Nummer 101. Donderdag 21 December 1882. 5e Jaargang rru I Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Bekendmaking. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. NATIONALE MILITIE. Gemeenteraad van Waalwijk. De Echo van hei Zuiden, iffliii n Om Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden /1,00, iranco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. «we-ajuovv**»*.». Advertentiën 17 regels j 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal terplaat- sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscliland worden alleen aangenomen door het advertentie bureau van Adolf Steiner,Hamburg. Reclames 15 cent perregel OPROEPING TOT INSCHRIJVING. Burgemeester en wethouders van Waalwijk Gelet op art. 19 der wet van den 19-Augustus 1861 (Staatsblad No 72), betreffende de inschrijving voor de NATIONALE MILITIE. Brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat alle mannelijke ingezetenen aie op dep 1 Januari van het jaar 1883 hun 19de jaar zijn ingetreden, namelijk die geboren zijn in het jaar 1864 onverschillig of zij reden van vrijstelling hebben of nietverplicht zijn zich in de maand Januari 1883 voor de militie te doen inschrijven; dat voor ingezeten wordt gehouden 1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden wiens moeder, of, zijn beiden overleden wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28 Juii 185o (Staatsblad No 44); 2°. hijdie geen ouders of voogd hebbende gedurende de laatste achttien maanden, den 1 Januari 1883 voorafgaande in Nederland verblijf hield 3°. hijvan wiens ouders de langstlevende ingezeten was al is zijn voogd geen ingezeten mits hij binnen het rijk verblijf houdt; dat voor ingezeten niet wordt gehouden: de vreemdelingbehoorende tót een staat, waai de Nederlander niet aan de verplichte krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienst plichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomenterwijl daarentegen hijdie eerst na het intreden van zijn 19de, doch voor het voor het volbrengen van zijn 20ste jaar ingezeten wordtverplicht iszichzoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven dat voor de militie niet wordt ingeschreven 10. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is, en 20. de in een vreemd rijk verblijfhoudende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten dat de inschrijving geschiedt: 1<>. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden de moeder, of, zijn beiden overledende voogd woont 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woont 30. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeftof door dezen is achtergelatenof wiens voogd buiten 'sland* gevestigd is, in de gemeente waar hij woont 40. van den buiten 'slands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 'slands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Bij ongesteldheidafwezigheid of ontstentenis is de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd, tot het doen van die aangitte verplicht. Met waarschuwing, dat diegenen, welke zich op den 31 Januari 1883 niet hebben aangegeven; overeenkomstig de wet zullen worden gestraft. Waalwijk, 8 December 1882. Burgemeester en wethouders voorn. De Secretaris, De Burgemeester, F. W. VAN LIEMPT. VAN DER KLOKKEN \f OPENBARE VERGADERING y op Vrijdag 15 December 1882, nm. 6 uur. Tegenwoordig alle leden behalve de heeren Van Iersel en Timmermans. De vourzitter opent de vergadering. 'Na voorlezing van de notulen der vorige vergadering zegt de voorzitter De heer Timmermans heeft in de vorige ver gadering aanteektning in de notulen verzocht over een feit dat niet bestond 't moest zijn om den heer Van Iersel een kleine genoegdoening te verschaffen voor een onverdiend démentide voorafgaande vergadering beloopenwie hem dat démenti zou gegeven hebbenwordt niet gezegd maar 't lijkt wel dat de voorzitter be doeld is. 