Nummer 100. Zondag 17 December 1882. 5e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. BUITENLAND. Belgie. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal terplaat sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitschland worden alleen aangenomen door het advertentie bureau van Adolf Steiner,Hamburg. Reclameslo cent perregel Aanmerkingen en toelichtingen op de memorie van beantwoording van den minister van oorlog op het voorloopig verslag van de commissie van rappor teurs uit de tweede kamer der staten generaal. Be Lakenfabrikaadje. Op de aanwijzing van 2 officieren en onder hun toezicht wer den te Leidenbij de firma Krantz, alwaar zij 4 weken vertoefden, standmodellen van laken vervaardigd, waarbij de vroeger onder stelde losheid vermeden was en de noodige vastheid verkregen werd. Bij een der meest gekende fabrikanten te Tilburg werden inlichtingen gevraagd door diezelfde commissie en kende men bij die gelegenheid bet onderscheid tusschen katoen en wo) niet. Voorwaareen zekere waar borg voor de goede kennis der beeren offi cieren. Later gaf wel die commissie eene brochure over de eiscben der lakenfabrikaadje in 't licht, doch die brochure was niets anders dan eene vertaling uit het Duitsck. Hoe is 't ook mogelijk dat personen totaal onbekend met de lakenfabrikaadje in 4 we ken tijds zooveel kennis opdoen dat zij zicli als leermeester voor erkende doorkneede fa brikanten uitgeven. De vraag is nu gewet tigd dat als de minister durft voortegeven dat bij een der meest deugdelijke lakenfa brikanten en nog wel onder toezicht van 2 officieren gedurende een tijdvak van eene maand, en die den moed hadden een tech nisch werk over de geheele lakenfabrikaadje in, 't leven te roependie lakenfabrikanten nog niet voldoen kunnen en het blijkt dat volgens de bewering der commissie van rap porteurs die leggerstalen noch de leveringen die daarnaar hebben plaats gehad konden voldoen; welke maatregelen moeten dan toch wel door de regeering genomen worden om tot deugdelijke modellen te geraken Een onomstootelijke waarheid is 't dat alle be proefde lakenfabrikanten te Tilburg reeds het nieuwe stand model laken door lik. officieren uitgedachthadden veroordeeld vóór dat eenige levering plaats vond, en wel om de zelfde redenen die nu als voorwaarde worden gesteld. Moeten zulke proeven ten kosten van het rijk eeuwig blijven duren en altijd de niet geschikte-goederen hun uitweg blijven vin den naar rubriek kleeding en ledergoed voor de Schutterij. De bijzondere geschiktheid der lih. tech nische officieren had toch dit voor, dat een hunner bij keuze tot kapitein werd bevorderd!! De insinuatie door den minister, die hier blijkbaar te veel afgaat op de inspiratie zijner naaste omgeving, tegenover de Nederlandsche lakenindustrie geuit, als zoude zij niet be rekend zijn voor hare taaklaten wij geheel voor rekening van den minister, doch zullen ons wel wachten dat oordeel, door niets gewettigd, en alleen door officieren uitge sproken, te onderschrijven. De weerspreking van zulk eene bewering laten wij gerust over aan den minsten laken fabrikant, vooral als de minister zich gaat bewegen op het terrein van proeven en op technisch gebied. Waaraan is het te wijten dat juist een dier officierenzich noemende Horstmann, en technisch adviseur, onder wiens leiding die afgekeurde leggerstalen werden vastge steld, kort daarop als technisch adviseur bij de keuringen werd aangesteld en weder plotseling naar de administratieve dienst is verhuisd. "Veel wat over het laken gezegd is geldt ook de modellen nachtleger en andere linnen voorwerpen die thans van de sl°chtste hoe danigheid zijn en welke een- drietal jaren geleden zeker in waarde 30°/o de huidigen overtreffen. Met recht is ook de aandacht der com missie van rapporteurs gevallen op^e pu blieke verkooping van 3400 ransels it 10 cent, welke ingeslagen zijn tegen den prijs van circa f8. Het antwoord van den minister is geheel ontwijkend. ZExc. noemt het onjuistmaar voegt er bijgreeds jaren waren zij in ma gazijn^ en indien het niet hoog tijd geworden was om ze van de hand te doen hadden ze nog lang moeten blijven liggen. De verkoop wordt niet tegengesproken. Ze deden, zegt de minister4 of 5 jaar dienst, precies kon hij dat niet opgeven, maar de onbruik baarheid werd eerst geconstateerdtrots de opmerkingen van den fabrikant De Booy in 1864, na een 16 jarig verblijf in de ma gazijnen. Aan de vestingartillerie, ponton niers mineurs en sappeursheeft men ze trachten te verstrekken maar ze waren zoo goed dat die regementen ze ongeschikt voor de manschappen verklaarden. Dit was toch zeker de schuld niet van den