Nummer 36.
Zondag* 4 Mei 1884.
7e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
rr„
liLUUl
y( Bekendmakingen.
BUITENLAND.
Belgie.
De soldaat van de landweer.
Frankrijk.
Spanje.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk
Eene Novelle.
SÏ-H73HKa£-K»WSH*-2?—HW
MEHSra-KrMWÏ
De Echo van het Zuiden,
I
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal terplaat
sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor
Duiscliland worden alleen aa ngenomen door het advertentie
bureau van Adolf Sïeinek,Hamburg. Reclames 15 cent perregel
Burgemeester en wethouders van Waalwijk;
gezien het schrijven van den ijkerchef van
dienst te 's Bosclivan den 28 April jl., brengen
ter kennis der ingezetenendat de herijk der
maten en gewichten voor deze gemeente zal plaats
hebben op 8, 9, 10 en 12 Mei a. s., van des voor
middags 9Va tot des namiddags 3 uur.
Waalwijk, 30 April 1884.
Burgem. en wethouders voorn.,
P. VAN ES(L. b.)
De Secretaris
F. W. VAN L1EMPT.
De burgemeester van Waalwijk brengt ter ken
nis der ingezetenendie jacht-vischakten of
kostelooze vergunning tot uitoefening der vis-
scherij mochten verlangen, dat zij zich tot ver
krijging daarvan ter secretarie moeten aanmelden
op Maandag den 12 Mei, des voormiddags van
9 tot 12 uur.
Waalwijk, 30 April 1884.
De burgemeester voornoemd
P. VAN ES, 1. b.
Mgr. Goossensdie onlangs tot aartsbisschop
van Méchelen is benoemd heeft in die stad zijn
plechtigen intocht gedaan.
In de nabijheid van het station Antwerpen
Dam is een terrein aangewezen, waarop een groote
tent en een estrademet zeldzame planten en
gewassen «versierd zullen opgericht worden voor
de ontvangst van H. H. M. M. den koning en
de koningin der Nederlanden bij hun bezoek aan
het Belgische hof. De koninklijke trein zal den
20 Mei tegen 12 uur aldaar aankomen.
Een zonderlinge weddenschap werd onlangs
aangegaan door den eigenaar van den Deutschen
Rathskeller te Antwerpen, tegen een Engelschen
collega aldaar. Om de eer der Duitsche kellners,
die door den Engelschman gesmaald werden
te handhaven nam hij aan dat een zijner be
dienden in 24 uren 2000 boterhammen snijden,
smeren en met ossenvleesch beleggen zou.
IV.
„Bedelaarstrotsch fluisterde Dirk ontevreden.
„Die vernederde kerel voert eene taal alsof bij
een grondeigenaar was. Geduld slechts, de nood
zal hem wel wat weeker maken. Zoo ik u een
trek kan spelen, onbeschaamde kerel, die gij zijt,
dan zal ik het niet nalaten, daarop kunt gij
rekenen. Suze moet geklapt hebben, anders zou
de houthakker niet zoo opgewonden zijn. Het
is goed, dat hij het mij onder vier oogen ge
zegd heeft; het zou mij gehinderd hebben zoo
een ander het gehoord had. 't Is waargaarne
had ik Suze met mij als vrouw naar mijne
woning gevoerd. Doch gedane zaken hebben geen
keermaar den een of ander trek zal ik hem
spelen plagen zal ik hemDe gelegenheid
zal zich spoedig genoeg opdoen."
Ongemerkt naderde hij weder de drinkers en
dronk en zong met hen, als had er niets plaats
gehad. Velen dachten er niet meer aan dat
Arnold met den zoon van den schout gesproken
had. De houthakker had intusschen spoedig
zijne woning bereikt.
„Ween niet, Suze," zeide hij, toen hij binnen
trad „met mij gaat het, als met zoovele dui
zenden in het land en menigeen is er nog erger
aan toe dan ik. Ik doe mijn plicht als braaf
soldaat der landweer, voor het. overige zal God
zorgen. En gij, moeder, troost gij mijne vrouw...
na regen komt zonneschijn...."
Op hetzelfde oogenblik werd er aan de luiken
geklopt.
„Wie is daar?" vraagde Arnold.
„De houtvester Grasberg."
