Nummer 32. Donderdag 20 April 1882. 5e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
De Yerstootene.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
U
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
Het Algemeen Adresboek voor de
Lederindustrie bewerkt door Jan Phi-
lipsen en Gerard Haagh is verschenen
en aan de inteekenaren verzonden.
De Echo van het Zuiden,
N
Tm,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag-: avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden JlflO, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezondenstukken, gelden,
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaat
sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor
Duitschland worden alleen aangenomen door het advertentie
bureau van Adolf Steiner,Hamburg. Reclames 15 cent per reg.
Dat zulk een werk niet alleen een groote
waarde voor de bij dien tak van nijverheid
betrokken personen moet hebben, maar zelfs
onmisbaar isgelijk de samenstellers in hun
voorwoord zeggenis bewezen door het groot
aantal exemplaren, dat reeds voor de ver
schijning genomen werd.
Of het nu geheel aan de verwachting
voldoet? Wij kunnen niet ontveinzen, dat
wij en anderen met ons in hetzelve vele
leemten en onnauwkeurigheden ontdekten
die in een adresboek niet tehuis behooren
maar niemand, die eenigszins bekend is met
de moeielijkheden,verbonden aan eene eerste
uitgaaf van zoodanig werk, zal hiervan den
samenstellers een grief maken. Yeeleer ver
dienen zij bewondering, dat zij dusdanige
zware taak zoo moedig hebben aangepakt en
met aanvankelijk niet ongunstigen uitslag
hebben ten einde gebracht.
Om nu de leemten en onjuistheden, waar
van wij boven sprakente herstellen, zal de
uitgever, de heer Jan Philipsen, te Breda,
een verbeterblad uitgeven, dat 15 Juli a. s.
zal verschijnen en dat aan al de koopers van
het oorspronkelijk werk, ook die het buiten
inteekening namen of nog zullen nemen
gratis zal worden geleverd.
Wij vertrouwen dat allen die belang heb
ben bij een goed adresboekde samenstel
lers zullen willen steunen en hunne op- en
aanmerkingen opzenden direct aan den uit
gever J. Philipsen te Breda.
Op deze wijze kan het worden wat men
zich er van voorstelde een vertrouw
bare vraagbaak, waarop men
zich gerust kan verlaten.
LXXXXIV.
Met den avondtrcin.
„Breng mij bij Mr. Belton," zeide Jim eens
klaps en op hartstochtelijken toon terwijl hij
de vrouw aan haar kleed vasthield. „Ik ben
juist hier gekomen om met Mr. Dallas over
dezelfde zaak ie sprekenbreng mij bij Mr.
Belton."
„Zijt gij daarvoor hier gekomen Wat hebt
gij dan daarmede te doen?" vroeg de vrouw
wier nieuwsgierigheid thans zeer geprikkelk werd.
„Ik zal u later alles verhalen zeide Jim.
„Later zult gij alles vernemen en het i3 eene
zeer belangrijke geschiedenis. Mr. Dallas heeft
het niet gedaan dat weet ik het besteik kan
Mr. Felton de nauwkeurigste inlichtingen geven."
„Ik moet eerst vragen of hij u hooren wil,"
zeide de vrouw„als hij dat niet wildezou
misschien het gerecht
„Neen, neen, ik moet Mr. Belton zelve spre
ken, Breng mij bij hem."
Zij verzette zich niet langer en een oogen-
blik later bevond Jim zich tegenover een groep,
welke uit Mr. Belton een ernstig heerdie er
als een advocaat uitzageen schoon meisje
- Clara Carruthers genaamd, en eene deftige dame
in wie wij Clara's nichtMrs. Stanhope leeren
kennen bestoud. De advocaat en Mrs. Stan
hope zaten in een druk gesprek aan de tafel
Clara en Mr. Belton stonden te zamen bij den
schoorsteenhet blonde hoofd van het meisje
rustte op den schouder van Mr. Belton, terwijl
zij aan hare tranen den vrijen loop liet.
„En is hij ernstig ziek had zij gevraagd
kort voor dat Jim in de kamer kwam.
