Nummer 102. Zondag 24 December 1882. 5e Jaargang 1 Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. EUILLETON. BUITENLAND. Belgie. De blauwe ster. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. belanghebbenden staat weder ne gele- fiy genheid open in het nummer van 1 Januari a.s,, tegen betaling van 30 cent, aan familie, vrienden en begunstigers hunne heil- wenschen te bieden. Opgaven worden ingewacht tot Zaterdagmiddag 12 ure. li A P. KOK. De Echo van het Zuiden, y.- i-T- •.ir-rTT-L-3-W»*.- Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal terplaat sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitse hl and worden alleen aangenomen door het advertentie- bureau van Adolf Steiner,Hamburg. Reclames 15 cent perrege^ Proces Peltzer. In de avondzitting van Dinsdag nam Mr. Van Calster uit Antwerpen het sveord zeggende dat hij nog iets ter verde diging van Armand had in te brengen uit eerbied voor Armand's moedermevr. Peltzer en uit genegenheid voor zijn dochtertje. Dat Armand niet medeplichtig is aan den moord bewijst hij uit het feit, dat Armand^ den 7en Januari te Antwerpen waswaar hij toen op verschillende plaatsen is gezien. Dat hij dus dien dag niet in het huis in de Wetstraat is geweest is dus bewezen. Dat Armand het geld verstrekt heeft om bet plan ten uitvoer te brengen is ook onmogelijk want uit verschillende om standigheden is gebleken dat Armand die mid delen niet had en eindelijk haalde hij den reis koffer aan welke door Armand verduisterd zou zijn. Na een beroep op de eerlijkheid der leden van de jury eindigt hij te half tien zijne ver dediging. #i Woensdagmorgen zette mr Robert zijne pleidooi voortna een warme discussie tusschen de doktorende rechtbank en de verdedigers, waarna men teu slotte eens is, dat het spoor in den plas gevonden, dat van een voet moet zijn. Doch van wie kon men niet bewijzen. Pieiter tra, aau te toonen dat Léon geen voorzorgen 7ooi den moord heeft genomen. Daarvoor be spreekt hij de meubileering van het huis, vooral het plaatsen van een gordijn, zoodat elk binnen komende zou moeten bukken maar het voor naamste bewijs dat de moord niet met opzet is gepleegd is dat Léon 's morgens vóór den moord nog naar den eigenaar van de woning ging om te bespreken dat hij zich hij den burgerlijker, stand zou laten inschrijven. Vervol gens geeft pleiter mededeeling van hetgeen Léon zelf heeft vertelden dat volgens hem geloof verdient. Toen Bernays bij Vaughac kwam dacht hij verschillende docu renten te vinden welke Vaughan beloofd had. Bernays bogon hierop achterdocht te krijgen en herkende Léon waarop een hevige woordenwisseling volgde. Bernays scheldt hem uit voor een bedrieger en zegt hem te zullen aanklagen. Hij wil daarop de deur uitsr.ellen en in zijn woede en angst grijpt Léon zijn pistool en schietjuist op het oogenblik dat Bernays zich omdraait. Het is dus in een oogenblik van hevige opgewondenheid, gelijk aan waanzin dat hij Bernays vermoord heeft. Dat Léon geen hulp inriep is duidelijk, want het was een misdaad die gepleegd was en niet een ongeluk dat plaats had gehad. Bij de opening van de middagzitting werd bepaald dat 's avonds ten 7 uur de zitting zal voortgezet worden. Mr. Robert vervolgt zijne rede en treedt in een massa herhalingen betreffendede onschuld van Armand en doet ook weder een beroep op de rechvaardigheid der jury. Hierop was het woord aan mr. Lejoune die de handelwijze van de instructie laaktomdat men Léon als het ware in