Nummer 79. Zondag 5 October 1884. 7e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. ANTOON TIELEN BUITENLAND. Belgie. De soldaat van de landweer. Frankrijk. Engeland. Jiiuj i iuiuj Mi<mj XJ UITGEVER: Waalwijk. Eene Novelle. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duisch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Niet Zondagmaar eerst Dinsdag is de direc teur van de Nationalde heer Marchiinge- gevolge het besluit zijner uitzetting, uit Brussel vertrokken. Zijn vertrek gaf nog tot eenige op schudding in de straten aanleiding. Na een afscheidsmaal door hem aan zijue geestverwanten in het Grand Hotel aangeboden ging een vrij talrijke stoet socialisten naar de bureelen van de Natonalvoorafgegaan door een muziekcorps dat de Marseillaise speelde. De lieden van den optocht riepen leve de republiek. Toen Mar chi zich op het balcon vertoonde, omringd door de redacteuren van de Nationalwerd hij tot spreken uitgenoodigd. In enkele woorden pro testeerde hij toen tegen het decreet van uitzet ting. Ook de redacteuren hielden korte toespraken tot de menigte welke telkens afgebroken wer den door de kreetLeve de republiek. Gevolgd door een groote menigte begat Marchi zich op weg naar het Zuiderspoorwsgstation. Intusschen was de geestdrift zoo toegenomen dat de ban neling in triomf 't station werd ingedragen. De gendarmerie en de politie dreven den stoet uit een welke tot aan het vertek van den trein op het station wilde blijven wachten en inmiddels de Marseillaise zong, of verschillende kreten aanhief. De redacteuren van de National vergezelden hunnen directeur tot Mons. De steden Antwerpen en Brussel zijn thans door middel van de telephoon volgens het stelsel- Rijsselberghe verbonden. Gedurende twee dagen, Maandag en Dinsdag, zijn proeven genomen, welke zeer goed geslaagd zijn. De telephoon maatschappij wacht alleen op het koninklijk besluit om den dienst voor het publiek op te stellen. De Association libérale van Brussel heeft eene algemeene vergadering gehouden voor het stellen van voorloopige candidaten voor de ge meenteraadsverkiezing van den 19en a. s. Er zijn 24 nieuwe candidaturen gesteld behalve de aftredende leden van den gemeenteraad, die zich opnieuw verkiesbaar stellen. Daar er 10 zijn die eene hernieuwing van hun mandaat vragen zijn er dus 34 candidaten voor 18 vacante ze- XXXXIV. „O, hoe treurig, hoe rampspoedig!" riep hij. wZoo ik den geheelen zomer had kunnen door bouwen dan was de nieuwe fabriek geheel gereed en de vorst zou ons niet schaden. De stoomkracht zou dan de kracht van den stroom des waters vervangendat was juist mijn doel. Odie akelige oorlogdie geesel der menschheid Ik zal bouwen, zoo lang het weder het ons vergunt." ,/Nog niet, mijn vriend!" hernam de boekhouder bedaard. z/En waarom niet Hoe sneller de aanbouw is volbrachtdes te eerder hebben wij er de voordeelen van." z/Wij hebben andere verplichtingen, wij moeten sparen. De gelden komen nog zoo niet in, als wel zijn moestom op den ouden voet te kunnen voortgaan. Zoo hebben wij bijv. de twaalf duizend thaler te betalen, die ik terleen gevraagd heb. De voortzetting der nieuwe fabriek, hoe noodzakelijk zij ook mocht zijnmoet bij die verplichting achterstaan." Bomer schrikte. z/Mijn God riep hij //daaraan heb ik niet gedachtWanneer is de schuld vervallen wZoodra wij het kapitaal bijeen hebben." Wie is het die het ter leen gegeven heeft?" vEen mijner bekenden van weleer; hij vraagt geene interesten daarom moeteD wij zoo spoedig mogelijk betalen. Thans kunnen wij over drie duizend thaler beschikken ik hoop dat de rest niet al te lang op zich zal doen wachten." tels. Onder de nieuwe candidaten werden vooral luide toegejuicht de