EENE MEID, G.AWITLOXaZOOH inschrijvingen in Je geidieening 435000 ÉAZANEN. groote partijen BAZMIi PROCESSIE Kaatsheuvel, Dussen BRIELLE. Ijskoude Jenever, Plaatskaarten a f 1.25 I Adolph Johannis Rant, kassiers te Waalwijk Te koop GEVRAAGD-. IJSKOUDE Ouwe Klare, DE WED. C. J. YERWIEL, ADVERTÉNTIËN. Een jongmensch P. G., NOT ARTS BOSSERS, Mevrouw van Gils, Waalwijk, vraagt tegen November steeds voorhanden bij Waalwijk. STAAT VAN BRIEVEN Henri Maurits Stibbe Wilhelmina van den Bergb. en onderhoorige plaatsen VERTREK van Drongelen Maandag 4 Augustus 1884, 's mor gens 3 uur. het schoenwerk mansgoed ver staande,wenschte gaarne in kennis te komen met een fabrikant in schoenwerk voor vrouwen, ten einde na overeenkomst aldaar werkzaam te zijn. op Maandag 28 Juli 1884 bij afslag ter berberge van W. PULLENS in 't Vosje op Maandag 11 Augustus 1884 PUBLIEK VERKOOPEN Een huis met 2 woningen, erf en openplaats daarvoor, te Baardwijk sectie E, nos 863 en 864, samen groot 2 aren 88 centiaren, behoorende aan JOHAN NES VAN DE VEN, schoenmaker Baardwijk. van hare Britsche majesteit, baron von Woll- warth speciaal gezant van het W urtembergschc hof. Daaropvolgend rijtuigbaron Von Rosen, grootmeester van den hertog van Nassau; baron Van Stockhausen kabinetsraad van den vorst van Waldeck-PyrraontVaresco Ruineensch gezanten De Burenstam gevolmachtigd mi nister van Zweden en Noorwegen. Verder aansluitend rijtuig de heer Legrand, gezant vau de Eransche republiekmet prins Karadjahoofd der Turksche missie en graaf della Croce buitengewoon gezant en gevolmach tigd minister van Italië hier te lande. De niet in den stoet aanwezige vertegen woordigers van vreemde mogendheden hadden zich reeds vooraf naar de nieuwe kerk te Delft begeven. Achter 's konings rijtuig volgden de groot meester van het huis hunner majesteiten, opper kamerheer graaf Schimmelpenninck van Nijenhuis, en de vice-admiraal adjudant-generaal der marine chef van het militaire huis des konings, jhr. Van Capellen. Vervolgens kwamen in één rijtuig graat d' Oultremontadjudant van den graaf van Vlaanderen prins von Wittgenstein en majoor Palezieuxadj. van den groothertog van Saksen Weimarin het daarop volgende ritmeester von Schrieck, adjudant van prins Albert van Pruisen, de hofmaarschalk van den prins vanWied, en luitenant von Kranack behoorende tot het gevolg van den groothertog van Saksen-W eimar. 's Konings stalmeester in buitengewonen dienst, de heer C. van der Oudermeulen, sloot de hofrij, waarna eene achterhoede gevormd werd door twee bataljons van het regiment grenadiers en jagers een escadron der huzaren en eene batterij veldartillerie. En hiermede sloot de treindie over den geheelen weg langs de rijen van opeengehoopte volksmassas op straat en ten aanschouwe van duizenden die voor da ramen, ja tot op de daken der woningen gezeten waren voorbijtrok. In de liuygestraat brachten de leden der koninklijke vereenigicg van oud-strijders //het eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen" en corps het eeresaluut aan het lijk door eenige keeren de met rouw gedekte banier te wuiven, Bij de barrière aan den Rijswijkschen weg verlieten de scherpschutters en het bataljon schutterij den optocht, om, in bataille geschaard, den stoet te laten passeeren. Ter zelfder plaatse waren de burgemeester met de wethouders der residentie in ambtsgewaad verschenen om aan de grens van het gemeente-gebied het vorstelijk