Nummer 94. Donderdag 27 November 1884. 7e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN BUITENLAND. Frankrijk. Belgie. De soldaat van de landweer. Engeland. Spanje. UITGEVER: Waalwijk. Eene Novelle. De Echo van het Zuiden, w Til, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën'l—7 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g opgegeven, -worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscli- 1 and worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. In den nacht van 12 op 13 dezer is te Stroom* beek nabij Brussel een vrouw, Helène Vallé, in haar woning vermoord waartoe men zich door inklimming den toegang had verschaft. Behalve een som van ongeveer 250 francs, werd ook ontvreemd een compleet costuumeen buis (veston)een bruingeel gestippeld vest, een lage ronde hoed met rose voering en een nikkelhorloge met ketting van dezelfde stof. Als verdacht wordt door den rechter van instructie Wellems, te Brusselgesignaleerd en is daarom bevel van gevangenneming verleend tegen Louis van Wayen- berg oud 39 jaar, daglooner zonder vaste woon plaats die op den 12den dezer, des voormiddags te elf urenper spoortrein van Gent naar Stroombeek vertrokken was en den volgenden dag 's morgens te Gent terugkeerde. Hij was zonder geld vertrokken en is bij zijn terugkomst in het bezit daarvan gezien. Vrijdag den 14den dezerte een uur des middags heeft hij Gent weder verlaten, waar schijnlijk vergezeld van llenri Schelfraet oud 19 jaar mede daglooner geboren te Gent. Het signalement van Van Wayenberg luidt als volgt: lengte 1,7 meter langwerpig gelaat, blond haar, rossige knevel blauwe oogen groote neus en ooren. Bijzondere kenteekenen: kromme beenen en krabben bij den neus. Bij zijn vertrek van Gent van hij gekleed in bruin vest, zwarte broek, blauw gestreept hemdwit en zwart geruite foulardronden hoed en goed schoeisel. Hij spreekt Vlaansch en een weinig Fransch. Wel licht heeft hij eenige der gestolen kleederen aan getrokken en draagt hij een pak goederen bij zich. Het signalement van Schelfraet is: ovaal aangezicht, hoog voorhoofd, bruine oogen, groote neusbleeke kleurdonkerblond haar en nage noeg geen baard. Bij zijn vertrek was hij ge kleed in zwart jaquet blauwe blouse, zwarten pantalon blauw hemd zwarllakensche pet, wit en zwart gekleurd foulard en schoenen met ijze ren beslag. LVI. Zij zette zich op de bank voor de deur neder en verborg haar gelaat in hare handen. Het was donker en stil rondom haarhet dorp, dat op weinig afstands voor haar lag was als uit gestorven geen geluidgeen schemering van licht bespeurde zij. Alleen uit de hut, waar de dood zijn intrek genomen had, scheen het lamp~ licht haar tegen en beschreef een kring op het grasperk, waar Espes kinderen des daags speelden. Eensklaps sprong Suze ophet was haar, alsof zij een geruisch boven haar hoofd gehoord had, een geruisch als van het klapwieken van groote vogels. Verschrikt zag zij rondom zich. Zij bemerkte niets stil en donker zweefde de nacht over de woningen en van den hemel glinsterden de sterren onbekommerd over het lotdat de stervelingen trof. Nochtans gevoelde Suze een geheime vrees en eene lichte rilling deed hare leden beven te vergeefs wachtte zij, of het zonderlinge geruisch zich zou herhalen. „Het was inbeelding!" dacht zij. „Ik ben zeer geschoktdaar ik het sterven van een goed mensen gezien heb zoodat mij zoo iets lichtelijk gebeuren kan. Heden gevoel ik mij dichter bij mijn Arnold dan ooithet is mij alsof slechts een kleine afstand