l K, H, den prins van Oranje, BEGRAFENIS BINNENLAND. Waalwijk, 23 Juli 1884. In de gisteren avond gehouden vergadering van den gemeenteraad is besloten de geloofsbrieven van den heer E. A. Baijens goed te keuren. Verder is gehandhaafd het raadsbesluit van 27 Juni jl., betreffende de aanbesteding van de levering der geneesmiddelen aan armlastigen met bepalingdat de heer Reijnenop zijn verlangen niet zal uitgenoodigd worden aan de inschrijving deel te nemen, maar B. en W. zullen trachten een overeenkomst te sluiten met den an deren aphotheker, onder nadere goedkeuring van den raad. De behandeling van het regiem, brand weer is uitgesteld, daar B. en W. alvorens eene be spreking wenschten te houden met de co:r.missie. Èen koninklijk besluit is verschenen, waarbij de beide kamers der staten-generaal worden bijeengeroepen tegen Dinsdag 29 Juli, nam. 3 urein vereenigde zittingwaarin door de ministers van justitie en van binnenlandsche zaken zal worden aangeboden een ontwerp van wet tot benoeming eener regentes. Het afdeelingsverslag der 2e kamer over de verlegging van de uitmonding der Maas naar den Amer is rondgedeeldwij ontleenen daaraan het volgende De nieuwe rivier. A. Zomerbed. Algemeen had het de aandacht getrokkendat dit wetsontwerp op meer dan één punt aanmerkelijk afwijkt yan het plan van 1881. De vraag werd gedaan'of de redenen die thans tot die afwijkingen hadden geleid dan in 1881 niet bestonden. Belangrijke afwijkingen van de oorspronkelijke plannen van openbare werken bij deonteigeningswetten schenen in beginsel te moeten worden afgekeurd. De voorgestelde afwijking van de vroegere richting der nieuwe rivier tusschen Well en Iieus- den ontmoette op zichzelve bij de meeste leden geen bezwaar. Van grooter belang is de afwijking van het vroegere plan tusschen Ilaagoort en Keizersveer. In het bijzonder door deze wijziging werd, naar men meende, de gegrondheid gestaafd van het beweren, dat aan het wetsontwerp van 1881 geen voldoende voorbereiding was ten deel gevallen. Volgens het vroegere plan viel de nieuwe rivier op deze hoogte met het Oude-Maasje samen. Thans wordt feitelijk voorgestelddit gedeelte van het Oude Maasje te kanaliseeren en daarnaast eene nieuwe rivier te graven. Men kon den daarvoor aangegeven grond niet als ernstig beschouwen en vermoedde dat de reden der verandering van de oorspronkelijke richting veeleer te zoeken was in den wensch om de rivier, hetzij bij gedeelten, hetzij in eens, door tijdelijke diiken te omringen, waarachter in elk jaargetijde zou kunnen worden voortgewerktzonder stoornis door stormvloeden of door de werking van den Baardwijkschen o- verlaat. Maar indien hierin de ware reden gelegen waswaarom het Oude Maasje niet zou gevolgd worden dan achtte men toch de vraag gewettigd, waarom dit niet met ronde woorden gezegd werd. "B. Winterbed. De mcening der regeering, dat het onvermijdelijk is de geheele strook gronds voor winterbed bestemd in de onteigening te begrijpenuit hoofde van de ingrijpende veran deringen welke in den toestand dier landen zul len ontstaan vond bij vele leden instemming. Intusschen vreesde men, dat zoowel de kosten van onteigening, als die van het geheele werk, zoowel wegens uitgestrektheid van het winterbed als wegens de groote grondverplaatsingdie zal noodig zijnaanmerkelijk hooger zullen stijgen dan vroeger is geraamd. In verband daarmede werd de wensch geuit, dat bij de gedetailleerde op gave van kostendie men hoopte te ontvangen een nauwkeurige staat zou worden gevoegd van de oppervlakte en den aard der gronden en ver dere eigendommendie volgens het uitgewerkte plan zullen moeten worden onteigend. Tegen de voorgenomen