't Heeft in 't minst niet in mijne be doeling gelegen den heer Van Iersel omtrent het bewuste rechtskundig advies iets onaangenaams te zeggen veel minder dit, gelijk de heer Tim mermans het gelieft te doen voorkomea op verwijtenden toon te doen, of hem een démenti te geven. In de vergadering van 16 October bracht ik namens burgemeester en wethouders aan den raad rapport uit, omtrent de dagvaarding door mevrouw Van Riel en het daarop ingewonnen advies van den advocaat Van Zinnicq Bergmano; dat aan dezen door burgem. en weth. krachtens art. 179 der gemeentewet was opgedragen pro cureur in zake te stellen om te voorkomen dat de gemeente bij verstek veroordeeld werd en dat B. later een rechtskundig advies aan B. en W. zou inzenden om het aan den raad in overweging te geven. Ik deed daarop het voor stel dat de raad zou besluiten B. en W. te machtigen mr. Bergmann aan te wijzen om de gemeente te vertegenwoordigen in zake de dag vaarding van mevr. Van Riel. Ik vroeg daarop of geen der leden daarover het woord meer wilde voerenendaar nie mand het verlangde, verklaarde ik het vooistel te zijn aangenomen. Hierna vroeg de heer Timmermans verlof nog even op de zaak terug te komen welk verlof ik hem verleende. De heer Timmermans gaf in overweging of het niet zoo goed zou zijn geweest in beginsel aan te nemen dat mr. Bergman werd aange wezen doch dat dezein plaats van de zaak te verdedigenuitstel zou vragenhij vreesde dat anders de gemeente dad lijk in eene proce dure zou zijn gewikkeld. Ik had niets tegen de door den heer Timmei- mans geopperde bezwaren te meer omdat de vergadeiing hoopte door tusschenkomst eener raadscommissiede quaestie met het bestuur van den buitenpoTder in der minne te kunnen afdoen en dan zouden de kosten van een rechts- kundig advies overbodig zijn geweest. Zooals u bekend isM. H., werd dan ook op voorstel van dr. Van Heijst, deze commissie benoemd, waarvan de heer Timmermans zelf lid was. Het resultaat harer bemoeiingen is u- bekend. Wij gaven mr. Bergmann daarop -kennis, dat de raad besloten had hem als verdediger der gemeente aan te wijzen en procureur te stel len, maar met het opmaken van het rechtskun dig advies tot nader te wachten. Ziet hier, M. II. de ware toedracht der zaak. En nu vraag ik u in alien err-stof gedu rende al de phasen die de quaestie met het polderbestuur heeft doorloopen B. en W. ge machtigd waren, den advocaat last te geven het rechtskundig advies cp te maken en in te zenden. Mijn autwnord is vol mondig „neen en ik beschouw het gezegde van den heer Timmermans „démenti" onkiesch en ongegrond. Liefst had ik over deze zaak niet gesproken, maar de eer van B. en W. vorderen hetdaar er in de dagbladen over is geschreven." De voorzitter vraagt of de leden de voorge lezen notulen goedkeuren met de door hem ge geven ophelderingen. De heer Van der Heijden vindt het rationeeler met een besluit daaromtrent te wachten, totdat de beide betrokken leden de heeren Timmermans en van Ierseltegenwoordig zijn. De voorzitter drukt zijue verwondering uit dat de heer Timmermans niet tegenwoordig is maar er is een vlek geworpen op B. en W., dit kan hij niet verdragen. De secretaris herinnert dat de heer Timmer mans verleden Dinsdag kennis had gegeven dat hij belet was de vergadering bij te wonen en dal hij ziek is. De secretaris slaat het notulen boek op, om in het relaas der vergadering van 16 Oc ober de zinsneden te zoeken die betrekking hebben op het geschil tusschen den voorzitter en den heer Timmermans. Toen de secretaris geruimen tijd te vergeefs gezocht had nam de voorzitter het register ter hand en begon het op zijne beurt te doorbladeren maar blijkbaar met even on- guustig gevolghet werd ten minste ter zijde gelegd zonder dat er iets uit was voorgelezen. De heer Van der Heijden kan zich wel her inneren dat de heer Timmermans gesproken heeft in dei' geest zooals door den voorzitter gezegd ismaar het