overkomen aan den wachtpost voor het Elysce gelukkig heeft de schildwachtdienst niet zoolang geduurd. De wachtpost voor het Elysée wordt waargenomen door 46 man der garde republcaineaan wier hoofd een luitenant staat. Donderdag ochtend te 9Ys ure hadden de 46 man met den luite nant Letièque hunnen post betrokken en zouden den volgenden ochtend op denzelfden tijd afge lost worden. Maar niemand kwam op het be paalde tijdstip. Eeu uur daarna nog niemand. De mannen wachten en staan op den uitkijk, maar de gardes rópublicaines komen niet opda gen. De manschappen komen middelerwijl om van honger. Eindelijk te vier ure namiddag verwittigt luitenant Letièque generaal Pittic kabinetschef van den president der repu bliek van het voorvalen zegt hem dat de schildwachten sedert den vorigen dag niets ge geten hebben. De generaal geeft er kennis van aan den president der republiek die onmiddel lijk^ zorgt dat de manschappeu uit de keuken bediend worden. De generaal zond tevens zijnen ordonnance-officier naar de Place Vendöme, om er het bevel over te brengen de schilwachten af te lossen. Te ö1/^ ure nu kondigde dc kla roen hunne bevrijding aan. Barodet en eenige andere Fransche radi calen hebben een voorstel ingediend tot wijziging der grondwet in meer democratischen geest. Hur; succes mag twijfelachtig heeten. Door den minister van de posterijen en telegraphie zijn stappen gedaan bij de spoorweg maatschappijen en bij de buitenlandsche regee ringen omte beginnen met 1 Mei a. s., in het binnen en buitenland den dienst van de postpakketten in werking te brengen die door de overeenkomsten op écu October bepaald was. Uit Ajaccio wordt het volgende gemeld Te Puelueca wilden de Bo.Lapartisten de ver kiezing voor den algemeenen raad verhinderen en drongen gewapend de mairie binnen. Toen de heer Joseph Bartolihet hoofd der republi- keische partij, verscheen, werd hij doodgeschoten. Terstond liep alles in het dorp te wapen docli de republikeinen lieten zich niet afschrikken en gingen tot de verkiezing over. De heer Emma- nuele Arénerepublikeinwerd gekozen met 662 stemmen tegen 560 op den Bonapartist Abbattuci. Op twee andere plaatsen trachtten de Bouapartisten evenzeer gewapenderhand de verkezingen te beletten. lederdie te Parijs geweest is ,'"kent het groote blok huizendat den hoek 'van den Boulevard Haussraann der rue du Havre, der rue de Provence en der rue Cormartin vormt. Dat enorme gebouw isof liever was het Magazijn „du Printemps", want Woensdag och tend een weinig na halj zes ure vatte een der gordijnen, naar gezegd wordt, door on voorzich tigheid van een der winkelknechtsdie het gas opstaken vuur en reeds ten zeven ure was het geheele gebouw slecht één vuurgloed. Toen de brand ontstondvond hij reeds dadelijk voedsel in de lichte stoffen en goederen, die in magazijn opgestapeld waren. De knechts verloren reeds dadelijk het hoofd en het was eerst eenige minuten daarna, dat de eigenaar, de heer Jaluzotgewekt werd, die slechts tijd had om een pantalon aan te trekken, waarna hij zijn echtgenoot ging waarschuwen. Toen hij zich naar beneden begaf, was de trap reeds vol rook en begon de brand snel om zich heen te grijpen en tot overmaat van ramp bevonden zich de sleutels van de waterbakken juist op de plaatswaar de brand begonnen was. Intusschen bevonden zich nog 250 mannelijke en vrouwelijke bedienden in de bovenkamers. De heer Jaluzot nam daarop een jachthoorn en," van gang tot gang gaandeblies hij en riep „brand brand redt u!" Gelukkig waren de bedienden reeds gewaar schuwd en het gelukte aan allen heelhuids te ontkomen. Eerst tegen zes ure kwamen de eerste pompiers aan doch reeds was de brand zóó toegenomen, dat de handspuiten onvoldoende bleken toen de stoomspuiten aankwamenviel reeds' niets meer te redden dan de aangrenzende huizen. Er zijn vier ongelukken bij dezen geweldigen brand voorkomen een pompier werd bij het instorten van een verdieping, onder het gloeiend pnin bedolven en overleed kort nadat hij daar onder uitgehaald was, terwijl een ander, door uit het raam te springen beide beeenen brak en een zijner kameraden benevens de groom van den heer Jaluzot, hevige brandwonden be kwamen. Ofschoon de schadedoor den brand veroor zaakt op dit oogenblik slechts bij nadering kan worden be rekend worct deze op ongeveer 10

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1881 | | pagina 1