Nummer 16. Zondag 24 Februari 1884.
7e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Bel
gie.
Frankrijk.
Engeland.
HET SPEL KAARTEN.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
g
-» 5H-^*W'-TS£iaRe!C»«swesae.'«aH!*!S
rS-asa>i?3aïi!asase»!Swa£?!ïïrar9!^.,wa«»5M:r«»w
De Eeho van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden,
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal terplaat-
sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor
Duitschland worden alleen aangenomen door het advertentie
bureau va Adolf Steinee,Hamburg. Reclames 15 cent perregel
De minister van oorlog heeft bij de kamer
een wetsontwerp ingediend, tot het organiseeren
van een reserve-leger van 30,000 man.
In de kamer is een wetsvoorstel ingediend
door den afgevaardigde Robertgesteund door
zijn ambtgenoot Nothombwaarbij schadever
goeding toegekend en het bedrag daar/an gere
geld wordt voor allen die een preventieve ge
vangenschap hebben ondergaan welke niet door
eene veroordeeling is gevolgd. De naaste aan
leiding tot dit voorstel is het buiten vervolging
stellen van Pierre Xavierdie zeven maanden
gevangen gehouden is onder verdenking van moord,
op de elfjarige Marie Walschaert gepleegd, maar
ten slotte moest worden vrijgelaten omdat er
door het hof te Brussel geene termen tot zijne
vervolging aanwezig geoordeeld worden.
De centrale sectie voor de voorloopige be
handeling van het wetsontwerp op den leerplicht
heeft haar onderzoek ten einde gebracht en de
araendementen vastgesteldwaarmede zij het
ontwerp aangevuld en verbeterd wenscht te zien.
Zij zal nu waarschijnlijk nog slechts eenmaal bij
eenkomen tot definitieve goedkeuring van het
rapporthetwelk door den Gentschen afgevaar
digde Wagener wordt samengesteld, en van twee
nieuwe artikelen waarvan de redactie is opge
dragen aan den heer d'Elhougue.
In de zitting der kamer van volksverte
genwoordiging te Brussel ontstond voor een paar
dagen een kleine paniek ten gevolge van het
breken van een ruit in het plafond waardoor
de stukken glas in de zaal vielen. Verscheidene
afgevaardigden namen in allerijl de vlucht meenen-
de dat er weder brand was ontstaan. Gelukkig
bleek dit niet het geval te zijn.
Een jongeling te Brussel die een dienst
plichtig nummer had getrokken bij de loting
voor de nationale militieheeft zich uit vrees
voor den dienstdoor een revolverschot het le
ven benomen.
In Luik heeft zich een internationaal agent
schap gevestigd, onder den naam van „Eureka",
dat ten doel heeft, in geheel Europa de op sporen
en booten verloren voorwerpen aan de eigenaars
terug te bezorgen. Het jaarlijksch abonnement
bedraagt twee en een halven frank. Voor dien
kleinen prijs levert het agentschap een nummer
naar volgorde dat de goederen van den abonné
in alle landen zal doen herkennen. Om de re
gistratie van te lange cijfers te voorkomen, heeft
elk land zijn eigen serie de Belgische nummers
worden voorafgegaan door een B-, de Fraische
door een E., de Engelsche door een E., enz.
Met dat nummer teekent men al zijne bezittin
gen en wordt een verloren voorwerp gevonden
gemerkt bijv. „Eureka B. 2300", de maatschap-
heeft slechts hare boeken op te slaan om on-
middelijk den naam en het adres te weten van
haren abonné en hem het verlorene terug te
zenden. De oprichters van dit agentschap heb
ben in alle voorname landen den steun der po
litie verkregen.
De commissie uit de kamer voor het onder
zoek van het oniwerp betrekkelijk den invoer
van varkensvleesch uit Amerikais benoemd.
Van de 11 leden zijn 8 tegen den invoer gezind.
Volgens bericht uit Tongkin van den 18den
dezeris bijna al de daarheen gezondene ver
sterking van 5000 man met twee batterijen er
aangekomen. Het overige wordt er den 25sten
verwacht. Het expeditionaire korps zal dan
tegen het einde dezer maand compleet zijn en
voldoende wezen om de expeditie ten einde te
brengen.