tusschen deze en gene zijde des grafs ligtHoe lang duurt wel dat ster ven Als antwoord op hare vraag liet zich het ruischen wederom hooren. Het was een zwaar geklapwiekdat de stille lucht doorsneed. Het geraas verdween op het rieten dak der hut waarin vrouw Espe geitorven was. Nu deden In de kamer van afgevaardigden is het weder vrij luidruchtig toegegaan. Thans was het de heer Clémenceau, die den minister-president, den heer Jules Ferry verweetdat hij den zin van een zijner vroeger afgelegde verklaringen met be trekking tot de Tonkin-aangelegenheden ver draaid had. De heer Clémenceau verzocht der halve dal dit gedeelte van de processen-verbaal der Tonkin-commissie zou medegedeeld worden, waarvan de heer Ferry de openbaarmaking ge vaarlijk achtte. De heer Ferry ontkende natuurlijk deze be schuldiging tengevolge waarvan een levendig debat ontstond dat tot verschillende incidenten aanleiding gaf. De heer Leroyrapporteur der Tonkin-com missielas ten slotte de beide redactiën der gewraakte zinsnede voorwaarvan de eerste luidt„Ik ben overtuigd dat wij vrede zullen krijgen", terwijl de tweede zegt Ik geloot dat wij vrede zullen krijgenmaar zegt het niet." De voorlezing hiervan veroorzaakte verschil lende voor den minister-president min gunstige uitroepen van de zijde zijner tegenstanders, doch het einde van alles was dat het voorstel van den heer Clémenceau toch werd verworpen met 283 tegen 212 stemmen. Havas maakt eene dépêche uit Hanoi open baar waarin gemeld wordt, dat ten gevolge van een aanval der Chineezen tegen twee of drie kar.noueerbooten op de rivier Claire eene ko- lonne onder aanvoering van den overste Duchesne is uitgetrokken en de Chineezen totaal op de vlucht heeft geslagen. De Franschen verloren aan dooden 10 man onder welke een luitenant, en aan gekwetsten 25 man. Een officieel bericht van Brière bevestigt het gemelde omtrent het gevecht op 19 dezer te Duoc. De Zwartvlaggen versterkt door Chi- neesche troepen uit Yunan, hadden eeenige ver schansingen bezet uit welke zij achtereenvolgens verdreven werden. De vijand vluchtte noordwaarts en westwaarts. De kanonneerboot Revolver werd op 16 dezer door de Chiueezen aangevallen. Zij had twee dooden en drie gekwetsten doch het gevecht eindigde met de nederlaag der Chineezen. Brière verzekert dat de vijand de vallei van Songkai heeft ontruimd. Van andere punten aan de grens geen nieuws. Blijkens een telegram van Briere, uit Hainoi tan 23 dezer, heeft Duchesne de behaalde voor deden voortgezet. Den 20 dezer heeft hij, zonder nieuwe verliezen drie versterkte dorpen rondon Tuyenquan veroverd en het proviand van den vijand genomen of vernield. De zwartvlaggen en geregelde Cineesche troepen in Yunan z*jn in volle wanorde iu de wouden en bergen terug getrokken. Er is hier eene vergadering gehouden van werklieden zonder werk. Er waren 5000 personen bijeen. Nadat er zeer heftige redevoeringen waren gehouden werd er besloten, binnen kort op eene daartoe aan te wijzen plaats eene bijeenkomst in de open lucht te houden. Na de vergadering hebben eenige daartoe behoorende personen de Marseillaise en Carmagnole gezongen. Toen de politie daartegen opkwam, zijn er eenige agen ten en een politie-commissaris gekwetst. Er hebben een dertigtal arrestatiën plaats gehad. gevraagd dat door den minister aangenomen is. De Correspondencia maakt gewag van het ge rucht dat de hoogeschool naar Alcala verplaatst zou worden. Het blad El liberal wordt gedeeltelijk vervolgd wegens het verhaal dat het van de