Ten aanschouwe van een groot aantal belang"
stellenden begon de kellner zijn taak met 150
brooden 20 kilogr. boter en een aantal stukken
ossenvleesch bij zich. Hij maakte in het eerst
167 boterhammen per uur gereed, maar gaandeweg
werd hij langzamerhet aantal verminderde tot
100 tot 90 in het uur en eindelijk deed hij
er niet meer dan 20. Zijn armen werden als
verlamdzij zwellen hevig op en het zweet
gutste hem langs het voorhoofd. Maar hij kwam
in 18 uren gereed met de 2000 boterhammen
en de weddenschap was dus met roem gewonnen.
De kelluer kreeg de helft van het bedrag
Vaarom gewed was 300 tr., en de boterhammen
werden aan liefdadige gestichten geschonken.
De heer Waddington is naar Londen terugge
keerd. Frankrijk's antwoord op Engelands uit-
noodiging tot du conferentie over de Egyptische
aangelegenheden zal heden aan lord Granville
ter hand gesteld worden.
Havas meent te weten dat het antwoord in
zeer vriendschappelijke woorden vervat is. De
Eransche regeering neemt in beginsel de confe
rentie aan en vraagt alleen eene voorafgaande
gedachten wisseling tusschen de beide regeeiingen
over de quaestiedie onmiskenbaar verband
houdt met het financieele vraagstuk en die er
onmogelijk van afgescheiden kan worden.
Het gerucht looptdat een conflict gerezen
is tusschen den heer Ferry en generaal Campenon,
den minister van oorlog. Men herinnert zich
dat na de inneming van Bac-Ninhgeneraal
Brière de l'Isle zich had meester gemaakt van
Thai-Nguyen en daarna op bevel van generaal
Millotdie plaats weer overgelaten had. Dit
bevel van generaal Millot ging uit van geDeraal
Campenon.
De minister toch meentdat het uitbreiden
der operatiebasis in Tonkin met het bezetten
der Delta van de Roode riviersteeds grooter
offers in menschen en geld zal kosten terwijl
het behoud er van in Tonkin troepen vereischt,
die tot Frankrijks landsverdediging onmisbaar
zijn.
Zonder eenigszins met die bezwaren van den
„Gij, waarde heer? ik doe dadelijk open."
Hij ging. Buiten stond de houtvester."
„Goeden avond, Arnold Ik zal niet binnen
gaan, wij kunnen hier wel spreken."
De houthakker sloot de deuf achter zich en
volgde den manaan wien hij reeds menige
weldaad te danken had. Al pratende sloegen
zij den weg naar het dorp in. De jonge vrouw
was niet bezorgd over het uitblijven van haren
man zij wist dat de houtvester hem, zooveel
in zijn vermogen was, begunstigde.
„Moeder," zeide Suze, „ga naar bed het is
reeds laat
„Orii ja fluisterde de moeder. „Ik ben zeer
moede, misschien kan ik een weinig slapen."
„Wij zullen allen een slechten nacht hebben."
„Ik verlies den moed niet, lief kind. Het is
nu eenmaal zoo en niemand kan het veranderen.
Wie weet waartoe het goed is. Arnold heeft
immers thans een beroep, dat hem volstrekt niet
past...."
„Achdat weet ik wel, moederzuchtte
Suze. „Uit liefde voor mij volbrengt hij den
zwareu arbeid, dien ieder verrichten kan."
„Maar hij klaagt er immers niet over."
„Dat is het juist, wat mij bekommertik zie
het wel, dat hij moedeloos is, als hij des morgens,
voor de zon opkomt, het bosch in moet,... dan
echter lacht hij en houdt zich alsof hij de ge
lukkigste mensch was...."
„Hij is ook gelukkig, mijn lieve Suze, omdat
gij zijn vrouw zijt. Dat heeft hij mij meer dan
eens gezegd..., Arnold weet wel wat hij doet
hij werkt nog eenigen tijd in het bosch en dan
krijgt hij eene betrekking als boschwachter."
„Ach, gave het de goede God
„Na den veldtocht heeft Arnold des te meer
aanspraak daarenboven heeft hij bij de jagers
gediend."
„Maar, moeder, gij vergeet dat de oorlog veel
generaal te rekenenzou de heer Feny, nu acht
dagen geleden, aan generaal Millot bevel gezonden
hebben om Thai-Nguyen opnieuw te bezetten.
Te Nizza zijn 's nachts anarchistische biljet
ten aan de muren geplaktdie des morgens
onmiddellijk door de politie zijn verwijderd.