fabrikant, maar veelmeer de eigendunk van ambtenaren waarvan één destijds aan het dept. v. oorlog werkzaamlater een goede plaats mocht veroveren als directeur aan het centraal- magazijn te Amsterdam. Naief is de uitdrukking van den minister dat de ransels zonder bezwaar aan de ruige ransels konden worden gelijk gemaakt; maar ZExc. vergeet daarbij te vermelden dat dit zonder bezioaar toch nog dit bezwaar gaf dat elke ransel nog eens de som van f4. ruim veroorzaakte en zoo zijn er duizenden moeten worden veranderd. Daarenboven hoe groot mocht het nadeel geschat worden, dat ransels, welke op 15 jaar drachttijd bepaald wordenslechts 4 jaren dienst doen en dan nog wel bij het wapen der artilleriedat daarvan zoo weinig gebruik maakt. Dat oude ransels, slechts 4 jaar gebruikt, maar 20 jaar opgestapeld in magazijnniet veel opbrengen is zeker waarmaar ook nieuwe ransels zouden evenmin veel opbren gen daar zoo als de minister zegt het een artikel is ongeschikt voor particulieren. 16 jaar lang lagen zij renteloos en 't kan toch niet het doel der regeering zijnopeen te stapelen zonder te wisselen. Men vergelijke nu de bewering des mi nisters dat de groote omzet van de ransels voor de schutterijen voldoende verklaard is, met rubriek sub Calwaar wij lezen onder hoofd: kleeding en ledergoed voor de Schutterij-. Op 1 Jannari 1881 voorhanden 3635 ransels waterdichte stof uitgetrokken tegen eene geldswaarde van f 25,445.zijnde f 7. per stuk. In 1881 vermeerderd met 2866 ransels; en in 1881 verminderd met 3740 Bleef dus 2761 stuks op 1 Januari 1882 voorhanden uitgetrokken voor f 5.522. dus niet voor f7,maar voor f2.het stuk, een verlies van f18,805.waarbij nog komt dat de post vermeerdering van 2866 stuks alleen kan plaats hebben door, wat voor het leger voor dadelijk gebruik ongeschikt wasnog ter oplage voor de schutterijen te bestemmen. En waar zijn die 3740 stuks aan uitge geven, die toch voor de schutterijen waren beschikt en niet kunnen verondersteld worden, ooit te hebben gediend. Is de minister hier ook somtijds niet al te vertrouwbaar op de inlichtingen zijner ondergeschikten afgegaan? De confectie der lakensche kleedingstukken kan door de kamer niet worden nagegaan, daar de soldaat de kosten daarvan bestrijdt. Ook zouden die kleederen voor den militair goedkooper zijnindien niet al die ont- zachelijke uitgaven en soldijenietwat rie kende naar geldverkwistingenop rekening van den soldaat werden gebracht. Ook is getrachten de minister zal -het gaarne erkennenook de aanmaak van schoeisel in het magazijn te doen plaats hebben en dan zouden toch de aanbesteders tevens zijn geweest vervaardigen en controleurs maar niemand zou hen contröleerenen slechts de positie der ambtenaren van het magazijn te Amsterdam ware beter geworden, welke verhooging van traktement reeds ge durende 3 jaren zoo in 't oog loopende is. De kosten van administratie magazijn Amsterdam bedragen f 88907. Uit bovenstaande blijkt dat het opdrijven der prijzen dus niet uitgebleven ishet leger door de verkeerde toepassing van het stelsel publieke aanbesteding juist afhankelijk gemaakt wordt van enkelenwaarom ver schillende aannemers wenschen zich niet meer intelaten met de vervaardiging van militaire kleeding en uitrusting. De ondergeteekende heeft vermeend de vrijheid te moeten nemen protest aan te teekenen tegen elkenaar zijne meening scheeve voorstellingom aan den zwaren arbeid der kamerleden te gemoet te komen, het verslag der commissie van rapporteurs te ondersteunen en 's lands belang te bevorderen. J. F. De Booy Breda, 9 Decembër 1882. Proces Peltzer. De advocaat-generaal zette zijn requisiioir voort. Gisteren hebben wij de drijfveer van de misdaad behandeld zeide hij nu komen wij tot de behandeling van he„ feit zelf. Bij het bekend worden van den moord heeft Armand den moed om naar het huis te gaan welks deur voor hem eenigen tijd is ge sloten geweesten hij was de eerste, die Mevr. Berrays wil troosten en op verlangen van haar durft hij zweren Vaughanden moordenaar, niet te kennen. De facsimiles van het handschrift van Vaughan hebben den moordenaar op het spoor gebracht en uit alle correspondentiën blijkt, dat Léon slechts een laag werktuig in de macht van Armand is geweest. Bij het verhoor heeft Armam} de justitie om den tuin willen leiden met valsche inlichtingen aangaanden het verblijf van Léon o. a. ook met een brief in zijn copieboek te toonen dien hij den 15en Januari naar Francisco gezonden hadin antwoord op een schrijven van 18 December. Voort wees spreker op de visitekaarten met den naam van Astordie Ar mand expres had laten maken om een telegram, dat van Leon in het