Nummer 11.
Donderdag 7 Februari 1884. Te Jaargang.
nu
EENE HEB IN NEIUM.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
IILUIII
Beken dmakin gen
BUITENLAND.
Belgie.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
Loting voor de Nationale Militie.
E. WERNER
i
«www;*1.-»"1 »im*yj3rim~*r~rei
fSKTBHt3S-KJ3
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden,
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal terplaat
sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor
Duitschland worden alleen aangenomen door het advertentie
bureau va Adolf Steiner,Hamburg. Reclames 15 cent perregel
Burgemeester en wethouders der gemeente
Waalwijk gelet hebbende op de artt. 26 en 99
der wet van 19 Augustus 1861, [Staatsbl. No 72],
en op het besluit van den heer commissaris des
konings in de provincie Noordbrabant, van den
7n Januari jl. A. No 9. 3e afdeeling, brengen ter
kennis der belanghebbenden, dat de loting voor
de lichting der Nationale Militie van dit jaar zal
plaats hebben te Waalwijk
den 22 Februari a,s.» des vooriniddags 10 ure,
zullende de trekking voor die militieplichtigen
welke niet opkomenof wier vader, moeder of
voogd mede niet tegenwoordig zijndoor den
burgemeester of het lid van den raad, dat bij de
loting tegenwoordig is, geschieden.
De bewijsstukken ter bekoming van vrijstelling
op grond van te zijn eenige wettige zoon of
wegens broederdienst, kunnen van den 4n tot den
16n Februari a.s. dagelijks bij den burgemeester
worden aangevraagd.
Waalwijk, 1 Februari 1884.
Burgem. en wethouders voorn.,
P. VAN ES(L. b.)
De Secretaris,
F. W. VAN L1EMPT.
De burgemeester der gemeente Waalwijk gelet
/-tC op art. 7 der wet van 4 Juli 1850 [staatsblad no
*7 37]noodigt bij deze de ingezetenen uitom
zoo zij elders in 's rijks belastingen zijn aange
slagen daarvan vóór of op 15 Februari a. s. te
doen blijken door overlegging van het aanslag
biljet of een uittreksel uit ae kohieren der directe
belastingen.
Waalwijk, 3 Februari 1884.
De burgemeester voornoemd
P. VAN ESl.b.
De burgemeester der gemeente Waalwijk brengt
ter algemeene kennis, dat overeenkomstig art.
15 der wet op de grondbelasting van 26 Mei 1870
[Stbl. no 82], ter secretarie der gemeentege
durende dertig dagen ter inzage liggen opgaven
van de uitkomsten bedoeld in de art. 1523 en
43 der genoemde wet.
Waalwijk 3 Februari 1884.
Te burgemeester voornoemd,
P. VAN ES l.b.
Naar het Duitsch van
XII.
O, spralr zij na eenige stilte, als er schuld
mocht zijn, dan heb ik die reeds zwaar geboet.
Nauwelijks twee jaren met hem vereenigd stond
ik met mijn kind bij het lijk van mijnen echt
genoot en dat kind was het eenigewat mij
nog in de wereld overbleef. Sinds dien tijd heb
ik slechts geleefd voor mijn zoon. Ik kon niet
vermoeden dat onze wegen die voor eeuwig
uiteenliepenzich in onze kinderen zoo nood
lottig elkander weder zouden ontmoetendat
de ongelukkige uiting over den sinds lang ver-
brokenen band tusschen ons zulke ontzettende
gevolgen na zich zou sleepen.
Een zucht ontsnapte de borst van den generaal.
Welke uiting, vroeg hij snel?
De honende woorden waarmee luitenant
von Reichenbach onze vroegere verhouding ken
schetste of liever beschimpte. Of zoudt
misschien daarvan niets weten
Dat is niet waar riep de generaal met
drift uit. Ik weet dat mijn zoon door zeker
woord een verklaring geprovoceerd hadmaar
zij betrof zijn tegenstander persoonlijk.
Zij betrof zijnen vader en mij Doch ook
uit welke bron hij zijne beschuldiging moge
geput hebbe zij was valsch en schandelijk.
