Nummer 22. Donderdag 16 Maart 1882. 5e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. Bekendmaking. De Yerstootene. BUITENLAND. Belgie. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. STAAT VAN BRIEVEN De Echo van Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden, enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal ter plaat sing opeegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitschland worden alleen aangenomen door het advertentie bureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per re^. geadresseerd aan onbekenden. Verzonden gedurende de le helft van Februari. Waalwijk. F. Ricq Rotterdam. Kunnende de brieven aan het postkantoor wor den teruggehaald. De Directeur, BAGGERMAN. De Burgemeester van Waalwijk herinnert bij deze de geestelijken en bedienaren van den gods dienst zoomede de studenten in de godgeleerd heid tot deze gemeente behoorende, die als dienst plichtig voor de militie zijn of zullen worden aangewezen en daarbij moeten worden ingelijfd, of die daarbij reeds ingelijfd zijn en verlangen om van den werkelijken dienst te worden ont heven dat de daartoe strekkende aanvragen met het gevorderd bewijsstuk vóór den 1 April a. s., bij mij Burgemeester moeten worden ingediend. Waalwijk, 10 Maart 1882. De Burgemeester voojnoemd VAN DER KLOKKEN. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk gelet op artikel 81 der wet op het lager onder wijs van den 17 Augustus 1878 (Staatsblad no. 127); brengen ter algemeene kennis dat de staat vermeldende de namen der kinderen in deze ge meente boven de zes of beneden de twaalf jaren, die noch de openbare noch de bijzondere scholen, waar lager onderwijs wordt gegevenbezoeken door hen is opgemaakt en van af heden voor een ieder ter inzage op de gemeente-secretarie is nedergelegd. Waalwijk10 Maart 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DER KLOKKEN, Burgemeester. F. W. VAN LIEMPT. Secretaris. LXXXIX. Wreed als liet graf. „Neen, neen, duizendmaal neen riepRouth in dolle woede. „Ik wil niet ik wil niet Een leven in vrede en rustdat isniet waar, een leven in armoede en met u dit laatste zeide hij op den toon der bitterste verachting en gloeiendsten haat. De bleeke kleur van Harriet's gelaat veran derde in aschgrauw en een diepe zucht ontvlood aan hare verschroeide lippen. Routh deed eene schrede naar de deur, doch zij versperde hem den weg. Eensklapstoen hij bijna den uitgang bereikt hadviel zij op hare knieën en omvatte hem met hare armen. „Stewartzeide zij bijna fluisterendmaar op een toon, die men door den hevigsten storm heen had kunnen hooren„Stewartmijn echtgenootmijn leven mijn geliefde, sla geen acht op mijLaat mij hier ik zal niet met u gaan. Ga alleenzorg slechts voor uwe vei ligheid Stewartzeg beloof mijdat gij vluchten zult Terwijl zij sprak, had hij te vergeefs be proefd zich aan hare armen te ontrukken. Er onstond een korstondige strijd in zijne ziel. Zoo hij zich thans liet vermurwen, haar toegaf, dan was alles, wat geschied was, als niet gedaan. En tochwelk eene liefde was dat welk eene wonderbaresterke liefdeHoe geheel verschillend van die, welke hem twee uren vroege* uit de oogen der schoone Amerikaan- sche tegenblikte en Maar op eens stond daar voor zijn fantaisie het beeld der schoonheid die zijne zinnelijkheid prikkelde, des rijkdoms die hij behoefde, der vrijheid, waarnaar hij verlangde en de strijd was ten einde. Van Zaterdag is Leon Peltzer voor de rechtbank verschenen. Toen het oogenblik van