A. J. RANT,
Het VOORGRAS wassende op;
De Wereldtentoonstelling
te Antwerpen.
LAATSTE BERICHTEN
ADYERTENTIËN.
publiek verkoopen
zij zich naar de aarde henen en binnenkort zal
zij tusschen zon en narde voorbijgaan om dan,
na eenige dagen onzichtbaar te zijn geweest, als
morgenster Weder te verschijnen.
Hoewel thans een vierde gedeelte der naar
ons toegekeerde schijfin de gedaante van een
sikkel (ongeveer zoo als de maan, een of twee dagen
vóór het eerste kwartier er uitziet), door de
zon wordt verlichten dit zichtbare gedeelte
steeds kleiner wordtis zij den geheelen dag
met het oloote oog aan den hemel te vinden.
Den eersten Juni was haar licht 42 maal zoo
groot als dat der Wegb (de Lyrae), eene ster
der eerste grootte. Eerst om IU/4 verdwijnt
Venus onder den gezichtseindereen kwartier
vóór Jupiter die ook als ster der eerste grootte,
naast haarin de buurt des tweelingen, Castor
en Pollux schittert. Mars bevindt zich in de
nabijheid van Regulus hij is echter de laatste
weken zoozeer aan lichtsterkte afgenomen dat
zijn glans, welke dien van Jupiter zeer nabij
kwam thans door die van de helderste vaste
sterren overtroften wordt. Mercurius en Saturnus
zijnwegens de nabijheid der zon voor het
bioote oog niet zichtbaar.
Door de politie te Rotterdam zijn twee
personen aangehouden als beschuldigd^ van po
ging tot moord op een agent van politie.
Zij hebben namelijk gepasseerden Dinsdagavond
in de Coolschestraat aldaar, nadat zij wegens
vechten uit eene tapperij door een politieagent
wareu verwijderd, met dien agent een eind voort-
geloopen die door een hunner op jenever werd
onthaald uit een apothekersfleschje, dat hij bij zich
droeg doch waarvoor de agent bedankte.
Zoo voortgaande namen beide personen eene
houding aan alsof zij goede vrienden waren
waarvan zij gebruik maakten door den agent geheel
onverwachts en dus verraderlijk beet te vatten en
in het water te gooien waarna zij het op een
loopen zetten den agent hulpbehoevend achter
latende die zich met moeite redde doordien de
sloot vrij diep en modderig was.
Reeds den volgenden dag waren de schuldigen
in handen van de politiedie thans zijn over
gebracht naar de celluaire gevangenis.
De toestand van den kroonprins is sedert
Zaterdag aanmerkelijk ernstiger geworden. Bestond
tot dusverre slechts ééne vrees, namelijk voor een
breuk in de ingewanden er heeft zich Zondag
een verschijnsel bijgevoegd dat zich als compli
catie bij het ziekteproces begint te ontwikkelen,
lobulaire pneumonie [ontsteking in de kleinere
longkwabben.] De ingewandsverschijnselen zijn
voor het oogenblik op den achtergrond getreden.
De temperatuur van 's prinsen lichaam steeg reeds
Zaterdag morgen en nam in den loop van den dag
aanmerkelijk toe. Na een korte daling tegen den
nacht namen de geneesheeren Zondag weder een
belangrijke verheffing waar.
Het bericht van Maandagavond meldt het vol-
gende;
Van middag, omstreeks 5 urevond de doctor
Z. K. H. den kroonprins slapende. De ademhaling
is nog onregelmatig. De longontstekiug had zich
niet uitgebreid. Z. K. H. is uiterst zwak en ver
keert niet buiten gevaar.
Een Maandagavond, ten 9,40 ure, door de genees
heeren uitgegeven bericht luidt:
Z. K. H. genoot betrekkelijk eenige rust. In zijn
toestand kwam geene verandering. Volslagen ge
brek aan eetlust met voortdurende koorts onder-
nir.nt zichtbaar zijne krachten.
Van Dinsdagavond 9.30 wordt ons gemeld
Z. K. H. bracht den dag betrekkelijk rustig door.
Overigens kwam er in zijnen toestand geen mei
denswaardige verandering.
Het Vaderland ontving bericht uit
Karlsbaddat de toestand des konings, hoe
wel voor het oogenblik bevredigend toch
verre van geruststellend is v oor de toekomst.