Hij stelde onze verhouding voor als een der
minst voegzameen wat mijn zoon daarop
autwoorddewas ongetwijfeld een zware belee-
digingmaar het was het eenige antwoord dat
hij geven kon. Daarop trok luitenant von
Reichenbach den degen en had Frederik hem
Volgens den Précurseur zou het plan bestaan
gedurende de tentoonstelling te Antwerpen de
vermaarde stoomboot Great-Eastern in de Schelde
voor de stad te ankeren. Over dag zou zij een
drijvende restauranten 's nachts een drijvend
hotel wezen. Of dit gevaarte wel zoover de
Schelde zou kunnen opstoomen, is zeer de vraag.
De rechter van instructie Lévy, te Brussel,
maakt bekend dat bij een zekeren Willem Foret,
uit Laeken den 25er. Dec. te Aalst ir. hech
tenis genomen als verdacht van diefstalver
schillende voorwerpen zijn gevondenwaarvan
hij het rechtmatig bezit niet kan bewijzen. Onder
die zaken alle van zilverbevindt zich een oud
theelepeltje gemerkt I. P. M., een zilveren kruis
meo aan den eenen kant een Christusbeeld eG
aan den anderen de letters A. S. M., en een
beeld van Maria met kind Jezus, een oud zakmes
met schildpadden heft en het merk D W op
het garnituur en ten slotte een oud deksel van
een kartonnen doos waarop A. Kappers, Gro
ningen.
De genoemde rechter verzoekt inlichtingen
van hen die ze kunnen geven.
De löjarige zoon van cene geachte en
deftige familie te Wagenberg bij Terheijden
een oppassende jongen bij zijn oom te Ant
werpen wonende om het banketbakkersvak te
leeren is in de vorige week aldaar vermist. Hij
zou 's avonds eenige boodschappen doen en zijn
broederdie daar ter plaatse bij een anderen
oom woont gaan roepen. De jongeling kwam
niet terugen is ook niet bij zijn broeder
geweest. Overal werden te vergeefs nasporingen
gedaan en men vermoedde niet anders of hij zou
te Wagenberg terug zijn, hetgeen niet het geval
was. Den toestand der ouders kan men zich
voorstellen.
NB. Sedert 4 weken is te Antwerpen nog
een 14-jarig jongeliog vermist.
Te St. Gillis, een der volkrijkste voorsteden
het wapen niet uit de hand gerukt en zich
daarmee verdedigddan ware hij wellicht zelf
als offer gevallen.
Indien het zoo was zei Reichenbach
tot zich zeiven dat heeft men mij verzwegen.
Men heeft de nagedachtenis van uwen zoon
willen sparen. In de algemeene opgewondenheid
is zeker die uiting door weinigen gehoord, mis
schien wel door niemand verstaan Het woord
van mijnen zoon is mij echter een waarborg voor
de waarheid van dat alles; hij heeft zijne moeder
tegen een onverdiendelasterlijke beschimping
verdedigd ieder ander rechtgeaard kind zou
hetzelfde gedaan hebben.
De generaal gaf geen antwoordmaar men
kon het hem aanziendat deze onverwachte
onthulling niet zonder uitwerking op hem bleef.
Hij hoorde zwijgend toeterwiji mejuffrouw
Bergfeld voortging
lk kom uit de residentie en heb daar alle
moeiten en middelen aangewend om gratie te
erlangen. Zij wordt wel verleendwaar het
vonnis minder streng en de veroordeelde schul
diger is. Alle pogingen welke men mij aan
ried heb ik in 't werk gesteld, ben niet terug
geschrikt voor een afwijzingliet mij niet
ontmoedigenklopte overal aan waar ik hopen
durfde op vervulling dier hoop verzochtbad,
smeekte alios vergeefsch. Ik had geen
vrienden geen betrekkingendie mij gehoor
konden doen verleenen bij hen, in wier handen
de beslissing lag', en niemand ontfermde zich
mijnereene eenzame en verlatene vrouw op
de wereld. Eindelijk vernam ik van den ver
dediger mijns zoonsdat al mijne hoop ijdel
wasdat men de gratie niet verleenen zou
al was het alleen ter wille van den generaal
Reichenbachdie in de hoogste kringen ver-
keerende, zijn machtigen invloed had aangewend
tegen den beschuldigdeen men geloofde ge
noegdoening verschuldigd te zijn aan de smart
van den vaderdie op zoo tragische wijze zijn
van Brussel, is men op het spoor gekomen van
een menschonteerende handeling, die door twee
zusters jegens een derde is gepleegd. De politie
ontving verleden week Dinsdag morgen eeG on
derteekend schrijven, haar mcdedeelende dat
in een huis van de Chaussée de Waterloo een
oude vrouw reeds verscheidene jaren was op
gesloten.