Nadere berichten van den Congo bevestigen,
dat de Fransche reiziger de Braza nietzooals
gemeld werd, door de inboorlingen vermoord,
maar levend en in welstand is.
De commissie van enquête naar de oeco-
nomische crisis ontvangt dagelijks gedelegeerden
van vakvereenigingen tot het verkrijgen van in
lichtingen. De afgevaardigden der decoratie
schilders der vormgieters en der bankwerkers
herhaalden de klachten over de handelstractaten
en inzonderheid over de bepaling, welke betref
fende den handel is genomen in het vredestrac-
taat van Frankfort. De porselein schilders ver
klaarden dat zij zeer benadeeld waren door ze
kere steden in andere departementen waar de
ambachtsman en vooral de arbeidster voor een
loon werken veel lager dan te Parijs.
Volgens de Temps hadden de christenmoor-
den in Annam plaats in het begin van Januari
en werden de woeste benden er toe aangezet
door de mandarijnen die waarschijnlijk last
gevingen uit Hué ontvingen. Vooral de minister
van oorlog van Annam moet de hand in deze
gruwelen gehad hebben zooals uil een ingesteld
onderzoek blijkt.
Naar men verzekert ontvingen de Zwartvlaggen,
voor het innemen van Son Tay bevelal de
christenen te vermoorden en ging dit uit van
den onderkoning van een der Chineesche pro
vinciën.
De admiraal Courbet heeft, zoodra hij kennis
had van het gebeurde, een schip naar de pro
vincie Thank Hoa het tooneel van de moorden,
gezonden om de christenen te beschermen.
In de mijn „Bonne Veine" te Paturages,
bij Rijsselis .een ontploffing van mijngas ont
staan, die den dood van zes mijnwerkers heeft
tengevolge gehad.
Verscheidene leden van den gemeenteraad
van Marseille zijn in staat van beschuldiging
gesteld wegens omkooperijer.. De raad zal, naar
men verneemt, ontbonden en door een gemeen
telijke commissie van 20 nieuw gekozen raads
leden vervangen worden. Een der beschuldigden
is naar Italië gevlucht.
Een individu te Hergnies heeft zijn 13
jarige zuster verdronken, om haar niet meer tot
zijn last te hebben en te kunnen trouwen. De
moordenaar heeft een volle bekentenis afgelegd.
De moeder van dezen ellendeling is ook gear
resteerd als medeplichtige.
Een huisvader te Parijs werd door zijn
vrouw berispt, dat hij te veel dronk en zich te
weinig om zijne huishouding bekommerde, waarop
de man antwoordde dat hij niet langer met haar
kon wonen en zich wilde verdrinken. Zijn vrouw
sloeg geen geloof aan zijne bedreigingen en hitste
hem nog meer aan. De man verliet zijn woning,
aan een zijner vrienden mededeelende, dat hij
zijn vrouw eens beet zou nemen en sprong in
't water. Zijn zwemkunst, waarop hij vertrouwde,
baatte hem wegens den snellen stroom niet
zoodat hij deze aardigheid met den dood zou
bekocht hebben, wanneer hij niet door een juist
aankomende boot was opgenomen. Meer dan een
uur is men bezig geweest om de levensgeesten
weder op te wekken.
Een verhaal uit de Amerikaansche wouden
naar
WILLIAM GILMORE SIMMS.
II.
Het volk van de bootdie dadelijk doorge
varen was, had intusschen alles maar zoo woest
neergesmeten, zoodat het zout voor een deel in
een kleinen plas gerold en vrij nat geworden was,
waardoor ik druk werk hadom alles op eene
droge plaats te brengen. Dat hield mij wel een
vol uur op. Het tillen der zware zakken, waartoe
mij niemand helpen kon had mij daarbij vrij
wat vermoeidzoodat ik mij na gedaan werk
in de 6chaduw neerzette, om uit te rusten, en
bij de zware hitte op 't punt was van in te
slapentoen ik door een geschreeuw werd op
geschrikt. Ik sprong aanstonds in den zadel en
joeg voort naar den kant, vanwaar ik het geluid
had vernomen.