gaat niet zich alles letter lijk te herinneren. De voorzitter zegt dat de heer Timmermans het woord „démenti" gebruikt heeft en daar mede het heeft doen voorkomen alsof er on waarheid gesproken was. De heer Van der Heijden stelt voor net thans door den voorzitter gesprokene op te nemen in de notulen van deze vergaderingdan kannen de heeren Timmermans en Van Iersel er hun gevoelen in de volgende vergadering over zeggen. De notulen der vorige vergadering kunnen gerust goedgekeurd worden daar zij juist we dergeven hetgeen er gesproken is. l)e voorzitter zegt dat het een zaak geldt waarmede de heele raad gemoeid is; dat Van Iersel van ons een démenti zou gekregen heb ben is niet waar. De heer Van Es spreekt in denzelfden geest als de heer Van der Heijden. De heer Van Riel meent dat dit ook de be doeling is van den voorzitter. De voorzitter wenscht alleen te weten of de raad oordeelt dat het door hem voorzitter, ge sprokene waarheid is of niet. Hij is er tegen de notulen der vorige vergadering goed te keu ren. De raad kan dit toch doen maar al zijn alle leden er voor hij protesteert er tegen; hij zal zijn eigen doodvonnis niet onderteekenen. Aan de orde I. Beraadslaging over den hoofdelijken om slag over 1882. De voorzitter zegt dat het kohier door B. en W. is vastgesteld en onderzocht door ene raads commissie die haar rapport heeft uitgebracht. De heer Van der Heijden, lid der commissie zegtdat zij geen schriftelijk rapport heeft uit gebracht omdat dit noodwendig te uitgebreid zou zijn geworden volgens haar gevoelen is er nog zeer veel aan den hoofdei, omslag te ver beteren maar de tijd is te kortomdat het kohier te laat is ingediend: de commissie wenscht dat dit het volgend jaar vroeger zal geschieden opdat dan'alles beter kunne worden uitgewerkt 1 ven de aanslagen beter in overeenstemming ge bracht met het werkelijk inkomen. De voorzitter zegt dat de hoofdei, omslag door B. en W. rijpelijk is gewikt en gewogen als ze hem morgen weer moesten opmaken zou er misschien een enkele wijziging in voorkomen, maar overigens onveranderd blijven. Ze hebben alles overwogen en onderstellen een goed werk vericht te hebben natuurlijk is men in geld zaken niet altijd van één gevoelen maar B. en W. vermeenen dat de hoofdei, omslag zoo goed is; 't volgend jaar kan het kehier mis schien wel iets vroeger ingediend worden. De heer Van Heijst meentdat vroeger als er over persoonlijke aanslagen gedebatteerd werd, dit geschiedde in besloten vergadering't is zoo delicaat iemands geldelijke, positie te behandelen en hij zou niet gaarne iemand door openbare behandeling froisseeren. De voorzitter antwoordt dat dit ook geheel in het plan van B. en W. ligt. De deuren worden gesloten. Na heropening derzelve wordt medegedeeld dat het kohier van den hoofdei, omslag is vast gesteld tot een bedrag van 4742.09en het suppletoir kohier van de hondenbelasting tot een bedrag van f 16.50. Verpachting van haver,-kaai- en marktgelden. B. en W. stellen voor de haven- en kaaigel- den te laten innen tegen eene belooning van 7% i er zullen dan solicitanten worden opge roepen uit welke de raad er een zal benoemen. De heer Van der Heijden vraagt of er niet een adres betreffende de havengelden is inge komen van de kamer van koophandel en fabrie ken alhier als het daarin gedaan voorstel mocht worden aangenomen, dan zou 7% yeel te weinig zijnhij vindt het beter ir. eens at een salaris vast te stellen. De voorzitter zegt dat het adres der kamer eeist heden morgen is ingekomeu zoodat er nog geen besprekingen over zijn gehouden. 