inrichting van het win terbed bestonden bij sommige leden bedenkingen. Het is zonder voorbeeld in de geschiedenis van onzen waterstaatdat een zoo lang riviervak moet gemaakt wordenwaarbij men in de bepaling dei- afmetingen zoo van het zomer- als van het win terbed, geheel de vrije hand heeft. Juist daarom echter vordert de oplossing van dit vraagstuk ge zette overweging. Het ontwerp maakt den indruk, alsof daarbij uitsluitend op de eischen van den waterloop geletmaar aan die van den land bouw weinig Avaarde gehecht is. Van andere zijde werd opgemerkt, vooreerst dat men in elk geval rekening zal moeten houden met de normaalbreedte van het overig deel der rivier, en ten anderen dat de ophooging der ui terwaarden wil men daaraan niet alle waarde ontnemendan alleen zal kunnen geschieden wanneer de uitgegraven grond zich er toe leent, namelijk zoo hij uit klei en niet uit zand bestaat. Gaarne zoude men de meening van den minister over deze denkbeelden vernemen. Ook de ontworpen ligging der-uiterwaarden len opzichte van het zomerbed vond niet bij alle leden instemming. C. Bandijken. De denkbeelden in de memorie van toelichting ontwikkeld over grondverplaat sing en grondbergingvonden bij eenige leden tegenspraak. Zij betwijfelden of grondverzet in den droge de voorkeur verdiende boven bagge ring en merkten op dat in de killen uitgestrekte en doelmatige bergplaatsen voor grondspecie voorhanden zijn. D. Gelegenheden tot gemeenschap over de rivier. Over de vraag, of ter verbinding van Heusden met het land Altena een stoombootveer voldoende mag geacht worden, waren de gevoelens verdeeld. De wensch van Heusden naar eene vaste brug vond bij een deel der leden ondersteuning, ook in verband met de toezeggingdoor Oen vorigen minister bij de behandeling van het wetsontwerp tot verlegging van den Maasmond afgelegd dat vóór alles moet worden gezorgd dat aan het noordwestelijk gedeelte van Noord-Brabant in geenerlei opzicht nadeel zou mogen worden berok kend. Ten gunste vandat verlangen werd aange voerd, dat de bevolking dezer geheele streek groot belang heeft bij een middel van gemeenschap over de nieuwe rivier, waarlangs Heusden, de hoofd plaats van het kanton er eene drukke marktplaats, onder'alle omstandigheden zou kunnen worden bereikt. De minister acht een stoombootveer voldoende, omdat het verkeer hier niet zeer druk zou zijn. Deze meening schijnt echter onjuist. De minister heeft alleen gelet op het verkeer langs den Aalburg- schen dijkmaar de communicatie heeft onder anderen 'ook plaats over den kunstweg van Gen- deren naar Heusden. De raming der kosten van eene vaste brug te Heusden geschikt om door eerie stoomtram te worden bereden, op ruim f900,000 kwam bo vendien aan deze leden zeer overdreven voor. Volgens een ander deel der leden moesten de aanspraken vooral van het land van Altena op een te allen tijde bruikbaar middel van gemeen schap met de Langstraat erkend v, orden, en was er veel te zeggen voor de meening, dat inderdaad een stoombootveer ten deze onvoldoende en eene vaste brug noodig was. Doch deze leden voegden er bij dat in de behoefte van Heusden en van het land van Altena aan eene vaste brug voldoende kon worden voorzien door eene minder kostbare inrichting van het werknl. door de brug alleen in te richten voor het gewoon verkeer, en niet tevens voor een tramwegwaarvan het totstand komen nog onzeker is. Eindelijk waren er leden, die meenden te moeten opmerken, dat Heusden door den aanleg der nieuwe rivier uit een scheepvaartkundig oogpunt zeer zal worden gebaatterwijl het hun voor kwam dat het gerief van een stoombootveer over het geheel te laag werd aangeslagen. Bezwarenin