Toen ik maar pas een paar honderd passen
ver gereden was en een hoek omsloegkreeg
ik een vreemdeling in het oogdie de nood
kreten had uitgestooten. Zijn paard lag op den
grond en kreunde zwaar, de man knielde daar
naast, het dier den poot met de hand wrijvende.
Een weinig verder lag een gedoode ratelslang
eene der grootsten die ik ooit gezien had bij
dat gezicht werd mij dadelijk de gansche groep
duidelijk.
Ik sprong van het paardom te zien hoe ik
helpen kon. De poot was reeds sterk gezwollen.
Desniettemin sneed ik de wonde uit, reed ijlings
terugom een paar handen vol zout te halen
en wreef de plaats daarmee in. Na weinig
minuten stak het beest toch alle vier de pooten
m de lucht en lag stijf en dood.
Thans eerst sloeg ik een oplettend oog op den
vreemdeling, 't Was een klein oudachtig man
netje met een hoekigkantig gezicht en zwart
haarmaar met zulke vurig vlammende oogen
dat ik mij door die wonderbaarlijke flikkering
onwillekeurig voelde aangetrokken. Zijn gezicht
was bleek en vol diepe rimpels evenwel ging
hijschoon naar ik zeireeds vrij oud toch
keurig net, zindelijk en zelfs rijk gekleed, droeg
een nieuw fluweelen vesteen fijnen lakenschen
rok en een gouden horloge met ketting en cachet.
Yan tijd tot tijd haalde hij eene snuifdoos voor
den dagdie het model van een horen had en
voor en boven heel van goud scheen.
Hij scheen door den dood van zijn paard niet
uitermate getroffen, want toen ik hem daar mijn
spijt over betuigdeantwoordde hij haastig
Odat 'oeteekent zoo veel niet I Gij hebt
daar een goed paard en zult hei mij wel over
laten. Ge schijnt mij een goede jongen toe.
Ik was zooals ge licht denken kuntover
zoo'n vraag niet weinig verbaasd, 'k Zag eens
mijn paard aan 't was een uitstekend dier
bruikbaar tot alles voor den wagen de ploeg
en tot rijden en had een lichten vluggen tred.
Daarom was ik dan volstrekt niet gezind om
dat dier aan een vreemde af te staan, te minder,
daar de koelehooge toonwaarop de oude
man het verlangde, mij uiterst mishaagde.
Ik vreesde nu wel niet, dat hij 't mij met
geweld ontnemen zoumaar er kwamen toch
allerlei rarenare gedachten bij mij op. Mis
schien was hij een toovenaarwaarvan wij in
de schrift lezen en van oude menschen hooren
of't kon wezen de duivel zelfen wat stond
mij dan te wachten Hij maakte mij intusschen
't geval weldra duidelijkwaarschijnlijk merkte
hij ookdat ik een beetje verlegen was.
Jonkman Izeide hij, uw paard is een
mooi dierwilt ge 't mij verkoopen Ik
betaal uwat het waard iszeg gij den
prijs maar.
Dat veranderde zeker terstond de zaak; want
hebt ge ooit een westelijken farmer gezien
die niet dadelijk tot een paardenverkoop bereid
was? Van uw leven niet 1 Schoon bovendien
het paard ook werkelijk goed was hadden wij
toch nog andere en konden het missen. Het
viel mij echter zeer zwaarer van te scheiden;
ik had het zelf opgefokt, voerde het met eigen
hand en had het bijna als een broeder lief.
Daar we 't evenwel over hadden had het toch
later verkocht moeten wordenik bedacht verder,
dat we een nieuwen wagen en nog veel anders
hebben moesten en vond dus na kort overleg
het aanbod van den vreemdeling zoo heel ver
werpelijk nietwaarom ikschoon wel wat
langzaam antwoordde
Mijn paard is een kostelijk dier.
Dat geef ik toe, zeide hij, ik zag er nooit
eendat mij beter bevielen zal er u ook
kostelijk geld voor geven.
Hoeveel wilt gij besteden
Eisch maarantwoordde hijik ben geen
kind en gij zijt oud genoegom te weten wat
het dier waard is.
't Is meer dan honderdzeventig dollars
waard.