De politie begaf zich naar het aangeduide
huisdat bewoond werd door de gezusters
Ververs die een klein winkeltje hielden. Een
der vrouwen is 62 en de andere 58 jaar oud.
Het was aan de jongste der twee, dat de com
missaris van politie het doel van zijn bezoek
mededeelde. Hoogst verontwaardigd protesteerde
zij tegen de haar ten laste gelegde feiten die
valsch en lasterlijk waren. De commissaris be
kommerde zich weinig om die woorden en begon
zijn onderzoek. Hij ontdekte eindelijk een deur,
die toegang tot een klein en zeer duister ver
trekje van nauwelijks vier meters in 't vierkant
gaf. Hij rukte de deur los en daar lag voor
hem op een ouden stroozak een wezen, dat niets
mensclielijks meer aanbood. Dit onherkenbare
wezen was Jeanne Verversoud 60 jaar en
zuster der hier bovengeuoemde personen. In het
hok bevond zich behalve de stroozakniets
dan twee blikken bakken waarin men haar het
eten en drinken bracht.
Deze ongelukkige werd voor krankzinnig ge
houden echter had zij oogenblikken dat haar
verstand zeer helder was. Zoo was dit ook dien
dag het geval toen zij op de vraag van den
commissaris, zeer duidelijk antwoordde, dat zij
reeds geruimen tijd was opgesloten gehouden.
In het politiebureau gebracht, maakte de onge
lukkige zich onmiddellijk meester van twee
boterhammeu, die zich op de tafel bevonden en
een agent van politie toebehoorden welke zij
als een uitgehongerde verslond. Daarna werd
zij naar het krankzinnigengesticht te Evere
gebracht.
Uit het onmiddellijk ingesteld onderzoek is
gebleken dat Jeanne reeds twee jaren is opge
sloten geweest. De twee zusterswaarvan de
jongste gebrekkig is en alleen met behulp van
eenigen zoon verloren had. Toen wist ik welken
te volgen weg mij open stond. Ik aarzelde
doch omdat het mijn kind geldt ben ik gekomen;
hier sta ikmet een bede aan u.
Bij mij vroeg de generaal scherp. Heb
ik dan den gevangene veroordeeld Staat het
aan mij hem genade te schenken
Ik weetdat de koning alleen het recht
van gratie bezitmaar deze zal die verleenen
wanneer hij slechts spreekt, die het recht en de
gelegenheid heeft, gehoord te worden, wanneer
zij hield opde moed ontbrak haar den volzin
te eindigen.
Reichenbach zag haar eenigen tijd strak aan.
Zijt ge zinneloos -riep hij eindelijk in toorn
uit. Ik, i k zal genade vragen voor hem, die
mijn zoon gedood heeft, i k smeeken om levens
behoud voor u w kind En gij waagt het, mij
daartoe aan te sporen na al het leed en het
lijden dat gij mij berokkend heb Nimmer
Boeten zal hij voor zijn misdaad, en gij met hem
De afwijzing klonk hard en vernietigend, maar
zij joeg de smeekende geen vrees aan. Lang
zaam hief zij de schoone cogen op naar het
strengeonverbiddelijke gelaat, en die donkere,
vochtige oogen straalden weder in hun vroegeren
glans en schenen op den generaal de toovermacht
uit te oefenen van weleer, want hij wendde het
hoofd om. Maar al vermeed hij dien blik, de
stem ontwijkenwelke niet weekbevend en
toch vol geluid in zijn oor drong dat kon
hij nietde stem welke sleehts dit woord sprak
Robert
Zwijgonderbrak hij met woeste drift
en men kon het hem aanzien, hoe hij inwendig
geschokt werd bij het hooren van zijn naam
door dier. mond uitgesproken.