oud-minister van Humbeek en de heer Heyvartoud gouverneur der pro vincie Brabant. In de Moniteur is een koninklijk besluit opgenomen waarbijin verband met de ophef fing van een aantal normaal-inrichtingen negen tig onderwijzers en onderwijzeressen aan die scholen en aan de daaraan verbonden applicatie- (leer-) scholen uit hunne betrekking ontslagen worden. Een tweede lijst bevat het personeel aan de normaal-inrichtingen dat op, wachtgeld gesteld wordt en dat de regeering anderen in hunne plaats aansteltterwijl eindelijk enkele andere leeraren van de eene naar de andere school worden verplaatst. De koning is Woensdag voor den eersten keer na de afkondiging der schoolwet in het publiek verschenen ,*door zich te begeven naar het letterkundig congres. Zijne majesteit kwam een uur vroeger dan voor zijne komst officieel was vastgesteld. Bij het binnentreden werd hij toegejuicht door de weinig talrijke aanwezigen. Buiten was geen* sterveling te zien. De berichten omtrent de gezindheid van de Chineesche regeering ten opzichte van een oorlog met Erankiijk zijn zeer tegenstrijdig. Nadat uit Tientsin geseind was dat de keizerin op het sluiten van den vrede met Frankrijk aandrong wordt daags daarna gemeld dat bij keizerlijk besluit den onderkoning van Canton bevolen is een proclamatie uit te vaardigen waarin het Chineesche volk wordt aangemoedigd de Fransche troepen te bevechten. Echter moet vooral in de proclamatie er op gewezen worden dat men zich var. barbaarsch- heden als het vergiftigen van levensmiddelen of het ophitsen der inlandsche bevolkingmoet onthouden. De vraag is nu welke der twee te legrammen juist is, het geen moeilijk te beslissen valt. Wellicht was de inhoud van beide tele grammen op het oogenbük der afzending juist want men is er reeds aan gewoon geraakt China te zien dobberen tusschen een verzoenende en een oorlogszuchtige stemming. De minister van oorlog heeft aan den mi nisterraad een ontwerp tot organisatie van een koloniaal leger onderworpen. UHIMgMPqW—WMB—BEWMMWMIflIIHI UaBBBBSaaEW z/Ik denk niet meer aan den bouw der nieuwe fabriek Hessier 1 gij zijt mijn schuldeischer, gij hebt de kas betaal dus u zeiven." //Natuurlijk met die wijziging, dat het drij ven der zaken er niet onder lijdt. Ik zal voor die zaak wel zorgen verlaat u op mij." Zoo als de zaken nu gingen konden er nog twee a drie maanden verloopenvoor dat de ontbrekende negen duizend thaler bespaard wa ren. Liessier verzekerde dat de schuldeischer nog niet op betaling had aangedrongen, daaromtrent behoefde men zich dan ook niet te bekommeren, echter was het plicht aan de aflossing der schuld te denken. Börner deelde geheel in deze ziens wijze. Terwijl op de fabriek de oude gang van zaken wedergekeerd was en de gemoederen tot bedaardheid gekomen waren had de bewerkster van al dat geluk den hevigsten strijd te voeren. Dirk Starke had zichnadat hij zijne geliefde het geld had ter hand gesteldweken lang op een afstand gehouden; Suze die altijd bevreesd was hem te ontmoeten had hem niet een enkel maal gezien. Zij begreep weldat Dirk moeite deed haar te behagen maar daarin juist lag de reden van haar verdriet. Al had zij besloten als eene eerlijke vrouw woord te houden toch gevoelde zij met eiken dag meer en meerdat zij zich een reuzentaak gesteld had welker ver vulling hare krachten te boven ging. Zij bemerkte zelfs met ontzetting dat haar moed verminderde, hoe meer zij trachtte de zaak in een zachter licht te doen verschijnen. Bedrog te plegen streed met haar gevoel van recht en tegen de getrouwe vervulling harer taak streed haar hart, dat in wee moedig aandenken en liefde nog immer aan den overledenen echtgenoot gehecht bleef. De arme vrouw bevond