De ongunstige berichten ontrent den
toestand van den kroonprins brachten, volgens
datzelfde bericht, groote ontsteltenis te Karls
bad teweeg doch de doctoren ontrieden op
de meeste stellige wijze den koning het af
breken der kuur, dat, met een daarop ge
volgd haastig reizen, licht noodlottige gevolgen
zou kunnen hebben.
Gedeputeerde staten van Noordbrabant
hebben aan de provinciale staten voorgesteld
om in de kosten van aanleg voor een kieweg
van het station Nuenen—Tongelreover
Nuenen en Breugel naar Sonbegroot op
f114,200, eene bijdrage uit de provinciale
kas te verleenen van 60 pet.
Door den aanleg van dien weg zullen een
groot aantal gemeenten in het zuid-en noord
oosten van 't gewest onderling worden ver
bonden.
Ter griffie van het gerechtshof te
'sHertogenbosch, is cassatie aangeteekend door
Jacobus Petrus Johannes De Rooijoud 34
jaargewezen opzichter der in aanbouw zijnde
R. K. te Vucht, geboren te Oegstgeest, thans
wonende te Amsterdamdie bij arrest van
het gerechtshof aldaarvan 21 Mei 11. in
hooger beroep ten zake van onwilligen man
slag, onwillige verwonding, veroorzaakt door
onbedrevenheid, onvoorzichtigheid en gebrek
aan voorzorgwerd veroordeeld tot drie
maanden celstraf en eene geldboete van f25
en eene van f 8 of een dag sudsidiaire cel
straf voor iedere boete en alle kosten.
In het Z. Oosten van Limburg zijn
gedurende de laatste weken wederom verschei
dene gevallen van hondsdolheid waargenomen.
De honden zwerven langs de Pruisische ooster-
grens en hebben zoowel te Heerlen als te
Eggelshaven en omstreken tal van honden en
andere dieren, maar wat erger is, ook een
mensch gebeten.
De bepalingen der wet, ten opzichte van
hondsdolheid vastgesteldzijn nageleefd en
zoowel de dolle als van besmetting verdachte
honden afgemaakt.
MEEUWEN. Op uitnoodigiDg van den heer
A. Den Dekker kwamen alhier dezer dagen in
het Rechthuis een dertigtal notabelen uit deze
streek meest hoofden en leden van waterschaps
besturen bijeen ten einde het aangeboden wets
ontwerp voor onteigening ten behoeve van verleg
ging van den mond der Maas, in betrekking tot
de belangen dezer streek met elkander te bespreken.
Nadat de heer Den Dekker aan de saarageko-
menen zijn dank had betuigd voor hunne weiwil-
len le opkomst verzocht hij den heer J.J. Van
Tienhoven van den Bogaart de leiding der ver
gadering op zich te willen nemen waartoe deze
zich bereid verklaarde. Deze toonde daarop aan
hoezeer het aangeboden wetsontwerp onze rechten,
verkregen door de aanneming en bekrachtiging
der wet van 26 Januari '83 Staatsblad No 4
ten eenenmale miskent zoodat de uitwatering
onzer kostbare landerijen ernstig bedreigd en de
communicatie met de hoofdplaats van ons kaüton
uiterst bemoeilijkt wordt.
Nadat eenige bijzonderheden dienaangaande
onderling besproken waren oordeelde men een
parig, dat het dringend noodig was, onze bezwaren
aan de staten-generaal bekend te maken en hen te
verzoeken, hunne goedkeuring aan het wetsontwerp
te willen onthouden tenzij onze rechten daarin
behoorlijk verzekerd zouden zijn.
Tot uitvoering van dit besluit benoemde de
vergadering een commissie bestaande uit de heeren
J.J.Van Tienhoven Van den Bogaart, A. Den
Dekker P. L. Honcoop A. H. J. Verhoeven
en J. Den Boer, die zich hunne benoeming lieten
welgevallen.
1.
Kom aan laat ik eerlijk wezen en oprecht,
zooals iedere eerlijke en oprechte dagblad
schrijver dat is.