„Niet ernstiglief kind, en eigenlijk kan het
De regeering is voornemens aan de kamer
zoodra ze weder bijeenkomteen wetsontwerp
voor te leggen tot verscherping der strafbepalin
gen tegen het uitgeven en rondventen van vunze,
zoogenaamd pornografische geschriften en teeke-
ningen.
De president der republiek is weer waar
hij wezen moet, namelijk op het Elysée. De
paasch-dagen heeft hij buiten doorgebracht.
Gambetta is niet geslaagd in zijn kranten-
kooperij. Evenals Simon de Toovenaar heeft
hij moeten ervaren, dat niet alles voor geld te
koop is en men maar niet zoo openbare meening
kan maken waar men zulks wenscht.
Duchtig nemen de France en le National den
ex-dictator-schacheraar over zijue mislukte plan
nen onderhanden. „De Genuees Gambetta"
zegt eerstgenoemd blad „verloochent de eigen
aardigheden van zijn geldmakend of bedelend
ras in geenen deele en de pochhanzerij der Zui
derlingen, met hun eeuwig verkoopen van huiden
van ongeschoten beren, wordt door hem tot een
politiek stelsel verheven."
„Nog stuitender dan zijn onbewimpelde dwin
gelandij" zegt le National „is dit koopen
van invloed voor gelddeze dictatuur over cou
ranten deze winkeliers-manier van tegenstanders
den mond te snoeren die men niet weerleggen
kan. En nooit zegt het blad „zal de natie
hare goedkeuring hechten aan deze treurige po
gingen om zich in de pers eene claque van ge
huurde lofredenaars te verschaffen."
De impertinente onbeschaamdheid waar
mede Figaro Gambetta vervolgtgaat inderdaad
te ver. Het blad drukt thans een brief af, dien
het zegt van Gambetta ontvangen te hebben
waarin deze zich ernstig beklaagt over het leu
genachtig bericht van zijn huwelijk en o. a. het
volgende zegt „Gij hebt het groote geheim des
levens aangeraaktgij hebt gespot met wat de
grondslag der maatschappij is en misschien, wie
weet hebt ge in 't een of ander vergeten
hoekje een ziel in droefheid neergebogen getroffen.
Misschien hebt gij wreedaardig een teedere snaar
niet beter freffen, dan dat hij ongesteld is. Wij
winnen daardoor tijd en dien heb ik noodig
want ik weet zelf niet wat ik doe."
„En Mr. Tatlow verzekert verzekertdat
men hem van daag nog niet nog niet
voor het gerecht brengen zal dat men hem
niet naar die verschrikkelijke plaats brengen
kan zeide Clara wier stem door hare tranen
schier versmoo d werd.
„Jamijn kind. Bedenk dat ik Diet hier
zou kunnen zijn zoo het onderzoek niet uit
gesteld was. Ik ben de hoofdgetuige en moet
er zijn om mijne verklaring af te leggen over
over mijn zoon. Mr. Belton zweeg een
oogenblik stil en sloot toen zijne oogeu.
„Het onderzoek zou pro forma dezen morgen
zijn aangevangenvervolgde hij na eenige
oogenblikken„maar het viel den compagnon
van Mr. Lowtherszijn broedergemakkelijk
een uitstel te bewerken. George was te ziek
om verhoord te worden, maar hij heeft mij doen
weten dat de ongesteldheid niet veel te bedui
den had."
„En mag dan niemand hem bezoeken
vraagde Clara op smeekenden toon. „Moogt
gij niet bij hem gaan Mr. Belton Moogt gij
niets doen om zijn toestand te verlichten Zou
men zoo wreedzoo verschrikkelijk wreed zijn,
u dat te weigeren
„Wij mogen niet van wreedheid spreken, lief
kindals het recht en wet geldt," zeide Mr.
Belton. „Niemand mag nu bij hem komen
dan Mr. Lowther Mr. James Lowtherdie
nu ook bij hem is en rlezen namiddag waar
schijnlijk hier zal komen."
„Hoe kunt gij dat dulden vroeg Clara.
„Ik moet het dulden en lijden komt eerst
later; nu is het 'ijd van handelen. En daarin
moet gij mij helpen lief kind daarom heb ik
u ontboden; het is op zijn uildrukkelijken wensch.