rustverstoring heeft gegeven. Verscheidene aan den Temps gezondene tele grammen zijn door de overheid achterwege ge houden. De studenten hebben den nieuwen rector der hoogeschool uitgefloten. Dientengevolge is de regeering overgegaan tot het sluiten dier in richting. De manifestatiën op straat zijn door de studenten voortgezet en de politie heeft de sabel getrokken. Vijf dagbladen worden vervolgd wegens arti kelen die zij over de ongeregeldheden hebben gegeven. zich ook de krassende tonen van een nachtuil hooren die daar was nedergestreken. De verkondiger des doods zeide eene vrou wenstem. „Hij bUjft niet uit, waar een lijk ligt." Bevende stond Suze voor de deur; zij herkende Dirkdie met de waakster uit het dorp was wedergekeerd. De noodige afspraak was spoedig gemaakt. Vrouw Steinert, zoo heette de vrouw verklaarde zich bereid te waken; het kwam haar juist van pas iets te kunnen verdienen. De zomer had haar weinig gelegenheid daartoe gegeven. Dirk Starke beloofde alles te zullen betalen. Men trad de woning binnen. Met een veel beteekenend gelaat beschouwde vrouw Steinert de echtgenoot van den soldaat der landweer. „Ja," zeide zij zacht, „het lijden der arme vrouw is ten einde dat dit echter zoo spoedig zijn zou had ik niet gedacht. Men ziet door gaans dat borstlijders in den winter of in het voorjaar bezwij^n." De vrouw deed een gebed lpgde een kleed over hei lijk en maakte toebereidselen voor den nacht. Suze beloofde den volgenden morgen voor het ontbijt te zullen zorgen en beval de kinderen aan de bijzondere bescherming der waak ster aan. Diep geroerd verliet zij de woning der overledene. De uil vloog krassend van het dak naar het dorpop verren afstand hoorde men nog het akelig geluid. „Suze," zeide Dirk, „het verhengt mij ,- dat ik n gezien heb ik moest u zien want ik had geen rust. Het is mij altijd als of u iets over komen zal." „Wat dan? Wat zou mij kunnen gebeuren?" „Ik weet het nietmaar ik heb zulk een angst, dat ik s'nachts niet slapen kan. Hoe gaarne zou ik steeds bij u zijnom altijd over u te kunnen waken." „Dat ia onnoodigmij zal niemand eenig leed Hei, blijkt dat wanordelijkheden onder de stu denten te Madrid van vrij ernstigen aard zijn geweest. Er waren stadenten die van revolvers voorzien waren en geschoten hebben op de poli tie of gendarmerie. Deze ging toen met het plat van de sabel op hen los. In het geheel moeten er een dertig personen gewond zijn; onder deze ook lieden die zich rustig gedragen hadden en enkel uit nieuwsgierigheid waren komen kijken. Hei aantal in verzekerde bewaring genomen per sonen was meer dan 100 onder welke twee hoogleeraren. Eeu dertigtal studenten waren echter volgens een ontvangen telegram, weer op vrije voeten gesteld. De civiele gouverneur heeft eene proclamatie uitgevaardigd waarin hij de bavolking aanmaant zich van elke manifestatie te onthouden. Zoodra deze zich herhaaltzal de gewapende macht tus- schenbeide komen. De rector der hoogeschool en de deken van der rechtsgeleerde faculteit hebben hun ontslag doen. „Dat bedoel ik juist niet." „Wat bedoelt gij dan?" „Gij hebt Frans Fink gespioken." „Dat heb ik." „Die mensch is in den oorlog half krankzinnig geworden." „Hoe zoo?" „Hij spreekt allerlei onzin." „Dat heb ik niet kunnen opmerken." „Ontwijk hem I" „Maar waarom dan?" „Hetgeen hij vertelt is niet goed voor u; weg is weg en dood is dood. Ik wenschte dat gij weder waart, zoo als gij vroeger geweest zijt. Men leeft toch niet om te jammeren en te klagen. En wij hebben geld genoeg en