vertrek uit den kerker gekomen wasbemerkte men dat men in de gevangenis geen gendarmen genoeg had om den gevangene naar het justitiepaleis te begeleiden. Men heeft toen de gendarmen van dienst bij de rechtbank moeten halen, wat nogal tijd vorderde het was bijna een uur toen de wagen met Leon Peltzer er in de gevangenis verliet. De beschuldigde stapte met lichten slap uit het rijtuig; hij had boeien aan, zoodat zijne handen de eene over de andere gekruist waren. Hij scheen zeer op zijn gemak doch toen hij was uitgestapthief hij het hoofd op en scheen hevig aangedaan toen hij aan een vensterop de binnenplaats uitziende, een persoon bemerkte, dien hij te Buenos-Ayres had gekend, den heer Ch. de Mot. Ilij bleef een oogenblik staan geheel zijn lichaam beefde en hij boog het hoofd. Een gendarme nam hem bij den arm en bracht hem door de zaal der assisen, in de verhoorzaal der derde kamer. Na het voorlezen van het requisitoir werd aan Peltzer gevraagd of hij ieis aan te merken had, waarop hij ontkennend antwoordde. Leon Peltzer jwerd verzocht zich te verwijderen doch op dit oogenblik bemerkte men dat hij hevig aangedaan en koortsachtig waseen zenuwachtig beven beving hem en hij barstte in snikken los. Op de vraag van den procureur des konings naar de oorzaak der ontroering, antwoordde hij, dat hij Ch. De Mot had gezieneen zijner oudste vrienden, met welken hij in. de beste be trekkingen is geweest en dat hij op dit gezicht een levendigen en pijnlijken indruk had onder vonden. M. Willemaers spoorde hem aan eenige oogen- blikken te rusten. Toen zijne ontroering voorbij was, vroeg Leon Peltzer om het justitie-paleis te mogen verlaten. Toen hij de advocaten nu af aan ging liet onheil ongestoord zijnen weg. Routh hief zijn arm opeen zware slag trof Harriet in het gezicht. Hare handen werden krachtelooszij zonk op den grond neder. Hij stapte over haar heen eu verliet het vertrek. Toen zij opstonden haar haar wegstreek lag er iets in haar gelaat, als van een waanzinnige. Zij hoorde hoe Routh den sleutel zijner kleed kamer in het slot omdraaide. De dag neigde reeds ten avondtoen Harriet zich naar hare slaapkamer begaf. Zij was zeer kalm. Voor zij zich ter ruste begaf opende zij de gordijnen om licht in de kamer te laten. Toen zij hare oogen slootzeide zij half luid „Ik kan niets meer voor hem doenzij kan en moet hem redden." Ontvangen berichten. Toen George het wistdat hij Clara Carrut hers ontmoeten zou had hij zijn oom een der ttvee punten uit zijn leven welke tot nu toe met een sluier waren bedekt, medegedeeld. Zoo als George verwacht hadhoorde Mr. Eelton deze mededeeling met een bedenkelijk gezicht aan. „Deze omstandigheid zeide deze„zou weinig tijd geleden de zoo gelukkig herstelde verstandhouding tusschen Mr. Carruthers en u in gevaar hebben kunnen brengenhetwelk echter nu niet meer te vreezeu is. Ik voor mij houd mij vast overtuigd datzoo eenmaal de harde schaal doorgebroken ismen in den. ouden heer een uitmuntenden kerel vindt. Wat dat aangaat koester ik dus geen zorg. Het toeval wil dat gij de jonge dame niet in zijne tegenwoordigheid ontmoetzulks mag ik een zeer gelukkig toeval noemen en ik hoop dat gij reeds in deze ontmoeting alles met haar in het reine zult brengen." Het was daarom met een goed doel geschied, dat Mr. Felton Geoige in het huis van Sir Boldero alleen lieten bij hadtoen hij ging voorbijgingwerd hij opnieuw hevig ontroerd hij boog het hoofd en men zag tranen over zijne bleeke vermagerde wangen vloeien. De