een hok heeft opge sloten en Armand slechts met zijn broeder door de tralies kon spreken. Deze mise-en-scène herinnert ons aan den tijd der inquisitiezegt spreker. In een welsprekende en kernachtige rede waarmede hij meermalen de geheele zaal tot lachen brengtbespreekt hij de onderzoe kingen der doktoren en die van de experten der handschriften, waarna zijn pleidooi is afgeloopen. Donderdag replicéerde de advocaat-generaal en hield in eene rededie van de publieke ■•baal tijdens den Zweedsch-Russischen oorlog, door IV. Een avontuur. de is een paar dagen voordat de koning ultan reed toen de vriendf n op een wond het stadje verlieten cn in den idwandelden. De maan prijkte aan i en goot haar licht uit over beek, Dergen. 't Was niet de bleeke senti- maan der Noordelijk wonende volken, ij't was een vurige kogelin hellen gloed le. groen der hoornen en planten en de aken van sommige gebouwen gaven aan ele omgeving een schilderachtig en ver- l aanzien. Jörg en Oscar genoten volop natuurschoon en zwijgend liepen zij eei, s, naast elkander voort als wilden zij elkan- jdachten niet storen. 'elijk sprak Oscar Kameraad! verhaal ins uwe geschiedenis te Riga. Jörg vol- dewi aan het verzoek zijns vriends, hij schetste met ui het vuur en de kracht zijner wel- akthgid en verbeelding; hij hoopte, dat de tijd van terugkeer naar 't vaderland niet ver meer af mocht zijn. Eenmaal ook hoopte hij haar weer t™ zienzijn Ellaom later zijn leven aan het hare verbonden te mogen slijten. Doch zotver zijn wij nog niet, heer ridder van de blauwe stersprak Oscar lachende. Wij zitten nog V Turkije. In plaats van onze Noordsche blontfokkigenontwaren we niets anders dan donk rgetintenwien het vurige bloed van het zuidt'ijke klimaat door de aderen bruist. Eén blik, ééiv lont die doel treft en weg is Ellaweg uw ideaaluw blauwe ster Zoudt gij dat dmken? Op uw leeftijd, ja! en geen wonder; maar wanneer men twaalf jaren onder is geworden dan is het onbestendige wispelturige en onstandvastige voorbij en de ernst van den mannelijken leeftijd is er voorin de plaats getreden. En weg zijn die schopne fanfasiedroomen der jeugd dorre werkelijkheid en koele bere kening hebben een plaats veroverd in den mensch. Dus gij twijfelt aan een eeuwige poëzie aan hare onsterfelijkheid Een mensch kan eeuwig jeugdig blijven. Er zijn voorbeelden Een vriend van mij in Stokholm (de man is nu dood) was het sprekend bewijs van mijn be weren. Gij hebt hem misschien ook gekend den goeden ouden Dick. Dick Bormöe Ja dezelfde. Telkens nog denk ik aan hem hoe vaak hebben wij gejoktgeschertst gezongengedronken getwist tot in 't hoogst ressort en toch elk hard of verwijtend woord verloor niet zijn kracht, doch wel zijn scherpte, wanneer hij het toi u sprak. Hij werd kwaad om een nietigheid, doch drift maakte hem voor ons te aantrekkelijker. tfJörg" sprak hij op een keer tot mijgij zijt jong en bouwt u luchtkasteelen en ik ik bouw mij graftomben. Doch geen graftomben dezer wereldneenhet zijn in zekeren zin ook luchtkasteelen en wel paleizen der fantasie der andere voor ons on bekende wereld. Hoe gaarne vertoeft mijn geest daar om eindelijk na lang peinzen uil dat ide- alenrijk tot de werkelijkheid te keeren." Zeer wijsgeerigmaar erg saai om altijd te droomen. Gij doet Dick onrecht, gij moet zijn hoogen leeftijd ook in aanmerking nemen. Hij was ook lang zoo zwaarmoedig niet als gij wel denkt want korten tijd voor zijn dood bezocht ik hem hij was ziek en ik wenschte hem