Nummer 34. Donderdag 28 April 1881. 4e. Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. Bekendmakin g BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. De Yerstootene. Spanje. Engeland. Duitschland. Baggerman. Uitgever: ANTOOJV TIELEItf te Waalwijk Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. cswaesK/ssjassoviraasaii De Directeur van het postkantoor maakt be kend, dat sedert 16 dezer dagelijks eene ver zending van brieven enz. plaats heeft naar 's Grevelduin-Capelle en Waspik des voorm. ten half elf ure, en van Waspik naar Waalwijk ten 12.30 ure. Advertentien 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien, 3maal ter plaat sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentien voor Diutschland worden alleen aangenomen door het advertentie bureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per reg. In de kolenmijn te Fontaine i'Evêque nabij Bergen heeft eene ontplofliing plaats gehad waarbij tien personen het leven hebben ver loren. Van de Fransche expeditie tegen Tunis weten we nu ten minstedat een deel daarvan, onder generaal Logeratde grenzen heeft overschreden. De colonne vestigde haar legerkamp op de Oued Melligue op Tunesisch gebied gelegen halver wege tusschen de grens en Kef. Tot nu toe vond men geen verzetmaar zware regens had den het terrein zeer moeielijk gemaakt. Tabarca is nog niet bezet daar de zee te hol staat voor eene landing. Onze lezers moeten dit eilandje vroeger eene bloeiende Yenetiaansche kolonie maar thans vervallen zich denken op de Noord kust van Tunisvier uren Oostelijk van La Caile. Naar the Times verneemt hebben de Khrou- mirs hunne volledige en onvoorwaardelijke on derwerping aangeboden doch slechts aan Ali— Beyden bevelhebber van het Tunesische leger, wat de Franschen natuurlijk nooit voldoende zullen achten. De Europeanen te Tunis ver- keeren in doodsangst tengevolge de verklaring van den bey, dat hij niet voor hunne veiligheid kan instaan wanneer de Franschen het gebied XXXIX. De Conferentie. Maar het geheugen van mr. Evans was niet aan inspanning gewoon en was met geen mo gelijkheid in wrrking ie brengen. De vreemde ling was nog jong geweest, van middelbare lengte en een aangenaam uiterlijk meer hadden 10 paarden niet uit mr. Evans kunnen trekken. Maar wacht Hoeveel heeft de vreemdeling voor de jas betaald en in welke geldsoort In dit opzicht zou men mogelijk eenig licht zien op gaan. Mr. Evans herinnerde zich dat de vreem deling drie en vijftig shillingen en zes pence betaald en bem een banknoot van tien pond om te wisselen gegeven had. Een tienpondnoot, die, zooals mr. Evans door een hevige inspanning zich herinnerdemet den stempel van het post kantoor van Amherst voorzien was; hij bad er den vreemdeling nog opmerkzaam op gemaakt. Bezat mr. Evans de banknoot nog Neen, hij had ze met ander geld uitgegeven, maar hij herinnerde zich den^stcmpel nog zeer goed. Mr. Carruthers hield dit punt van .het hoogste gewicht, maar mr. Dalrymple zeide hem, toen zij de winkel des kleermakers verlieten, dat alle banknoten, die door de postdirectie ontvangen en van haar weder uitgegeven worden, dezen stempel ontvangenzoodat ook hiermede dat licht, hetwelk men in de zaak hoopte te ver krijgen, niet opging. De beide heeren reden daarom naar Poynings terug en zetten zich aldaar aan tafel, waaraar. echter de dames niet verschenen, want mrs. Carruthers was te ongesteld om hare kamer te verlaten er. miss. Clara hield haar gezelschap en paste haar op. Zoo gebruikten dan de beide heeren alleen het middagmaalwaarbij zij een