Het koopvaardijschip Assyrie, dat voor
rekening der Fransche regeering levensmiddelen
naar Madagascar brach; voor de zeedivisie en
de troepen is bij Madagascar vergaan. De
schade beloopt 200.000 francs.
Een medewerker van le Matin heeft Tynan,
den beruchten en zoolang onbekend gebleven
no 1 „geïnterviewd." Naar hetgeen het blad
mededeeltheeft Tynan zich verklaard tegen de
dynamieters. De wreedheid hunnerook on
schuldige lieden treffende misdaden aldus ir.oet
Tynan gesproken hebben zal er toe leiden, dat
Ierland en de Iersche zaak in de geheele wereld
een voorwerp van haat en afschuw worden. Om
die reden moet men tot de tactiek der „onver-
winüjken" terugkeeren en het dynamiet laten
varen om den dolk er voor in de plaats te stellen.
De dolk werkt in stilte en treft geen onschuldi-
gen. Het opruimen van de ministers en hooge
staatsambtenaren is de hoofdzaak en dit moet
dan ook zoo spoedig mogelijk geschieden. Geld
en voor een zoo loffelijk doel vastbesloten en
opofferingsgezinde mannen zijn volop voorhanden.
Te Auxoune had een bediende in een
menagerie de onvoorzichtigheid om zijn arm
door de traliën van een leeuwenkooi te steken
om een der beesten te streelen. Twee leeuwen
schoten eensklaps toe en brachten in den arm
een beet toezoodat deze onmiddellijk moest
afgezet worden. Den volgenden dag overleed de
ongelukkige echter na de hevigste pijnen te
hebben doorstaan.
Woensdag is Campiwiens .vare naam
niemand bekend was en ook niet bekend is ge
worden te Parijs op het plein der Roquette
onthoofd. Circa 2000 personen waren des nachts
'te 2 uur in de nabijheid der gevangenis aan
wezig om bij de terechtstelling tegenwoordig te
zijn. Alleen de reporters en eenige bevoorrechten
hadden toegang tot het plein. Om half drie
kwam de scherprechter met zijne bedienden om
fKTPrwmmiiiii■■■■i11 j m n. n
menschenlevens kost. Hoeveel krachtvolle mannen
trekken uit, die niet terugkeeren
„Ach jadat is wel waarstamelde de
moeder.
De beide vrouwen traden weenend het vertrek
binnen. Tien minuten later kwam Suze terug
zij had hare schoonmoeder ter rust gebracht.
Treurig nam zij aan de tafel plaats en begon te
breien. Suze was eene schaone vrouw tweeen
twintig jaar oud, was zij nog frisch en blozend
en had dicht blond haardat haar in zware
vlechten over liet hoofd lag. Waren hare ge
laatstrekken niet regelmatig te noemen toch
wekten zij eene belangstellingdie toenam, hoe
meer men baar beschouwde. Hare groote blauwe
oogen verrieden een diep gevoel. En dan hare
volmaakt schoone gestalte.... de armoedige kleedij
was niet in staat die minder te doen uitkomen.
Suze was de oudste dochter van een daglooner,
die vroeger het huisje bewoond had, waarin wij
haar nu aantreffen. Toen zij volwassen was, was
zij bij den predikant gaan dienen, door wiens
zorg zij eene opleiding boven haar stand ontving.
Arnold Peters, de zoon van den hoogbejaarden
schoolmeester, had sedert lang de schoone blon
dine bemind toen hij op zekeren aag als een
knap jager met verlof in het dorp thuis kwam,
geleidde hij haar, bij gelegenheid van het oogst
feest, ten dans en voor hij naar zijn garnizoen
terugkeerdehad hij de zekerheiddat Suze
hem insgelijks liefde toedroeg. Van dezen tijd
af ontstond er briefwisseling tusschen hen, en
hunne brieven getuigden allen van de oprechtheid
van beider gezindheden. Arnold wilde soldaat
blijven en als onderofficier de geliefde tot zijne
vrouw maken maar het geluk was hem niet
gunstigzijne bevordering liet zich wachten.