verschillende gemeenten tegen het plan ingebracht. In het algemeen had men uit de memorie van toelichting den indruk be komen dat sommige bezwaren door den minister een weinig al te licht geteld worden. Zoo scheen de wensch van belanghebbenden, om te mogen vernemen op welke wijze zal worden voorzien in de bezwaren van kwel, van verzakking dei- kaden, van onvoldoende capaciteit van inlaat- sluizen en heulen van belemmerde waterlozing, van gemis van uitwegen, op enkele punter, ook van sterken stroom en ijsgangalleszins billijk. Er waren leden die het billijk achttendat het veer bij Capelle zou worden onteigend en dat het Oude Maasje aldaarevenals te Drongelen voortaan kosteloos zou kunnen worden gepasseerd over de te maken brug. Andere leaen zagen hiervoor geen voldoenden grond. Verscheidene leden ondersteunden den wensch, dat de haven van Waalwijk met de nieuwe rivier mocht worden verbonden. Van andere zijde werd hiertegen opgemerkt, dat deze verbinding niet tot de werken tot ver legging van den Maasmond behoorten dat Waalwijk in elk geval zijne verbinding door middel van het Zuider-atwateringskanaal met het Oude Maasje behoudt. Het voornemen van den minister, om de ver binding der Langstraat met het land van Altena ten deele ook door middel van kabelpontveeren te doen plaats hebbenwerd door verscheidene leden in strijd geacht met de overeenkomst, met de provincie Noord-Brabant aangegaanvolgens wellie de gemeenschap hetzij door bruggen, hetzij door stoombooten zou worden verzekerd. Onder de verschillende voorstellen die in de jonste zomerzitting door Gedep. staten van Noordbrabant aan de provinciale staten van dat gewest werden gedaan is er een dat in ruimer kring dient bekend te worden uit hoofde van het groot belang dat daaraan voor vele water schappen verbonden is. De onteigeningswet bevat geenc bepaling krachtens welke, ingeval van onteigening, aflossing kan gevorderd worden van schulden die op de te onteigenen gronden rusten ten behoeve van het waterschap waartoe zij behooren. Nu ten gevolge van de voorgenomen verlegging van de uitmonding der Maas een aantal gronden, behocrende tot het waterschap van den Hoogen Maasdijk van stad en lande van Heusden, zullen onteigend werden zou het gemis van zoodanige bepalingen een groot nadeel aan het overblijvend deel van het waterschap te weeg brengen. Op dat deel immers zou dan de schuld rusten die voor de onteigening door allen werd gedragen. Het denkbeeld om bij afzonderlijke wet in dit bezwaar te voorzien kwam den minster minder aannemelijk voor. Het bezwaar vond z. i. zijnen oorsprong in art. 82 van het algemeen reglement voor de watersehappeu in Noordbrabant. Dien tengevolge is aan de provinciale staten voorgesteld aan evengemeld reglement een nieuw artikel toe te voegen luidende als volgt Wanneer door den staat, de provincie of eene gemeenteeigendommen bchoorènde tot een of meer waterschappen die gevestigde schulden hebben uitsluitend en bij voortduring tot den publieken dienst worden bestemd nemen zij de verplichting en aflossing dier schulden over in evenredigheid van de belastbare oppervlakte dier gronden tot die van het geheele waterschap waarop de schulden zijü gevestigd. „Deze verplichting is ten allen tijde afkoopbaar. ,;De deswege te sluiten overeenkomst is aan de goedkeuring van gedeputeerde staten onder worpen". Deze aangelegenheid is in de jongste zomerzitting niet tot beslissing gekomen. Bedankt voor het beroep naar Waalwijk door ds. A. G. Reedete Osrhnaar Éenïhes-Buiten door ds. H. Hoekstrate iBdrlikum. JyV Het lang besproken plan tot aanleg vab een stoomtramweg van 's Bosch naar Waalwijk en Heusden