Vol moeds en met krachtige hand al
was het dan ook niet precies in schoonschrift,
gij, waarde lezers, krijgt het toch gedrukt
voor u schreef ik den titeldien gij hierboven
ziet staan, maar toen die er eenmaalopstond*
zat ik precies te kijken als een jongen zonder
centen bij een snoeptafeltje.
„Och lieve hemel, alweer over een ten
toonstelling! houdt dat dan nooit op!" hoorde
ikdunkt mijiedereen uitroepen.
Tien minuten lang heb ik zitten soezen
toen heb ik tien minuten lang het vóór en
tegen aan de behandeling van mijn onderwerp
verbonden nagegaan en ik ben nu eindelijk
toch tot de conclusie gekomen „dat het er
maar dóór moet."
Het ligt niet in mijn bedoeling u te wijzen
op het nut van tentoonstellingen in het al
gemeen en van die te Antwerpen in het
bijzonder. Het eerste zult gijvertrouw ik,
wel even goed weten als ik en, wat het laatste
aangaat, acht ik mij volstrekt niet geroepen
dat te betoogen.
Ik wil u alleen maar eens vertellen, hoe
men het in België aanlegt om een wereld
tentoonstelling te houden en daarbij in herin
nering brengen, hoe men die zaak bij ons
aangepakt heeft. Precies te weten hoe en wat
anderen doen kan ons misschien nog van
nut zijn, als we te eeniger tijd weer eens
zwanger gaan van het plan tot het houden
eener groote tentoonstelling.
Gij kent de Quellinusschool te Amsterdam,
niet waar Goeddan weet ge zeker ook,
dat daarvan langen tijd als directeur aan
het hoofd heeft gestaan een Belgisch beeld
houwer de lieer Colinet.
Deze een practisch man begaafd met een
heldere en breede opvatting van zaken, zag
verleden jaar al spoedig de groote voordeelen
inwelke een internationale tentoonstelling
noodwendig moet afwerpen aan een groote
handelstad. Daarbij dacht hij als Antwerpenaar
onwillekeurig ook aan Antwerpen, niet alleen
de grootste handelsplaats van geheel België,
maar een der grootste havens van Europa,
dank zij in de eerste plaats de enorme schat
ten niet minder dan honderd millioen
francs welke er in de laatste jaren aan
het aanleggen van havenskaden en wat
dies meer zij, zijn ten koste gelegd.
Een tentoonstelling te Antwerpen moest
naar zijn inzien succes hebben en zou voor
de stadvoor geheel België van het hoogste
belang zijn.
Daarover peinzende ontvangt hij bezoek
van een anderen Antwerpenaar, het raadslid
Gittens. Hij deelt dezen zijn gevoelen mede,
vindt instemming en spoedig wordt door
beide mannen het voornemen opgevat om
aan die grootsche gedachte uitvoering te
geven.
Terwijl de heer Colinet te Amsterdam de
plannen voorbereidde en allerlei gegevens
verzamelde, hield de heer Gittens zich te
Antwerpen zelf onledig met de zaak. Hij
zocht en vond er een terrein, verzekerde zich
er vanverzamelde eene commissie van
energieke en invloedrijke mannen om zich
en wist het spoedig zoo ver te brengen, dat
het plan, om in 1885 te Antwerpen een
wereldtentoonstelling te houden, vast stond.
Sedert hebben de primitieve oprichters zich
teruggetrokken en is een definitief comité
opgetreden, bestaande uit aanzienlijke Ant
werpenaars van de beide in België dikwijls
zoo scherp tegen elkander over staande
politieke richtingen liberalen en klerikalen,
onder voorzitting van een der grootste koop
lieden den heer Victor Lijneneen man
die de algemeene achting geniet, zoowel om
zijn rechtschapenheid, als om zijne kunde
zijn werkzaamheid en zijn ijzeren wil. De
burgemeester van Antwerpen nam het eere-
voorzilterschap, koning Leopold het bescherm
heerschap aan.
Reeds bij haar eerste optreden verklaarde
de commissie, dat haar eenig doel was de
belangen van België in het algemeen en
die van Antwerpen in het bijzonder te be
vorderen; dat alle winstbejag vreemd was
aan het ontworpen denkbeeld cn zij in geen
geval wilde, dat de onderneming een middel
zou worden tot geldspeculatie.