lijk uitgeleide te doen. In matigen pas en na een kort oponthoud in verband met het bezetten der ledige rijtuigen door de kamerheeren-dragers, schreed men langs den Rijswijkschen weg voort. Aan den straatweg van de kleine gemeente Rijswijk wachtte het gemeentebestuur van dat plaatsje het lijk op en het hoofd der gemeente begeleidde den stoet tot den uitersten grenspaal. Langzamerhand kwam de grijze Prinsestad in het gezicht, waar eene dichte menschenmassa den stoet verbeidde. Aan de grens der gemeente stond de dienstdoende schutterij. De wethouders ontvingen er den stoet en namen er plaats in. De burgemeester bevond zich als grafbewaarder in de kerk. In het kerkgebouw waren inmiddels allen bij eengekomen die op eenigerlei wijze aan de plechtige teraardebestelling deelnamen. Daar bevonden zich de ministersde ministers van staat, de leden van de beide kamers der staten- generaalvan den raad vaD statevan de al - gemeene rekenkamer, van het kabinet des konings, de kanselier der ridderorden de besturen der provinciën vertegenwoordigd door de commis- sarrissen des konings in die gewesten de leden van den hoogen raad der Nederlanden de burgemeesters van de voornaamste gemeenten de algemeene secretariaten der ministeriën ver tegenwoordigers van de schutterijvan de zee- en de landmacht het corps diplomatique de regeering van het groothertogdom Luxemburg, kerkvoogden en predikanten van de Herv. kerk, vertegenwoordigers van tal van instellingen van schoone kunsten wetenschap, letteren en lief dadigheid, die onder het hooge beschermheerschap van den overledene stonden, en verdere auto- rieteiten, ook vertegenwoordigers van de vrij metselarij van de Nederlandsche Oranje- ver- eeniging Pro Patria te Rotterdam deputatiën van studentencorpsen enz. In en buiten het kerkgebouw zijn eerewachten opgesteld. Naast den geopenden grafkelder zijn de bloemen en kransen opgestapeld die op de kist, gedurende het vervoergeen plaats konden vinden. De klokken luiden zonder ophouden. Het kanon doet zijne losbrandingen hooren. Alle aanwezigen scharen zich in diepe stilte om de graftombe. Het is 11 ure. De voorhoede van den stoet heefi het kerkportaal bereikt. De eerewacht presenteert het geweer. De koning verliet op de markt te Delft zijn rijtuig en stapte blootshoofd naar den lijkwagen, waaruit de kist werd genomen. Z. M. drukte daar herhaaldelijk den heer Hojeladjudant van wijlen prins Alexander de hand en betuigde hem zijn dank voor al hetgeen deze voor den prins heeft gedaan. Langzaam werd de kist het kerkgebouw binnengedragen op de daarvoor bestemde ver hevenheid nedergezet en van zijn bloemenlast ontdaan die uit veertien prachtige kransen bleek te bestaan en wel van de koningin zonder opschriftgroothertogin van Saksen W eimar den prins van Wales met een groet aan den grootmeester der Nederlandsche vrijmetselarij het huis-en stalpersoneel van den overledene bestaande zuiver uit oranjebloesems met het naamcijfer als hart, de Kon. Vereeuiging van N. I. oud strijders te Rotterdam mevrouw van Weekherlin (een kruis van rozen); de officieren van het N. I. legerde grenadiers en jagers en het 3e reg. huzaren; de koninklijke Nederlandsche marine de Sophiastichting, de vrijmetselaarsloge, en het eereteeken voor belangrijke krijgsverrich tingen. Tal van losse bloemen waren nog met kwistige hand op de baar gestrooid. Inmiddels had Z. M. het rijtuig verlaten en tradgevolgd door al de