zich in een verschrikkelijken toe- Het gezamenlijk bedrag der credieten voor de expeditie naar China tot aan het einde van het jaar die bij de weder-bijeenkomst der ka mers zulleu aangevraagd worden zal geen tien millioen te boven gaan. Te Ciiyledoble, nabij Macon, is een nieuwe aanslag door middel van dynamiet gepleegd. Er is veel materieele schade veroorzaakt. De inwo ners verkeerden onder den invloed van den schrik. In den omtrek van Bougival is een ge- denkteeken onthuld ter eere van drie werklieden, die in 1870 van de Pruisen den kogel kregen. Op het voetstuk leest men de laatste woorden van een hunnerdie van treffenden vaderlands- lievenden geest getuigen: //Ik ben een Franschman; ik moet alles tegen u ondernemen en ik zou op nieuw beginnen indien gij mij de vrijheid terug gaaft." Op den spoorweg tusschen Carcassonc en Narbonne heeft men gelukkig nog in tijds, een misdadigen aanslag ontdekt. Een gedeelte van den weg was daar opzettelijk vernield om den sneltrein van Cette naar Bordeaux te doen ont sporen en in botsing komen met een goederen trein dien men deed stilstaan door een rood alarm-sein. Gelukkig bemerkte een baanwachter het gebeurde even vóór de aankomst van deu sneltreindie nu nog tot staan gebracht kon worden. De daders zijn tot dusverre onbekend. Hun plan was waarschijnlijk, van de verwarring, door het ongeluk veroorzaaktgebruik te maken om den post- en den bagagewagen te plunderen. Iu de bureaux van het Parijsche dagblad le Radical heeft Donderdagavond een voorval plaats gehad dat ongetwijfeld eenig in de annalen der journalistiek is. Een de redacteurs vau het dagblad ParisEmmanuel Arène, afgevaardigde van Corsicaheeft zich tegen 7 uur met zijn neefBenoit Bonfante in het bureau van den heer Lëfèvre, redacteur van de Radical, vervoegd, metwien een levendige discussie ontstond, waarvan het gevolg wasdat Lefèvre een slag in het gelaat kreeg. Laatstgenoemde, die groot eri sterk is wierp zich op Arènewelke bijgestaan werd door zijn neef. Op het geraas schoten een zestal redacteuren toe en een waar gevecht ontstond. Arène en Bonfante schenen toen zichzelf niet meer meester te zijn. De eerste had Lefèvre bij de keel gegrepen en kneep deze zoo dichtdat stand. Hoe gemakkelijk had zij het eerst gedacht, der vriendschap een offer le brengen en hoe zwaar bleek haar nu de vervulling te zijn. De gedachte aan het geluk vhn Hermine en Frederik kon haar noch bevredigen noch troosten. Op zekeren avond kwam zij van de fabriek, zij had hare vriendin een brief van den geliefde gebracht en een uurtje met liaJï doorgebracht. Toen was zij heengegaan en had langzaam den weg naar hare woning ingeslagen. De volle maan bescheen haar pad terwijl zij zelve in gedachten verdiept voorwaarts trad zij dacht aan den tijd toen zij nog eene verloofde wasaan den korten tijd van haren gelukkigen echt en aan de omstandigheden, die haar van een vlijtig en zorgvol echtgenoot hadden beroofd. Het was der eenvoudige dor- pelinge niet mogelijk hare vaderlandsliefde zoo hoog op te voeren dat zij den dood van haren Arnold als een heldendood en de wapenfeiten waartoe hij gedwongen was als eene heldendaad beschouwen kon. Zij vraagde zeer eenvoudig zich zelve af: //Wie heeft het recht echtelingen te scheiden en een gelukkige band van een te rijten? Waarom den oorlog niet afgeschaft, die met moord en doodslag begint en evenzoo eindigt?" Zij vond geen antwoord op deze vragen. Toen zij aan de troostwoorden van den opperhoutvester dachtmoest zij pijnlijk lachen. ,/Voor Frederik moge het goed zijn," fluisterde zij//hij keert als kapitein terug en wordt voor zijne heldendaden beloond. Wat heeft echter Arnold daaraan die misschien een smartelijken dood