Zijne laatste woorden waren Mijne moeder
aangeroerd een vreedzaam bestaan verstoord
een hoop voor de toekomst den bodem inge
slagen." (Zeker een of ander onbekend liefje
voegt het blad er aan toe). Dat het dezen brief
afdrukt ondanks het daarin voorkomend verzoek
om dit niet te doen is reeds meer dan erg
maar ook deze brief is verzonnen; Gambetta
kan hem niet geschreven hebben dit verraadt
het post-scriptum, waarin Gambetta zonder meer
zegt dat hij wei geneigd zou zijn Figaro aan
te koopen.
Te Parijs heeft een 12jarige knaap een
gerechtsdienaar aangevallen. Hij poogde hem
met een mes in de borst te steken maar zijn
arm was te zwak en hij scheurde alleen de uni
form open. De knaap heeft bekend den aanslag
gepleegd te hebben om in hechtenis genomen te
worden en zoo bevrijd te zijn van zijn broeder,
een schoenmakerbij wien hij leerling was en
die hem slecht behandelde.
Het lijk van den gewezen communeman
Trinquet is verleden week ter aarde besteld.
Ondanks een geweldigen stortregen volgden een
vijf a zeshonderd personen het lijk naar de be
graafplaats. Onder deze schare bevonden zich
de afgevaardigden Clémenceau en Clovis Hugues.
Jjouise Michel en andere oud-strijders der com
mune. Louise Michel hield eene rede bij de
groeve. Hoog verhief zij Trinquet, maar zij
was met dit al gematigder dan gewoonlijk. Er
waren er nog meer die aan 't graf spraken.
Na de moordaanslagen op den spoorweg
„ParijsLyonMiddellandsche zee in den
omtrek van Tarascon gepleegd, gaan nu vanwege
de juistitie van laatstgemelde plaats met de beide
nachttreinen twee gendarmes medevan Arles
tot Avignon ter bescherming van de passagiers.
Bij de manoeuvres van de cavalerie te
Saumur heeft een verschrikkelijk ongeval plaats
gehad. Er werd een aanval uitgevoerd; een der
paarden wierp bij den sprong over een hinder
paal den berijder uit den zadel en rende voort
op den weg waar de ruiters hun aanval voort
zetten. Hierdoor ontstond een schok, die twaalf
cavaleristen met hunne paarden ter aarde deed
tuimelen. Verscheidene ruiters zijn zwaar gewond.
mijne arme moeder, die morgen naar huis komt.
Ik zeide hem zich daarover gerust te stellen
daar men alles voor haar zou geheim houden.
En na Clarazijt gij sterk genoeg, om mijne
belofte te vervullen Zijt gij in staat voor haar
verborgen te houden, wat er geschied is Kunt
gij haar een kalm gelaat vertoonen Hebt gij
daartoe kracht genoeg?"
Zij hief haar blonde kopje omhoog en zag hem
met hare onschuldigeoprechte oogen in het
gelaat.
„Ik heb de kracht tot alles wat hij wat
George wenscht en goed acht."
„Gij kent nu het aandeel dat gij in onze
verschrikkelijke taak hebt, mijn kind. God
weet, dat dit aandeel niet gering, niet licht is."
Clara's tranen hielden niet op te vloeien.
„En is er dan geen hoop fluisterde zij
terwijl zij haar hoofd vaster tegen hem aan
drukte.
„Geen hoophernam hijZelfs zoo het
mogelijk wasdat George zich bedroogdan
moest ik toch mijn eigene oogen gelooven.
Clarazij hebben mij den jas van mijn zoon
doen zien Ik had hem zelf die jas gegeven."
Geen traan vertoonde zich in de oogen van Mr.
Beltonmaar deze waren sedert den vorigen
dag diep in zijn hoofd gezonken en het trillen
zijner stem verried hoeveel inspanning het hem
kosttezijne smart te beheerschen.
„Wat moet die arme George niet geleden
hebben 1" vervolgde zij fluisterend door snikken
afgebroken.
„Ach ja. En alles ligt nog in het duister
gehuld. Mr. Lowther en ik trachten den samen
hang te vinden maar te vergeefs. Spoedig zal
Tatlow hier zijn lief kind en gij moet naar
huis terugkeeren. U wacht eene taak, waartoe
gij al uwe krachten behoeft. Ik zal u van uur
tot uur mededeeien hoe de zaken staan. Mrs.