binnenrukken. De Fransche consul de he^r Roustan heeft daarop aan alle Europeanen, die zich niet veilig waanden, eene schuilplaats op het consultant aangeboden. Dat „instaan" van den bey trouwens heeft nooit veel te beteekenen gehad. In Algerië zijn voorzorgsmaatregelen genomen daar gebleken is dat de Mahomedaansche pries ters onder de bevolking aan het stoken zijn tengevolge waarvan zekere spanning heerscht. In' de provincie Oran zouden een officier en vijf Spahis zijn vermoord. Voorzorgsmaatregelen zijn genomen dat de beweging zich niet uitbreidt en de troependie aan de kust niet noodig waren zijn naar hunne garnizoenen in het bin nenland teruggekeerd. De regeering van den bey heeft ernstige maatregelen genomen om conflicten te verhoeden De nachtelijke patrouilles worden talrijker. Elke Arabierdie 's avonds na 9 ure op straat wordt gevondenwordt gevangen. Het is verboden uit te gaan met wapens. Volgens berichten uit Algiers beschouwt men wel eenige op zich zelf staande uitspattingen van het Muzelmansche fanatisme voor mogelijk maar is er in Algerie volstrekt geen ernstige beweging te vreezen. Generaal Forgemolde chef de expeditie tegen Tunis heeft de dagblad-correspondenten op hun eerewoord doen beloven, dal ze niets zullen verzenden zonder zijn visum of dat van een zijner officieren. Alsof geheimhouding in een oorlog als deze eenig voordeel geven kon De bladen spotten dan ook niet weinig met dezen maatre gel en Albert Millaud van de Figaro, die trou wens wel wat dikwijls het geheim van ironie zoekt achter absolute verdichtinggeeft reeds een aandoenlijk verbaal van het fusilleeren van een correspondentdie deze bepaling had over treden. Het Journal des Débats vindt den maatregel belachelijk en ziet daarin het bewijs dat men begane fouten wil verhelen. In het algemeen veroordeelt het blad ten zeerste het gedrag der militaire autoriteiten in deze zaak. Na afloop der Tunesische verwikkelingen wenscht the Times de toekomst van Tunis door aene verstandhouding tusschen de mogendheden, die aan de Middellandschc zee wonen geregeld te zien. Madrid 25 April. Een officieel telegram van Manilla van gisteren m. ldt, dat de zoon van den overleden sultan der Soeloe-eilanden zijn vader is opgevolgd. Hij neemt de souvereiniteit van Spanje en de bestaande tractaten aan. Hij be looft elke daad van rebellie tegen Spanje te straften. zeer ernstig gesprek hadden, en om acht uur reed mr. Dalrymple naar het spoorwegstation terwijl hij bij zich zelf overwoog, welke be richten hij uit het weinige dat hij had opgedaan aan lord Wolsienholm geven zou. Mr. Carruthers van Poynings bleef nog eenigen tijd in gedachten verzonken en zonder op de ongesteldheid zijner echtgenoote acht te geven bleef hij bij zijn wijnglazen en fruitschalen zitten; daarna gebruikte hij alleen zijn kop thee en draaide zijn gouden lorgnet in de hand rond tot bij eindelijk tot het besluit kwam, zijne nicht Clara het geheim mede te deelen haar met het bezoek van den beambte van het mi nisterie van binnenlandsche zaken bekend te maken en haar te vragen wat zij wel van de zaak dacht. Toen hij tot dit besluit kwam bevond hij dat zijn horlogie half tien wees, en het daarom eenen Carruthers op Poynings wel vergund was naar zijne slaapkamer te gaan zonder daardoor de welvoegelijkheid te kwetsen. De waardige gentleman ging naar zijne kamer, waar hij dan ook weinige minuten later den slaap des rechtvaardigen sliep. Ook scheen mrs. Carruthers vast te slapen tenminste had haar echtgenoot haar met gesloten oogen gevonden. Haar wezenlijke of schijnbare slaap