beterschap. Hij zelf geloofde ook aan zijn herstel en eerst eenige uren voor zijn sterven gevoelde hij zijn vergissing. „Welnu sprak hij gemoedelijk aan ga ik naar het rijk mijner luchtkasteelen tribune stormachtig werd toegejuichtde be schuldiging vol. Hij eindigde met de volgende woorden Er is voorbedachte rade, er is een afschuwelijke misdaad zij moet gestraft worden. Gij, leden van de jury, weest er op bedacht, de welsprekende mannen van de verdediging doen de wanhopigste poging om u te verteederen en te treffen maar er is hier geen sprake van eene gevoelszaak er is eene misdaad die straf eischt. Ziet toe of de feiten door mij aangehaald worden te Diet gedaan en spreekt daarna recht in het belang van de gehoonde menschbeid r Omtrent de zitting van Vrijdag in het Peltzer-proces seint Reuter het volgende Mr. Picard bestrijdt in zijn repliek nogmaals de beschuldiging van Armand's medeplichtigheid en tracht Armand te rechtvaardigen, die alles deed om zijn broeder te reddenhetgeen toch niet als medeplichtigheid beschouwd kan worden. Pleiter vaart vooral hevig uit tegen de gerechte lijke geneeskundigenzoodat de voorzitter hem tot de orde moet roepen. Er ontstaat groote opschudding onder het publiek. De voorzitter dreigt de zaal te doen ontruimen. Mr. Lejeune hervat zijne rechtskundig betoog om 4 uur en zet het voort tot 58/4 uur. Léon en Armand, achtereenvolgens ondervraagd, verklaren niets in het midden te brengen te hebben. De president onderwerpt nu de navolgende vragen aan het oordeel der jury io. Is Léon Peltzer schuldigte Brussel op 7 Januari 1882 opzettelijk en met het oogmerk om den dood te veroorzaken een manslag te hebben begaan op den persoon van Guillaume Bernays 2o. Is die misdaad bedreven met voorbe dachten rade P 3o. Is Armand Peltzer schuldigle Brussel den 7 Januari 1882opzettelijk en met het oogmerk om den dood te veroorzaken een man slag te hebben begaan op Bernayshetzij door de misdaad uit te voerenhetzij door recht- Dat alles neemt toch niet wegdat Dick u reeds half tot een wijsgeerof beter gezegd tot een droomer heeft gevormd. Zoo lang wij leven hebben wij met werkelijkheid te doen vriend Maar poëzie is toch de vernis des levens. Dat is waarzei Oscar. Maar laten wij hierover zwijgen en vertel maar liever verder uw overige lotgevallen. Goed Toen ik Juist wilde Jörg beginnen toen daar een schoon lied begeleid met snarenspel hen teger.- klonk. Beiden bleven iegelijk als vastgenageld staan en met steeds klimmende belangstelling luisteren want het lied dat door een liefelijke vrouwenstem werd gezongenwas Zweedsch Zoo lang zij in Turkije waren geweesthadden zij geen Zweedsch lied uit een vrouwenmond gehoord. Geen wonderdat zij verrast waren en elkander aankeken alsof zij wilden zeggen dat zij daarvan niets begrepen. Het geluid scheen van achter een muur te komen, en Oscar zon op middelen ten einde de zangeres te be spieden. Het gezang duurde nog steeds voort. Jörg luisterde met ingehouden ademsloeg zich de handen voor het hoofd als meende hij te droomen. Dat lied die stem meeude hij meer gehoord te hebben jahet was Ella's stem't moest zoo zijn en hij sprak tot zijn kameraad Vriend, zij is het! Ja 't is ten minste een vrouwelijk wezen voor zoover ik kan hooren gaf Oscar ten ant woord terwijl hij weer naar Jörg terugkwam. Neen riep Jörg ongeduldigsteek er nu den draak niet mee dat bedoel ik niet. 