't Is dus best overeenkomstig het voorstel van B. en W. te handelen als er dan later besloten wordtzooals de kamer voorsteltkan dit ge makkelijk met den havenmeester gevonden wor den dit kau zelfs in de te stellen condities worden voorzien in afwachting hebben B. en W. gemeend te moeten bepalen dat, als er een derde boot in vaart gebracht wordt, die 's wekelijks vaarthet havengeld der booten vau 6 op 4 cent zal gebracht worden. De heer Van der Heijden herinnertdat in den loop van het jaar ook reeds over het ver minderen van het haventarief is gesproken: toen werd dit ontijdig geacht." Had de raad er toen toe besloten dan zou nooit de boot naar Capelle gegaan zijn toen heeft de voorzitter beloofd dat de zaak door B. en W. in overweging zou genomen worden. Spreker heeft dit goed ont houden en heeft er over in de kamer van koop handel gesproken die het met hem eens was zoodat ze dadelijk een adres aan den raad richtte: kan dit adres nu niet in behandeling genomen worden dan zal spreker zelf een voorstel aan den raad doen. Spreker stelt alsnu voor het havengeld voor booten en schepen die elke week zeker in de haven komente bepalen op 3 cent en van andere schepen op 4 cent. De heer Van Es vindt dat dit voorstel nog al ingewikkeld is en nadenken vereischt om daarover dadelijk voor of tegen te zeggen dit gaat niethij wenscht daarom nu geen beslissing te nemen daar men het wel eens nauwkeurig mag uitcijferen. B. en W. stellen reeds voor de booten slechts 4 cent te laten betalen als er 3 in de vaart komen. Men kan in de condities opnemendat als er een nieuw tarief wordt ingevoerder een transactie tusschen de ge meente en den havenmeester zal worden voor gesteld, en datindien deze die niet aanneemt het contract vervalt. De heer Van Heijst is voor percentsgewijze bezoldiging, omdat dit meer de ambiti- opwekt. De heer Van der Heijden voert hier tegen aan, dat als iemand op vast salaris wordt aangesteld, hij natuurlijk langer dan één jaar in functie zal wenschen te blijven; komt hij zijne verplichtin gen echter niet goed na, dan is hij zeker, zijn ontslag te krijgen. De heer Van Es wijst er op dat de haven meester een eed moet afleggen. De heer Zijl mans is van oordeel dat er zeer goed eene beslissing omtrent het haventarief kan genomen worden voordat een havenmeester benoemd wordt. Hij mag daarop des te meer klem zeiten, vooral met het oog op den nieu wen Maasmond. Bij het plar. daarvoor is niet voorzien in de Langstraatsche havens. Wij moeten dus hoe eer hoe liever alles in het werk stellen om de scheepvaart te lokken om later ons recht aan te toonen van aansluiting aan de groote Maas. De voorzitter zegt dat het door den heer Zijlraans gesprokene zeker overweging verdient. Verleden jaar werd de haven gemiddeld door 50 schepen per maand bezocht. Spreker ge looft dat de Waalwijksche haven in 't geheel niet in een kwaden dunk staat, wel ih tegen deel in een heel goeden. De heer Zijlmans ontkent dit niet, maar zou alles in t weric stellen om meer en meer vervoer te lokken. De heer Van Riel vraagt of vermindering van het haventarief zooveel invloed zou hebben op de scheepvaart. De heer Zijlmans zegt zeker voor de gere gelde diensten. De voorzitter zegt dat dc zaak door B. en W. het afeeloopen jaar dikwijls is besproken maar altijd is er gezegd dat men moest afwachten wat de toekomst zou geven want dat er geen reden was om de zaken vooruit te loopen. In de laatste vergadering nu van het dag. best. was besloten voor te stellen het havengeld voor de booten te brengen op 4 cent als er drie in vaart zijn en dus de drie booten maar zooveel te laten betalen als nu twee. De boot door de maatschappij in vaart ge bracht is reeds weg, niettegenstaande wij aan die zijde een heele beschoeiing hebben laten maken. Er is een adres ingekomen van de heeren Wagemakers en Van Hilstmaar dit kan nu niet behandeld worden spreker had ook wel een adres van den heer Van Reede verwacht. Het haventarief nu te wijzigen gaat moeilijk; als we daaraan tornen zal dit lastig blijken. De heer Van der Heijden geeft nog eenige inliichtingea omtrent den dienst van den heer Van Reede en herhaalt dat het hooge havenrecb

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1882 | | pagina 1