zal bij krachtige ondersteuning en deelneming in de Langstraat vermoedelijk tot stand komen. Naar wij vernemen, zullen als commissarissen optreden de heeren P. L. Honcoopburgemeester van Heusden, JA. J. van Heijst, burgemeester van BaardwijkW. J. N. Landrénotaris te Vlijmen én H. P. van de Ven, particulier te s' Boschals directeur de heer G. de Premeryridder der Militaire Willemsorde oüd-luitenant ter zeete 's Bosch en als kassiers der maatschappij de wed. Joh. van Rijckevorsel en zonen te 's Bosch. Voor de zoo welvarende en bloeiende streek, waardoor deze lijn zal loopenzal zij in een wezenlijke behoefte voorzien. Door eenige particulieren te Tilburg is het initiatief genomen om in de nabijheid dier gemeente eene bad- en zweminrichting op te richten waardoor in eene dringend bestaande behoefte zal worden voorzien. De afdeeling Almkerk der Noordbr. maatschappij van landbouw zalop eeneü nader te bepalen dag in de {maand Septem ber aldaar eene tentoonstelling houden van paarden en vee, met uitloving van premien. De eigenaren van ingezonden voorwerpen, welke den daarvoor gestelden prijs waardig worden gekeurd zullen ontvangen voor H/ojarige hengsten: le premie f50, 2e pr. f30, 3e pr. f20; voor IVojarige stieren: le premie f25, 2e pr. f 15, 3e pr. f10; voor D/sjarige merries uit de afdeeling: le premie eene zilveren medaille, 2e pr. een getuigschriftvoor 21/sjarige merries uit de afdeelingle premie eene zilveren medaille, 2 e pr. een getuigschriftvoor handelspaarden van 4-6 jaren uit de afdeeling: le premie eene zilveren medaille, 2e pr. een getuigschrift; voor kalfdragende koeien uit de afdeeling le premie een zilveren medaille, 2e pr. een getuigschriftvoor melkkoeien uit de afdee ling 1 e premie een zilveren medaille, 2 e premie een getuigschrift; voor vaarzen uit de afdeeling, die niet gewisseld hebben le premie eene zilveren medaille2e pr. een getuigschrift. Tot leden der keuringscommissie zijn be noemd de heeren Z. Middelkoop te Almkerk, J. II. Stael te Dussen en E. de Groot te Babilonienbroek. Het aantal personen, dat ter gelegenheid van de begrafenis van wijlen den prins van Oranje, per Hollandsch spoor te 's Hage werd aangebracht, wordt geschat op 30 a 35,000. Tijdens de ongekende drukte, die aan het slation aldaar heerschte, moeten velen het slachtoffer geworden zijn van behendige zak kenrollers. Bij den chef vau het station, den heer Rademaker, werd herhaaldelijk aangifte gedaan van vermissingen van gouden uur werken, kettingen, enz. enz. De rijksveld wachters, die tot handhaving van de orde ten getale van vier op het perron aanwezig waren, achtten het noodzakelijk in de zakken van eenige verdachte lieden een onderzoek in te stellen, zonder dat echter het gewensclite resultaat verkregen werd. Een persoon, die op heeterdaad betrapt werd, is aangehouden en onmiddellijk „geknipt. Men twijfelt er niet aan, dat men hier te doen heeft gehad met eene afgerichte bende, die deze gelegenheid verbeidde om op de hoofdpunten van verkeer haren slag te slaan, daar te Delft eveneens vele gevallen van zakkenrollerij voorkwamen. LOONOPZAND, 22 Juli. Gisteren na middag ontstond er brand in een huis, ge legen in de Kerkstraattoebehoorende aan N. de Jong. Binnen een uur lag alles in asch. Alle huisraad is gered. Gelukkig dat het bladstil wasanders was er aan geen redding der aangrenzende panden te denken geweest. Water ontbrak er weldra. Toch is de timmermanswinkel, pas gebouwd, nog behouden gebleven, hoewel hij reeds door 't vuur was aangetast. Huis en inboedel zijn verzekerd. VAN Schutterijinfanterie cavalerie en artillerie begeven zich te 's-Hage zonder tromsiag of trompetgeschal naar de