zou echter veel minder rustig geweest zijn, als zij het gezien had, hoe hare oude getrouwe dienst bode, mrs. Brooks, handenwringend en met alle teekenen van vertwijfeling in de kamer op- en nederliep. De bediendedie met mr. Car ruthers en den zoo geheimzinnigen vreemdeling des morgens naar Amherst was medegegaan had de reden van hun bezoek bij mr. Evans weten uit te vorschen. Hij had het gebeurde up de meidenkamer verteld en ofschoon men op Poynings weinig nieuwsbladen las, zoo hadden toch de dienstboden hunne eigene bronnen waaruit zij alle bijzonderheden aangaande den moord wisteu te putten. Mrs. Brooks had in den loop van den dag Candahar is den 21sten April definitief door de Engelsche troepen ontruimd. Volgens nadere berichten van den bericht gever van the Standard omtrent de jongste zitting van den Transvaalschen volksraad, werd in die zitting door sommige leien geklaagd over het onbestemde van het vredesverdrag terwijl an deren verklaarden dat althans de quaestie aan gaande den afstand van grondgebied aan eene volksstemming onderworpen moest worden. In dit opzicht schijnt zich onder de Boeren aoor krachtige tegenstand te openbaren. Maar men hoopt op de rechtvaardigheid der koninklijke commissie. Krüger had in een toespraak verklaard dat hij eerbied had voor Engeland's koningin, volk en regeeringdie een bewijs hadden gegeven van hunne edele liefde voor het recht. Het voik in de Transvaalvoegde hij er bij, moest zich nu maar niet al te veel in politieke discussiën verdiepen iets waarvangelijk men weetde Boer nog al eer. liefhebber is. Te Dublin is onder Parnell's voorzitterschap eene vergadering der land-league gehouden, waar Gladstones nieuwe landwet heftig werd gecritiseerd. Toch heeft men geen votnm van afkeuring dur ven stellen. Integendeel werd verklaard, dat de voorgestelde maatregel ernstige overweging ver diende. De Daily News verneemt uit Rome dat Frankrijkspolitiek tegenover Tunis te Berlijn en te Weenen de vrees doet uitendat zij zal voeren tot Europeesche verwikkelingen. Frankrijk beproefde Duitschland's goedkeuring voor annaxatie te verkrijgenmaar Bismarck handhaaft eene gereserveerde houding. Op Paaschmaandag (bank Holiday) werd het Crystal Palace te Londen bezocht door 47,296 menschen en het Alexandra Palace door 75,410 menschen. Te Hampstead Heath waren meer dan 100,000 menschen verzameld om zich te vermaken. Ie Londen zijn blijkens een dezer dagen verschenen parlementair stuk in 1880 niet min der dan 101 (zegge een honderd en een) perso nen van honger omgekomen. twee of driemaal van het voorval hooren spreken, doch zonder er acht op te geven. Toen de be diende, die mr. Dalrymple naar den spoorweg gebracht had terugkeerde had zij juist hare meesteres het laatste bezoek gebracht en was naar hare eigene kamer gegaan, waar zij met oprechte smart aan George decht, juist toen een der meiden met een ontsteld en tevens beden kelijk gezicht binnentrad. „O, mrs. Brooks, weet gij wie de heer ge weest is, die hier dezen middag gegeten heeft en met wien mr. Carruthers naar de stad ge reden is vraagde zij. //Neen", hernam mrs. Brooks met eenige nieuwsgierigheid, „weet gij het „Niet^ geheelmaar Thomas zegt, dat op zijne kaart ministerie van binnenlandsche zaken stond, en dat dit ministerie daarmede te doen heeft, wanneer het er op aankomt misdadigers op te sporen." Mrs. Brooks begon eenigszins ongerust te worden. „Wat bedoelt gij vraagde zij. „Wie heeft een misdaad begaan Wie moet er opgespoord worden „Niemand zooveel ik weet", hernam Martha geheimzinnig. „Maar gij moet