Toen had er eene verschrikkelijke gebeurtenis
plaats, die Suze hevig schokte. Haar vader
moeder en broeder bezweken voor eene besmet-
de guillotine op te stellen. Gewoonlijk hebben
de terechtstellingen bij het aanbreken van den
dag plaats, doch nu werd gewacht tot het klaar
dag was in de hoop dat nog iemand Campi
zou herkennen. De directeur der gevangsnis
wekte den veroordeelde om half vijfhij sliep
nog zeer vast. De directeur zeide„Het is
op heden bepaald." Campi antwoordde „Het
is goed nam een glas wijn en antwoordde op
de vraag van den officier van justitie of hij nog
eenige bekentenissen had te doen„Ik heb
den rechters niets mede te deelen." Moreau
de nieuwe geestelijke van de Boquette, die voor
de eerste maal eene terechtstelling bijwoonde en
zeer zenuwachtig was, bleef daarop vijf minuten
met Campi alleen. Toen werd de gevangenis
geopend en Campi verscheen met den scherp
rechter en den geestelijke. Toen de veroordeelde
de bijl bemerkteverbleekte hijdoch stapte
met vrij vasten tred voorwaarts. Nadat hij den
geestelijke omarmd hadviel de bijl en de
terechtstelling was volbracht. Verscheidene per
sonen waaronder twee soldaten vielen in on
macht. Om 5 uur 5 min. was alles afgeloopen.
Voor de eerste maal woonde ook de prefect van
politie eene terechtstelling bij.
De staatsingenieurs hebben de brug van Alcudia,
waar het spoorwegongeluk heeft plaats gehad
onderzocht, en zij verklaren, dat de catastrophe
aan kwaadwilligheid is toe te schrijven. De
daders hebben de rails weggenomen, en op deze
wijze het déraillement veroorzaaktdat het
instorten van de brug ten gevolge had. Geen
der misdadigers is nog gevat.
De koning van Spanje is nog steeds on
gesteld. Hij lijdt aan tusschenpoozende koorts
eD moet zijn kamer houden.
Volgens de Gaceta zijn de officierendie
Santa Colonna in Cataloniëverlaten hadden
pogende om de bevolking in opstand te brengen,
in handen der autoriteiten gevallen. Mangando
hun aanvoerderis gesneuveld en de bende
geheel verstrooid, zoodat er thans geen opstan
delingen ia Spanje meer zijn.
telijke ziekte, die in het dorp ;en den geheelen
omtrek woedde. Suze stond alleen en werd de
erfgename van het huisje, waarbij r.og eeu tuin
behoordedien haar overleden vader met zorg
bebouwd had. In hetzelfde jaar stierf ook de
schoolmeester. Arnold vraagde zijn ontslag uit
den dienst en keerde naar zijn geboorteplaats
terug met het voornemen voor zijne moeder, die
nu hulpeloos achterbleef, te zorgen. Hij hoopte
werk te vinden. Dit gelukte hem ook bij den
ambtman van het dorp. Een jaar later overleed
de geestelijke en Suze was zonder dienst. Arnold
trouwde haarbetrok met haar het huisje en
nam zijn moeder bij zicli in huis. Onmiddellijk
na zijn huwelijk veiloor hij zijn betrekking als
schrijver, zonder zelfs de reden daarvan te kun
nen vermoeden. De opbrengst van den tuin was
niet genoeg om in hunne behoeften te voorzien
Arnold wendde zich nu tot den houtvester, die
hem werk gaf in het bo*ch, met de belofte van
verder voor hem te zullen zorgen. „Elke arbeid
is mij ooverschi'lig," zeide Arnold „zoo ik er
maar iets mee verdienen kan." Óp die wijze
had hij door vlijt en spaarzaamheid een genoeg
zaam bestaan gevonden, om in het onderhoud
zijner moeder en zijner vrouw te voorzien. Het
kleine gezin legde- wel niets over, maar zij had
den aan geen ding gebrek, zoolang het vrede
was. Doch daar verscheen het bevel, waarbij
de landweer in de wapenen werd geroepen. Suze
was een half jaar getrouwd en reeds werd haar
haar echtgenoot ontnomendien zij zoo innig
aanhing. De slag kwam zoo plotselingdat zij
hem nauwelijks begrijpennauwelijks gelooven
kon. „Hoe lang zal hij wegblijven vraagde
zij zich af. „Wanneer en hoe zal hij terugkeeren
Wat zal er van den tuin worden wanneer hij
er niet is Snel droogde zij hare tranen af,
toen zij hoorde dat haar echtgenoot in huis
trad.