hun in den trein aange wezen plaatsen. Muziekinstrumenten trommen en andere militaire voorwerpen zijn in rouw floers gestoken. Piketten cavalerie doorkruisen den met menschen bezaaiden weg om in ver- eeniging met de politiemachtde straten en plei nen voor den stoet vrij te maken. Het aantal rouwvlaggen, reeds eenige weken aan de gevels van veler woningen zichtbaarwas langs den weg verdubbeld. Terwijl allen tot den stoet behoorende zich in het Voorhoutop de wijze in bet programma aangewezen rangschikten en de le compagnie van het lè bataljon der 's-Gravenhaagsche schutterijmet vaandelzich aan het paleis van wijlen Z. K. H. den prins van Oranje als eere- wacht heeft opgesteld werden binnen 's prinsen woning de noodige maatregelen voorbereid om het vorstelijk lijk uit de woning in den rouw- wagen over te brengen. Tegen den aanvang der plechtigheid waren in de rouwzaal vereenigd de opper-ceremonie- meester des konings, minister Du Tour van Bellinchkavede gepensioneerde kolonel jhr. Hooftbuitengewoon adjudant des konings kolonel Hojelmajoor Beijerman de twee ad judanten van den afgestorvene, die sedert het begin der ziekte en den dood van het paleis zoo goed als niet geweken zijn alsmede kapitein baron Sirtema van Grovestins, 's konings adjudant, wien met de drie vorengenoemde hoofdofficieren de eer van slippendrager ten deel viel, als zijnde vroeger toegevoegd aan het huis van Z. K. II. den kroonprins. Allen die tot de hjkstatie behoorden, waren ten paleize tegenwoordig, ook de vreemde gezanten, met hofrijtuigen afgehaald. Buiten wacliLe de rouwwagen aan den ingang van het paleis tot het in ontvangst nemen van de zware looder. kistdes avonds te voren voor goed gesloten. Alvorens daartoe werd overgegaan, wasgeheel in den geest met 's prinsen gevoe lens var. vereering jegens zijne overleden moeder, het portret van wijlen koningin Sophia achter de glasruit van het deksel gelegd, met het gelaat naar den doode gericht. Reeds waren de vorstelijke personen die de hoofden van hun stamhuis bij de droeve uitvaart vertegenwoordigden in de sterfwoning ontvan gen. Weldra verscheen ook Z. M. de koning met de verschuldigde eerbewijzen door militaire macht en eercwacht begroet. Weinige oogen- blikken daarna zag men de kist uit de rouw kamer van het paleis dragen en in den lijkwagen plaatsen. Zestien onderofficieren der zee- en landmacht, van de Haagsehe en Delftsche schutterij, torsen den last op den korten afstand van de rouwkamer naar den praalwagen. Prachtige kransen werden op het fluweelen rouwkleed gehecht. Daar kualde uit de verte het eerste kanon schot tot sein dat de lijkstaatsie zich in bewe ging gaat stellen. Tevens kondigt het doffe geluid van de rouwtrom een eind vooruit de nadering van den lijkstoet aan gelijk mede de klokken luide verkondigendat de plechtigheid een aan vang heeft genomen. De ruiterij, voorhoede van den droeven stoet beweegt zich reeds stapvoets al verder en verder, nu eens halt houdende, dan weer voorwaarts schrijdende, al naarmate de bevelen, die de eerste stalmeesteradjudant des koningsbelast met de organisatie van den trein, naar de spits zendt. Het waren drie escadrons van het 3e reg. hu zaren met den staf en den standaard onder bevel van den kolonel van Rappard. Dg treurmuziek, die de kapel van het korps uitvoerde, verhoogde den indruk. Op eene com pagnie van het korps koninklijke scherpschutters volgde de muziek van de schutterij en de ko ninklijke militaire kapeldie zich afwisselend deden hooren. Nadat de militaire macht in rouwpas voorbij getrokken was den weg nemende in het pro gramma vermeld, kwam de eigenlijke hofstoet, geopend door een hoffourrier te