Nummer 81. Zondag 12 October 1884. 7e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. ANTOON TIELEN BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. De soldaat van de landweer. Spanje. Engeland. UITGEVER: Waalwijk. Eene Novelle. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,GÜdaarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g opgegeven, -worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duisch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. In den boezem van de Association liberale te Brussel is men het in lang niet met elkander eer.snaar hetgeen te oordeelen valt over het voorgevallene in een Dinsdag gehouden zitting. Na afloop der openbare vergadering ging deze in een besloten zitting overwaarin een hevige twist ontstond tusschen de leiders der geavan ceerde en die der gematigde linkerzijde welke de vergadering hadden bijgewoond. Laatsbedoel- den meendendatr.a den uitslag der ver kiezingen van 10 Juni, de heer Janson, de be kende radicale advocaatniet behoort candidaat gesteld te worden en vreezen, dat de werklieden- candidaturen de zege zullen in gevaar brengen. Deze schermutselingen worden als nadeelig voor de partij beschouwd. Intusschen heeft Janson geweigerd om zijne candidatuur in te trekken. Het Journal officiel meldtdat de geestelijke zuster Saint Julienopperste der zusters van den H. Yincentius van Paula in hel militair hospitaal van Marseille het ridderkruis van het Legioen van Eer heeft ontvangen wegens de uitstekende dienstenbij de cholera bewezen. De „staat van represailles'' tusschen Frank rijk en China begint met den dag meer op eenen verwoeden oorlog te gelijken, Uit Shangai meldt de Agence Havas „Het bombardement van Tam-Sé begon den Ben Oc tober en duurde den 6e nog voort. Al de torten zijn vernield. De huizen der Europeanen zijn door bommen getroffen maar de bewoners hebben geen letsel gekregen. De Chineezen waren sterk verschanst." The Times meldt uit Amoy dat Tam-Sé nóg wordt gebombardeerd. De aanval zou spoedig geschieden. De Chineezen zijn sterk verschanst en bieden een krachtigen tegenstand. Waar schijnlijk heeft de Chineesche opperbevelhebber Lui zich van Kelung naar Banda teruggetrokken. Courbet vervolgt hem met 2000 man. De Eran- schen verklaren dat de „vreedzame" blokkade zal gehandhaafd wordendoch de Engelsche schepen niet aan visitatie onderworpen zullen zijn. Uit Tientsin komt verder het berichtdat de Chineesche regeering heeft gelast 1000 man troepen van Kirion naar Peking te zenden en dat Li- Hung-Chang heeft aanbevSïen de vermindering der soldij uit te stellenterwijl ten slotte in een bericht uit Hanoi de tijding wordt mede gedeeld dat eene afdeeling van 600 Eranschen, met behulp van geschut en de medewerking van drie kanonneerboten de Chineezen in het dal var. de Lochnan volkomen heeft verslagen na een gevecht dat zes uren duurde. Het verlies der Eranschen is vier man gedood (waaronder een kapitein) en 20 man gekwetst (waaaronder een luitenant). De Eranschen zetten hunnen tocht voort. Een telegram uit Hanoi tan 9 dezer meldt: Negrier tastte gisteren 6000 Chineezen aan die zich bij het dorp Kep verschanst hadden. Het gevecht duurde van 9 uur 's morgens tot 2 uur 's namiddags. Nadat hunne retraite-linie verbroken wasvluchtten de Chineezen naar Drogan. Dit dorp werd stormenderhand genomen, na hevigen wederstand. Zeshonderd Chineezen sneuvelden. De Chineezen lieten hun krijgsma- terieel in den steek. De Eranschen hebben 21 dooden en 58 gewonden. Negrier is lichtelijk