Hotel de l'Europe te Ant werpen aan dat adres was aangekomen, te kunnen doen afhalen. Ook nog dat Armand zijn be diende naar Rotterdan gezonden had tot het afzenden van eene dépechedie hij in zijn mond had moeten verbergen. Waartoe al deze geheime correspondentiën, vroeg spreker, wanneer niet een vreeselijke misdaad in 't spel was. In de namiddag-zitting begon de voorzitter met de vraag of Armand de schoenen reeds gepast had waarvan gisteren gesproken werd. Armand zeide ze gepast te hebben doch dat zij hem niet behoorden waarna de advocaat- generaal weder aan het woord kwam. Hij be wijst dat Léon alleen naar Europa gekomen is op verlangen van Armanden dat de twee broeders te Parijs de misdaad beraamd hebben. Ook toont hij aan dat Murray waarover Leon voortdurend spreekteen gefingeerd persoon is, daar alle pogingen om iets van dien man te ontdekken vruchteloos zijn geweest. En wie anders dan Léon heeft er belang bij dat die man bekend wordewanneer hij bestaaten waarom licht hij dan zelf de sluier niet op Vervolgens gaat de advokaat-generaal alle in- koopen nadie door hem te Parijs gedaan zijn, en waarvoor hij zich steeds van andere namen bediende. Door vermoeidheid uitgeput, vraagt de spreker voor heden de zitting te mogen opheffen om morgen zijn requisitoir te eindigen. Gedurende deze zitting maakten verschillende aandoeningen zich van Armand meester. Léon bleef koel en had gaarne den spreker meermalen in de rede willen vallen. Den volgenden dag wees de advocaat-generaal op eenige datums om de handelingen beter te doen uitkomen. Aan het einde van September heeft Armand zich met Léon in relatie gesteld, dus na de twisten in het huishouden Bernays. Léon is uit NieuwYork vertrokken na het sluiten van het modus vivendidus toen alle uitzichten voor een echtscheiding voor Armand verdwenen warenen Léon kwam te Parijsnadat aan Armand de toegang tot het huis van Bernays is ontzegd geworden. Léon komt te Brussel onder den naam van Vaughan terwijl hij te Parijs reeds verschillende andere namen aangenomen heeft en stelt zich in correspondentie met Bernays over 't oprichten eener stoombootmaatschappij. Waarom kiest hij juist Bernays terwijl er in Brussel en Antwerpen toch meer bevoegde ad vocaten zijn Vervolgens wordt aangetoond om welke reden Léon het huis in de Wetstraat gehuurd heeftnatuurlijk omdat dit huis bij een station gelegen waszoodat Bernays geen rijtuig behoefde te nemendat voor het huis zou moeten wachten en dat dan de koetsier het schot zou kunnen hooren dat hij op zijn slacht offer moest lossen. De advocaat-generaal be handelt ook de verschillende telegrammen tusschen de beschuldigden gewisselddiehoewel zeer duister gesteld nu toch voor hem verklaarbaar zijn. Hij zegt ook dat Léon en Armand voor en na den moord verschillende samenkomsten gehad hebbenzoowel te Brussel als aan het station te Luik toer. Armand 's nachts heimelijk het huis van zijn vriend Habets verlaten had. Verschillende brieven van Bernays aan Vaughan en omgekeerd worden voorgelezen. De advocaat generaal zegt zijn bepaalde meening hoe de moord moet gepleegd zijn doch kan niet ver zekeren of Armand op het oogenblik van den mooid tegenwoordig was, en bewijst dat het verhaalhetwelk Léon van den moord gegeven heeft leugenachtig is. En eindelijk zegt hij wie der beschuldigden zou den moed gehad hebben een paar dagen later het huis van den moord binnen te gaan om het lijk zoo te stellendat de dood aan een ongeluk zou moeten toegeschreven worden Hij wil hierop geen besluit nemen en laat het nu aan het oordeel der jury over. Donderdag was de verdediging aan het woord. Mr. Picard verdeelde zijn pleidooi in drie hoofdstukken, welke hij nader zal uiteenzetten. Eerstens zal hij eene beschrijving van het huis houden Bernays geven ten twpene zal hij de reizen van Léon tot aan den dood van Bernays behandelen en eindelijk, wat hij het voornaam ste noemthet onderzoek welke betrekkingen tusschen Armand en Léon bestaan hebben voor den moord. Hij zegt dat Bernays niet innemend van karakter was, ja zelfs iets terugstooter.ds had. Hij was geldzuchtig, hetgeen hieruit blijktdat hij zich alleen toelegde op zaken, die hem groote voordeden konden afwerpen. Overigens bemoeide hij zich met niets. Dat hij zeer lastig in den omgang was bewijst het geringe aantal vrienden dat zich bij hem voegde. Voorts geeft hij eene beschrijving van mevr. Bernays vóór haar huwelijk, en zegt dat verscheidene personen tegen het huwelijk waren omdat zij te veel in karakter verschilden. Bernays ging na zijn huwelijk v De Echo van hei Zuiden, Si

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1882 | | pagina 1