vraag of Leon Peltzer werkelijk de persoon is die zich voor Vaughan heeft uitge geven, houdt de gemoederen nog steeds gaande. Sommigen beweerden dat dit onmogelijk was daar Peltzer groot en grof, Vaughan daarentegen klein en tenger is. De waarheid is dat Leon Peltzer 1 meter 68 meet, zooals bij zijne aan- komst in de gevangenis bevonden werd. Hij is dus geen man van groote gestalte. Doch er zijn in den persoon van Leon Peltzer andere bijzon derheden welke velen uit het oog verloren hebben en waarover geen dwaling of discussie mogelijk is. Vaughan zeggen al degenen, die hem hebben hooren spreken heeft een gebrek in zijn uit spraak dat door allen op dezelfde wijze is uit gelegd. Welnu Leon Peltzer heeft dat gebrek. Vaughan knipte met de oogen Leon Peltzer doet hetzelfde. Vaughan, zeggen eenigen, had de linkerwenk brauw veel meer afgeteekend dan de rechter. Die bijzonderheid vindt men ook bij Leon Peltzer. Vrijdagavond te 10 ure hebben de heer Ketels rechter van instructiemr. Van Calster en mevrouw Peltzer zich bij James Peltzer be geven die nog altijd op zijne kamer in het Café de la Bourse bewaakt wordt. Het gesprek heeft lang geduurd James Peltzer wiens on schuld bewezen schijnt, is zeer neerslachtig. Het is mr. Van Calster die aan Armand Peltzer gevraagd heeft een tweeden advocaat te nemen; Armand heeft aan zijnen verdediger geantwoord dat hij hem vrij liet te doen wat hij wilde en zelf den tweeden advocaat te kiezen. De rechter van instructie heeft zich aan gemeld ten huize van den heer James Peltzer en hem na een nader verhoor medegedeeld, dat alle maatregelen van surveillance tegen hem waren opgeheven. De heer James Pelzer had gedurende acht dagen zijn huis niet mogen verlaten. Men heeft nog niet gesproken over het geenzins het voornemen gehad terug te keeren. „Als alles goed afgeloopen is kom dan op mijne kamer," had hij tot George gezegd, „en zeg aan Miss Carruthers dat ik haar dezen namiddag een bezoek ten huize van Mr. Stan hope brengen zal." George keurde dit plan zeer goed. Echter wilde hij eerst een kort bezoek brengen op het bureau van den „Mercurius," waarna hij geheel ten dienste van zijn oom zou zijn. Nadat hij alleen was geblevenhad hij getracht een plan te maken van alleswat hij Clara zeggen zou en hoe hij het zeggen zou en juist was hij op eene vrij bevredigende wijze met dit plan gereed, toen Clara binnentrad. Doch hetgeen hij nu zeide en deed was verre van overeenkomstig het gemaakte programma, dat hij had ontworpenen als iemand hem gevraagd had wat hij gezegd had dat ge lukkig niemand deed zou hij het antwoord schuldig zijn gebleven daar het hem onmoge lijk zou geweest zijn, deze vraag tc beant woorden. Het onderhoud duurde langen toen het eindelijk was afgeloopen en George Dallas Clara Carruthers in het rijtuig hielpbedekte haar sluier haar gelaat en hare kleine hand welke in de zijne russttetrilde hevig. Het gelaat des jongelings was bleek en ontsteld maar toch droeg het den stempel van een verborgenheilig geluk. Zijn geheele uiterlijk drukte een vast besluithoop en moed uit. Had hij het besluit vernieuwdvoeger door hern genomennu Clara Carruthers in Paul Ward George Dallas erkennen moest en was hem daarbij de meest gunstige betrekking te hulp gekomenwaarin hij niet langer alleen stondzonder vrienden en door het noodlot vervolgd Hoe het ook zij hij voerde thans een dankbaardemoedig hart in zich om en gevoelde, toen hij het bureau der redactie van den „Mercurius" binnentraddat hijsedert