gekwetst. De kolonne onder bevel van generaal Negrier, is de Phulang opgevaren om te trachten de Chineesche troepen den terugtocht af te snijden. Het Eransch protectoraat over Tunis is nu geheel georganiseerd. Met de conversie der schuld heeft de internationale financieele commissie opgehouden te bestaan en bij een decreet Zaterdag door den heer Grévy geteekend, wordt een staf van Eransche civiele controleurs benoemd. In het decreet wordt gezegd, dat de conventie van 1883 aan Erankrijk de macht geeftom administratieve hervormingen in te voeren en dat het protectoraat benevens de instandhou ding van een administratie door inboorlingen aan Erankrijk de verplichting oplegtom de werkzaamheden dier administratie permanent te controleeren. De controleurs zulien aangesteld worden door en verantwoordelijk zijn aan de Eransche regeering. Uit den staat der opbrengst van de indi recte belastingen over de maand September blijkt, dat ze 5.100,000 fr. beneden de raming zijn gebleven. In het geheel bedraagt de mindere opbrengst gedurende de negen eerste maanden van dit jaar eene som van bijna 48 millioen. De sub-commissie voor het onderzoek naar de oorzaken van de crisis in handelnijverheid en landbouw heeft besloten een paar gemachtigden naar Anzin af te vaardigen om aldaar den toestand na te gaan en inlichtingen in te winnen. De heer Clémenceau lid der commissie van 44heeft geweigerd deel uit te maken van de delegatie die zich naar Lyon en Samt-Etienne zal begeven. Hij is echter een der leden die naar Anzin zullen gaan. Bij de wedrennen te Longehamps zijn Zondag een paar jockeys, die men verdacht van oneerlijk gehandeld te hebben door een ver ontwaardigde menigte aangevallen. Een hunner, Sharp, die een merrie van den hertog de Castries bereden had werd ernstig gewond. De merrie zelve kreeg een aantal stooten met stokken en regenschermen. De wijnoogst te Bordeaux en omstreken is door den mooien nazomer, zeer medegevallen. Daarentegen zal die te Bourgogne ver beneden de gemiddelde opbrengst blijven. Een veertigtal Ivarthuizer monniken van het vermaarde klooster „La Grande Chartreuse" (dep. Isère) zijn op een wandeling door een bergstortiug overvallen. Vijf der broeders werden onder de steenblokken bedolven. Toen men hen met veel moeite bevrijd hadwas een hunner, een 2Bjarig maD, reeds dood. De vier anderen zijn ernstig, maar niet doodelijk gewond. De Parijsche politie is er in geslaagd zich van een dievenbende, welke in den laatsten tijd Passy, AuteuilNeuilly en Boulogne onveilig maakte, meester te maken. Deze bende had van 25 Sep tember tot 2 October acht maal in verschillende huizen ingebioken en veel waarde ontvreemd. Bij haar laatsten diefstal zij brak bij een steenkolenhandelaar des avonds om 8 uur in, bij wien zij 3000 francs in bankpapier bemach tigde werd zij ontdekt. Toen eenige personen het huis binnendrongen werden zij door twee agenten opgemerktdie hen nadat zij den commissaris van politie van hunne ontdekking op de hoogte gesteld hadden, volgden. De dieven, vier in getalbegaven zich naar Grenelle, een gedeelte der stad aan den linker Seineoever, waar zij eene herberg binnentraden. De politie volgde hen steeds en drong de kamer binnen, waar de boeven zich bevonden. Ziende dat zij overvallen waren grepen de dieven het eerst naar hunne revolvers. Een hevig gevecht ontstond waarin de politie steeds meester bleef. Bijna allen waren in het gevecht de kleederen van het lichaam gescheurdeen van hen was geheel naaktzoodat kleederen van de prefectuur