Nummer 10Ö. Donderdag 18 December 1884. 7e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
K'
FEUILLETON.
ANTOON TIELEN,
De soldaat van de landweer.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
-.a^nrni, xj
UITGEVER:
Waalwijk.
Open brief aan het edelachtbaar
gemeentebestuur te Waalwijk.
Eene Novelle.
De Echo van het Zuiden,
1
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel;
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steineb, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Wij hebben de eer U.E A. bet navolgende
te doen weten
Ware in uwe vergadering van 10 dezer,
op het ampel rapport, door burgemeester en
wethouders in die vergadering uitgebracht
tegen een schrijven dd. 1 September jl., van
den mede ondergeteekende kommandant der
schutterij, niet het overhaastig besluit geno
men om den komin. aan te schrijven: „Om,
voorzoover de verplichting op hem rust, zorg
„te dragen dat de rijks-en gemeeutegoederen,
„in gebruik bij de schutterij, steeds in goeden
„staat kunnen worden ingeleverd en burge
rmeester en wethouders in deze diligent te
„verklaren
ware het niet dat enkele uwer leden in
die vergadering hadden aangetoond en bekend
van de zaak nog niet op de hoogte te zijn
en zich derhalve van stemming onthielden
dan zouden wij uwe aandacht op deze
ingrate zaak niet verder inroepen, gelijk wij
ter wille van waarheid en recht de vrijheid
nemen te doen bij deze.
In voornoemd rapport van burgemeester
en wethouders is veelzeer veel gezegd doch
niets weerlegd, en de vraag ligt voor de
handof de strekkingdie èn in dat stuk
èn in de ontvouwing daarvan door den bur
gemeester den boventoon voertniet zijn
kan Om op deloyale wijze een mea culpa
te vermijden om door listige uitvluchten
die het cardinale punt voorbijstoomen, den
raad op een dwaalspoor te brengen en om
den komm. en de officieren der schutterij op
bruske manier te compromitteeren
Immers bij de schutterij zijn: lo goederen
overcompleet (o. a. door inleveringen wegens
vertrek enz.) goederendie dus altijd in een
magazijn behooren te worden geborgen. Deze,
niet die welke op 12 Augustus zijn ingele-
LVI.
Hij vervolgde nietwat hij zeggen wilde.
Naar zijn tongval moet hij een Noord-Duitscher
geweest zijn ik vraagde hem naar zijn vaderland,
omdat ik van hem nog iels dacht te kunnen ver=>
nemen. In plaats van een antwoord vraagde
hij met inspanningWelk is uw vaderland?
Ik zeide het hem. Nn richtte hij zich over
eind zijn gelaat was doodsbleek geworden en
een onheilspellende glans schitterde in zijne oo-
gen. Een wit schuim vertoonde zich om zijnen
mond.
„Gij zijt offflcier," fluisterde hij.
„Ja!"
„Wilt gijop uw woord van eereen ster
vende beloven dat gijin uw vaderland terug
gekeerd zijn laatsten wensch zult vervullen?"
„Als het mogelijk is."
„Gij kunt datzoo gij het wilt."
„Ik geef u mijn woord van eer."
De gewonde reikte mij de hand.
„Het woord van een officier is mij genoeg;
uw kogel heeft mij den dood gegeven uwe be
lofte maakt mij het sterven gemakkelijk. Is het
niet, als of de voorzienigheid het mij ingaf deze
boerderij te doorzoekende eene landsman
stond tegenover den andere. Thans heb ik
berouw van hetgeen ik gedaan heb."
Hij zonk uitgeput in de armen van den jager,
die hem ondersteunde, neder. De verschrikkelijke
groep werd verlicht door de fakkeldie Arnold
Peters in de hand had. Rondom stonden de
jagers en op den drempel de boer zijn rozenkrans
biddende. En daar buiten huilde de storm die
den regen tegen de glazen deed kletteren. Toen
verd, zijn in 't begin van den zomer uit een
bewaarplaats van overtuigingstukken van 't
kantongerecht verwijderd of waren elders
te zoeken.
Hierbij komen 2o goederen, die in Aug.
zijn ingeleverd en die, zooals dit gebruikelijk
is, tijdelijk in 't magazijn behooren te ver
blijven.
Aan A. van Huiten, mr. timmerman, is op
28 Augustus 11. bestelling gedaan om een
magazijn (alias konijnenkooi) te timmeren
op de vliering. Men borg daarop toen de
goederen sub. lo genoemd.
En die sub 2o zijn eerst half October door
de marechaussee^ gepoetst en daar eindelijk
ook in en om geplaatst.
Wat volgt hieruit
Dat de goederen sub lo gedurende den
zomer hier en daar hebben verspreid gelegen,
tot ze door den magazijnmeester Plas zijn
bijeen verzameld en geborgen onder een oud
kleed.
Dat de goederen sub 2o vanaf de inleve
ring in Aug. tot half October zonder toezicht
hebben gestaan op een nimmer gesloten tee-
kenschool, welke bij gebrek van magazijn werd
aangewezen en op zeker ander kamertje.