Als eerste bewijs haalde zij daartoe de
omstandigheid aan, dat bij de statuten den
oprichters niet de minste of geringste voor
deelen waren toegekend. Het publiek geheel
alleen uitspraak willende laten doen over de
levensvatbaarheid van de zaak, nam zij zelve
een niet noemenswaardig aantal aandeelen.
Zij ging zelfs zóóverdat zij het aanbod
van een groot bankiershuis, om het geheele
kapitaal voor zijne rekening te nemen, van
de hand sloeg. Dan toch zou zij de openbare
meening omtrent de onderneming niet gekend
hebben, en om die te kennen was het haar
juist te doen.
Welnu, het publiek heeft uitspraak gedaan.
Het publiek, en wel het Antwerpsche publiek,
heeft voor de geheele benoodigde som
anderhalf millioen francs geteekend. Meer
dan 2200 Antwerpenaars schreven in, en als
men nagaat, dat daaronder een groot aantal
wisselagenten worden gevondendie voor
hunne lastgevers deelnamen, kan men veilig
aannemen, dat de aandeelen in de tentoon-
stellir.gsleening zich in 3000 handen bevinden.
De "Belgen mogen de Antwerpsche ten
toonstelling dus met volle recht h u 11 zaak
noemen, want de onderneming is niet alleen
door Belgen op het getouw gezet, wordt
niet alleen door Belgen uitgevoerd, maar ook
door Belgen betaald
Zij pakken de zaak op uitstekende wijze
aanzij toonen vertrouwen te hebben in
hun werk, in zich zelf, en alleen op dien
grond reeds zouden zij moeten slagen.
Waarlijk, als men dat oordeelkundig optre
den van de commissie, als men dat zelfver
trouwen van onze zuidelijke broeders nagaat
en vergelijkt met de wijze, hoe wij aan een
tentoonstelling te Amsterdam gekomen zijn,
dan ontwaren wij een hemelsbreed verschil,
dat alles behalve ten onzen gunste uitvalt.
Ook ten onzent waren er enkelen geweest,
die allang over het houden eener tentoon
stelling gedacht haddenmaar men dacht er
zóó lang, zóó lang over eigenlijk omdat
men de zaak niet aandurfde dat op een
goeden dag een vreemdeling uit de lucht
kwam vallen met het aanbod om een exposi
tion internationale te organiseeren.
Natuurlijk werd 's mans voorstel gretig
aangenomen. Toen het evenwel aankwam op
het leveren van de dubbeltjeswas er in
heel Holland geen mensch thuisNiemand
wilde er een cent aan geven. Men had geen
het flauwste begrip van liet belang van de
zaak men had er niet het minst vertrouwen
in. Maar, wat de steinreiche Hollanderwat
de riches Hollandais niet aandurfden, durfden
vreemden wèl aan. In FrankrijkBelgië
maar in België voornamelijk, werd het noodige
kapitaal spoedig gevonden en zoo kregen
we ONZE tentoonstelling.
ONZE tentoonstelling. Wel zeker, dat zijn
wij gewoon te zeggen, hoewel zij door vreem
den is ontworpen, door vreemden gebouwd,
door vreemden beheerd en door vreemden
betaald.
Onze tentoonstelling 't Zou belachelijk
zijn, als het niet .treurig ware
Weet gij wat van ons was Het koloniale
gedeelte.
Dit zouden we niet gekregen hebben als
een vijftal wakkere mannen niet goedgespro-
ken hadden voor dat gedeelte der kosten
dat de subsidie van het ministerie van kolo
niën te boven ging: ruim f 100,000.Zij
deden dit te eerder, omdat de minister het
uitzicht had geopend later dat geld toch wel
te zullen bijpassen. Maar nu het op afreke
nen aankomt is men aan het ministerie doof.
De minister is allang afgetreden, die na hem
kwam ook en de tegenwoordige weet van
die belofte natuurlijk niets
En zoo zullen die honderdduizend en zoo
veel gulden wel een schadepostje blijven voor
de heeren, die er goed voor gesproken hebben.
Maar, ik herhaal het, alles wat de uit
voerhandeltentoonstelling aangaat en dat
was toch verreweg het meerendeel is tot
stand gebracht op iniatief uit den vreemde,
is uitgevoerd door vreemde hoofden en vreemde
handen en door vreemd geld betaald.