overigen de kerk binnen in de nabijheid van de graftombe, reents van de baar plaats nemende, 's konings hooge forsche gestalte trok even als altijd de aandacht. Sombere ernst lag over het verbleekte gelaat uitgespreid. Achter zijne majesteit bevinden zich de groot hertog van Saksen-Weimarprins Albert van Pruisen de graaf van Vlaanderen en de prins von Wied. De kerk bood op dat oogenblik een schitterenden aanblik op waarvan men helaas in de laatste jaren maar al te dikwerf getuige moest zijn. De hofpredikerde weleerw. heer dr. C. E. van Koetsveld nam alsnu het wöord en zeide het volgende: „Mijne gedachten zijn niet u lieder gedachten en uwe wegen niet mijne wegen spreekt de Heer, „want gelijk de hemelen hooger zijn dan de aarde, alzoo zij mijne wegen hooger dan uwe wegen en mijne gedachten dan de uwe." (1) Dat geloof alleenbroeders 1 geeft den bijna tachtig jarigen grijsaard moed en kracht om nog eensen God gevenu althans voor het laatst! te spreken bij dit vorstelijk graf, geopend voor den laatsten der vier prinsen van -Oranje, die nog voor zes jaren den troon omringden. Hoe°telden wij de dagen der verradelijke ziekte, die hem had aangetast! Wat blijde mare was, door het gansche land, zijn aanvankelijk herstel; Maar anders waren Gods gedachten onverwacht nog legde de onverbiddelijke dood de kille hand opn dat nog jeugdig harten het klopte niet meer. Het had veel geleden dat hart Arme prins, die nooit uit den rouw over uwe dooden u hebt kunnen opheffen tot de blijmoedigheid der le venden Nog hoor ik het u zeggen in een vertrouwelijk gesprek „lk ben nog geen dertig jaren oud en zeg 't reeds Borger na „Ik wensch geen stap terug te treden Op de afgelegde levensbaan." Zoo riep ieder jaar de zomermaand als de maand uwer dooden u herwaarts ter bedevaart tot dit jaar haar eerste dag u op het ziekbed wierp waarop de beneyelde geest nog den laat sten nacht over uwe dooden sprakRust zacht in dit uw tweede te huis Wat aï geheimen en raadsels gzinken daar in die diepte Wat gedachten en aandoeningen doorkruisen als eene brandinghet hart der levenden daar omheen Maar die alle lossen zich op in diepen weemoed, waar gansch de natie in deelt. Aan U allereerst, beminde vorst en koning! denken daarbij allen nu gij den laatsten uwer drie zonen ten grave brengt. Toen den eersten de dood dreigdetoen hoorde ik t u zeggen en een koninklijk woord vergeet men niet ook na meer dan dertig jaren„Wanneer het der voorzienigheid behaagt mij kinderen te ontnemen zal ik mijn troost vinden in de kinderen van Nederland." Mocht ge alzoo, mijn koning door de liefde van uw volk gedragen meer dan eenig ander vorsten door duizenden bij duizenden opgedragen aan den Koning der koningen ook dezen zwaren slag* te boven komen, ondersteund door eene trouwe liefdevolle gade en ook in rouw gelukkig door het aanvallig kind, thans Nederlands troost en hoop. Of zouden wij hier vooral niet hopen zonen van Nederland hier waar voor drie honderd jaren de bede van den verradelijk vermoorden Vader de? vaderlands werd gehoord „Heere God ontferm u over dit arme volk Die bede des stervenden verhoorden drie eeuwen ook in den bangsten nood. Nog zweeft zij, als uit zijn open graf, gelijk een beschermende engel, over 's konings hoofd en huis en volkO verlieze dat volk nooit het christelijk geloof, dat zoo nog stervend bad Vorsten en grooten uit den vreemde Dank voor uwe belangstelling in Oranje en Nederland.... Zegt