Dat is het't is meer waard wilt gij
het mij daarvoor laten
Ja.
Goed ik zal n de som betalen en u het
doode paard op den koop toegeven.
En al dadelijk telde hij mij nu het geld voor,
dat uit louter goudstukken bestond. Ik twijfelde
bijna of 't wel echt wasberook hetmaar
merkte geen koperlucht en schaamde mij later
over mijzelf, dat ik geen goede van valsche
Eindelijk is een beslissing gevallen over het
voorstel van sir Stafford Northcote betreffende
een votum van wantrouwen in de regeering naar
aanleiding der Egyptische aangelegenheden. Hoe
wel men aar. de regeering de overwinning wel
kon voorspellen, is zij toch niet schitterend ge
weest. De meerderheid, die ten gunste van de
regeering stemdebedroeg slechts 49.
Bradlaugh, die tengevolge van het votum
door het lagerhuis den llden dezer genomen
zijn mandaat van afgevaardigde had nedergelegd
en zich herkiesbaar had gesteld, heeft weder een
overwinning behaald. Hij werd in het district
Northampton voor de vierde maal sedert 1880
tot lid van het lagerhuis gekozen met 3922
stemmen tegen 3488, welke op zijn tegenstan
der, den heer Richards, den conservatieven can-
didaat, waren uitgebracht. De strijder voor de
afschaffing van den eed heeft dus 434 stemmen
meer dan zijn concurrent bekomen, dus een nog
grootere meerderheid dan bij de vorige ver
kiezingen. De speaker deelde het lagerhuis een
brief van Bradlaugh medeen verzocht hem
tevens zich niet ter eedsaflegging aan te bieden
voor de rechtbank uitspraak heeft gedaan. North
cote stelde daarop voor de twee besluiten van
11 Februari te hernieuwen, waarbij Bradlaugh
buiten het huis werd gesloten. Gladstone be
streed het voorstel, maar het werd aangenomen
met 226 tegen 173 stemmen. Bradlaugh trok
zich terug onder protest tegen de onwettige
vervolging.
Volgens bericht aan de //Times" heeft de
aankomst van generaal Gordon te Khartoem
aldaar groote geestdrift verwekt. Duizenden
munt kon onderscheiden. De oude man had
ook iets zoo innemends en fatsoenlijks dat ik
wel onwillekeurig op zijn doen en spreken moest
vertrouwen en zijn uiterlijk, kleeding, horloge,
het doode paard met zadel en tuig geleek bo
vendien geenszins de uitrusting van een bedrieger.
Hiergoede vriend zeide hij, terwijl hij
mij 't geld overgaf, ge hebt misschien nooit een
grooter som bij elkaar gehad.
Neen antwoordde ikwant schoon ik al
menig stuk geld verdiende, heb ik toch nog van
mijn leven niet zooveel goud op een hoop gezien.
Verkwik u dan nu in 't gezicht. Ge schijnt
mij een brave jongen toe. Is uw paard gezond
Daar durf ik voor instaanwas mijn
antwoordevenwel om de volle waarheid te
zeggen ik geloof niet eerlijk met u gehandeld
te hebben, daar ik meer eischte, dan mijn paard
eigenlijk waard is. Van anderen heb ik tot nu
toe niet meer dar. honderdvijftig dollars geëischt.
En dat verontrust u 't geweten nu Ge
zijt een eerlijke borstmaar bekommer u daar
niet over, ik wil u een middel leeren, waardoor
gij u weder tevreden kunt stelle».
Met deze woorden haalde hij een spel kaarten
uit den zak, 't zelfde spel, dat nu hier aan den
schoorsteen zit vastgespijkerd.
We willen om die twintig dollars spelen
zeide hijwierp twee goudstukken op het doode
paard en begon de kaarten te mengen. Ik volgde
zijn voorbeeld en legde twee tiendollarstukken
nederdaar ik de kracht niet hadhem te
weerstaan, ofschoon ik wel voelde, dat ik onrecht
deed. Nochtans was er in al zijn doen en
spreken iets zoo bepaalds en gebiedends, dat ik
in 't geheel niet waagde, mij tegen hem te verzetten.
(Wordt vervolgd.)