moesten worden gehaald. Een der politieagenten is ernstig mishandeld. De geheele bende heeft men niet in handen gekregen doch de vier voornaamste zijn thans onschadelijk. Hieronder behoort de hoofd man, een 19jarig jongmensch zoon van een achtenswaardige familie te Grenelle, die 6 maan den geleden de ouderlijke woning spoorloos had verlaten. AS XXXXVI. De man wilde verder gaan. Toen hij den opperhoutvester zagbleef hij eensklaps staan. „Gij wilt er toch niet overrijden vraagde hiJ- Grasberg erkende Dirk Starkeden zoon van den schout. „Zoo laat nog?" riep hij. „Het is wat laat geworden 'k heb een weinig te lang in de herberg gezeten en moet nog eene commissie voor mijn vader doen; morgen ochtend heb ik geen tijd." Waarheen moet gij nog, Dirk?" „Waarheen waarheen „Mij dunkt, dat ik duidelijk genoeg spreek. Dirk kende den gestrengen beambte. „Naar de papierfabriek, mijnheer! Ik zou wel een korteren weg hebben kunnen nemen maar al pratende met een mijner bekenden voort gaande bevond ik mij aan den vondereer ik hel zelf wist. Goeden avondmijnheer De boer was in de duisternis van het boscbje verdwenen. „Het gaat hier vreemd toe dacht de opper houtvester. „De liederlijke knaap komt mij vrij verdacht voorzoo laat heeft hij in het bosch niets te maken. Dat hij in zeer slecht gezel schap verkeert weet ik... de oude vrouw van zoo even bracht spijs en drank naar hare eenzame woning; misschien heeft daar de eene of andere slemppartij plaats. Ik zal door een mijner op passers laten loeren." De opperhoutvester reed verder. Het bosch werd lichter eu eindelijk bevond hij zich aan den oever van den stroom. Daar zag hij ook de brugdie naar het dorp leiddebruisend sloeg het water tegen de steenen peilers aan, waarop de brug rustte. Op eens bleef het paard staan, op hetzelfde oogenblik hoorde de ruiter voetstappen op de brug. De honden begonnen zacht te brommen. Eene vreemde gedaante werd zichtbaar en naderde meer en meer. De opperhoutvester bemerkte een man, die een pak op den rug droeg en uitgeput op zijn stok leunde. De muts, die het hoofd van den man bedekte, scheen een soldatenmuts te zijn. „Goeden avond zoo klonk het. De opperhoutvester beantwoordde dien groet. „Zijt gij soldaat?" vraagde hij vervolgens. „Geweest mijnheerthans ben ik burger." „En uw naam „Erans Eink." „Zijt gij dan reeds ontslagen?" vraagde de rui ter verwonderd. „Ja wel," zeide Erans op zachten toon. „Eu waarom? „Omdat ik gewond ben. Men heeft mij in 't hospitaal genezen doch mijne rechterhand is stijf geblevenik kan het geweer niet meer vasthouden; daarom heeft men mij als onbruik baar weggezonden. Het marcheeren valt mij nog zeer zwaar daar het mij aan krachten ontbreekt. Gaarne ware ik verder mede voortgerukt... maar daaraan is nu niets te veranderen en ik mag leegloopen." Erans leunde tegen de leuning der brug en zag gerust naar den ruiter op die voor den ontslagen soldaat eene warme deelneming ge voelde. „Zijt gij toch nog geschikt om te werken Fink „Zoo half en half. Mijn vader is gestorven zoo als men mij heeft geschreven ik zal dus mijne arme moeder moeten onderhoudendie De verontrustende geruchten omtrent den ge zondheidstoestand van den koning van Spanje waarvan in verscheidene bladen gewag wordt gemaakt zijn ongegrond. In de provincie Alicante hadden Dinsdag 2 sterfgevallen tengevolge der cholera plaats. Veel belangrijks viel er Maandag in den mi nisterraad, die drie uren heeft geduurd, te be handelen, en ofschoon het besprokene zoo goed mogelijk wordt geheim gehouden weet