het ten uwent dat waar de takken worden afgebroken wij ons te nauwer scharen om den stam van Oranje Nassau en bidt met ons, dat God hem bewarezooals hij diep zijne wortels heeft in de graven der dooden en in de harten der levenden. En nunu worde ons allen de kracht geschonken om Gode te zwijgen waar zoo luide de graven spreken Amen." De kist wordt daarop verder ontdaan van al wat er op rust. De koning wisseltterwijl die arbeid wordt verricht herhaaldelijk eenige woor den met den groothertog van Saksen-Weimar die bijzonder getroffen schijnt. Langzaam voortbewogen bereikt de kist de opening van den grafkelder en zinkt er in weg. Onmiddellijk daarna verlaat Z. M. met de overige vorstelijke personen en gevolg het kerk gebouw. Na het vertrek des konings zag men evenwel den prins von Wied terugkeeren en in den grafkelder afdalen waar op dat oogenblik de verzegeling van de kist plaats had dooj den minister van justitie, bijgestaan door den secretaris-generaal van zijn departement, en in het bijzijn van den grootmeester des konings en van den opperhofmaarschalk opper-intendant baron Eagel. Toen allen weder naar boven gekomen waren verkondigde baron Eagel met luider stemme: „de plechtige teraardebestelling van het stoffelijk o- verblijfsel van Z. K. H. Willem Alexander Karei Hendrik Erederik Prins van Oranje is vol bracht." En volbracht was het! De laatste mannelijke troonopvolger uit het huis van Oranje had zijn laatst bezoek gebracht aan hen, die hem boven alles dierbaar waren zijne moeder en zijn ou deren broeder. Het. doorluchtige drietal is thans weder vereenigd. Hunne assche ruste in vrede! (I) Jes. 55 8.9 Iemand die dezer dagen den koninklijken grafkelder te Delft bezóchtdeelt hot volgende O mede De nieuwe grafkelder in de kerk te Delft vormt een parallelogram met twee nissen in elke korte zijde en een aantal in de lange zijde aan den noordkantterwijl in de lange zijde naar het zuiden nog geen nissen zijn aangebracht. De korte zijde van den kelder bij den ingang heeft nog één nis geheel ledig. Daar is dezer dagen de rooster ingebrachtdie elke nis in een boven- en benedengedeelte verdeelt., waardoor er vier kisten twee aan twee boven elkander in elke nis plaats kunnen vinden. Deze lecge nis treft men dus aan onmiddelijk bij het binnenkomen van den kelder dan volgt langs dezelfde korte zijde van het langwerpig vierkant de nis met de kisten waarin het stoffelijk overschot rust van IIH. KK. HH. prins en prinses Hendrik der Nederlanden. Op dat punt gaat men den hoek om en begint de rij der nissen in de lange noordelijke zijde. Daar in de eerste nis rust de asch van de koningin-moeder Anna Paulowna en onder haar het stoffelijk overschot van den voflaatst overleden prins van Oranje op deze beide kisten langs 'de rij der nissen voortschrij dende, volgen de koninklijke dooden wijlen Sophia van Wurtemberg koningin der Nederlanden, en haar zoor. prins Mauritskoning Willem II en diens zoon de op Madeira gestorven prins Alex ander in de vijfde der nissen koning Willem I er. diens zuster de hertogin vau Brunswijk; ver volgens de overblijfselen van de gemalin van koning IViilem I en diens moeder de gemalin van prins Willem V (prinses Wilhelmina). In middels zijn wij de lange zijde afgewandeld en genaderd tot de tweede korte zijde met twee nissen die beide gevuld zijn. Daar rust het aardsche hulsel van prins en prinses Erederik der Nederlanden Willem IV