Robertgij hebt ook een kind verloren
maar het was niet het eenige dat gij bezat, niet
uw alles op de wereld, en de dood is voorzeker
toch niet zoo verschrikkelijkals het leven
waartoe gij mijn Frederik veroordeeld hebt.
een kruk kan loopen beweren dat zij tot deze
opsluiting genoodzaakt waren, omdat haar zuster
te wild werd en zy geene middelen hadden om
haar in een gesticht te doen opnemen. Dit moet
echter onwaar zijn daar de zusters voldoende
middelen bezitten om ruim te kunnen leven.
Het onderzoek wordt voortgezet.
De onkiesche familietwist over de voogdij
van de ongelukkige Ma-iette Peltzer is, helaas
nog niet ten einde. Tegen de uitspraak van de
rechtbank te Verviers welke het kind aan den
grootvader van moederszijde toeweesis appèl
aangeteekend hetwelk 5 Februari voor het hof te
Luik in behandeling kwam.
Zondag heeft in de groote zaal van het
palais [des académies te Brussel de plechtige
uitreiking der bekroningen plaats gehaddie
aan de Belgische exposanten op de tentoonstelling
te Amsterdam zijn toegekend.
Door de Belgische //koninklijke academie
van wetenschappen" is een prijs van 1000 fr.
uitgeloofd voor de beste studie over het leven en
de werken van David Teniers. De handschriften
moeten voor 1 Februari 1886 ingezonden worden.
In de spoorwegtunnel van Braine le Comte
is een extra trein van ledige wagens uit Brussel
in botsing gekomen met een goederentrein uit
Doornik. De machinist en stoker van den eenen
gingen toen zij de botsing zagen aankomen, in
de kolen liggen en bleven ongedeerd. De machinist
van den anderen trein aan wien het ongeluk te
wijten is werd door den schok van de loco
motief geslingerd en gedood. Zijn stoker die
aan den ingang van de tunnel waarschuwende
seinen zag en hem daar opmerkzaam op maakte,
redde zich door aan een stijl van een afdakje
te gaan hangen.
Er waren aan weerskanten van den ingang
bijzondere seintoestellen waardoornaar men
meende ongelukken zoo goed als onmogelijk
gemaakt werden, Deze toestellen blijken door
den omgekomen machinistmisschien in een
vlaag van waanzinmoedwillig verzet en gebro
ken te zijn.
Twintig lange, bange jaren zal hij de kerkerlucht
inademenafgesneden van de wereld en het
levenhulpeloos verlaten met de herinnering
aan eene daadwelke hem bij eiken polsslag
de verschrikkelijkheid van deze eenzaamheid
terugroept. Er mogen menschen gevonden wor
den sterk genoeg naar lichaam en geestom
zulk lot te dragendie de hoop vastklemmen,
al zal zij eerst na twintig jaren verwezenlijkt
worden, die na dien lijd een nieuw leven kunnen
beginnen mijn zoon kan dat nietik ken
hem. Geknakt naar het lichaam zal hij met
al zijn wilskracht de vertwijfeling en de wan
hoop niet kunnen afweren wanneer de hoop
op verlossingwelke hij altijd nog wachten
durfthem ontroofd wordt. Robertgij alleen
kunt hier redden uw woord uw invloed is
beslissend bij den koning en zeerzeker in deze
zaak. Wanneer de vader van den gevallene
afziet van zijne wraak en de zoogenaamde mis
daad als een ongeluk verklaartwanneer h ij
genade vraagtdan zal ze hem geworden. In
uwe handen ligt de beschikking over het leven
van mijnen zoon. Red hem voor mij en red
mij met hem
Zij was voor den generaal neergezonken op
de Knieën, de doodsangst eener liefdevolle moeder
lag op dat schoóne gelaat uitgedruktmet ver
twijfelend handenwringen staarde zij hem aan
neen haar donkere oogen klemden zich vast
aan de zijne en schenen door te willen dringen
tot in het diepst zijner 'ziel. Reichenbach stond
onbeweeglijk, en men zag het, dat er een hevige
strijd plaats had in zijn binnenstein zijne
blikken, neerziende op die geknielde, smeekende
moeder gloeide nog wel de haat en de wraak
zucht maar de glans der liefdeder vroegere
eindelooze cn hartstochtelijke liefde drong zich
opwaarts en werd zichtbaar in een traan, welke
hem aan de grove wimpers biggelde: de liefde
had den haat overwonnen
(Wordt vervolgd.)