een correspondent van het „Berl. Tagebl.," die ge woonlijk zeer goed is ingelicht, uit geloofwaardige bron mede te deelen, dat Zuid-Afrika en Egypte de voornaamste punten van bespreking uitmaak ten. De toestand van Zuid-Afrika, de schending van het onlangs gesloten verdrag, de openlijke vijandige gezindheid der Boeren tegen het En- niets meer verdienen kan." „God zal helpen „Dat is een nietsbeduidende troost, mijnheer! Wie tegenwoordig de handen niet goed uit de mouw steken kan moet hongerlijden." „Gij zijt er beter aan dan de arme Arnold Peters." „O O steunde de ontslagen soldaat. „Wie onder den grond ligt heeft geen zorg en lijden meer. Ik wenschte dat de kogel, die mij in den arm getroffen heeftmij den schedel verpletterd had. Dat wenschte ik zoo waar ik hier voor u stamijnheer opperhoutvester." „Gij zijt in eene moedelooze stemming, dunkt mijFink „Dat ben iken dat zal ik ook blijven, zoo lang ik leef." Op eens barstte Erans in een luid gelach los en riep toen „Een gebrekkig mensch is een elk tot lasthet vijfde rad aan den wagen „Hebt mijn zoon gezien vraagde Grasberg, ten einde aan het gesprek eene andere wending te geven. „Neen in lang nietik ben vier weken in het hospitaal geweest. O, de kapitein zal wel gezond en vroolijk zijn en ook spoedig naar huis komen. Zoo als ik onderweg vernam, is de oorlog ge ëindigd. Het is ook tijd hij heeft menschen genoeg verslonden. Verduiveld ik ben zoo moede als een hond." Erans stelde zich langzaam in beweging, groette en verdween. „Een woesteling 1" dacht de opperhoutvester. „Het zou geen verlies voor de wereld geweest zijn zoo hij door een kogel ware weggerukt. Ik begrijp het nuwaarschijnlijk heeft men in het huisje bij de steengroeve toebereidselen tot zijne ontvangst gemaakt. Als ik niet zoo vermoeid was en mijne vrouw wist het, dan zou ik om- keeren en het gezelschap eens gadeslaan. Ik zal hier een goed oog in 't zeil doen houden." Hij reed snel de brug over en had weldra zijne woning bereikt. Zijne bezorgde echtgenoot kwam hem op het voorplein reeds te gemoet toen zij den hoefslag van het paard vernam. „Zijt gij daar Anton riep zij. „Ja hier ben ik goede oude." ,,Uw lang uitblijven heeft mij ongerust gemaakt, Anton." „Gekheid ik pas wel op dat ik geen gevaar loop Ik had een verre weg af te leggen en ben hier en daar opgehouden. Wees gegroet oudjeik ben er nu immers De ruiter was afgestegen hij naderde zijne vrouw en kuste haar hartelijk. Arm in arm gingen zij samen naar de woonkamer waar de groote lamp op tafel stond te branden. Zijne echtgenoot haalde zelve de spijzen uit de keuken en bracht haren vermoeiden echtgenoot het eerste glas wijn toe. Onder het eten verhaalde hij haar, wat hem op weg ontmoet was. „God dank voegde hij er toen bijde oorlog is geëindigd. Er zullen nog wel eenige weken verloopen voordat de legers uit Bohemen en Moravië terugkomen maar wij hebben voor onzen zoon geen gevaar meer te vreezen en op zijne gezondheid willen wij een glas wijn drin ken." De beide echtgenooten stieten aan. Het geluk straalde der goede vrouw uit de oogenbij de gedachten aan de aanstaande terugkomst van haren zoon. „De hemel nog is genadig geweest," fluisterde zij„hem zij dank en eer gebracht! O, mochten vele ouders heden zulk een 'blijden avond vieren als wij." „Dat wensch ik ook lieve Maria maar in menig gezin zal er wel diepe rouw heerschen want de behaalde zege is alleen tegen verbazend veel offers kunnen gekocht worden." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1884 | | pagina 1