Neen, dan eere aan de Belgen die den
moed hebben om de koe zelf bij de hoorns
te vatten, die znlfs vreemd kapitaal van de
hand wijzenwant zelfs uit het buitenland
was hun dit aangeboden.
Ik heb zelfs hooren beweren, dat zij een
aanbod hebben ontvangen van Amsterdamsche
huizen. Nu, dat zou mij niets verwonderen.
Men gevoelt bij ons in den regel meer lust
zijn geld te plaatsen in industrieele onder
nemingen in den vreemde dan in zijn eigen
land.
Dank zij de sympathie, welke het plan te
Antwerpen al dadelijk ondervonden heeft,
was de krachtdadige medewerking van de
regeering ook spoedig verkregen. Niet alleen
geeft deze een aanzienlijke subsidie en be
noemde zij reeds een officieelen commissaris,
maar zij belastte zich tevens met het uitnoo-
digen langs diplomatieken weg van de vreemde
rijken tot deelneming aan de tentoonstelling.
")e meeste gouvernementen zonden bereids
een gunstig antwoord. Frankrijk benoemde
reeds een commissaris-generaal en een officieele
commissie van 36 leden, terwijl het eerstdaags
een afzonderlijken commissaris en een afzon
derlijke commissie voor zijn koloniën zal
lenoemen.
315de STAATSLOTERIJ.
getrokken prijzen. (Naar de geschreven lijst.)
5de klasse. Trekking van 10 Juni.
Nos. 7252 7639 13677 en 14433 ieder f1000.
no. 1332 5504 12230 14024 15162 en 20474 ieder
f400; no. 7583 8422 9422 11337 12437 en 17018
ieder f 200no. 2538 4202 4552 7714 9197 10416
1096010966 1357215490 16028 18251 18613 en 19492
ieder f 100.
BRUSSEL, 10 Juni. De clericalemeer
derheid te Brussel bedraagt 1347 stemmen.
De liberalen zullen in de kamer, waar zij
eene meerderheid van 20 stemmen hadden,
26 stemmen verliezen. I11 de nieuwe kamer
zullen de clericalen eene meerderheid hebben
van 32 stemmen.
LUXEMBURG, 10 Juni. Bij de ver
kiezing voor de kamer zijn de clericalen ge
slagen. Al de beslist liberale candidaten,
welken zij den voet wilden lichten zijn her
kozen. Te Luxemburg op het platteland
en te Esch zijn de liberalen bij de groote
meerderheid gekozen.
ANTWERPEN 10 Juni. De clericalen
zijn met 14-92 stemmen meerderheid gekozen.
BRUSSEL10 Juni. Den ganschen avond
heerschte er in de voornaamste wijken der
stad eene groote gisting. Eene onstuimige
menigte verdringt zich schreeuwend en zin
gend in de straten. Op vele punten zijn
kloppartijen voorgevallen. De politie en de
burgerwacht traden op om de orde te hand
haven.
Bevallen van een welgeschapen ZOON
M. H. VAN AVEZAATH,
geliefde echtgenoote van
F. P. M. VAN DER MARCK.
Tilburg, 8 Juni 1884.
DE NOTARIS
te Waalwijk, zal voor ALETTA VERDOORN,
weduwe DIRK GERRITSE BRANDER
HORST te Gen derenin het Rechthuis te
Genderen bij ANTONIE VAN "WIJK
op Dinsdag 17 Juni 1884
's avonds om 5 uren,
1 H. 38 A. 30 C. in het Hakkeveld onder
Wijk in 2 perceelen.
in het Voomblok onder
Genderen in 3 perceelen.
in het Voomblok onder
Genderen in 2 perceelen.
in het Voomblok onder
Genderen in 2 perceelen.
in het Rekselaar onder
Genderen in 3 perceelen.
in de Reukes onder
Genderen in 3 perceelen.
Zij, die aan verkooperes nog pachten of
koopsommen schuldig zijnworden NIET als
koopers of borgen aangenomenGegoede en
bekende borgen icorden gevorderd. Onkosten
10 pCt. en 10 cent perceelgelddadelijk te
voldoen
1
27
40
1
14-
20
1
73
40
1
63
40
1
50
80