Zoowel het een als het ander is dus zoo
lang verwaarloosd, dat de kom. der schutterij,
volgens verklaring van den heer Van Es
zelve, persoonlijk hierop heeft moeten wijzen
en verzocht om een magazijn te maken
zóó langdat alleen hierdoor stof en roest
te voorschijn kwam.
Toen deze wanorde geen einde nam wendde
hij zich tot uwe geachte vergadering in zijn
brief van 1 September 11., om bij hetdage-
lijksch bestuur stappen te willen doen om
hierin te voorzien en bracht hij tevens ter
uwer kennis, dat de verantwoordelijkheid over
voornoemde equipementstukken onmogelijk
langer op hem kon berusten.
Van fatale beschuldigingenonvoegzame
de gewonde vernam dat ik liem wilde laten
verbinden richtte hij zich weder op.
„Neen, neen!„ riep hij met gebroken stem.
„Misschien zijt gij nog te redden.
„Ik wil niet gered zijn.
„Het is onze plicht alles aan te wenden.
„Niemand rake mij aan!„ riep hij op door
dringenden toon. „Mijne wond is ongeneeslijk
de dood is mij welkom."
Hij rukte met geweld zijne uniform los.
Een stroom zwart bloed verfde den grond. Te
gelijk viel er uit de uniform een zakboek
waarom een roode band geslagen was.
„Neem dat boek zeide de stervende.
Ik nam hetterwijl ik vraagde
„Wat moet ik daarmede doen?"
De huzaar verzamelde al zijne krachten.
„Hoe heet gij fluisterde hij blijkbaar aan
gedaan.
„Frederik Grasberg."
„God in den Hemel!" kermde hij. „En uw
vader?"
„Is de opperhoutvester Grasberg te Timmer.-
rode."
Het. was als of deze woorden de .levensvonk
nog eenmaal verhelderde. Een vreemde lach ver
toonde zich op zijn bleek gelaat en zijn oog
sloeg hij als dankend ten hemel.
„Wie zijt gij dan?" vraagde ik met deelne
ming.
Hij scheen mij niet verstaan te hebben of
wilde een antwoord vermijden.
„Bewaar mijn zakboek zuchtte hij.
„Ik beloof het u."
„Op uw woord van eer
„Dat ik u als officier gegeven heb. Wat moet
met dit boek geschieden vervolgde ik.
„Gij moogf het niet openen."
Dat beloof ik u."
*„Gij zult den rooden band niet aanraken.
aanvallen en ongegronde klachten, zooals de
burgemeester die in genoemd schrijven van
den komm. tracht te lezen, kan dus in geen
geval sprake zijn, en wij gelooven dan ook
met grond, dat dergelijke machtspreuken en
prachtige uitdrukkingen meer, door den bur
gemeester met zoo comische waardigheid na
drie maanden studie voorgedragenons niet
schaden.
Deze verklaring van den burgemeester
kunnen wij voor waarheid aannemendat
zijn hooge ouderdom o. a. zijn memorie
soms parten speelt, anders zouden de vragen,
hem door dr. van Heijst gesteldjuister en
tot 't einde zijn beantwoord.
Wij zijn ons volkomen bewust ten allen
tijdeen ook in dit gevalnaar den eed
door ons afgelegd, niet anders dan onzen
plicht te hebben vooropgesteld en met grond
zal men ons nooit kunnen bewijzen, dat zoo
wel bij inleveringen als wapenschouwiugen
niet met- voegzame accuratesse zou zijn toe
gezien en des noodig gestraft. Zooook is
de inlevering van Augustus 11. naar behooren
geschied, al beweert de burgemeester H te
gendeel en was die inlevering in order
voorzoover het circa 15 jarig gebruik van
een en ander dit toelaat.
Met leedwezen ontwaarden wij dan ook
dat op de begrooting voor 1885 de post
kleeren voor 35 minvermogende schutters
ad f600.en chacots ad f250.zijn
gereduceerd tot f85.waarvoor we toch
onze in lompen gehulde schutters niet fat
soenlijk kunnen kleeden.
Wij kunnen de raadgeving van den bur
gemeester evenmin volgenom een schutter
te doen betalen voor defect aan stukken, die
ieder te recht noemt door langdurigen dienst
totaal te zijn sleet geraakt.
Al het vorenstaande, in verband met de
niet ten uitvoer legging van het besluit,
in een uwer zomervergaderingen genomen,
„Het zal in denzelfden staat blijven."
„Goed zeer goed O gij maakt mij geluk
kig Grasbergde naam klinkt mij weder
zoo vreemd in mijn verscheurden boezem...God
iu den Hemelheb dank dat gij alles zoo be
schikt hebt!"