Stanhope zal u Maar wie is dat Wat ver-
De Ilollandsche bezoekers van Parijs zullen
zeker niet vergeten hebben de Avenue de 1' opéra,
de prachtige straa*die leidt van de Place du
Theatre Bran9ais naar de opera en die vooral
wanneer zij verlicht is door electrisch licht zulk
een uitstekenden indruk maakt.
Die luisterrijke verlichting, die zooveel bijdroeg
om de schoonheden van deze straat te doen
uitkomen behoort tot het verledene.
Sedert verleden week is de Avenue weder door
gas verlicht. Onlangs namenlijk heeft de ge
meenteraad geweigerd zich bij contract voor tien
jaar te verbinden tegenover de maatschappij
Jablochkoff, die het electriek licht leverde. De
raad wilde slechts een contract voor één jaar
sluiten.
Na dit besluit heeft genoemde maatschappij
dadelijk die verlichting gestaakt en op 't oogen
blik vindt men slechts twee candelabres verlicht
door electrisch licht nl. die geplaats zijn voor
de operaomdat de administratie daarvan een
afzonderlijk Jcontract met de maatschappij Ja
blochkoff heeft.
Parijs17 April. Er had dezen nacht aan
het hoofdpostkantoor alhier een groote diefstal
van aangeteekende brieven plaats. Bijzonderheden
dienaangaande zijn nog niet bekend.
Barcelona en Madrid waren Vrijdag in rep
cn roer. Men sprak niet minder dan van een
oorlog tusschen Frankrijk en Spanje. Er was
te Barcelone een Bransch eskader aangekomen
en dat had zoo de vrees opgewekt. De afge
vaardigde Labras achtte hei zelfs noodig den
minister over deze gebeurtenis te interpelleeren.
De minister gaf ten antwoord dat hij er niets
van wistdat de verhoudingen met Frankrijk
zoo vriendschappelijk mogelijk waren en dat het
Bransche eskader waarschijnlijk een vreemde
haven bezocht zooals het Spaansche het ook zoo
vaak deed.
De koningin is van haar uitstapje naar Men-
tone behouden op het kasteel Windsoi terugge-
langt gij knaap
„Sir," stamelde Jim angstig. „Sirik kom
om u te zeggen dat hij het niet gedaan heeft
en dat ik hem ken die het gedaan heeft."
Mr. Felton liet Clara los en trad snel eenige
schreden nader. Mr. Lowther sprong van zijn
stoel op. Ook de beide dames kwamen naderbij.
„Wie zijt gij vraagde Lowther.
Jim zeide het hun.
„Met welk doel zijt gij gekomen Wat
begon Mr. Felton doch Mr. Lowther wenkte
hem, den knaap aan hem over te laten. Daarop
wendde de rechtsgeleerde zich tot Jimnam
hem vriendelijk bij de hand en geleidde hem
naar een stoel.
„Ga zitten, mijn jongen, gij behoeft niet bang
te zijn zeide hij op minzamen toon. „Waar
schijnlijk zijt gij uit eigen vrije beweging her-
v aarts gekomen en wij twijfelen geen oogenblik
aan uwe goede bedoeling, Gij hebt Mr. Felton
dus iets belangrijks mede te deelen Misschien
kent gij Mr. Dallas en uit hetgeen gij zoo even
zeidetmeen ik te kunnen opmakendat gij
weetwaarvan hij beschuldigd wordt Jim
knikte. „Welaan zeg ons dus alles wat gij
weetoverhaast u niet en zij niet bevreesd."
Dit zeggende klopte de advocaat hem op den
schouder om hem te bemoedigennam een
stoelging zitten legde zijne handen op zijne
knieën en zette een opmerkzaam doch niet ge
streng gelaat. De beide vrouwen luisterden in
gespannen verwachting en Mr. Felton plaatste
zichop een wenk van den advocaatachter
Jims stoel.
Jim deed nu eene wanhopiga inspanning en
verhaalde zijne geschiedenis. Hij verhaalde ze
op zijne eigene onbeschaafde wijze met allerlie
uitweidingen en omschrijvingen doch niemand
viel hem in de rede.
(Wordt vervolgd.)