diens gemalin en zoon, Willem -V de prinsen het prinsesje van Nas3au- Weilburg en een doodgeboren zoontje van prins Willem V. Van de even genoemde nissen aan de lange zijde zijn de meeste niet heel gevuld zoodat ook daar nog plaats is benevens in de geheel ledige en thans gereed gemaakte nia op den iugang van den kelder. De zuidzijde van het parallelogram is nog geheel van nissen ontboot. De nissen waar het stoffelijk overschot der laatst ontslapen leden van het koninklijk huis rusten zijn zoo goed als geheel aangevuld met talrijke kransen voor zoo ver zij niet reeds tot stof ziju gegaan. Opmerkelijk is de verandering, die de krans van varenbladeren op de baar van wijlen prins Erederik heeft ondergaan. Het groen is wit geworden maar ovejigees is de vorm der breedo blaren dezelfde gebleven. Zij gelijken thans op veereu die van alle kanten uit de kist steken. Het talrijkst zijn de kransen op de kisten van wijlen koningin Sophia en haai oudsten zoon. Te midden van het verwelkte groen prijkt daar de letter S in gond op het fond van zwart fluweel. Daarnevens diep in de nisop de kist van wijlen II. M. Anna Paulowna, ligt het diamanten kruisdat eenmaal fonkelde aan den hals der doorluchtige vrouwe, maar thans in de schaduwen van het graf geen lichtstraal meer kan ontvangen. Geheel ontboot van eenig siersel zijn de kisten van Willem IV cn de beroemde dooden die in laatst der vorige en 't begin dezer eeuw in den grafkelder werden bijgezet. De tijd knaagde zoo zeer" aan de houten kisten dat men ze voor eenige jaren met metalen kisten moest omsluiten. In een dier kisten nu rust het stoffelijk overschot van Willem IV zooals men weet in een gouden harnas waaruit de weelderige geest onzer voor vaderen uit dien tijd blijkt. Pleden ontsliep onverwachts dochl Pkalm in den ouderdom van ongeveer 167 jaren, onze hartelijk geliefde echt-I genootvader en behuwdvaderde WelEdele Heer in leven notaris te Waalwijk. Mevr. de wed. RANT-Sterk. A. J. RANT. II. C. RANT. A. RANT-Mansfelt. G. J. RANT. A. J. RANT. IVaalwijk17 Juli 1884. die flink en vlug voor haar werk is; geschikt heid voor de keuken strekt tot aanbeveling. berichtendat hun kantoor tot 13 Au gustus 1884 is opengesteld voor van ten laste van de op te richten tramweg maatschappij 's -BoschlleusdenW aalwijk. Ten hunnen kantore worden inlichtingen verstrekt en zijn prospecti en statuten op aanvrage gratis verkrijgbaar. in schors gelooid tegen contante betaling. Eranco brieven onder letfer O M IJ aan het Alg. adv. bureau van NIJGH VAN DITMARRotterdam. geadresseerd aan onbekenden. Verzonden gedurende de le helft van Juni. Verzonden naar Dnitschland. Die fonteinen Fabrik. Berlijn. Kunnende de brieven door tusschenkomst van liet postkantoor terugbekomen worden. De Directeur, BAGGERMAN, ONDERTROUW D WILH. MART. BROUWERS en ADRIAN A STRIKKERS. Amsterdam, 17 Juli 1884. t GETROUWD en Amsterdam 22 Juli 1884. De lieer en mevrouw STIBBE-Van den Bergh betuigen hartelijken dank voor de vele bewijzen van belangstelling bij linn huwelijk ondervonden. Amsterdam, 22 Juli 1884. van naar bij de Broedermeesters L. MOMBERS en TH. BONAERTS te Waalwijk. Adres franco brieven lett. S, bij den kan toor boekhandelaar H. E. HÉNDRIKSEN Rotterdam. te loonopzandzal, krachtens art. 1223 B. W., te Baardwijk bij veiling ter berberge van J. VAN SCH1JNDEL telkens des avonds om 7 uur,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1884 | | pagina 3