weten dat bij den moord van welken mr. Downing ons heeft voorgelezen, een vreemdeling met een dolk is doorstokeu, omdat hij den koning van Frankrijk had willen helpen ombrengen, of zoo iets. Mr. Downing is van meening dat de gentleman daarom hier gekomen is." „Zou hij daarvoor hier gekomen zijn her nam mrs. Brooks. „Wie heeft mr. Downing zulken onzin wijs gemaakt „Ja, mrs. Brooks; het is zoo even beneden verteld en ik ben opzettelijk boven gekomen om het u te vertellen. Mijnheer en de vreemde gentleman zijn niet met het rijtuig in de stad gereden maar voor zij aan de poort kwamen afgestapt en zoo de stad ingewandeld en toen Een Berlijnsch blad de Börsen-Courieris door de regeering in beslag genomen, omdat het een artikel van de In'raruigeant had overgeno men waarin de moord aan keizer Alexander werd goedgekeurd. De redactie van het Duitsche blad had eenige afkeurende bewoordingen daaraan toegevoegd doch dit Sfhijnf tin» ni'ot to Lotbuu kunnen vrijwaren van deze straf. Augusta Securius die reeds 116 lucht reizen met goed gevolg heeft ten einde gebracht, is verleden Zondag minder gelukkig geweest. Met haren ballon Neptunus steeg zij des namid dags op te Minden (Westphalen). Zij dreef eerst westwaartsdoch eensklaps begon de lucht te betrekkende wind veranderde en de ballon werd op vervaarlijke wijze heen en weder geslin gerd. Me"rouw Securius deed wanhopige po gingen om te dalen doch het anker bleef ner gens vasthaken en tot viermalen toe werd de Neptunus tegen den grond geslingerddoch telkens weer in de lucht opgeheven. Een voor bijganger de heer Homann administrateur van de mijn „Laura", trachtte het ankertouw te grijpen doch kon het natuurlijk niet tegenhou den. De koene luchtreizigster viel ten slotte uit zij terugkwamen zag mijnheer er iood en zeer boos uit en men kon het den vreemdeling ook aanzien, dat het hem niet naar wensch gegaan was. Toen Thomas de trede van het rijtuig toesloeg, hoorde hij hem zeggen Er valt hier niets te doen. Onze geheele hoop berustte op Evans, maar hij is ons van geenerlei nut. Na tuurlijk was Thomas zeer verwonderd en nieuws gierig om te weten, wat zij van Evans vernemen wilden en toen hij dezen avond den vreemde ling naar het spoorwegstation bracht, zag hij ook daar mr. Evans staan, en naar den vreemdeling kijken. Toen deze vertrokken was spraken Thomas en de koetsier Evans aan en deze ver haalde hun alles." „Wat verhaalde hij hun vraagde mrs Brooks. „Wat de vreemdeling en onze heer bij hem te doen gehad hadden. Hij meende dat onze heer meer gezegd had, dan de vreemde verraden wilde, en zoo was hij er achter gekomen, dat het een moord betrof." „Ik begrijp u nietMartha. Wat kon mr. Carruthers met Evans over een moord te spreken hebben „Zij spraken ook niet van |den moord maar vraagden naar den overjas. Onze heer zeide tot Evans dat er een moord gepleegd was, doch de vreemdeling was hem dadelijk in de reden ge vallen en richtte daarop eene menigte vragen ret Eva ris, over de soort van jassen die deze maakte en aan wien hij ze verkocht en of hij ook Witnëyjassen maakte. Mr. Evans zeide dat hij er^ gewoonlijk geene raaakie er. er sedert twee jaren niet meer dan een verkocht had en wel aan een vreemd heer. Daarop vraagde de vreemde, welke soort van persoon het geweest was, jong of oud, groot of klein, aanzienlijk of gering en Evans antwoordde zoo goed hij kon daar hij echter een man is. die bij de waarheid blijft, Zoo kon hij niets meer zeggen dan hij wist en kon geen opheldering geven. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1881 | | pagina 1