hij de laatste maal dezen drempel betreden verblijf van mevr. Bernays te épa in de maand Augustus van verleden jaar. Die damena eenigen tijd in 't Hotel Britannique te hebben verbleven is eenige dagen later in het Hotel du Midi te Spa gaan logeeren. Merkwaardig feiteen heerdie er uitzag alsof hij gegrimeerd was en die eene pruik droeg, kwam er insgelijks logeeren. De manier van leven van dien persoon ver wekte de algemeene nieuwsgierigheid. Hij kwam verscheidene dagen niet uit zijne kamer en deed er al zijne spijzen brengen. Nu men van Vau ghan spreekt vermoeden allen welke die ge heimzinnige personnage gezien hebben, dat het Leon Peltzer is. Zijn broeder Armand kwam ook omtrent denzelden tijd naar Spa en logeerde naar men zegtin het Hotel de l'Europe. Het parket heeft besloten dat Armand Peltzer zijnen advocaat zal mogen ontvangen alle avonden van 8 tot 10 ure. Een bijzonder kabinet is ter beschikking gesteld van mr. Van Calster. 't ls de National die dezer dagen gezegd heeft dat mevr. Bernays drie maanden geleden hare brillanten verkocht had en valsche steenen in hare juweelen had laten zetten. Het blad zegt vandaag dat die verkoop niet drie maanden, maar drie jaar zou geleden zijn Als nu maar ten laatste het feit niet geheel wordt gelogen straft Armand Peltzer heeftnaar men zegtge vraagd om voorloopig in vrijheid te worden gesteld. Hij zal aanstaande week nogmaals voor de raadkamer verschijnendie over de vraag moet beslissen. Uit Antwerpen wordt gemelddat de procureur des konings Vrijdag avond bij de wed. Bernays aanzegging heeft gedaan dat alle tegen haar genomen preventieve maatregelen zijn opgeheven. De heer Ed. Pecherde vader van de weduwe Bernays, ligt te Mentone ziek. Het is niet waarwat men verzekerd heeftdat hij voor alle betrekkingen heeft bedankt en niet naar Belgie terugkeert. Integendeelhij heeft had een geheel ander mensch was geworden. Mr. Cunningham was in het bureau en recht verheugd George te zien. „Ik wilde u juist schrijven, beste vriend," terwijl hij George hartelijk de hand schudde. „Gij spaart mij dus die moeite en eene uitgave van vier pence." „Hebt gij wellicht iets vernomen aangaande de zaakwaarover ik u onlangs geschreven heb „Dat is het juist. Ik heb Mr. Tatlow een der beroemdste geheime politie-beambten uit uwen naam verzocht, de zaak in handen te nemen en begrijp eens hoe koddig, heden komt hij bij mij en zegt mij dat alles zeer goed mar cheert meer kon hij mij 'voorloopig niet zeggendoch wilde mij alleen het adres van zekeren Paul Ward verzoeken." „Paul Ward 1" riep George. „Ja, Paul Ward! Is dat geen kapitale grap Ik kon dan ook de verzoeking niet weerstaan om hem niet verder te brengen, maar zeide hem dat ik wistdat Mr. Dallaszijn lastgever met zekeren heer van dien naam bekend was en hem dus alle noodige inlichtingen geven kon." George voelde geen lust tot lachen, ofschoon hij zich daartoe moeite gaf. De zaak, die zijn oom met zooveel pijnlijke zorg vervulde, kon voor hem in geen geval eene reden tot schert sen zijn en boveudien deed dit bericht hem ontstellen. „Wat heb ik dan toch met die zaak te ma ken vraagde hij. De man moet met zijne navorschingen het spoor geheel bijster zijn. Niemann kan met betrekking tot deze zaak meer in het onzekere zijn dan ik. Hij volgt zekerlijk een verkeerd spoor en zoo hij zich zoo er°- vergissen kan is het geld en tijd verspillen^ als ik hem verder met de zaak laat voortgaan." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1882 | | pagina 1