kunnen vergenoegd leven." Suze wilde zich zoo gaarne van den lastige ontstaanwant zijne nabijheid was haar ondra- gelijk. „Dat alles zal zich wel schikken fluisterde zij„heb slechts geduid de tijd kan veel ver andering brengen." „Geduld en altijd geduld moet ik hebben riep de boer opvliegend. „Dirk „Ik ben u zoo hartelijk genegen en denk dag en nacht aan u." „Wat hebt gij mij beloofd?" vraagde zij kortaf en op beslissenden toon. „Wilt gij woord houden of niet „Ach dat wenschte ik zoo zeer 1" stamelde Dirk. i „Nu doe het dan ook. Ach het is lastig, dat het u zoo dikwijls herinnerd moet worden. Zijt gij dan een man Neen, gij zijt een knaap, die zich zelf geen mee3ter is. Gij zult nog alles bederven voegde zij er dreigend bij. Hij nam de beide handen der jonge vrouw. De Daily News verneemt uit Dongola dat volgens vertrouwbare berichten Gordon een Krupp-kanon op de Arabieren heeft veroverd en dat vijfhonderd der laatstbedoelden naar Gordon zijn overgeloopen. De mahdi bevindt zich honderd mijlen bezuiden Khartoem. Uit Soeakin wordt aan hetzelfde blad geseind dat 5000 Arabieren bij Handueb kampeeren om het voorttrekken der Engelschen in het binnenland te beletten. De vijand handelt onder de recht- streeksche bevelen van den mahdi. Weder is een poging gedaan om aan de vrouwen in Engeland, die belastingplichtig zijn, het stemrecht toe te kennen en het is niet geheel onmogelijk dat deze poging slagen zal. Reeds vroeger bij deu aanvang der discussie over de kieshervorming in het lagerhuis werd door den heer Woodhall een amendement ingediend be treffende het stemrecht voor vrouwen, doch op verzoek der regeering heeft hij toen het amen dement ingetrokken. Thans heeft hij er een wetsontwerp van gemaaktdat door het lager huis bij eerste lezing werd aangenomen. Hieruit is echter nog niets te beslissen daar een eerste lezing van een ontwerp slechts een formaliteit is doch wat meer zégtde regeering heeft „Suze, één ding moet gij mij vergunnen, opdat ik gerust kan zijn." „Eu dat is?" „Ik wil het mijnen ouders zeggen, dat gij mijne vrouw wordt. Zij mogen het immers wei weten niet waar „Gij zult zwijgen Dirk beval Suze barsch. „Gij behoeft niemand iets van onze afspraak te zeggen. Het is toch ongelukkig, dat wijzoo dikwijls wij elkander sprekenover dit punt moeten twisten. Het is mij een bewijs, hoe weinig gij het met mij meent. In plaats van mij zulk een klein genoegen te gevendat ik van u verlangondervind ik altijd zekere tegen werking „Maar Suze mijne ouders „Zullen het nog tijdig genoeg vernemen." „Ik geloof, dat gij het niet oprecht met mij meent, gij wilt mij slechts ophoudenDat is juist mijn angst." „Dwaas ik houd mijn woord; maar wq moeten toch acht geven op den rouwtijd. De boeren zouden de handen in elkander slaan en mij een lichtzinnig schepsel noemen zoo zij vernamen dat wij ou reeds met elkander verloofd zijn. Dat duld ik nietvoor niets ter wereld liever geef ik u dadelijk uw geld terug." Deze bedreiging deed den roode ontstellen. „Neen dat wil ik nietriep hij verschrikt. „Gaarne geef ik u nog eenige thalers." „Spreek toch zoo luid niet „Niemand hoort ons allen slapen." „Wilt gij zwijgen 1" riep zij driftig. „Zoodra ik hoor dat een derde er over spreektdan spreek ik het tegrn en het is met ons gedaan. Ga nu naar huis en gedraag u als een ordentelijk mensch." „Suze, nog één woord." verzocht hij, terwijl hij de geliefde, die zich wilde losrukken, vasthield. „Wees kort 1"

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1884 | | pagina 1