Ik dacht dat hij dood wastoen hij in de
armen van den jager weder neerzonk zijne oo-
gen waren gesloten zijne lippen sloten zich
krampachtighij moest verschrikkelijke smarten
ondervinden. Spoedig vraagde ik hem
„Aan wien moet ik dit zakboek ter hand
stellen
Duidelijk vernam ik de zacht gefluisterde
woorden: „Aan uwen vader, den opperhout
vester Grasberg
Eene hevige stuiptrekking deed het geheele
lichaam van den huzaar trillen; hij zonk neder
en was niet meer.
De morgenschemering brak aan ik riep mijne
manschappen bijeen liet de zorg voor de lijken
aan den boer overomdat ik mij niet langer kon
ophouden en marcheerde naar het dorp waar
de trompetter der compagnie reeds het signaal
gaf, om aan te treden. Op dienzelfden dag wtrd
de bloedige slag geleverd waarin mijn vriend
Arnold Peters viel. Op denzelfden avond werd
ik tot kapitein benoemd, daar de chef onzer com
pagnie die wonderen van dapperheid had ge
daan gevallen was. Het overige van den veld
tocht liep gelukkig voor mij en het leger af
ik ben er met eene zeer lichte wond, die reeds
lang genezen isafgekomen."
De breikous was aan de handen van Marie
ontvallen.
De opperhoutvester zat stil en staarde inzijn
glas.
„Aan de nagedachtenis van den braven Peters!"
riep Frederik.
Hij hief zijn glas omhoog en dronk.
om de schietbaan te restaureeren, is dan ook
de reden, dat de oefeningen niet kunDen
worden gehouden en de kleeding van nieu
welingen voorloopig niet plaats heeft.
Ten slotte nemen wij de vrijheid aan uwe
geachte vergadering te verklaren, dat wij op
onwaardige wijze zijn verongelijkt en belee-
digd. En wij protesteeren zoowel tegen het
lasterlijk beweren, dat de equipementstukken
der schutterij niet naar behooren door de
schutters zouden zijn onderhouden en inge
leverd als tegen de conclusiein uwe ver
gadering van 10 dezer in deze genomen
terwijl wijom ons voor dergelijke aanvallen
in 't vervolg te vrijwaren, gemeend hebben
eerbiedig een eervol ontslag aan Z. M. den
koning te moeten aanvragen.
Wij hebben de eer te zijn
De kommandant der d.d. schutterij van
Waalwijk,
MART. TIMMERMANS.
De le luitenant BOLK.
De 2e luitenant A. M. v. d. LEE.
De 2e luitenant J. v. d. HEIJDEN.
Van llumbeeckoudminister van onderwijs
en onlangs gekozen tot voorzitter der Associati
on libérale heeft zijn ontslag genomen tenge
volge van de verwerping zijner voorstellen tot
herziening van het reglement dier vereeniging.
De gematigde liberale dagbladen gelooven dat
dit ontslag eene scheuring in de liberale partij
zal na zich slepen.
Frankrijk kocht verscheidene stoombooten van
twee maatschappijen te Londen om troepen naar
China over te brengen.
Drie hoofdambtenaren bij de octrooien te
Lyon zijn in hechtenis genomen wegens verduis-
„Ja ja l" voegde zijne moeder er bij, die hare
tranen niet kon weerhouden. „Ach, waartoe die
nen die verschrikkelijke gevechten die zooveel
ellende verspreiden in duizenden huizen en harten?
Als men ze hoort beschrijven, zou men bijna niet
geloovendat liet..."
„Frederikbegon de opperhoutvester op
eens.
„Wat verlangt gijlieve vader."
„Wat is er van die brieventasch geworden
„Het lot er van drukt mij zwaar op het hart."
„Hebt gij hem niet meer?"
„Ik bewaarde hem in mijn lichten ransel
welken Arnold mij gedurende den marsch afnam,
omdat de riemen mijne wonde aan den schouder
screinden en de chirurgien voor eene ontsteking
vreesde. Toen werden wij in een boschjeof
liever aan den rand van hetzelve door een re
giment kurassiers aagevallende dappere Arnold
bleef en met hem was mijn ransel verdwenen.
Wij moesten in het boschje terugtrekken, waar
door er aan den aanval der kurassiers een einde
kwam. Later heb ik te vergeefs naar den trouwen
Peters gezochthet slagveld zag er verschrik
kelijk uit. Doch om moeder te sparen zal ik
hiervan verder niet sprekeD."
„Het boek zelf hebt gij dus niet onderzocht,
omdat gij uw woord gegeven hadt
„O ik zou het gehouden hebbenal had ik
het mij toevertrouwde lang bij mij moeten dragen.
Ik wilde het u niet met den postdienst zenden,
daar deze onder dergelijke omstandigheden niet
veilig kan geacht worden. Ik konde niet ver
moeden het op zulk eene wijze, als ik u verhaald
hebte verliezen. De aanval had zoo onver
hoeds plaatsdat ik mij mijn ransel niet kon
doen teruggeven ik dacht er in de eerste hitte
van het gevecht ook niet aan. Zoudt gij in uw
geheugen niets kunnen vinden dat u op het
spoor bracht, vader (Wordt vervolgd)