't ls Ella's stem ik verzeker het u. Zoo 'Ris dat waar islaten we ons dan overtuigen/ Kom vooruit Tegelijk haalde hij zijn touwladderdie hij in een der zakken van zijn kleed had verborgen, te voorschijn, ontrolde die, wierp haar over den muur en klom naar boven. streeks mede te werken tot hare uitvoering hetzij door aan eenig bedrijf tot de uitvoering behoorende eene dusdanige hulp verleend te hebben zonder welke hulp de misdaad r.iet zou kunnen zijn bedreven, hetzij door tot de misdaad uit te lokken door beloften misbruik van gezag of machtof door listige ,en schuldige kun stenarijen 4o. Is die misdaad met voorbedachten rade bedreven Ten 5 uur 50 trekt de jury zich met die vragen in haar raadkamer terug bewaakt door de gendarmerie die heeft te zorgen dat zij in geer. communicatie met de buitenwereld kan treden. Beschuldigden worden weggeleiden de zitting tot aan de terugkomst der jury ge schorst. Ten 7 uur 10 min. treedt de jury de zaal weder binnen en na haar het hof. De president der jury verheft zich te midden van eene dood- sche stilte en verklaart dat de jury op al de vier vragen toestemmend heeft geantwoord. Het gemeen in de publieke tribune heft een juich kreet aan die met geweld wordt onderdrukt. De president geeft last de beschuldigden binnen te brengen. Het is een verschikkelijk oogenblik waarop zij de vreeselijke mededeeling ontvangen. De advocaat-generaal eischt-de doodstraf. President: Léon hebt gij iets in het midden te brengen Léon Ik aanvaard mijn vonnis ik heb het verdiend maar ik proclameer dat mijn broeder onschuldig is. Men heeft, hem veroordeelende, een gerechtelijke misdaad begaan. President Ik verbied u aldus te spreken. Gij beleedigt de justitiedoch ik zal het uit aanmerking van uwe opgewondenheid door de vingers zien. Léon Ik ben niet opgewonden. De gendarmen dwingen hem te gaan zitten. PresidentArmand hebt gij iets in het midden te brengen Armand De vloek mijner dochter over de jury Het woedende volk in de publieke tribune Oscarben je dwaas Overklimmen Nu wat zou dat Onvoorzichtige! Abah't zal wat zijn Wij zullen den vijandelijken muur beklimmen om 't hart eener schoone te veroveren. Is dat geen prachtig denkbeeld Oscarge zijt een dwaas Oscar hoorde niet meer. Daar stond hij reeds boven op den muur en liet zich in 't volgende oogenblik aan den anderen kaut neder zakken. Hierdoor was Jörg genoodzaakt om insgelijks den muur te beklimmen om boven gekomen zijnde de touwladder te verhangen en einde zijn vriend te helpen bij het terugkeeren. Daar stonden zij in den tuin en keken eens rond en gingen toen langs een slingerpad voortzoo behoedzaam mogelijk. Stil! flufsterde Jörg, ginder zit ze! Oscar bleef staan en Jörg snelde eenige passen vooruit, doch keerde zich spoedig om en zeide met zekere teleurstelling „Ze is het niet Dan zal het een ander zijn zei Oscar en op deze logische redeneering vervolgde hij: daarom zal ik maar gaan. Roekelooze wat wil je doen Wil je als een bandiet van hier worden verjaagd Volstrekt nietalles behalve dat. Laat ons dan terug gaan. Terug gaan Nu ik op het punt sta om... Om de gekste streekdie je verzinnen kuntuit tc halen. Oscar was intusschen vooruit geloopen en Jörg stond te wachten. Het duurde lang en reeds tien minuten waren voorbij gegaan. Hij had het meisje zien opstaan en ook dat Oscar haar was nageloopen totdat beiden door het geboomte aan zijn blik onttrokken waren, maar bleef verder half ongeduldig wachten. Ruim een kwartier later kwam Oscar terug. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1882 | | pagina 1