gestorven is En wat geeft het mij die immers aan alles onschuldig ben Zij moest weenen. z/Suze 1" riep eensklaps eene stem. Dirk stond voor haar. Lefèvreom zich vrij te maken, in de hand van zijn aanvaller beet. Bonfante verdedigde zich tegen de zetters, die ook toegesneld waren. Onder de worsteling werd een ontploffing gehoord; een revolver welke Bonfante in den zak droeg, was onverwacht afgegaan zonder iemand te kwetsen. De politie wier hulp intusschen was ingeroepen, maakte een einde aan het gevecht. Bonfante werd gebonden en in een andere kamer gebracht. Arènedie buitengewoon opgewonden was, werd ook bewaakt. Onmiddellijk werd een verhoor ingesteld waarna Arène en Bonfante in vrijheid gesteld werden. De beet, die Lefèvre aan de hand van Arène heeft toegebrachtnadat eerst genoemde een slag had ontvangen, is zoo ernstig, elft, wanneer de wond niet oogenblikkelijk door eeit dokter was behandeld zeker de arm afgezet had moeten worden. De oorzaak van deze geschiedenis is een heftige polemiek tusschen de Radical en de Paris over de vrouwen van Corsica. Generaal Wolaeleydie het opperbevel over het Engelsche leger in Egypte voert, is thans te Wady-Halfa, welke plaats ongeveer 800 mijlen zuidwaarts van Cairo ligt. Ruim 1000 mijlen van de Egyptische hoofdstad verwijderd, namelijk te Dongola, bevindt zich eene afdeeling Engelsche troepen welke voortdurend wordt versterkt en de voorposten reeds 100 mijlen verder heeft vooruitgeschoven en wel tot Ambukol, dat een vijftigtal mijlen van Berber verwijderd is. Men gelooftdat het gros der expeditie onder Wol- seley niet vóór 1 November a. s. van Wady Haifa zal opbreken. Volgens de Engelsche bladen laat de uitrusting dezer expeditie niets te wenschen overen vooral worden van het korps kameel rijders groote verwachtingen gekoesterd. De 1100 ruiters, daar bijeenzijnde, zullen vermoedelijk van Ambukol dwars door de woestijn naar Khartoem gaan een afstand van nagenoeg 200 Engelsche mijlen. De Daily News verneemt dat het verslagen Bechuanenhoofd Moutsioa gedwongen werd een verdrag te teekenen waarin van hem geëischt wordt de verdedigingswerken van zijne eigene hoofdstad omver'te halen. Ingeval Moutsioa tracht die werken te herstellenzullen de boeren dit beschouwen als een casus belli. Het tractaat z/Gij zoudt mij niet meer opzoeken Dirk 1" zeide zij wel op kalmen maar toch op een toon van verwijt. z/Dat wilde ik ook niet 1" z/En toch zijt gij hier z/Ik had niet gedacht u hier te vinden." Suze bemerkte met ontzettingdat de roode dronken was want ofschoon hij trachtte het te verbergenduidde zijne spraak het genoeg aan. ,/Wat wilt gij toch, Dirk? Waarom blijft gij niet bij uwe ouders te huis /Omdat ik nergens rust heb." z/Dat is niet goed. Gij zoudt u echter niet ongerust maken, maar geregeld leven en wachten, tot Wij voor altijd bij elkander kunnen zijn. Dat hebt gij mij beloofd en nu houdt gij geen woord." De boer staarde haar met glazige oogen aan. Gij hebt goed praten Suze. Ik weet niet wat ik beginnen moetom de gedachten te verdrij ven die mij "kvs ellen. Dan loop ik het bosch in om moede te worden en nachts te kunnen slapen." „Welke gedachten kwellen u dan?" Honderd duizenden, die als bijen door elkan der zweven." „Deel ze mij mede 1" „Dat een ander u zijn hof maakt en dat gij hem huwt...." „Dirk, gij wantrouwt mij dus?" „Houd op, Suze; maak er een eind aan en word spoedig mijne vrouw 1 Wanneer ik u altijd bij mij heb zal ik tevreden zijn en behoef er mij niet over te verontrustenwaarom gij zoo dikwijls naar de fabriek gaatde boeren spreken er reeds over in de herberg." „Dus komt gij weder uit de herberg 1 Ik

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1884 | | pagina 1