paard, met twee rijknechts achter zich. In het daaropvolgende rijtuig zat 's konings kamerheer-ceremoniemeester jhr. van Bronkhorst met den scepter in de hand. Te voet volgden de hofbeambten en officianten van het huis van den overledene. Behalve het personeeldat in den laatsten tijd den afgestorvene diendezijn nog eenige beambten van andere hofhoudingen in de rijen der officianten ingedeeld. Er volgde nu eene serie hofrijtuigen, bestemd voor de adellijke dragers van het vorstelijk lijk en daarna zag men aan de heeren dr. H. J. Vinkhuijzen en ar. G. J. van Wieringhen Borski de eer toegewezen welke gebruikelijkerwijze aan de lijfartsen van een lid der koninklijke familie in den lijkstoet toekomt. Als geneesheer ver bonden aan 's konings dienstis dr. Vink huijzen Jr. in hofcostuum. Nog een hofrijtuighetwelk den opper-cere- moniemeester des konings'den minister van justitie, baron Du Tour van Bcllinchavenaar Delft brengt en de hoofdgroep van den rouwtrein is genaderd. Langzaam maar statigvoortgetrokken door zes donkerbruiue rossen, de paarden nagenoeg geheel verborgen in zwart fluweelen dekkleeden met zilver galon en manekappen rolt de ko ninklijke rouwwagen met het stoftelijk overschot van Z. K. H. jden Prins van Oranje voorbij. Geheel met zwart fluweelen stof behangen, hier en daar in draperievorm saamgevat, met een viertal pluimen op den hemel en opgesierd met zinnebeeldige doodteekens in zilver, is het rouw- laken de kist dekkende en bijna tot aan den grond reikendeals in een bloemenkleed her schapen. Boven dat alles stak de koninklijke kroon np een rood fluweelen kussen uit, waarop strikvormig gehecht waren de ordelinten van het grootkruis van den Nederlaudschen Leeuw en de Eikenkroon met de insigniën in het midden. Verder weren nog op de kist gelegd de sabels, epauletten of schouderkwasten welke Z. K. H„ als schout-bij-nacht en general-majoor gedragen heeft. De heeren jhr. Hooft en Hojel hielden aan de ééne zijde van den rouwwagen, de heeren Beijer man en Sirtema van Grovestins aan den anderen kant ieder eene slip van het rouwkleed in de hand. Naast hen vervulde een zestiental dienstdoende en buitengewone kamerheeren des konings den eerepost van dragers van het vorstelijk lijk. Deze heeren met den rouwmantel om de schou ders verdeelden zich in twee rijen. Achter dezen kwamen twee aan twee de bij het dragen adsisteerende onderofficieren. De hoofdenreeds bij het voorbijgaan van den rouwwagen door de toeschouwers ontbloot, bleven ongedekt en begroetten eerbiedig Z. M. den koning. De groothertog van Saksen Weimar had als zwager des konings aan 's konings rech terzijde plaats genomen. Prins Albert van Pruisen zat tegenover zij ie majesteit. Het koninklijk gala-rijtuig werd begeleid door den gepensioneer den luitenant-generaal Verspijck en den generaal- majoor Van Belrespectievelijk in hoedanigheid van adjudant-generaal van Z. M. en waarnemend gouverneur der residentie. De opper-, hoofd- en verdere officieren behoorende tot het dienstdoend militair huis volgden te paard. Dan volgde een reeks van rijtuigen met de buitenlandsche vorsten of hunne afgevaardigden, die door hunne tegenwoordigheid een blijk van deelneming wilden geven hetzij van wege hunne vorstelijke bloedverwanten, hetzij in persoon. In het vierspan, onmiddelijk achter 's konings gevolg aansluitende, waren gezeten Z. K. II. de- graaf van Vlaanderen en Z. D. H. de prins van Wied. Gezeten in hofrijtuigen met twee paarden maakten voorts deel uit van den stoet Eerstvolgende koets graaf Kapnist, afgevaar digde van het Russische hófSir W, Stuartidem

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1884 | | pagina 2